Yves van de chateau de Brignon heeft een aristocratische poes. Ze komt door het venster van de deur piepen als we ontbijten. Ze kijkt boos, wat raar volk zit daar in haar huis? Haar baas moet om 9u15 de deur uit om les te gaan geven en sloft licht zenuwachtig rond in onze buurt. Rien qui manque? Tout en ordre? De druiven die we gisteren nog gretig plukten in zijn tuin waren bedoeld om in een fruitsla te verwerken, dat zien we nu. Allicht heeft hij een potje met een kleiner maatje gevuld.
We gaan vandaag richting Herault, het wordt rotsiger, de natuur snakt hier naar water, waar zitten die regengoden? Thuis, in hun zetel, voorlopig mogen ze daar nog blijven van ons.De mannen zijn nog maar vertrokken of ze moeten al de weg vragen, dat belooft voor de 90 volgende kilometers. We spreken af in St.Bauzille le Putois. Ik stop even in Sauve om inkopen te doen bij de lokale handelaars en ben gecharmeerd door het dorpje met zijn mooie marktplaats waar locals al hun koffietje of aperitiefje drinken in het zonnetje. Vriendelijke mensen.
Er is geen haast bij voor mij, de coureurs rijden toch verkeerd. Rond 13 u komen ze er door, van achter mijn rug, hoewel ik ze voor mij verwacht. Dat is graag verloren rijden zeker? We polsen eens bij de plaatselijke bevolking naar het vervolg van de weg. De waardin kent helaas niet het verschil tussen rechts en links en de plaatselijke gemeentelijke hulpverlener wegwijzer brengt ons in de war door twee possibiliteiten uit te leggen en dit steeds in andere volgorde. Tja, ze hebben een kaart en ze hebben het routeboekje, dat moet lukken.
Het moet gezegd, er zit nog poer in de mannenploeg als ik ze tegemoet fiets, ze zetten zich schrap en lossen mijn wiel niet. (Ik rijd elektrisch, krijg wat kilowatt kado van mijn fiets). Bergop, bergaf, ik krijg ze niet afgeschud.
We logeren in een huis met de mooie naam, entre brousse et garrigue, in Viols le Fort, weerom een mooi dorpje. We merken aan onze gastvrouw waar de naam van het huis vandaan komt, de 'brousse' zit in haar genen, ze moet van Afrika afkomstig zijn, Mali, zegt Johan. Hoe hij dat weet, dat weet ik niet.
Er wordt spaghetti gemaakt met merguezworstjes, de slager heeft me goed voorzien, ik vroeg 500 g, hij smeet 800 g op de weegschaal, un peu plus, c'est bon ? We kunnen nog buiten eten, de avond nestelt zich zachtjes op het terras. Johan vindt keramiek in de kast, volgens hem zijn het kopjes, Geert vindt zulke kopjes maar niks. Het is nochtans handwerk, gebakken in een houtoven, waardering voor de ambachtsman, asjeblief. Michel heeft heel zijn inboedel gewassen, met de hand, in een kuip, propere mens. En ik boek de laatste twee nachten, zondag zijn we in Ansignan, aangekomen!
Vroeg kruipen we in ons bedje, elke avond een beetje vroeger. De buitenlucht, de inspanning, het lekker eten.....
|