Zijn jullie echt al zo oud? vraagt Viktor, ons jongste kleinkind.
Oud wel, maar nog niet versleten hoor! zeg ik met een brede glimlach.
Viktor is elf en kijkt aandachtig naar de uitnodigingskaart voor ons gouden huwelijksfeest.
Papa heeft deze kaart gemaakt hé, en heeft hij ook die fotos zelf genomen?
Die laatste foto wel, maar die van op onze trouwdag kan hij niet gemaakt hebben, want toen was hij nog niet eens geboren.
Hi, hi gniffelt Viktor, kijk eens peter hoe mager jij toen was.
Ja jongen, dat is meer dan twintig kilo geleden hé.
Twintig kilo? hij begrijpt mijn grapje niet en fronst zijn voorhoofd.
Vijftig jaar en twintig kilo geleden, verduidelijk ik en leg ostentatief mijn handen op mijn buikje.
Ha ja, nu versta ik het, maar moemoe die is niet dikker geworden en jij wel.
Dat komt omdat ik al vijftig jaar lang lekker eten van haar krijg.
Dat is waar, moemoe kan lekker koken.
Hoeveel mensen gaan er naar jullie feest komen peter?
Och, ik weet het niet precies. Tussen vijftig en zestig denk ik.
Wie komt er allemaal?
Onze familie, die ken je al en dan een hele reeks vrienden.
Het zal plezant zijn, ik ga zingen en dansen op jullie feest.
Als hij weg is, blijf ik in mijn zetel zitten en kijk dromerig naar de uitnodiging met de twee fotos.
Het uiterlijk van een mens verandert nogal in vijftig jaar, maar de binnenkant verandert niet echt, tenminste zo denk ik er over. Tijdens het schrijven van mijn verhaaltjes over vroeger voelt het net of ik die dingen weer opnieuw beleef. Ik heb daar echt deugd van.
Meer dan vijftig jaar ken ik mijn vrouwtje nu al en ik ben nog altijd even gelukkig bij haar als die eerste dag. Ik zou een gedicht willen schrijven, maar ik weet dat dit niet mijn sterkste kant is. Toch zal ik maar een poging wagen.
JUBILEUM
zoals de muur en het behang
kleven ze stevig aan elkaar
bijna hun hele leven lang
houdt zij van hem en hij van haar
t is of de tijd heeft stil gestaan
wanneer ze denken aan die dag
zij had een wit-rood kleedje aan
toen hij haar voor t eerst zag
ze zei hem niet ik hou van jou
hij zag het in haar ogen
dit meisje is de ware vrouw
zij zou hem trouw beloven
al vijftig jaren vol geluk
zitten ze in hetzelfde bootje
hun liefdesschuitje ging niet stuk
het kon tegen een stootje
als de muur en het behang
zo is het altijd al geweest
wat komen zal maakt hen niet bang
op naar het diamanten feest
Er rolt een traan over mijn wang. Ach wat ben ik toch een sentimentele snul.
|