Inhoud blog
  • Inpakdag
  • een laatste keer de bergen in
  • torre del mar
  • dry rafting
  • apentoerentocht
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek
  • Goedemiddag
  • OOk nog de Beste wensen voor 2024
  • Hallo
  • Een goede midweek middag en avond
  • Goedemorgen

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    de hort op

    14-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.14 april halve rit naar Morella

    Het ontbijt in hotel Tastavins is pover.  We hebben hier ook gisteravond gegeten en het bekommert ons dat we zo weinig groenten krijgen, maar zo erg als gisteren, dat hadden we nog niet gehad. Veel vlees (jamón), het is hier trouwens een streek van varkenskwekerijen, brood, en twee stukken heek (vis, lijkt wat op kabeljauw) met een saus en een enkel plukje rauwe selder om het gerecht wat kleur te geven. Geen sla, geen tomaatje, zelfs geen witte bonen.  Groenten zijn in Spanje duidelijk niet het hoofdbestanddeel van een maaltijd.

    De man van het hotel doet me wat denken aan een van de daltonbroers maar dan met een iets mindere kin en hij komt als het ware telkens uit het niets te voorschijn.  Hij springt tevoorschijn van achter zijn toog, staat plots achter ons vanuit de keuken, komt de trap af als wij hem oplopen.  Vriendelijk, dat wel, maar springerig en verschietachtig in al zijn zigzagbewegingen.  Voor alle zekerheid heb ik gisteravond onder het bed gekeken of hij daar niet onder zat.  Gelukkig, neen dus.

    Het ontbijt kan ons dus niet sterken voor de rit.  Bovendien is het zondag en zijn al de winkels dicht. We hebben nog wel wat brood en fruit en koeken en nemen ons voor in het eerste dorpje Herbés te eten. Peñarroya de Tastavins ligt in een lieflijk golvend landschap, maar we zijn het dorpje nog niet uit of alles verandert.  We fietsen door een kloof, rotsig, droog en bezaaid met dennenbomen.  Het klimt geleidelijk en we kunnen goed doortrappen.  Terwijl we op een bank zitten te eten komt een koppel (ongeveer onze leeftijd) van de tegenovergestelde kant aangereden.  Ze stoppen onmiddellijk en we doen een praatje.  Het zijn Duitsers, ze zijn vertrokken in Malaga en rijden via Frankrijk en Italië terug naar Duitsland.  'Waw', zeg ik en mijn mond valt open. En waar is dan wel hun bagage ? Die hebben ze mee : ieder twee keurige, waterdichte fietszakken. Meer niet. De vrouw kijkt lachend naar onze kar en zegt :'jullie hebben een heel huis mee'.  Ja, dat vind ik ook. 'En hebben jullie dan geen boeken mee?' vragen we ons af.  Niet dat wij in onze boeken lezen, maar het geeft een goed gevoel te weten dat het kan, een boek lezen (voor mij een dun boek, voor Geert een dik). Zij lezen ook, op een e-reader, en we krijgen een gratis demonstratie van het lichtgewicht ding vol opgeladen boeken.  Ik denk dat ze ons een tikje potsierlijk vinden met ons hele hebben en houden, het zij zo. Wij doen het onze, zij doen het hunne. En haastig vertrekken ze ook weer, ze doen 100 kilometer per dag.

    Wij doen vandaag 30 kilometer en het is een testrit, want ik wil weten of ik een col van 9% op kan. Want die staat ons nu te wachten. De totale klim duurt 12 kilometer, het stuk van 9% is 5 kilometer lang.  De top ligt op 1259 m met de kordate naam Port de Torre Miró. Ik vraag met aandrang aan Geert om achter mij te blijven, want als het niet lukt kan ik fiets en kar ook niet omhoog duwen.  Hij is braaf en belooft het met een plechtige smile. Door de beschrijving van Benjaminse al verschillende keren te lezen, weet ik perfect waar het steile stuk begint (maar eigenlijk niet zo goed waar het eindigt, blijkt achteraf). Een lang stuk tussen de bomen, met haarspeldbochten. Mijns inziens is een stijgende baan het meest steil in de bocht.  Dus probeer ik van bocht naar bocht te rijden.  Algauw zit ik op mijn kleinste versnelling.  Maar, en dat is tot mijn grote vreugde, ik kan die wel blijven trappen, al is het hijgend en puffend.  Het hoeft niet allemaal in één keer, de tijd van prestige en prestatie is voorbij, halverwege de col stop ik even om te rusten. Niet zo gemakkelijk met een zware fiets en kar aan de hand. Maar ik heb als kind al vroeg geleerd dat een steen achter de wielen leggen een prima rem is. Geert komt er ook aan gedarteld, nog een koekje en een slok 'geprepareerd' water en we vertrekken terug.  En het lukt, we komen boven.  Denken we.  'Toch vreemd dat de top niet aangeduid staat' oppert Geert nog. Tja, de Spanjaarden zijn niet altijd even secuur, denk ik dan. Maar na een stukje dalen gaat het plots terug omhoog.  Steil. Dat herhaalt zich twee keer en batterij en fietser kunnen hun vreugde niet op als dat klimmen eindelijk stopt. Daar, boven op de col, staat het bewijs : Port de Torre Miró.  En ook een heleboel windmolens.  De wind is nooit weg hier in dit gebied, maar boven geeft hij extra van jetje. We kunnen heeeel ver kijken hier. Mooi, ruig, weinig fris groen, plukken dennenbos, rotsen, keien...en koeien.  Daar zijn de eerste koeien. Lijken ze op die van het gevarenbordje ? Hmmm, ik vind van niet. Dit zijn mooie koeien, sommige pikzwart, andere roodbruin.  Ze kijken naar ons alsof ze hun leesbril vergeten zijn. En lummelen dan wat verder.

    Er wacht ons nog de afdaling naar het stokoude stadje Morella, imposant tegen de bergwand oprijzend. We zoeken de grote stadspoort en ons hotel. Rey Don Jaíme, zo heet het.  Het ligt in het oude stadscentrum, we krijgen een grote comfortabele kamer en onze fietsen mogen rusten in de bagageruimte.  Morgen is het voor alles en iedereen een ganse dag rust. Voor mij meer dan welkom.

    En Geert ?  Die is gelukkig dat we maar een halve dag moesten fietsen, want hij kan de laatste 100 kilometers van Parijs-Roubaix volgen op de Spaanse Televisie.   En ziet zo de sterke Gilbert winnen. Tja, de Spanjaarden hadden wel een zekere Garcia, maar die is verslonden door het peloton. Het deert hen niet, morgen is het weer feest. Dat maken ze er wel van.

    14-04-2019 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    13-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13 april zonovergoten rit naar Peñarroya de Tastavins

    Eva is onze gastvrouw, het is een stevige vrouw, niet in bouw, maar in spirit, en ze schotelt ons een evenzeer stevig ontbijt voor.  'Kennen we pan con tomate', vraagt ze zich af. Als ze ziet dat we twijfelen, toont ze ons deze typische boterham van de streek.  Een getoaste snede en daar wrijf je op met een teentje knoflook, daarna neem je een halve tomaat en roetsj je die heen en weer over de boterham tot je nog een vel met wat pulp in je handen hebt, daarop goed wat olijfolie en zout, en dan beleg (kaas of ham of salami of sneetjes bloedworst).  Het is werkelijk lekker en eigenlijk hadden we dat al gegeten, maar zonder er veel vragen rond te stellen. 

    Ik toon haar ook nog een klein vruchtje dat ik geplukt heb langs de weg en vraag wat het is, want ik kan het niet thuisbrengen.  Melocotón, zegt ze vastberaden.  Perzik dus.  Moet nog veel groeien, net zoals haar zoontje van zes. Het jongetje kan nu naar hartelust spelen want de vakantie is ingezet, volgende week is het de semana santa (goede week).

    Vanuit het Middeleeuwse dorpje dalen we af naar de Via Verde en nu kennen we de goede richting.  Nog één zwarte tunnel en dan wordt het landschap meer open, het lijkt wat op de Vogezen.  Aan het stationnetje van Valderrobres moeten we de Via Verde verlaten.  Eigenlijk spijt het me niet echt, deze fietsweg was wel verkeersvrij en had prachtige zichten, maar de weg was niet te best en de tunnels waren koud en zwart. We komen terug op de asfaltweg en daar loopt het weer even mis.  Deze keer ligt het niet aan ons, maar aan de beschrijving in het boekje : als daar staat dat we naar links moeten, dan doen we dat.  Het kost ons een ommetje van 3 kilometers en een nijdig klimmetje.  Maar niet getreurd, daar is Valderrobres al, het pittoreske stokoude stadje, dat veel plaatselijke toeristen lokt.  Het is er druk, de terrasjes zitten vol. Geert koopt wat fruit, we gaan picknicken buiten de stad. 

    Bij het buitenrijden zien we Spanje op zijn lelijkst.  Langs de kant van de weg, in de berm liggen massa's zwerfvuil.  Plastiek en plastiek en plastiek en dat ligt allemaal tussen de bloeiende papavers.  Wat een triestig zicht. Ik word er zowaar droevig van. Deze mooie streek zo verprutsen door nonchalance en 'je m'en foutisme. Shame on you, Spanjaarden.  De Tempeliers moesten jullie een prik van hun zwaard geven. We sliepen vorige nacht in een kamer die 'de Tempelier' heette, vandaar de gedachtesprong. De kruisvaarten lijken hier nog niet vergeten.

    Vanaf nu komen we regelmatig verkeersborden tegen dat we moeten oppassen voor overlopende koeien.  Dat is vreemd want ik heb nog geen enkele koe gezien. Grappig is dat de tekenaar van de koeien wellicht een blauwe maandag had toen hij de tekening maakte want de koe is eerder een grote hond, met uier.  Telkens opnieuw kom ik de koehond tegen, maar noch hond, noch koe laten zich zien. Wie wel plots tevoorschijn komt, dat is de Tastavins, de rivier waar het dorp dat we bezoeken naar genoemd is : Peñarroya de Tastavins.  Geen kat weet wat het wil zeggen, maar het klinkt hemels.  De Tastavins was breed, dat zien we aan de brug, maar is nu herleid tot een bedding vol keien en hier en daar een plas.  Zo droog is het hier. Overal in het zuiden komen we dat tegen, uitgedroogde rivieren, snakkend naar een gulpje regen. Voor ons hoeft het niet te regenen, liever niet zelfs, maar kabbelende rivieren met kletsende keien en zwiepende visjes zijn toch lieflijker dan deze armzalige, droefgeestige droge geulen.  Ik voel met ze mee, die arme rivieren, weemoedig mijmerend aan hun woeste waterkracht.

    Het hotel ontvangt ons met open armen, we kunnen onze fietsen stallen in hun broodwinkel en zelf stallen we ons in het dubbel bed, oogjes toe, dutten maar.  Want ik voel dat ik moe ben.  Dag na dag fietsen over een gekreukt tafellaken, het is niet niks. 

    13-04-2019 om 21:17 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    12-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.12 april de via verde in de verkeerde richting

    Mora d'Ebre is al goed ontwaakt wanneer we op onze bicicletas stappen. Geert heeft gisteren nog twee appelsienen gekocht bij een Tunisien, ze zagen er niet uit. Onverkoopbaar zou je denken, maar wat een lekkere sappige vruchten.

    We moeten een beetje temperen, want dinsdag ontmoeten we Pieter en Mathieu in Cantavieja. Zij hebben een wandelvakantie geboekt. Vandaag een kort ritje dus van 45 kilometer. De bermen blozen en bloeien in de wind, het is een plezier om naar te kijken. Geen kleur op kleur borders maar een bonte mengeling van alle kleuren. De kleine lila akkerwinde (of aanverwant) met haar ontvankelijke frele bloemkelk staat er nu ook tussen. Een droom van natuurlijke tuin.

    We passeren Miravet en El Pinell de brai en enkele kilometers verder kunnen we de Via Verde op die via tunnels en viaducten als een rups dwars door de bergen voert. Voorwaar een grote kreuk die we zo vermijden. Dat wordt leuk rijden, nergens steiler dan 3%, volledig autovrij. Tot 1973 reden hier treinen.

    Het is wel wennen om door een tunnel te rijden. Aardedonker is het daarbinnen en de langste is 700m. Als het meevalt springen er lichtjes aan bij het binnenrijden. Zij werken op zonne-energie. Maar als het niet meevalt, valt het wat tegen. Geert heeft een soort pillichtje, ik heb het licht van mijn fiets, maar toch, we voelen ons in blinde staat van verwarring en moeten regelmatig stoppen om terug vertrouwen te winnen. Was ik een Spaanse kwajongen, ik schepte een berg zand in zo een tunnelgat, liefst op de donkerste plek.

    Het stijgen gaat vreemd goed vooruit en we zien de Ebro breed grijnzend terug opduiken. Maar...rijden we niet stroomafwaarts ? Als dat zo is dan klimmen we niet, maar dalen we. Dit betekent dat we in de verkeerde richting rijden, niet als een worm door de bergen maar naar de Middellandse Zee toe. Wat een flater, nonkel pater!

    Er zit niets anders op dan onze kar letterlijk te keren en de tien kilometers die zo vlotjes onder het wiel gingen terug af te malen. En wat met de batterij? De fietslampen hebben allicht ook verbruikt in de tunnels, dus vanaf nu : licht uit, besparen op de batterij, tunnels of niet. Dat wordt ploeteren, pierewieren in de tunnels, roepen, stoppen, zwalpen.  Het is mooi, we zouden het nog vergeten.  Natuur op zijn ruwst, rotsen als dikke burgemeesters boven alles uit lonkend, diepe riviertjes, paadjes, garrigue. Maar het is vooral de batterij die ons bezig houdt.  We schatten en tellen, het kan niet anders dan dat we tekort gaan komen.  Inderdaad, 2.5km voor de eindstreep val ik plat. En het dorpje waar we logeren ligt -prachtig!- te blinken tientallen meters boven ons.  Geert trapt zich te pletter op de allerkleinste versnelling en ik stap te voet.  Dit hebben we aan onszelf te danken.  Moesten we maar beter uitkijken.

    Terloops vraag ik me nog af : moest hij dit op voorhand geweten hebben, zou hij dan ook een dik boek dat Congo heet in de kar gestoken hebben ? Waar hij bovendien nog geen letter van gelezen heeft ?  Zou hij ? En zou hij ook drie paar schoenen meegenomen hebben ? En al dat fietsgerief waar hij niet mee kan werken ? Een zware fietspomp ? Voorraden water ? Fruit voor drie dagen ? Zou hij echt ?

    12-04-2019 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    11-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11 april op weg naar de Ebro via la Serra de Montsant

    We eten al het toastbrood op met verschillende mermelada's (waaronder eentje van citroen met amandelen, dat is lekker !) en krijgen een flinke kan koffie van Martha, de hotelbazin.  Ze is onder de indruk van onze eetlust en van de spieren van Geert. Ze zet zich herhaaldelijk in bodybuilderspositie om dat te tonen.  Ik denk dat ze op zoek is naar een sterke man die haar rolluiken kan herstellen.   Voorlopig gaat de rolluik van onze kamer alleen hemelwaarts als je aan een groen touw trekt en dat touw dan vastmaakt aan de knop van de verwarming.  Erg vinden we dat niet, het maakt de kamer heel origineel. We vragen haar of er in deze streek werk is voor de mensen. 'Wie wil werken, kan werken', zegt ze kordaat, 'de Spanjaarden willen alleen maar feesten, ze vragen zich alle dagen af wanneer het volgende feest zal zijn. En als ze niet werken krijgen ze 'subsidio' en dan liggen ze de hele dag op hun luie krent.' Ho, dat is duidelijk, dit is een werkmier, una mujer del mundo de business.  Ik denk dat ze voor Bart zou stemmen, moest ze de kans krijgen.

    In de garage, waar onze fietsen staan, liggen twee reusachtige zakken met caracollen.  Het verwondert me, maar later op de dag zie ik dat Ulldemolins helemaal niet ver van de zee ligt.  Vandaar ook de plaatselijke lekkernij van gisteravond : omelet met spinazie en witte bonen, overgoten met kreeftsaus (wat waarschijnlijk caracollenkreeften waren). De zon schijnt, de lucht is blauw, de wind is strak en wij vertrekken  blijgezind.  Geen verkeer in de vallei van de stilte en op de bergflank ook niet.  We rijden door het Parc Nacional de la Serra de Montsant en dat is prachtig.  Hoe hoger we klimmen hoe mooier het zicht wordt.  Grote rotsbollen (afgevlakt door wind en regen) wisselen af met de typische begroeiing, die we garrigue noemen. Weinig bloemen, we zitten nog te hoog, maar straks, als we zullen afdalen komen we in grote getale alle kleuren van veldbloemen tegen : weerom de hoogrode klaprozen, de gretige gele paardebloemen, komkommerkruid, bloeiende thijm, een bloemetje, ik ken het niet, met buitengewoon mooi vermiljoen rode aren, een variant van bleekgele trosanjers in de knop, euphorbia met zijn groengele giftige bloem.  En warempel ook seringen, die gulle geurkaarsen.

    In de lucht hangen lammergieren.  Dat zegt Geert, maar ik kan niet verzekeren dat de verbindingen in zijn hoofd juist zitten, dus het kunnen even goed bergduiven zijn. Toch zou ik niet graag een 'conejo' zijn in deze streek met die grote vogels boven mijn hoofd. Als de wind waait dan zijn er ook windmolens.  In Frankrijk werd er druk geprotesteerd tegen 'les éoliennes', we zagen het aan de vele spandoeken.  'Het zijn de nimby's', zegt Geert.  Ik kijk eens schuin naar hem. Twee jaar geleden begon hij ook plots over de 'chicks' te spreken toen hij de motovrouwen in schaars gekleed leder zag voorbijrijden.  En wat zijn dan wel nimby's ?? Het antwoord moet van hem komen, het zijn de mensen die wel akkoord gaan met alternatieve energie, maar not in my backyard. Nimby dus.  De Spanjaarden trekken zich niet aan wat er in hun achtertuin terecht komt, als het maar alle dagen feest is.

    We picknicken in La Bisbal de Falset (wie bedenkt toch al die mooie namen ?). Dat is een goed idee want we hebben nog een klim te goed. De wind balsemt en slaat, door het vele bochtenwerk duwt hij soms hulpvaardig in de rug, maar achter de volgende bocht geselt hij weer met volle kracht tegendraads. Maar het is hier zo mooi dat het al dat klimwerk waard is. La Figuera ligt aan de top en dan wordt het weer afdalen, via El Molar tot aan Mora d'Ebre waar onze hostal ligt. De Ebro ligt breed en lui te blinken in de zon. Zwaluwen schieten over het water, op zoek naar insecten.

    We logeren boven een winkeltje met verse groenten en fruit, gerund door een rijzige, grijze dame, die ons een plaatsje wijst waar we morgen brakfeest krijgen. Daar moet ze zelf mee lachen, laten we het liever desayuno heten.  Haar compagnon de vie is sinds zijn vroege jeugd in een S beginnen groeien en heeft zodoende nooit grote hoogten bereikt.  Maar hij loopt over van vriendelijke behulpzaamheid.  Mensen naar mijn hart. Geert is ondertussen inkopen gaan doen en komt verrukt terug : een ganse zak eten voor minder dan zeven euro. Dat wordt feest in de portemonnee.

    11-04-2019 om 18:48 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    10-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10 april Ulldemolins

    Het bed waarin we mogen slapen is smal, ze zouden zulke bedden verplicht (by law) moeten uitrusten met veiligheidsgordels, want voor je het weet lig je op de bedmat.  Vermoeide lichamen draaien en keren, als het ene draait veert het andere op en vice versa.  Maar een droomvolle slaap haalt het uiteindelijk op de nerveuze vermoeidheid. Ik kom Herman Brusselmans tegen in mijn droom. Hij is onze buurman in ons kleiner rijhuis in Melle en staat zonder pardon een put te graven in onze tuin.  'Wat staat gij hier te doen ?' vraag ik hem.  'Ik zoek Tania', zegt hij, 'mijn ex-schildpad'. 'Trouwens', vervolgt hij, 'kent gij mij niet ?' 'Jazeker ken ik u', zeg ik hem, 'gij zijt de vettige schrijver van Gent en uw vader is de vettige veehouder met de grote ecologische voetafdruk'.  'Juist', zegt hij verwonderd. 'Kent gij mij niet ?', vraag ik hem. 'Euch, niet zo direct', antwoordt hij, 'maar gij ziet er een lekkere ouwe trezebees uit.' 'Ik een lekkere ouwe trezebees ? Dan hebt ge mijn esposo nog niet gezien, dat is pas een lekkere ouwe trezebees'.  Daar heeft hij niet van terug! 'Ik doe niet in mannen', frazelt hij, 'en dank u voor uwwwwaandacht !' En hij maakt zich vlug uit de voeten.  U moet weten, hij kan zich zeer vlug uit de voeten maken, op indrukwekkende wijze met zijn lange benen en zijn wapperende manen.  Dat spijt me wel, want ik vond het net een interessante conversatie.

    Het brengt me terug tot de realiteit, smal bed in l'Esplugia de Francoli.  Wat een prachtige naam toch. Wat een troef als je zoiets op je curriculum kunt zetten. Het is ook een gezellig stadje met gezellige mensen. Maar we trekken weer verder, zij het wat gemoedelijker dan gisteren.  We hoeven ons niet te reppen.  Er staan 30 kilometertjes op het programma en we plannen aan te komen net na de middag in Ulldemolins.

    Een boogscheut buiten l'Esplugia de Francoli bevindt zich het klooster van Poblet.  Een indrukwekkende monasterio die al duizend jaar oud is en werelderfgoed.  En rond het klooster : wijngaarden.  De twee in harmonie met elkaar, de paters moeten al eens een wijntje kunnen drinken.  We rijden even de toegangspoort binnen en bewonderen de monumentale voorgevel.  Hoeveel jaren heeft het geduurd om dit hier allemaal neer te poten ? Hoeveel mensenhanden hebben hier gewerkt, geslaafd ?  We weten het niet en er zijn geen paters te zien, we kunnen het dus ook niet vragen.

    Het is een zonnige dag, maar fris.  Gelukkig heb ik mijn roze windjackje dat eigenlijk een regenjackje moest zijn, voor vandaag is het een heel welkom jasje. Onze gastvrouw heeft ons op het hart gedrukt dat we zeker langs Vimbodin en Vallclara moeten rijden, dat is minder lastig dan de weg langs Prades.  Dankjewel, Christina, voor de tip, want langs hier is het al lastig genoeg.  Geert heeft een mindere dag en beweert dat deze klim naar Vilanova de Prades de lastigste is die hij al gedaan heeft sinds het begin van onze reis. Nochtans staat hij getekend aan 5 %.  Maar hij valt me ook zwaar, een kleine rustpauze is meer dan welkom. De natuur maakt het zwoegen meer dan goed.  We zitten in een glooiend berglandschap, veel pijnbomen, veel brem, veel rode rotsen.  Weinig opbrengst voor de mens hier. Waar het mogelijk is zijn wat olijfgaarden en amandelbomen geplant.

    Eens we boven zijn en mogen afdalen (koud ! leve het windjackje), zien we Ulldemolins als een grote blokkendoos, sepiagekleurd, eenzaam tegen de flank liggen. Het is de vallei van de stilte en dat willen we goed geloven. Hier vind je rust of word je gek.

    De kamer is eenvoudig, maar netjes en we kunnen 's avonds eten in ons hotel Fonda Toldra. Een kort dutje zal ons nu deugd doen. Later op de middag doen we een wandelingetje door het dorpje. Het blijkt op de route van de Cami de Santiago te liggen, een pleisterplaats voor de pelgrims.  Die zijn er nu niet, wij zijn de enige vreemde eenden in de bijt in dit rustige dorpje vol steegjes en bloemetjes. Een piepklein winkeltje wordt opengehouden door een stokoude man.  Daar gaan we morgen onze voorraad clementijntjes en bananen opslaan.  Als hij morgen nog leeft, want hij schrikt zich een bult als wij zo brutaal door zijn venstertje komen gapen naar het assortiment kruidenierswaren. Een bakker hebben we ook ontdekt en zelfs een kapper en een apotheker. Goed van Ulldemolins, laat het asjeblief nog wat voortbestaan.  Aan de spelende kinderen te horen lukt dat nog even.

    Morgen rijden we naar de vallei van de Ebro, via een kleine en een grote kreukel.  Het worden 60 kilometers en we zullen welgeteld 5 dorpjes tegenkomen.

    10-04-2019 om 21:45 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    09-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 april twee kreukels op en af

    We krijgen ontbijt in een cafeetje om de hoek. Het heet Casa de pernils en de jongen van gisteren die zijn veredelde kast als garage probeerde te verkopen heeft me gezegd dat pernils het Catalaans is voor jam. Ik kies toast met kaas, Geert toast met pernils. We kunnen onderling dan nog een beetje wisselen.  De toast met kaas is dik in orde, die met jam is een toast met ham. De verwilderde blik van Geert op de ochtendham valt op en de dame wil weten wat er mis is.  Ja, die pernils heb ik niet goed begrepen en of we asjeblief een andere toast kunnen krijgen.  Maar nu nog uitleggen wat er op die toast moet, ik probeer met dulce, maar gekookte ham is ook dulce.  Frutas dan ? Ha, daar ziet ze wel wat in, zou dat mermelada kunnen zijn ?  We knikken enthousiast, dat is het.


    Het Spaans is al niet gemakkelijk, maar dat Catalaans, dat slaat nergens op.  Pernils = jamón. Café amb llet = café con leche. Dat gaan we alvast onthouden.  Iedereen spreekt Catalaans, iedereen schrijft Catalaans, menukaarten zijn in het Catalaans.  Maar, er is ook veel goede wil om zich verstaanbaar te maken en om uitleg te geven, al moet het met handen en voeten.


    Als we Manresa verlaten zien we maar eerst hoe prachtig de kathedraal is.  Ze staat te blinken boven de stadsmuren als een eeuwenoude wachter. Altijd goed om ook eens achterom te kijken.  Maar vooruit is het ook opletten, we mogen niet de drukke hoofdweg naar Igualada nemen, maar de oude baan die zich als een kronkelende slang rond de hoofdweg slingert.  Dat betekenen extra kilometers, maar ze zijn het zeker waard.  Was het gisteren druk op de baan, vandaag hebben we het rijk voor ons alleen. Het is klimmen, en soms een beetje dalen, we moeten de eerste kreuk van het tafellaken (dat Spanje is) omhoog. De streek is rijk aan pijnbomen (waar vinden we de pitten ?), brem en er zijn ook weilanden in hun frisgroene jas, hier wordt geboerd.  Maar wie staat er in de wei ?  Sinds we in Spanje zijn heb ik nog geen enkele koe gezien. Ook geen geit.  Hoogstens een enkel paard. Staan ze nog op stal, de beesten ?


    In Igualada kruisen we per toeval een veggie restaurant en bestellen een menu. Eenvoudig lekker en, hoera, ik eet sinds lang nog eens een soepje van prei. De batterij wordt voor de eerste keer bijgeladen.  Want, er komt nog een kreuk, een reuzekreuk en die moeten we ook over.  Onmiddellijk na het verlaten van de stad begint het al en we weten dat het zestien kilometer zal duren, zij het niet altijd even steil.  Toch is er een stuk van 7% bij, gedurende vijf kilometer.  Als ik moet klimmen reken ik niet in kilometers, dat is onbegonnen werk, een kilometer gaat niks vooruit.  Heel mijn focus ligt op de teller aan het stuur die per 100 m verspringt. Honderd meter kan heel lang duren. In mijn kop wordt voortdurend gerekend. Hoeveel heb ik al gedaan ten opzichte van het totaal ?  Hoeveel heb ik al gedaan van de volgende kilometer ? 300 m is  een derde van de volgende kilometer, 500 m de helft, haaa, en 800 m, dat is bijna 900 m en daar kan ik het plakkaatje van de volgende kilometer al zien.  Ken ik een betere vorm van meditatie ?  Neen, het is perfect voor het hoofd. Mijn batterij kan ook goed tellen en slinkt per drie à vier kilometer een blokje.  Ik heb er maar 10, van die blokjes, maar zuiniger rijden lukt hier niet.


    Het mooie aan de kreuk is dat je er ook weer af moet. Hier duurt dat nog even want we zitten op een plateau.  Iets als de Condroz bij ons, maar dan dubbel zo hoog.  We stoppen in Santa Coloma de Queralt, zowaar bij café la Esterella en laden de batterij terug op.  Het is een beetje een vreemd etablissement, een soort Poverello op zijn Spaans.  Achterin zijn de ouderen van het dorp aan het kaarten, een mannenaangelegenheid alweer. De vreemdsoortige kachel brandt uitbundig, oude mensen hebben vlug koud. In het midden van de doening is een restaurant, het heeft wat weg van een sociaal restaurant. En vooraan is het café, met een biljart en een aparte hoek voor de kindjes. Volk loopt in en uit. Sjofel volk. Er wordt niet veel gelachen, er wordt vooral gezeten en gewacht. En gedronken. De cafébaas is een vriendelijke man en lijkt me even te gaan omhelzen als ik hem een royale fooi geef voor het gebruik van de electriciteit.


    We moeten vandaag nog tot in Montblanc, een  Middeleeuws stadje. Daartegen geplakt ligt l'Esplugia de Francoli, het dorpje waar ons logies is.  De batterij is ver uitgezongen en ik, eigenwijs, rijd het stadje via het ezelsbruggetje binnen. Dat is klimmen geblazen, over oude kasseien, en een maat voor niks. Daar moeten we helemaal niet zijn. Wat moest gebeuren, gebeurt,  de batterij valt plat. Geert, toch een kwak sterker dan ik, neemt mijn fiets en ik probeer me op zijn koersfiets recht te houden. Het laatste stukje laat zich raden : klimmen.  Geert zet zich te dansen op de pedalen, google maps zegt nog 650 meter.  En ik houd het voor bekeken, de laatste meters ga ik te voet.  We hebben 85 kilometer gefietst, meer dan genoeg is dat. Point final voor vandaag.  Of zoals de Catalanen zeggen : biscaledas.  Wat ze ook overal op de muren schrijven : puta España. Boos volk.

    09-04-2019 om 22:24 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    08-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maandag 8 april Manresa, het hart van Cataloni�

    De elektrodes in het hoofd van Geert zijn ondertussen terug in topverbinding, want hij herinnert zich opeens de havik van een paar dagen geleden als een valk, en de doodgereden marter die in de berm lag als een das.  Mij blijft het gelijk, al heb ik toch geen streep op de dassenkop gezien. Maar het was in elk geval een groot bruin beest en het was morsdood.


    Vanuit het hotel in Seva hebben we bij het vertrek een prachtig zicht op de besneeuwde Pyreneeën. Best dat we daar niet naar toe moeten, het lijkt wel een wintersportvakantie. We dalen af naar Tona en dan volgt weer een 'meedogenloze klim' (aldus het boekje van Benjaminse). We kunnen het beamen, maar het duurt niet zo heel lang. Een krasse Catalaan, niet te jong meer, steekt ons voorbij en steekt zijn duim op.  'Biscaledas', roept hij ons toe.  Sisi, biscaledas, antwoorden we, al hebben we geen idee wat het betekent.  Als het een roep om een bisnummer is, neen, dat doen we niet. De top ligt op 917m, we zijn opgewarmd. 


    Vanaf nu volgt er een afdaling die veertig kilometer gaat duren, via Moia, Calders en zo verder naar Manresa.  Vóór Moia zie ik een wegwijzer naar Torre de Casanova, rechtsaf.  Daar wil ik wel eens gaan kijken, maar de andere Casanova, die voor mij rijdt, heeft er absoluut geen boodschap aan. Als ik het later opzoek vind ik dat de vrouwenversierder Casanova geen Spanjaard maar een Italiaan was, geboren in Venetië.  Dit exemplaar was een minder frivole versie, maar werd wel geboren in Moia, waar er nog een museum over hem bestaat.


    De lange afdaling kan ons niet bekoren, de baan is recht en druk. Camions, bestelwagens, auto's, dat vliegt hier rond alsof er nergens anders plaats is om te rijden. En als we Manresa naderen wordt het nog erger.  Dit is niet leuk rijden. Van de slag vergeet Geert zijn helm in een bushokje en ik mag in geen geval er terug om rijden.  Te gevaarlijk, oordeelt hij, laat liggen, die handel.


    En dus zullen we op zoek moeten naar een fietsenwinkel om een nieuwe helm te kopen.  Gelukkig logeren we in het oude stadsgedeelte waar het veel rustiger is, veel getrapte straatjes, steegjes eigenlijk. Een vriendelijke tandeloze man heeft ons naar ons appartement geloodst, we zouden het moeilijk alleen gevonden hebben. Hij vertelt honderduit, dat hij nog in België gewerkt heeft, Brussel, Luik en zelfs in Gent.  Het valt ons telkens op hoe behulpzaam en vriendelijk de Spaanse mensen zijn.


    De receptionist heeft nog een verrassing in petto.  Hij heeft bevestigd via mail dat onze fietsen onderdak zullen hebben. Dat onderdak blijkt een piepkleine berging te zijn waar geen van onze fietsen in kan en ook de kar niet. Geen probleem, zegt hij, ik geef jullie een groter appartement en fietsen en kar kunnen daar ook staan. Het is op de derde verdieping.  Kar kan net in de lift. Oef. Koersfiets kan in de lift als ik hem op zijn achterste zet.  Oef. Mijn fiets kan nergens in. Niet in de kastgrote berging, niet in de lift. We riskeren het dan maar om hem achter een hoekje, binnen, op slot te zetten. Geert koopt een nieuwe helm in de plaatselijke fietsenwinkel (wat is google toch een mooie uitvinding) en als we zien dat de verkoper ook herstellingen doet, laten we hem ineens een nieuwe achterband leggen op mijn fiets, want die is 'klets'. Wij vragen, de Catalanen draaien.  Het lijken onze beste vrienden wel. 


    We gaan nog even uit eten in een Italiaans restaurant, negen uur is het ondertussen al.  Niet zo veel gefietst vandaag, maar des te meer gestapt.  Als ik het grosso modo uitreken, kom ik toch aan 8 stapkilometers.  Dat kan al tellen, niet ?


    Morgen doen we een grote rit van meer dan 80 km. Dat wordt weer spannend.

    08-04-2019 om 23:10 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (2)


    Archief per week
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 08/05-14/05 2017

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!