Inhoud blog
  • Inpakdag
  • een laatste keer de bergen in
  • torre del mar
  • dry rafting
  • apentoerentocht
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek
  • Goedemiddag
  • OOk nog de Beste wensen voor 2024
  • Hallo
  • Een goede midweek middag en avond
  • Goedemorgen

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    de hort op

    09-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9 april twee kreukels op en af

    We krijgen ontbijt in een cafeetje om de hoek. Het heet Casa de pernils en de jongen van gisteren die zijn veredelde kast als garage probeerde te verkopen heeft me gezegd dat pernils het Catalaans is voor jam. Ik kies toast met kaas, Geert toast met pernils. We kunnen onderling dan nog een beetje wisselen.  De toast met kaas is dik in orde, die met jam is een toast met ham. De verwilderde blik van Geert op de ochtendham valt op en de dame wil weten wat er mis is.  Ja, die pernils heb ik niet goed begrepen en of we asjeblief een andere toast kunnen krijgen.  Maar nu nog uitleggen wat er op die toast moet, ik probeer met dulce, maar gekookte ham is ook dulce.  Frutas dan ? Ha, daar ziet ze wel wat in, zou dat mermelada kunnen zijn ?  We knikken enthousiast, dat is het.


    Het Spaans is al niet gemakkelijk, maar dat Catalaans, dat slaat nergens op.  Pernils = jamón. Café amb llet = café con leche. Dat gaan we alvast onthouden.  Iedereen spreekt Catalaans, iedereen schrijft Catalaans, menukaarten zijn in het Catalaans.  Maar, er is ook veel goede wil om zich verstaanbaar te maken en om uitleg te geven, al moet het met handen en voeten.


    Als we Manresa verlaten zien we maar eerst hoe prachtig de kathedraal is.  Ze staat te blinken boven de stadsmuren als een eeuwenoude wachter. Altijd goed om ook eens achterom te kijken.  Maar vooruit is het ook opletten, we mogen niet de drukke hoofdweg naar Igualada nemen, maar de oude baan die zich als een kronkelende slang rond de hoofdweg slingert.  Dat betekenen extra kilometers, maar ze zijn het zeker waard.  Was het gisteren druk op de baan, vandaag hebben we het rijk voor ons alleen. Het is klimmen, en soms een beetje dalen, we moeten de eerste kreuk van het tafellaken (dat Spanje is) omhoog. De streek is rijk aan pijnbomen (waar vinden we de pitten ?), brem en er zijn ook weilanden in hun frisgroene jas, hier wordt geboerd.  Maar wie staat er in de wei ?  Sinds we in Spanje zijn heb ik nog geen enkele koe gezien. Ook geen geit.  Hoogstens een enkel paard. Staan ze nog op stal, de beesten ?


    In Igualada kruisen we per toeval een veggie restaurant en bestellen een menu. Eenvoudig lekker en, hoera, ik eet sinds lang nog eens een soepje van prei. De batterij wordt voor de eerste keer bijgeladen.  Want, er komt nog een kreuk, een reuzekreuk en die moeten we ook over.  Onmiddellijk na het verlaten van de stad begint het al en we weten dat het zestien kilometer zal duren, zij het niet altijd even steil.  Toch is er een stuk van 7% bij, gedurende vijf kilometer.  Als ik moet klimmen reken ik niet in kilometers, dat is onbegonnen werk, een kilometer gaat niks vooruit.  Heel mijn focus ligt op de teller aan het stuur die per 100 m verspringt. Honderd meter kan heel lang duren. In mijn kop wordt voortdurend gerekend. Hoeveel heb ik al gedaan ten opzichte van het totaal ?  Hoeveel heb ik al gedaan van de volgende kilometer ? 300 m is  een derde van de volgende kilometer, 500 m de helft, haaa, en 800 m, dat is bijna 900 m en daar kan ik het plakkaatje van de volgende kilometer al zien.  Ken ik een betere vorm van meditatie ?  Neen, het is perfect voor het hoofd. Mijn batterij kan ook goed tellen en slinkt per drie à vier kilometer een blokje.  Ik heb er maar 10, van die blokjes, maar zuiniger rijden lukt hier niet.


    Het mooie aan de kreuk is dat je er ook weer af moet. Hier duurt dat nog even want we zitten op een plateau.  Iets als de Condroz bij ons, maar dan dubbel zo hoog.  We stoppen in Santa Coloma de Queralt, zowaar bij café la Esterella en laden de batterij terug op.  Het is een beetje een vreemd etablissement, een soort Poverello op zijn Spaans.  Achterin zijn de ouderen van het dorp aan het kaarten, een mannenaangelegenheid alweer. De vreemdsoortige kachel brandt uitbundig, oude mensen hebben vlug koud. In het midden van de doening is een restaurant, het heeft wat weg van een sociaal restaurant. En vooraan is het café, met een biljart en een aparte hoek voor de kindjes. Volk loopt in en uit. Sjofel volk. Er wordt niet veel gelachen, er wordt vooral gezeten en gewacht. En gedronken. De cafébaas is een vriendelijke man en lijkt me even te gaan omhelzen als ik hem een royale fooi geef voor het gebruik van de electriciteit.


    We moeten vandaag nog tot in Montblanc, een  Middeleeuws stadje. Daartegen geplakt ligt l'Esplugia de Francoli, het dorpje waar ons logies is.  De batterij is ver uitgezongen en ik, eigenwijs, rijd het stadje via het ezelsbruggetje binnen. Dat is klimmen geblazen, over oude kasseien, en een maat voor niks. Daar moeten we helemaal niet zijn. Wat moest gebeuren, gebeurt,  de batterij valt plat. Geert, toch een kwak sterker dan ik, neemt mijn fiets en ik probeer me op zijn koersfiets recht te houden. Het laatste stukje laat zich raden : klimmen.  Geert zet zich te dansen op de pedalen, google maps zegt nog 650 meter.  En ik houd het voor bekeken, de laatste meters ga ik te voet.  We hebben 85 kilometer gefietst, meer dan genoeg is dat. Point final voor vandaag.  Of zoals de Catalanen zeggen : biscaledas.  Wat ze ook overal op de muren schrijven : puta España. Boos volk.

    09-04-2019 om 22:24 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    08-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maandag 8 april Manresa, het hart van Cataloni�

    De elektrodes in het hoofd van Geert zijn ondertussen terug in topverbinding, want hij herinnert zich opeens de havik van een paar dagen geleden als een valk, en de doodgereden marter die in de berm lag als een das.  Mij blijft het gelijk, al heb ik toch geen streep op de dassenkop gezien. Maar het was in elk geval een groot bruin beest en het was morsdood.


    Vanuit het hotel in Seva hebben we bij het vertrek een prachtig zicht op de besneeuwde Pyreneeën. Best dat we daar niet naar toe moeten, het lijkt wel een wintersportvakantie. We dalen af naar Tona en dan volgt weer een 'meedogenloze klim' (aldus het boekje van Benjaminse). We kunnen het beamen, maar het duurt niet zo heel lang. Een krasse Catalaan, niet te jong meer, steekt ons voorbij en steekt zijn duim op.  'Biscaledas', roept hij ons toe.  Sisi, biscaledas, antwoorden we, al hebben we geen idee wat het betekent.  Als het een roep om een bisnummer is, neen, dat doen we niet. De top ligt op 917m, we zijn opgewarmd. 


    Vanaf nu volgt er een afdaling die veertig kilometer gaat duren, via Moia, Calders en zo verder naar Manresa.  Vóór Moia zie ik een wegwijzer naar Torre de Casanova, rechtsaf.  Daar wil ik wel eens gaan kijken, maar de andere Casanova, die voor mij rijdt, heeft er absoluut geen boodschap aan. Als ik het later opzoek vind ik dat de vrouwenversierder Casanova geen Spanjaard maar een Italiaan was, geboren in Venetië.  Dit exemplaar was een minder frivole versie, maar werd wel geboren in Moia, waar er nog een museum over hem bestaat.


    De lange afdaling kan ons niet bekoren, de baan is recht en druk. Camions, bestelwagens, auto's, dat vliegt hier rond alsof er nergens anders plaats is om te rijden. En als we Manresa naderen wordt het nog erger.  Dit is niet leuk rijden. Van de slag vergeet Geert zijn helm in een bushokje en ik mag in geen geval er terug om rijden.  Te gevaarlijk, oordeelt hij, laat liggen, die handel.


    En dus zullen we op zoek moeten naar een fietsenwinkel om een nieuwe helm te kopen.  Gelukkig logeren we in het oude stadsgedeelte waar het veel rustiger is, veel getrapte straatjes, steegjes eigenlijk. Een vriendelijke tandeloze man heeft ons naar ons appartement geloodst, we zouden het moeilijk alleen gevonden hebben. Hij vertelt honderduit, dat hij nog in België gewerkt heeft, Brussel, Luik en zelfs in Gent.  Het valt ons telkens op hoe behulpzaam en vriendelijk de Spaanse mensen zijn.


    De receptionist heeft nog een verrassing in petto.  Hij heeft bevestigd via mail dat onze fietsen onderdak zullen hebben. Dat onderdak blijkt een piepkleine berging te zijn waar geen van onze fietsen in kan en ook de kar niet. Geen probleem, zegt hij, ik geef jullie een groter appartement en fietsen en kar kunnen daar ook staan. Het is op de derde verdieping.  Kar kan net in de lift. Oef. Koersfiets kan in de lift als ik hem op zijn achterste zet.  Oef. Mijn fiets kan nergens in. Niet in de kastgrote berging, niet in de lift. We riskeren het dan maar om hem achter een hoekje, binnen, op slot te zetten. Geert koopt een nieuwe helm in de plaatselijke fietsenwinkel (wat is google toch een mooie uitvinding) en als we zien dat de verkoper ook herstellingen doet, laten we hem ineens een nieuwe achterband leggen op mijn fiets, want die is 'klets'. Wij vragen, de Catalanen draaien.  Het lijken onze beste vrienden wel. 


    We gaan nog even uit eten in een Italiaans restaurant, negen uur is het ondertussen al.  Niet zo veel gefietst vandaag, maar des te meer gestapt.  Als ik het grosso modo uitreken, kom ik toch aan 8 stapkilometers.  Dat kan al tellen, niet ?


    Morgen doen we een grote rit van meer dan 80 km. Dat wordt weer spannend.

    08-04-2019 om 23:10 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    07-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7 april fietsen in het hagelland

    Ik word wakker met koortsige dromen, me zorgen makend hoe we zonder problemen de klim naar duizend meter met mijn wankele batterij gaan opwankelen en dan ook nog dertig kilometer verder gaan geraken tot aan ons hotel. We kunnen een vrachtwagen doen stoppen en de kar met hem meegeven, maar zien we die dan ooit terug ? We kunnen ergens gaan bellen en vragen om de batterij op te laden, maar dat heeft tijd nodig. Geert kan alleen verder fietsen tot aan het hotel en daar de auto van het hotel vragen en mij en batterij komen oppikken. Fiets moet achterblijven. Zorgen die door mijn hoofd spoken, achteraf gezien voor niks nodig en compleet verkeerd geredeneerd, want er passeert ons geen enkele vrachtwagen, we komen geen huizen tegen en als we ze tegen komen is er ook een café, dus hoeven we niet aan huizen te gaan bellen én de madame van het hotel heeft wel een garage maar geen auto.

    Maar eerst gaan we al die muizenissen wegspoelen met een fiks ontbijt.  Afspraak om half negen in de ontbijtzaal waar niemand zit. Goed, we zijn de enige gasten. We wachten en maken alvast een koffie met het expresso-apparaat. Niemand brengt ontbijt.   We eten een banaantje en een kiwi.  Niemand komt. Het wordt negen uur.  Geen ontbijt.  Geert krijgt een Catalaanse boosheid over zich. Ik ga zelf naar de bakker, dit zijn geen manieren. De bakker woont hoekje om, vlug geklaard dus.   Geert komt terug in de ontbijtruimte, zonder brood, vreemd lachje om de mond.  Achter hem een donkere Priscilla, met een brood, zenuwachtig, sorry sorry zeggend. Het brood komt op tafel, we graaien er gretig naar. Kaas komt op tafel, harde kaas, blauwe kaas, gatenkaas.  Lekker, we snijden royaal aan. Vlees komt op tafel, rauwe ham, gekookte ham. Lekker, maar we hebben al zoveel kaas genomen. Worst komt op tafel. Lekker waarschijnlijk. Tomaten komen op tafel. Ook lekker. Croissants komen op tafel. Lekker, maar trop. Kleine koekjes komen op tafel. Lekker ja, eentje proeven kan geen kwaad. Yoghurt komt op tafel.  Kom, we delen een, want het is lekker! En willen we ook een fruitsapje ? Priscilla perst vers fruit. Heel lekker. We rollen de trap terug af en wurmen ons in onze koerstenue. Voorlopig wensen we liever geen eten meer.

    Het is zondag vandaag.  Girona wandelt en fietst, jogt, sprint, laat de hond(en) uit. Wat een drukte op de via verde (de groene fietsweg). Deze is prima aangelegd, onverhard, maar hier en daar kan er al eens een diepe put zijn en in die put een diepe plas. Terwijl ik lustig naar de keuvelende, druk doende Spanjaarden kijk hoor ik achter mij een luide kreet, maar het is al te laat. Fiets en kar in de plas, een grote splash en alles is nat en vooral, alles is vuil. Gesakker uit een boze mond. Beter opletten, uit mijn doppen kijken, niet bekwaam om met een kar te rijden. Nederig buig ik het hoofd.  Had ik een bundel spaghetti, ik kastijdde mezelf ter plekke met de slierten. 

    Maar het beste moet nog komen.  We hebben nog niks gezien, nog niks gevoeld, het is nog allemaal warm en gezapig. Vanaf Anglés, een twintigtal kilometers buiten Girona, stopt voor ons de via verde en begint de klim naar St. Hilari (800m) om daarna nog 200 m verder te stijgen naar de top, waar een lekker restaurant is, dat we nooit voor de middag kunnen bereiken, dus vergeten we het onmiddellijk. We passeren Osor, klein gehucht, waar we even pauzeren en de batterij een half uur opladen.  Je weet nooit waar dat goed voor is. Daarna wordt de klim steiler en dat voelen we.  Dat het zachtjes begint te regenen voelen we ook. Regenjassen aan, het verergert. Het duurt geen tien minuten of we druipen en verkleumen en verbijten de kou. Ik heb een nieuw regenvestje gekocht, prima merk, maar komt er daar geen water door ? Ik kijk er naar. Ventair staat er op.  Dat lijkt verdacht veel op een windvestje.  De regen trekt zich daar niets van aan, wat er uit moet vallen, valt. De temperatuur zakt, er flikkert een bliksemschicht, het dondert.  Er is geen huis, geen afdak in de omtrek, we zitten op een lang stuk van 16 km, door het bos en immer klimmend. Het begint te hagelen. Dat striemt.  Als ik begin te denken aan de plas van daarstraks zou ik daar hard om willen lachen, maar dat gaat niet, alles is verkrampt en het moment is ook niet zo goed gekozen. Geert roept :ik zie alleen nog maar roze vlekken. Roze vlekken ?? Moet ik me hier zorgen maken ? Door een donker regenbos fietsen en dan roze vlekken beginnen zien, misschien moet het kunnen.  De roze vlekken zijn de houvast, het broze houtje-touwtje van een man die achter een vrouw met een roze windvest aanfietst. Raadsel opgelost, maar kon hij dat niet eerder zeggen ?

    Kletsnat fietsen we St. Hilari binnen.  Hilarisch is het allerminst, maar hoera, daar is een café.  De barman schiet ons ter hulp met een bussel witte doeken (het zijn waarschijnlijk de servietten van zijn doening) en gebaart dat we ons moeten afdrogen.  Het café zit vol ....mannen.  Zo gaat dat hier, de mannen gaan op café om te kaarten en de vrouwen, tja, dat weet ik niet, die gaan naar een ander café misschien.  We bestellen een warme thee om wat op te warmen.  We krijgen er een koekje en een croissant bij. Vriendelijke man, die cafébaas.  We vragen nog een tweede thee, alle warmte doet deugd.  De man wijst ons de weg, maar we wachten wijselijk nog wat, de batterij mag ondertussen opladen en stilaan begint het ook minder te regenen. Oef. Er wacht ons nog een fikse klim tot de top, verkleumd blijven we, geen van beiden voelen nog onze voeten, die zijn door en door nat en vooskou. Eigenlijk was Spanje een goede keuze omwille van 'altijd goed weer'.  Zo hadden we gedacht.  Mispoes.

    Toch bereiken we levend en wel het hotel in Seva, wie had dat gedacht.  Het is helemaal voor ons alleen en de eigenares heeft de verwarming aangezet. Hoe blij kan een mens zijn met een warm onderdak. En hoe hulpeloos zonder. We beloven elkaar : morgen een korte rit en een beetje relaxen. Het is toch vakantie zeker.

    07-04-2019 om 22:58 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    06-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6 april van figueres naar girona

    De zon schijnt, we krijgen een lekker ontbijt in dit knotsgekke hotel, we vertrekken goedgemutst.


    Als je van Figueres naar Girona wilt, dan neem je gewoon de autosnelweg en is de afstand nog geen 40 kilometer.  Dat is nu net wat wij niet willen, geen drukke banen asjeblieft, en we slagen daar wonderwel in, maar hebben dan ook meer kilometers voor de boeg. (het zullen er 65 worden).  We hoeven er geen spijt van te hebben, het is een prachtig parcours.


    Eerst nog even over de drukkere verbindingsweg naar de autosnelweg om Figueres uit te geraken en dan ligt Catalonië aan onze voeten.


    Benjaminse zegt in zijn boekje dat Spanje als een verkreukeld tafelkleed is en dat is juist.  Nergens plat, soms een grote kreukel en soms een kleine, maar altijd kreukels.  Het landschap is nu enigszins anders, meer weiden en velden, boerderijen, mooie vergezichten.  En verrukkelijk rustige baantjes.  Wie zei ons dat je rond Girona niet rustig kunt fietsen ?


    Ik tel het komkommerkruid, er is geen beginnen aan.  Papavers, ze zijn er weer in grote getallen. En paardebloemen.  Samen leunen ze tegen mekaar aan in de vrolijke bermen. Een havik laat zich even zien.  De vogeltjesman van gisteren zou tevreden zijn.


    We komen in Camallera, het dorpje is bedolven onder de Catalaanse vlaggen.  Een groot spandoek zegt dat Camallera een dorpje is van de republiek Catalonië.  We zullen dit scenario nog in elk dorp tegenkomen.  Catalonië houdt niet van Spanje.  De mensen zijn boos, maar niet op ons, want terwijl we staan te overleggen stopt een jeep om hulp te bieden.  De man (een goedlachse senior) spreekt Engels en wijst ons een weggetje, piekfijn en zonder verkeer.  We zouden het alleen niet gevonden hebben.  In zijn auto zit Julita, geïmporteerd uit Thailand, vandaar zijn behoorlijk Engels (zo denken we). Wij allang weer blij en hupperdepup, vooruit met de geit, tegenwind weliswaar.


    In Estacio de Jordi moeten we de spoorweg kruisen. Wat blijkt ?  We kunnen de spoorweg niet over, de weg stopt, ze hebben er zelfs een muurtje dwarsover gebouwd.  Aan de overkant ook een muurtje en daar loopt de weg weer verder.  Dan steken we de spoorweg maar over naast het muurtje, wat gezoek, wat gepruts, wat heffen en trekken en duwen en hop, we zijn alweer gered.  Sorry Sofie (Dutordoir), ik weet dat het niet mag, spoorlopen, maar hier doet iedereen het.


    We steken de  Ter over (brede brug zonder afsluiting) en daar is Bolla reeds. We vragen nog eens de weg aan een bebaarde Spanjaard en geen vijf minuten later staat heel de familie ons uitleg te geven.  El Barbo legt uit, een ander vertaalt (in het frans), de vrouwen proberen ook een mondje frans te placeren.  Ze vragen van waar we zijn.  Ha, Belgica, daar zijn ze ook geweest, in Bruxelas, gaan demonstreren voor Puigdemont. Enthousiasme alom : zij omdat we Puigdemont kennen, wij omdat ze Brussel kennen. We moeten zeker naar Pubol gaan, zeggen ze, mooi museum daar. Ja maar, in Pubol moeten wij niet zijn, het is al erg genoeg dat we nog een col over moeten. We zien het al van ver aankomen.  Met bosjes vallen de wielertoeristen ons in de armen. Ze hebben allemaal natuurlijk die col beklommen en dalen nu voldaan weer af.  Hoe steil is dat hier, vraag ik aan Geert.  Een verkorte Mont Ventoux, zegt hij, stijgingspercentage evenwaardig maar sterk verkorte versie. Het worden 6 kilometers klimmen.  Boven staan twee Engelsen op de uitkijk.  De ene kent ons, zegt hij.  Hij heeft een vriend die over ons vertelde : een man zonder bagage op een koersfiets en een vrouw die alle bagage in een kar meesleepte. For a long journey enkele jaren geleden.  Jaja, zoiets kom je maar eens in je leven tegen.


    We moeten nog tien kilometer dalen en dan in Girona onze b&b vinden.  Batterij says ondertussen 'no'. Haar pijp is uit.  De mijne bijna. Girona is groot, google maps stuurt ons verkeerd en dan toch juist, we vinden onze verblijfplaats en mogen onze fietsen op de binnenplaats stallen. En, nog beter, na een korte wandeling in afwachting van het late etensuur hier in Spanje (20u is heel normaal om te eten) vinden we zeer dichtbij de aansluiting op de via verde die we morgen moeten nemen.  Geen zoeken meer morgenvroeg, onmiddellijk het zeegat uit.  Het belooft de moeite te worden, we gaan naar 1.000m.

    06-04-2019 om 22:01 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    05-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.vrijdag 5 april verovering van de col de manrella

    We ontbijten in de canapé van la Ré Belle in Céret. Het is eens wat anders dan altijd aan die keukentafel. En dan volgt wikken en wegen om de kar en de 2 fietsen uit de garage te krijgen.  Het probleem is niet dat de garage te klein is, maar de rommelhoop is wel te groot.  Maar het lukt, de gastvrouw, sterk als ze is, hobbelt mét fiets en later mét kar de garage door.  Ze wijst ons nog vriendelijk de weg en 'au revoir'.

    We moeten eerst even richting zee en dan slaan we rechtsaf, Spanje tegemoet.  De Frans-Spaanse grens ligt net op het topje van de col de Manrella.  We weten dat het klimmen zal worden.  De man aan wie we de weg vroegen wapperde van olala met zijn hand toen hij ons doel hoorde en wenste ons veel courage.  We zijn dus gewaarschuwd.  Het wordt afzien. Zweten.  Hijgen. Stoppen. En terug hetzelfde liedje. We komen aan in Las Illas en denken dat het zwaarste leed geleden is.  Dat had je maar gedacht : het wordt nu nog veel steiler, verboden voor campingcars en grote vrachten en het verandert zowaar in een onverharde weg.  'Un piste' zeggen ze in het frans.  Ik moet er af, heb al mijn kruit verschoten, zit op mijn kleinste versnelling met de krachtigste assistentie, de adem trekt het niet meer. Geert neemt over op mijn fiets en ik stap met zijn lichte koersfiets verder.  Gelukkig is het einde in zicht (nou ja, achter een paar bochten), de steile klim gaat over in een gemeen vals plat, nog steeds piste, die Fransen toch. Nog even verder.... en dan is er Spanje ! Wat een mooi geasfalteerde baan en dat in the middle of nowhere.  Mooi, prachtig is het hier, maar veel heb ik er nu niet van kunnen genieten.  Hijgen ging voor op kijken.

    Maar nu wordt het feest : bergaf en nog meer bergaf en nog meer.  Hebben we de eerste twintig kilometer in drie uur afgehikt, nu doen we de helft in een groot kwartier.   Geen verkeer, enkel een bedreven mountainbiker die ons achter zich laat. Hoe meer we dalen hoe warmer het wordt, dit is duidelijk de zuidkant van de Pyreneeën.  Veel grijsgroene olijfbomen, kurkeiken met hun zwarte stammen, frisgroene weiden zullen later volgen, maar zijn hier in de minderheid.  En weerom papavers. En lavendel.  Ezels.  Geen koeien. Geen wijngaarden.

    Er volgt nog een klim (venijnig) om in Pont de Mollins te geraken, maar de weg is stukken beter dan in Frankrijk.  Catalonië is rijk. De flanken hier zijn bezaaid met afgeknakte bomen.  Geen enkele boom heeft nog een kruin en zelfs zonder kruin staan er nog maar enkele recht.  De andere liggen kriskras door elkaar, geknakt als vlamhoutjes. Wat is er hier gebeurd ?  We gokken op een storm.  Of een brand. Het is een treurig, desolaat gezicht.  Net voor Pont de Mollins treffen we drie oude rakkers met fiets, ze verpozen even.  Misschien hebben ze al een aperitief op, want ze slaan ons enthousiast op de schouders en willen alles weten. Waar komen we vandaan en wat komen we hier doen en waar staat onze auto en waarom moet madame alle bagage meetorsen ? Ze kennen de streek goed, komen van net over de franse grens (maar zijn alleluiah niet over de Col de Manrella gekomen, die kennen ze te goed) en de ene is getrouwd met een Belgische en verlekkerd op Vlaamse stoofkarbonaden. De oudste krijger  (ik denk dat hij rond de tachtig moet zijn) rijdt ook gemotoriseerd en is zeer in zijn schik met zijn fiets.  Hij raadt ons aan om ook eens langs de rivier te gaan wandelen, want daar zitten veel vogeltjes.  Geel zoals zijn maillot jaune en hij begint zowaar met zijn vleugels te fladderen. Die vogeltjes laten we aan ons voorbijgaan, de lucht betrekt, er zit regen in de dikke zwarte wolken. Op naar Figueres !

    We logeren in een hotel als een lunapark. Hotel Plaza Inn op een steenworp van 'el teatro de Dali', waar we later op de avond een kijkje gaan nemen. Niet te geloven wat die man in zijn kop zitten had als hij dat gebouw ontworpen heeft.  En niet te geloven dat er ook maar iemand was die dat heeft willen bouwen. Ik stel voor dat U een foto opzoekt, ik kan het beschrijven maar het zal bij u niet oproepen wat het werkelijk is.

    We eten in een eetcafé/tapasbar waar blijkbaar veel locals komen, dat vinden wij een goed teken.  Af en toe klinkt er een bel en dan komt men rond met tapas.  Ze zijn lekker, we graaien er gretig naar, want we hebben honger.  Later staan ze wel op de rekening, naïef als we waren dachten we dat het een rondje van het huis was (drie in totaal).  Maar geen nood, het heeft ons gesmaakt, en we weten nu ook dat een pincho een sateetje is.  En patatas bravas frieten.  Postres : dessert. Jaja, we spreken al culinair Spaans, me gusta la comida español.

    Morgen trekken we naar Girona, daar waar we in lang vervlogen tijden op vlogen als we Barcelona wilden bezoeken.  Dat vliegen, we zullen dat vanaf nu maar zo laten.

    05-04-2019 om 21:48 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    04-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.donderdag 4 april haricots en abondance

    De vriezeman is in het land !  Sneeuw in de Pyreneeën vanaf 1.000 meter hoogte, dat horen we al van vroeg in de morgen (nou ja, vroeg, voor onze manier van doen wel, 8 uur dus), de lucht neigt naar staalblauw, oef, het gesloten weer van de voorbije dagen lijkt voorbij.  Maar wat is het nog koud.  Klokslag 10 uur, de kerktoren kan het beamen, staan we vertrekkensklaar en betreuren beiden dat we geen handschoenen hebben meegebracht.  Heel even overwegen we om onze tuinhandschoenen aan te doen, Geert zelfs zijn afwashandschoenen, maar neen, niet doen, er is genoeg klimwerk voor handen om deze warm te houden.

    Het meer van Caramany flikkeflakt in de zon, het is goed gevuld, de vissen zullen blij zijn. De vogels daarentegen hebben terug hun winterjas aangetrokken en zitten diep weggedoken te zwijgen en te wachten.  Waar is die lente nu ? Vrouwtjesvogels voelen de eitjes al tegen hun bekkenbodemspieren drummen, maar zitten uit alle macht te puffen om die eitjes in hun warme onderbuik vast te houden.  Geen weer om geboren te worden, fluisteren ze tegen de ongeduldige piepelingen.

    Wij puffen ook, niet om onze persweeën tegen te houden, het gaat gewoon ferm bergop. Céret ligt twee valleien verder, dus dat betekent dat we twee keer gaan moeten klimmen, de eerste keer om, achter de flank,  in Ile-sur-Têt te geraken, de tweede keer in Llauro. Gelukkig zitten we dicht tegen de Middellandse Zee en dus in de uitlopers van de bergen, ik moet er niet aan denken om nu al tot 1.000 meter of hoger te moeten klimmen. We zijn nog maar in de aanloopfase, er moet nog veel geoefend worden. De garrigue ligt een eindeloze broccoli te wezen, stronk na stronk na stronk, dat houterig immer groen gewas, waar je als landbouwer niks mee kunt aanvangen.  Het is er en het houdt de bodem vast, maar daarmee is het ook einde verhaal. Een paradijs waarschijnlijk voor wild en gevogelte. We komen boven en aanschouwen de verse sneeuw in de verste verte, wat is dat een prachtig zicht, met de helderblauwe hemel als achtergrond.  We stoppen bij een poort met hond om al dat moois op te slaan.  De hond zit niet achter de poort maar er voor, op straat dus.  Mijns inziens een vergissing van de baas.  Maar dat weet de hond niet en hij vindt het prettig dat er nog baasjes bij hem komen.  Of zouden het vriendjes zijn ?  Wat Geert betreft is die hond al gauw een heel goede vriend.  In al zijn logheid legt het beest zich tegen zijn benen, steekt zijn kop tegen zijn billen, biedt een poot aan. Tot we terug vertrekken. Dat zint vriend hond niet, hij springt plots uit zijn lome modus op en hapt naar de kuiten van zijn nieuwe kameraad. L'amour brut! Het beest versaagt niet en blijft ons happend en trappend volgen.  Ik begrijp het, eerst doet die nieuwe vriend alsof het voor altijd is en dan maakt hij zich uit de voeten zonder pardon.  Gelukkig gaat de baan bergaf zodat we wat snelheid kunnen maken en de arme hond moet zich gewonnen geven. Wat heb je aan een mens met loze praatjes ?

    De vallei van de Têt is één grote boomgaard : abrikozen, perziken, nectarines, appels, peren.  Al dat lekkers, het is voor de zomer, zoet gerijpt door de zon.  Nu zijn de rijen boompjes nog pril groen, alleen de appelaars staan al in bloei.  Of zouden het perelaars zijn ? We rijden gezwind, mee met de wind, tot in Thuir.  Weinig reliëf, het gaat goed vooruit.  In Thuir het statige, eeuwenoude Byrrh wijnimperium, de trots van de stad. We eten er een soort cassoulet met zoveel witte bonen dat ze bijna niet te vermalen zijn.  Dat plakt en dat prakt en blijft als een dikke puree tegen je strottenhoofd steken. En dan komt er weer een platgeharkte hap.  En nog een. Het is slikken of stikken indat modderige bonenslib. Dit kunnen we echt niet aan, de helft van de bonen blijft achter.  Sorry bonen, jullie doen ook maar jullie best.

    Gisteren heb ik zowaar een klaproos gezien.  Dat leek me wel heel speciaal.  Klaprozen zijn toch hoogzomerbloeiers ?  Die dissidente klaproos, zo zie ik nu, was toch niet zo uitzonderlijk.  De bermen staan er vol van.  Weer een vraagteken in mijn hoofd.  Wat maakt dat klaprozen al in de lente volop bloeien ?  Of bloeien ze nog van de vorige zomer en zijn ze vergeten om dood te gaan ? Hebben ze een bijzondere cursus gezondheidspreventie gevolgd en met vaccinaties, gezonde voeding en pacemakers hun levensverwachting verdubbeld ?  Ik beloof het mezelf, ik zoek het eens op, misschien weet Wikipedia het antwoord.

    Céret is nog steeds het landerig stadje met zijn kunstenaarsimago, sjofele uitgerookte hippies, oude hippe dametjes, rare snuiters, tsjolders, bleekscheten en dat alles door mekaar.  Het is hier dat Picasso een tijd gewoond heeft en het is hier dat we twaalf jaar geleden de sardane zagen dansen onder de platanen van de hoofdstraat. Wij dansen vanavond niet, de bonen liggen op onze maag, een fris slaatje, nog wat lezen en ons bedje in.  In de rue de Commerce, amper een vleugelwijdte breed, hobbelig en met amper een tweetal commerces.

    04-04-2019 om 20:16 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.woensdag 3 april blij en vrij

    De natuur trekt zich niks aan van het slecht weer. Al wat nu kan bloeien doet dat ook met overgave. De wilde kruiden, thijm, rozemarijn, lavendel hebben zich langs de kant van de weg genesteld in een palet van licht lila naar donker paars. De irissen doen mee, in het wild, in de tuinen, het kan hen niet schelen waar, maar ze steken hun mauve kopjes ’heb je mij gezien?’ hoog boven de rest van het groen uit. In mijn ogen kunnen ze in schoonheid wedijveren met de orchidee. Ook die zouden hier in botanische vorm voorkomen, maar heb ik nog niet gezien.
    En dan is er de ciste (zo geschreven in het frans en vertaald als cistusroos, ze heeft inderdaad wat weg van de wilde roos), een bescheiden struikje, maar overal aanwezig, fleurig en fris en niet onder de indruk van de flamboyante iris. Blauwe regen, bloeiend, ook prachtig en van een ongelimiteerde weelde.
    Gisteravond, toen het eindelijk gestopt was met regenen, zijn we nog op wandel geweest, op zoek naar platte keien en wrakhout. Nou ja, wrakhout zullen we hier wel niet echt vinden, maar toch gehavend hout of schors of grillige takken. In mijn hoofd ga ik daar wat mee knutselen. Dat worden uitzonderlijk mooie kunstwerken, maar als mijn handen het moeten uitvoeren valt dat gewoonlijk wat tegen en is het eerder gewoontjes. We kennen een klein keienstrandje aan de Desix (rivier). Veel keien dus, maar niet altijd even plat. We hadden het kunnen weten, het lustig luisende water (moet eigenlijk ruisende zijn, maar waar is de alliteratie dan naar toe ?) en het wuiven van het loof in alle tinten groen begonnen op onze darmflora te werken. Wat nu gedaan ? Veel plaats in de natuur, maar geen toiletpapier. En bovendien, een rusteloze visser aan de overkant, met hengel en haak links en rechts aan het spieden en dan weer wat verder links en rechts. En maar zwieren met lijn en dobber en geen spatje vis die er aan hing. ‘Ga naar huis, jongen,’ dacht ik hardop, ‘visje bijt niet’. Maar dacht je nou dat ie ..? Neen hoor.
    Geert zette zich in turbo versnelling huiswaarts, weg van dat geruis en gedruis en gezwier, met de zielige oogst van 5 keien in de plastic tas. En ik, mezelf kennende, wist dat terug naar huis geraken geen optie was en vlijde me dan maar neer achter een boom. Wat dank ik de slang in het gras dat die niet naar me beet. Wat buig ik mijn hoofd in devote dankbaarheid voor de natte blaadjes die ik tijdig als doornachtig kon definiëren. Het kwam goed, er waren ook nuttige shitafterdoekjes (blaadjes met zacht viltig vel). Bevrijd en verblijd ben ik naar huis gegaan, geen mens die wat aan me zag.

    04-04-2019 om 16:54 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dinsdag 2 april vooruitzichten

    We proberen onze spiksplinternieuwe croozerkar aan te koppelen aan mijn fiets en dat lukt heel goed. Een echte topkar. Met kar en fiets gaan we winkelen in St Paul de Fenouillet, we hebben proviand nodig voor een aantal dagen. Het is fris buiten en bewolkt, de namiddag zal nog flink wat regen aanvoeren. Nochtans zegt de buurvrouw dat het uitzonderlijk sec is dit jaar. Ze kan het weten want haar man Bernard heeft een moestuin, die hij koestert als zijn beste vriend. Meer hoeft hij niet, een wandelingetje maken, op de gibiers gaan jagen, moestuin verzorgen, wat joggen, wijntje drinken, everzwijnpaté eten. Dat is zijn rustig leven. Sterke man, idem dito vrouw. Zijn beiden zeventigers maar kunnen tien jaar liegen.
    Ik leg de eerste overnachting vast. Het wordt dan toch Céret, het kunstenaarsstadje aan de voet van de Canigou. We wagen het er op, maar vertrekken wel een dag eerder dan voorzien. Donderdag dus. Het weekend ziet er echt niet goed uit, nat en koud, maar als het een beetje meezit kunnen we vrijdagavond al in Spanje zijn, in Figueres, waar we Salvador Dali leerden kennen als een knotsgekke, geniale kunstenaar. Wie zijn museum al bezocht of zelfs maar aan de buitenkant zag, zal dit beamen. Ik vraag me af of hij al die vreemde figuren en objecten met zijn volle verstand creëerde of liet hij zich helpen door psychedelische planten en dranken ? Ik kijk er naar uit om het stadje terug te zien. Als het te slecht weer wordt kunnen we ons daar wel een dagje bezig houden met drugs en seks en rock and roll. (oh, vermaledijde leugen, wat staat gij hier te doen ?)

    04-04-2019 om 16:53 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.maandag 1 april tipsy gipsy

    Het begint me zo stilaan te dagen hoe het komt dat ik gisteren hipsytipsy in bed kroop. Het was de fles witte wijn en die moest leeg. Ha ja, zo redeneerde Geert, ze wil een fles witte wijn, we kopen een fles, maar dan moet ze er ook schabouwelijk veel van drinken, want al wat niet opgedronken is, gaat verloren. De fles gaat van tafel en we zien die nooit meer weer.
    Vandaar dat na elke slok die ik durfde doen, er onmiddellijk een geut ingegoten werd en dat glas, dat minderde niet. En bovendien moest dat ook nog eens in een recordtempo gebeuren, want eigenlijk wou hij niet aan die tafel zitten om wijn te drinken, maar boven in zijn bed een krantje lezen en een slaapje knorren. Kon hij dan niet bedenken dat de fles, met stop, ons meegegeven zou worden, samen met 10 eitjes die de gastvrije eigenaars al vroeg uit het stro geplukt hadden ? Een bonte verzameling kippen (grote als onze Mechelse koekoek, maar ook piepkleine met veren tot op de pootjes, eieren navenant), een pedante kalkoen (‘toeketoeketoeketoek’ roepend), witte eenden en bazige ganzen en allemaal leggen ze eieren. Dag na dag. Gasten of geen gasten, dat blijft die beesten gelijk, die eieren moeten er uit. Wij blij met ons doosje eieren, eigenaars ook blij met een kleine eierpauze.

    04-04-2019 om 16:40 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.zondag 31 maart Spanje lonkt

    Voorlopig zijn we gemotoriseerd onderweg richting Spanje. We zijn van plan om de route van Benjaminse te volgen, deze loopt van Girona (bij Barcelona) naar het Zuiden (Malaga, Sevilla, Ronda).  Een uitdagend traject van wel 1.800 kilometers, en niet zonder cols, we moeten af en toe naar 1400 m, 1600 m en zelfs 1800 m zit er eenmaal tussen. 

    Waar we ons nu nog wat zorgen over maken, dat is het weer.  Vrijdag is onze vertrekdag vanuit Ansignan, via Figueres naar Girona, maar het weer ziet er niet goed uit volgend weekend.  We wachten af, we hebben nog voldoende tijd om een plan B uit te denken (dat hebben we trouwens al, we kunnen ook na het weekend vertrekken, met de auto tot in Girona en daar de auto laten staan, veel verschil zal dat in het geheel niet maken.  Al zou ik heel graag nog eens in Céret komen, waar we de eerste nacht zouden doorbrengen.  Meer dan tien jaar geleden hadden we daar een vreemde en toch deugddoende vakantie. En vooral, een vakantie waar we zowat betoverd werden door de schoonheid van de streek. Maar daarover misschien later meer.)

    Nu zijn we geland in Géange (nabij Beaune), in een mooie b&b, vriendelijke mensen die ons onmiddellijk laten picknicken in hun ontbijtruimte en ons nog hapjes serveren als toemaatje.  Beaune heeft in mijn gedachten een assocatie met botsingen en ongelukken, in mijn kop gebeuren er daar altijd verschrikkelijke dingen in het verkeer.  Misschien heeft het te maken met de samenvloeiing van 2 autosnelwegen, dat gebeurt net in Beaune en op drukke verlofdagen is het daar hectisch. Maar Beaune is ook een bekende wijnstreek en dat hebben we vandaag al meteen ondervonden.  De gastvrouw heeft ons een fles witte wijn verkocht en na twee glazen voelt het hoofd tipsy en de benen bengelen wat slapjes.  Vlug gaan slapen maar, morgen wacht ons een ontbijt met eitjes van Beaunse hennen. 

    31-03-2019 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    16-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.het groot interview

    16 september 2018

    Het moet zijn dat de VRT lucht gekregen heeft van de aankomst van onze coureurs, want sinds gisteravond zwermen Carl Van Nieuwkerke en Michel Wuyts hier rond ons bescheiden huisje. Bescheiden (en moe) als ze waren hebben ze gisteren nog een interview geweigerd, maar vanmorgen zwichten ze dan toch voor het aandringen en de charme van beide doorwinterde journalisten.

    Carl : Proficiat, heren ! Wat een prestatie, vijf Pyreneeëncols overwonnen op jullie leeftijd, ik kan er alleen maar bewondering voor hebben.

    Kunnen jullie iets vertellen over jullie voorbereiding ?

    Johan : sinds mijn jeugd ben ik me al aan het voorbereiden op deze fietstocht.  Diverse sporten heb ik beoefend om tot dit resultaat te komen. Om te beginnen was ik een bedreven poney-jockey, die deelnam aan vele poneywedstrijden waardoor ik een scherp oog ontwikkelde en reusachtige billen en bipsen. Nadien heb ik het waterskiën beoefend om mijn evenwicht en zwenkcapaciteiten te ontplooien.  Tenslotte deed ik uitputtingstochten in de vrije natuur en daar heb ik geleerd wat het is om zuiver op karakter te overleven.

    Michel R: Ik had maar één grote natte droom en dat was de Tourmalet. De andere cols zijn mooi meegenomen, maar bovenkomen op de Tourmalet was toch een unieke ervaring. De geneugten van het leven die ik daarvoor heb moeten laten zijn ontzaglijk groot, maar mijn principe is : als je iets wilt moet je het ook echt willen. Er voor gaan dus ! Ontelbare fietstrainingen heb ik achter de rug, de Ardennen, de Zwalm, het Heuvelland, de Poelberg, ik ken ze als mijn broekzak.  Mijn geduld en mijn doseringsvermogen heb ik ten volle geleerd tijdens mijn werkuren. Al van zeer vroeg was ik trouwens ook een goede turner, wat de soepelheid van mijn ronddraaiende knieën zeker ten goede kwam. Ook de zwemuren uit mijn jeugd kwamen goed van pas, vooral dan het ondergaan en niet meer bovenkomen heeft me geleerd dat je lang zonder adem kunt als het moet.

    Geert : ik ben een topper in het observeren en het visualiseren van het wegparcours, ik deed niks anders toen ik jong was, ik klom van boom tot boom en bij wijze van spreken woonde ik zelfs in de bomen en reisde ik in gedachten de wereld rond. Dat heeft zeker ook mijn spierkracht en behendigheid een boost gegeven.  In mijn handbalcarrière leerde ik hoe het voelt hardhandig gevloerd te worden, een wrede maar efficiënte leerschool voor een fietser, die regelmatig zijn voeten niet uit zijn klikpedalen krijgt.  Wat me veel geholpen heeft zijn de ontelbare uren die ik geslapen heb als voorbereiding op deze tocht.  Nachten van tien uur zijn voor mij geen straf en een dutje in de namiddag kan er altijd ook nog bij.  Dat maakte dat ik super uitgerust aan deze barre tocht begon. Een pluspunt, vind ik.

    Michel W : Ik denk, Carl, dat we mogen zeggen dat dit indrukwekkende getuigenissen zijn van deze uitzonderlijke mensen. Maar ongetwijfeld moeten er toch moeilijke momenten geweest zijn tijdens de verschillende etappes ?

    Geert : Ik heb geen moeite om toe te geven dat de laatste 500 meters op de Tourmalet voor mij de moeilijkste waren. Die verdomde berg bleef ook maar duren hé. En Michel reed me zo maar uit de wielen, dat was moeilijk te verkroppen.  Ik heb nog getwijfeld om een rotsblok naar zijn fiets te gooien, maar mijn opvoeding heeft me tegengehouden, ik heb maar een vuistgrote steen gegooid, die helaas zijn doel miste.

    Johan : voor mij had het gerust een colleke minder mogen zijn.  Die cols bleven maar komen, die twee charels zouden de ene col na de andere willen doen, maar ik ben niet zo een collenvreter.  De Basken-Katharenroute was voor mij al kols genoeg.  Maar ze moeten mij ook niet uitdagen hé.  Als het moet verslijt ik twee koersbroeken per col al harkend en wrijvend, en of het nu rechttoe rechtaan is of achterstevoren ondersteboven, aankomen doe ik, zo zeker als één plus één twee is . En col plus col trop.

    Michel R: Ik heb een heel moeilijk moment gehad tijdens mijn valpartij.  Het kon ook niet meer dan een moeilijk moment zijn, want het duurde maar een enkel moment, maar het was echt wel heel moeilijk, zo compleet uitgeteld, horizontaal aan de voet van de Tourmalet liggen, het lijkt een beetje zielig, toch ? En dan nog een geluk dat er niet net een oldtimer over mij reed, of erger nog, over mijn fiets.  Die oldtimers en moto's op de cols, ze moesten dat afschaffen.  Ik ben er niet voor. Die brommerkes ook trouwens.  Vrouwen die op brommerkes de tourmalet opklimmen, waar gaan we heen zeg ? In mijn ogen begint de rechtvaardigheid in de wielersport zoek te raken. Maar ik kan er nu niet verder op in gaan, mijn interviewtijd zit er bijna op.  Hebben jullie nog vragen, heren ?

    Carl : Toch nog graag één vraag, beste helden.  Ik heb me al dikwijls afgevraagd, waarom doen zulke zotten dat toch, een berg op rijden om er nadien terug af te rijden.  Is er dan iets leuks aan ook ? Mijn laatste en ultieme vraag dus : wat was voor jullie het meest zalige moment ?

    Johan en Michel R (in koor) : het uit eten gaan bij monsieur Oloron !

    Michel R (verduidelijkend) Nooit zulk zalig moment gekend als toen die man zijn diepe genegenheid uitdrukte voor mij.  Die warme druk van zijn beide handen op mijn rug, ik zal dat nooit vergeten.

    Johan : en dan die kleine kneepjes in mijn nek, een ongelooflijk gevoel. De glimlach, het subtiele knipogen.  Monsieur Oloron blijft een mijlpaal in mijn leven.

    Geert : Ik vond die monsieur Oloron maar niks. Als je het mij vraagt :  klimmen is afzien, hé Carl, daar kunnen we niet tussenuit.  Maar het afdalen, dat is de max ! Die kilometerteller zien opklimmen naar 50 à 60 per uur en weten dat niets je kan overkomen, want je hebt toch je helm op, daar kan niets tegenop. Al is een jezuïet van de bakker ook niet te versmaden. Of een fruittaartje mirabel, kers, abrikoos. Maar als ik echt moet kiezen, geef me dan een blauwe Chimay in een Amstel pint.  Schol !

    Carl : Bedankt heren, voor dit interview, het was de moeite.

    Michel W : Al heb ik hier niet veel mogen zeggen, toch bedankt heren, jullie zijn top !!

    16-09-2018 om 12:11 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    15-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blogslot
    15 september 2018



    Behouden aangekomen in Ansignan.

    De interviews met de medaillewinnaars zijn volop bezig, maar er komt niet veel spectaculairs over hun lippen. Ik denk dat ze moe zijn.

    Morgen blog ik over de laatste bevindingen.

    15-09-2018 om 21:34 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    14-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Monferrier-Monségur-Montbel

    14 september 2018

    Foix is een typisch zuiders frans stadje, we bezochten het gisteravond vluchtig, want na 105 kilometers in de benen moesten we toch iets te bikken vinden en geen haar op ons hoofd (voor sommigen zijn die nog talrijk) dacht er aan om in het hotel te eten.  Dat konden we ze niet gunnen. Het kasteel dat hoog boven het stadje op een rots torent oogt imposant, het is de toeristische troef van de stad, maar wij lieten een bezoek aan ons voorbijgaan, de ridders waren al gaan slapen, hun schildknapen moesten de maliënkolders nog opblinken, het bed van de jonkvrouw was verloot onder de edellieden en de dienstmeiden kibbelden in de kelders wie eerst in de douche mocht.

    We ontbijten in het hotel, er heerst een beetje schaarste aan het buffet.  Het brood is op, de kaas is op, de hesp raakt op, het fruitsap is ook al op. De receptioniste die ook instaat voor het ontbijt loopt af en aan, beetje brood, schelleke kaas en hop, het is weeral op. Ik heb een slechte nacht achter de rug, vond gisteravond geen logeerplaats voor vandaag, dat speelde in mijn hoofd en ook de vergissing van de 6 kamers is me niet goed bekomen.  We spreken af dat Geert in mijn plaats het eerste stuk fietst, na de middag zien we wel. De mannen vertrekken unicolor blauw, ze zien het zitten, het belooft een mooie rit te worden.

    Ik ga op zoek naar de helm van Johan, hij weet precies waar hij hem achtergelaten heeft, namelijk onder de notenboom van gisteren. Ik gok dat die notenboom in het gehucht Pierroutous staat en dat is een vijftiental kilometers terug. Het is vreemd hoe een parcours er helemaal anders uit ziet als je in de andere richting rijdt, ik moet goed mijn ogen openhouden om de weg terug te vinden. Maar halleluiah, ik vind de helm tussen het onkruid in het bloemenperkje, precies zoals hij het beschreven heeft. Dat zijn weeral kosten gespaard.  Elke besparing telt deze dagen nu we zo excessief zijn in het boeken van hotelkamers.

    Aan de voet van de col de Montségur, in het dorpje Monferrier vinden we elkaar terug, tijd om te lunchen.  De vuilbakken in het dorp worden opgehaald, het zijn twee jonge vrouwen die dit werk doen, het is een merkwaardig zicht om hen nonchalant achteraan op de vuilniskar te zien staan, we zijn pro.  Ik omdat ik het geëmancipeerd vind, de mannen omdat het mooie vrouwen zijn. De klim naar Montségur belooft geen lachertje te worden, het klimt 4.500 meter lang (7à12%).  Dat moeten de katharen in hun tijd ook geweten hebben, ze verschansten zich in het kasteel hoog boven op de top en konden zo een beleg van 10 maanden weerstaan. (het concilie van Béziers had besloten dat 'het hoofd van de Draak' moest afgehakt worden). In 1244 moeten ze zich toch overgeven en krijgen ze 2 weken om hun geloof af te zweren.  Uiteindelijk weigeren 200 mannen, vrouwen en kinderen en moeten ze de brandstapel op. Op die plek staat nu een gedenkschrift 'als Catars, als martirs del pur amor crestian'.  De martelaren van de zuiver christelijke liefde.  Op onze fiets lijden we met hen mee, de klim is niet van de poes, maar toch vindt Michel niet dat hij op de lijst van de cols moet komen.  Een beetje te licht bevonden oordeelt hij.  Goed, mij best, alles is relatief.

    We logeren vandaag aan het meer van Montbel, in Le petit Potager. Hadden we gedacht aan de oever van het meer te zitten, we vergissen ons, er wacht ons nog een fikse klim van enkele kilometers voor we potager in de smiezen krijgen. De potageur spreekt schabouwelijk frans, we vragen hem vlug om over te schakelen op engels, dat gaat hem beter af.  Ze nodigen ons uit voor het avondeten, vegetarisch, voor 10 euro.  We happen toe, groen en gezond, zo zijn we wel. Enkele hippies wonen next door (hippie is happy), ze stoken een vuurtje en ik zie Johan zijn ogen glinsteren.  Kampvuur in de Lanquedoc, daar wil hij bij zijn !!

    14-09-2018 om 18:42 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.donderdag de dertiende

    13 september 2018

    Het motregent. De fietsen staan gelukkig onderdak (afdak). Die van Michel binnen naast de eettafel, want je weet maar nooit...  We proberen hem wat te plagen door de fiets te verstoppen als hij al is gaan slapen, maar die ouwe rakker loopt daar niet in. Het ontbijt verzorgen we zelf, lekker uitgebreid, en dan trekken we onze regenjassen aan.  Een beetje sneu, zo vertrekken, maar komaan, we zijn niet van suiker en wie weet klaart het nog op.

    Michel is boodschappenman, Johan wil soep maken op de middag, dus er moet soep gekocht worden. Maar eerst gaan we fietsen en proberen we terug op het parcours te geraken.  Dat is niet zo evident, we kennen de baanmarkering, maar zijn er niet op voorzien dat een D7 ook een D7a of een D7b kan zijn.  Dat alfabet loopt zo op tot de letter f en welke D7 moet je dan nemen ?  Geen nood, ik vraag het aan een oud vrouwtje, dat zichtbaar bereid is tot een uitleg van hier tot in Tokio. Ze vraagt zich af waarom we langs die weg willen rijden en niet langs een andere en of we wel weten dat Foix heel ver is en of we ook weten dat het zo mistig is vandaag en dat het misschien nog gaat uitklaren maar dat ze eens in de krant zal kijken wat ze daar zeggen van het weer.  Ik moet ze van me afschudden, ze blijft hoofdschuddend achter.

    We zitten ondertussen in de streek van de Ariège, veel minder hoog dan waar we vandaan komen, maar vele kleine neepjes kunnen ook pijn doen. Toch vordert het gezwind, de kille motregen zal er wel voor iets tussen zitten, we willen er van af en rijden vollenbak vooruit, hunkerend naar zonniger oorden.  Michel wacht ons op in Taurignan le Castet en Johan stalt zijn potten en pannen uit.  We eten kippensoep.  Le kok maakt de pot de poule.  Lekker, opkipperend.

    Na de soep terug aan het werk.  Een paar korte klimmetjes van 10%, ça use les genoux. We moeten zo zuinig mogelijk rijden, zowel op spierkracht als op de batterij-assistentie, want vandaag staan er meer dan 90 kilometers op het programma, een beter geschikte overnachting (in afstand dan) heb ik niet gevonden. Het is wel mooi fietsen hier, groene frisse weiden, roestbruine koeien, die er gezond en welgezind uitzien, al eens een reiger tussen de koeien, een kip en een koe, een rij vogels kwebbelend op een draad, twee prachtige zwarte ezels, en wij daartussen, op en neer dartelend. St. Girons wordt ingenomen, Le Mas d'Azil komt er aan.  Daar wacht Michel alweer op ons, met een tas warme koffie en een pannenkoek (daarvoor verwijst hij door naar een tearoom even verderop), een appeltje en een koekje.

    We hebben al 69 kilometers op de teller, nog zo'n 25 te gaan. Alweer moeten we klimmen en dan blijven we hoog boven de vallei, links de rotsen, rechts het dal met bos, wei en water. We vinden een notenboom langs de kant van de weg en houden even halt.  De noten zijn nog niet te vreten. Ofwel zijn ze verdroogd en afgevallen, ofwel hangen ze onrijp te bengelen aan de boom. Johan zet zich wat te observeren en... vergeet zijn helm.  Maar dat weten we hier nog niet, daarvoor moeten we nog 15 kilometers wachten. Het gaat vlug nu, we duiken alweer naar beneden en nemen dan een oude spoorwegbedding naar Foix, waar we mooi naar kunnen kijken maar geraken doen we er niet zo maar. De Ariège ligt er tussen en we moeten een brug vinden. Google maps stuurt ons de andere kant uit, de kilometers stapelen zich op. Het is ruim 18 u als we aan het hotel aankomen. En daar blijkt.... dat ik per abuis 6 kamers geboekt heb.  We kunnen het heel ruim nemen vannacht, maar met 4 in 6 kamers slapen, dat zal niet lukken.  Ik probeer uit te leggen aan de man van de balie hoe het verkeerd gelopen is, maar hij plooit niet. Ongeloof, kwaadheid, ergernis.  Geert zijn spaanse colère speelt weer op, zegt dat hij de commissie aan booking wil betalen maar meer niet. Hotel plooit niet. Als dat zo zit, zegt Geert (assez agressif), dan kan het hotel de pot op (zo ongeveer toch) en zijn we ermee weg.  Oké, zegt de man, de rekening zal toch betaald worden met onze creditkaart.  Verslagenheid, ongeloof, berusting.   Dan blijven we maar zeker? En blijven er drie kamers leeg staan.

    Later op de avond zie ik de receptionist 2 jonge mensen (vrouw hoogzwanger) wegsturen wegens volzet. Dat is Kafka (zegt Michel).  Neen, het is de bijbel (zeg ik), op zoek naar een slaapplaats, terwijl de engeltjes zingen, de herders hun schapen hoeden, de wierook wordt gebrand.... Het hotel is een 'ketenhotel' met verschillende vestigingen in Frankrijk.  Ik had er nog nooit van gehoord, maar wil er ook niks meer over horen. Later op de avond kunnen we er al weer mee lachen als Michel zegt dat hij nooit bespaart op tandpasta.  En Johan er aan toevoegt : op hotelkamers ook niet.

    13-09-2018 om 23:11 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    12-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.arret dans un beau chalet
    Gisteravond kregen we in onze chambres d'hote een varken uit Costa Rica voorgeschoteld. Dat was de overtuiging van Michel, hetgeen de slappe lach veroorzaakte bij Geert, die dat dan weer doorvertelde aan de gast naast hem. Toch was Costa Rica niet helemaal uit de michellenlucht gegrepen, het gerecht was Costaricaans, al begrijp ik niet zo goed dat men daar couscous zou eten. Misschien was het gewoon Irakees, maar dan kon het ook geen varken zijn. Het smaakte ons in elk geval buitengewoon goed, en ik vond vooral de tarte tatin, geflankeerd door een bolletje ijs, subliem.



    Vandaag staan we klokvast om 10u klaar om te vertrekken. Geert is de chauffeur en boodschapper van dienst. Het zal een korte overgangsrit worden, we zoeken terug aansluiting op de katharenroute. Geef ons twee vleugels en we gaan de lucht in, zo snel gaat het vooruit. Geert wordt al ongerust omdat hij ons nergens voorbijsteekt, maar het is licht bergaf en de twee mannen zijn goed uitgeslapen. We zien een ree door de weiden huppelen, ook goed uitgeslapen. Volgens drongengoedbokoloog Johan is het een jonge bok, die driftig op zoek is naar een vrouwtje. Hij komt zulke bokken elke week tegen, hij kent hun streken en verlangens.



    De middagpauzeplaats komt vlug dichterbij. Honger hebben we niet, maar we eten tegen de honger die gaat komen.



    We hebben een houten chalet gereserveerd in Couret, mogen binnen om 17u, maar proberen toch te bekomen van meneer Philippe dat we wat vroeger binnen mogen, want het is niet ver meer en er is onweer voorspeld. Allemaal goed voor Philippe, we mogen binnen om 14u.



    Was het deze voormiddag slappe koffie en verzuchtte Michel dat hij 'colhonger' had, dan wordt hij nu toch wel beloond. De bulten en bultjes volgen elkaar snel op en de kers op de taart is de klim naar de chalet, die (ik ken er niks van, maar ze ze dicteren dat hier zo) toch wel 20% is. Maar wat een pracht van een chalet. Laten we hier drie tenten bouwen! Johan is verlekkerd op de barbecue, kunnen we ons beter weer voorstellen dan dit om te barbecuen? Neen toch? En dat onweer dan? Al wat de weersvoorspelling ons voorliegt geloven wij niet meer. Johan koopt een grote lap rood vlees. En eerlijk waar, al ben ik niet zo'n vleesfanaat, hij prepareert die lap fantastisch en het smaakt ons voortreffelijk, al hebben het kader en de koe hier ook hun aandeel in. Terwijl boven ons hoofd de pyreneejewieten zingen en in de verte de jachthonden op hun klaroen blazen, terwijl de ruftigen en leprozen van achter het hoekje begerig naar de fiets van Michel loeren, zitten wij in onze lounge, naar ons domein te staren. Jammer dat er zo veel bomen in de weg staan, we komen terug in de winter.



    De vleesresten leggen we als lokaas in het gras aan het terras. Wie weet welke bonte mengeling aaseters zich verzamelen vannacht aan ons slaapkamerraam.

    12-09-2018 om 21:49 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Col d'Aspin en Peyresourde

    11 september

    Het was gisteren bitter koud op de Tourmalet (12°C) en we lieten ons zo snel als de wind naar beneden vallen (ik met de auto, de mannen met de fiets), tot in Sainte Marie de Campan. De mannen snakten naar iets warms voor hun vege lijf, maar ondertussen was het al te laat om nog een degelijke lunch te vinden.  Geen nood, we konden nog een pizza geitenkaas-honing krijgen bij de plaatselijke schone bakkerin. Drie pizzas moyens et un grand (Geert, oogjes groter dan de maag), 3 glazen rode wijn en 1 grote Desperado (Geert, keelke snakkend naar veel). Een pizza is altijd superlekker als je er aan begint, maar hap na hap begint dat tegen te steken en zo kwam het dat er nogal wat kleine en grote (Geert) restjes over waren.  Een toilet kon ze ons niet schenken, dat moest achter de kerk gebeuren.

    Ons logement bevond zich nog 5 kilometers verder, lekker afdalen, en een heel pak voor het afgesproken uur stonden we al te geelogen voor onze chambres d'hôte. In feite had ik me compleet vergist van datum en de dag nadien geboekt en via Booking is wijzigen niet altijd mogelijk, maar een telefoontje van Geert naar de hôte maakte het weer goed.  De gastheer zou er wel een mouw aan passen en dat deed hij ook. Een man zonder franjes : vous êtes les Belges, venez, venez, c'est la cuisine, vous pouvez cuisiner, il y a du riz et du riz et du riz. Wij : nous avons déjà mangé. Il : mangé, pour ce soir (amper 17.00u)???  Wij : ah non, pour le midi, chez madame la boulangère. Il: Ah, bon, il y a du café, du chocolat, du thé, un biljart. Toute la maison est à vous. Moi, je pars et demain matin ma mère sera là pour le petit-déjeuner. Jaja, zijn moeder inschakelen en hij de winsten opstrijken.  Zo zijn ze wel, die mannen. 

    Het dorpje, Campan, was klein maar levendig, de huizen versierd met levensgrote poppen. Daar moeten veel naaikransjes aan vooraf gegaan zijn. Johan, spring in 't veld, ging alras rondneuzen in het dorp, Michel zijn slecht been leek alsmaar langer te worden, dat ging van waggelwaggel door het oude huis en af en toe een pijnlijke grimas. Dat zag er niet zo goed uit en van armoe ging hij dan maar slapen, been recht vooruit en bed in. Geert en Johan speelden nog een partijtje getallenbiljart en Johan werd met glans biljartkampioen. Zelfs met mij als zijn kompaan. 

    La maman et le papa zijn al vroeg aanwezig om de boel in het huis op te kuisen terwijl de zoon ribbedebie is naar het gebergte, waar hij gidst en wandelt en klimt. Ik voel een warme liefde opborrelen voor de moeder, een klein vriendelijk vrouwtje, vooral als ze de verdediging van de elektrische fiets voert (het brommertje in de ogen van sommigen) en oppert dat men 'quand même faut pédaler, hein'. En dat die mannen niet moeten denken dat zij alleen moe worden. We gaan samen op de foto, het kleine vrouwtje en ik, 'enfin, quelq'un qui me comprend!'.

    We plannen vandaag de col d' Aspin, Michel moet een kleine proefrit doen om te zien of dat been nog wil plooien en of hij al of niet gaat fietsen.  En oef, het lukt, minder last van het fietsen dan van het trappen doen.  Johan neemt de bezemwagen voor zijn rekening.  Het is prachtig mooi weer, blauwer dan blauw,  de lucht. De Aspin ligt op iets meer dan 1.500 meter hoogte, de klim moet 600 hoogtemeters overschrijden.  Te doen dus.  Het begin lijkt zelfs niet op een klim, gemiddelde stijgingen van 2.5 à 3 %, we voelen het niet aan onze kuiten. Halverwege de klim staat Johan de koeien, die vrij op straat mogen lopen (domaine pastorale), te modereren. 

    De laatste vijf kilometers maken het slappe begin goed, het wordt pittig en ik rijd de mannen los (ha ja, dat brommerke). De zon geeft van katoen en ik ben blij als er al eens een boom aan de kant van de weg staat.  Des sapins op de Aspin. Nog zo gek niet, die naam.  Boven wacht Johan van de bezemwagen op ons.  Hij krijgt het aan de stok met een bitsige koe, die zich samen met haar zusters op het asfalt gezet heeft.  Ze probeert hem op de horens te pakken en hij maakt een paar bokkesprongen. Koe nr 45, niet te vertrouwen.  Ook Geert krijgt nog een kopstoot van de vache qui ne rit pas en we maken ons uit de voeten, eten onze picnic in Arreau, een mooi dorpje beneden aan de rivier.

    We wisselen van bezemwagen.  Ik rijd nu met de auto en Johan kan mee de Peyresourde op. Ze doen dat weerom goed, de mannen.  Een kanjer van een klim, iets zwaarder dan de Aspin en iets hoger gelegen (bijna 1600 m). En bovenaan de top, on vend des crèpes. Dat gaat goed die mondjes binnen. Nu moeten we nog enkel de afdaling afwerken en dan glijden we het stadje Bagnères de Luchon binnen. Heel toeristisch, alles staat hier in het teken van de thermen en de fiets.  De Tour de France had hier een aankomst in 2018.  En wie won er ? Ik weet het ondertussen.  U ook ? We logeren achter de hoek van de kliniek, waar armen en benen gerepareerd worden en nadien gesoigneerd in de heilzame baden. La Villa gracieuse, gerund door Engelsen, is een kast van een oud huis. We hebben drie kamers gereserveerd, Michel en Johan weten met zichzelf geen blijf, zo blij zijn ze met hun eigen kamer en hun dubbel bed, waarvan ze nog niet weten hoe ze daar gaan in liggen, in de lengte, in de breedte, diagonaal, het kan allemaal. En Geert, die moet het met mij stellen in een King sized bed, dat is ook niet slecht.  Alleen, die Wifi code, wat een moeizaam proces.  Hij tikt en hij tikt en probeert.  Computer says 'no'. Frustratie.  Vloeken.  Wifi code is pruts.  Wifi code deugt niet.  Welke Bifi heeft zulk een f*ck*ng bad Wifi ??!! Tot ik droog opmerk dat hij de code van de voordeur probeert in te tikken. Woehaaaa!!!

    11-09-2018 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tourmalet

    10 september 2018

    De Baskentaart werd niet op groot gejuich onthaald, Geert vond dat er een 'vies smaakske' aan was, maar na het vieruurtje restte er toch maar één stukje (weet je nog hoe we breuken leerden op de lagere school : denkbeeldige taarten in stukken snijden ? wij deelden door acht, ieder twee stukjes).  Op het menus 's avonds stonden boontjes, worteltjes, champignons, gekookt en gestoofd en in de oven, gebraden kip, pasta in zoetzure saus.  Ik kon het niet laten om een verlepte boon driekoningengewijs in het laatste stukje taart te duwen, goed onderhuids, geen mens die het zag en benieuwd of de gelukkige het zou proeven.

    Vroeg naar bed, wij altegaar, Johan moest nog wat slaap inhalen, de vorige nacht gingen alle uren van de nacht met zijn ogen aan de haal.

    De volgende morgen : druk gerommel in de keuken, er zijn slechtere manieren om een mens wakker te maken. Michel laadt de vaatwas uit en zet koffie.  Een ochtendmens.  Ik loer tersluiks naar het stukje taart-met-boon, de helft van het stuk is verdwenen, boon hangt er half uit.  Ik duw de sperzie er terug in. Wie eet dat laatste stukje taart op ? We vinden dat het voor Johan moet zijn en leggen het netjes op zijn bord. Johan eet de taart. Johan eet de boon. Hij zegt niets, hij proeft niets. Ik kroon hem dan maar in gedachten tot koning.  Met mannen kan je niks aanvangen.  Wat is het succes van een frats als die ongemerkt voorbijgaat ? En hoe kan het nu dat je een taart eet met een harde boon in en daar niets van merkt ?

    De zon straalt de wolkenresten in stukken, wat een prachtig weer voor een bergrit.  De mannen drentelen. Ze hebben bergstress. Starten ze nu of starten ze niet ? Geert zoekt zijn helm.  De helm is ribbedebie. Wie heeft de helm gezien ? De helm is weg. Hij eigent zich mijn helm toe, misschien kan ik een andere kopen als ik toch boodschappen doe ? Eindelijk zijn ze weg, het is tien uur ondertussen.  De Tourmalet is 19 kilometers lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 7,5%.  Dat is goed te doen voor een gemiddelde coureur zoals zij, maar het zijn de laatste kilometers die de berg zo zwaar maken. 12 à 13 %, die laatste kilometers, moordend, zo hebben ze gezucht en het bijhorend gezicht trok een pijnlijke grijns.

    Maar goed, ze zijn vertrokken, daar ben ik een uur of drie van verlost. Tot ik een eindje uit het dorp rijd en in de verte twee vertikale (druk gesticulerende) en één horizontale coureur (plat op de grond) zie. Michel ligt geveld op het voetpad, languit, dat is ook zijn gewoonte niet in het dagelijks leven. Hij probeert wat te lachen en te doen alsof hij bezig is aan een opwarmingsoefening, maar hij heeft zich pijn gedaan.  De ketting is van het tandwiel gesprongen en hij is gevallen, op zijn knie. De knie heeft alarmsignalen naar de hersenen gezonden en nu is hij ook nog eens duizelig in de kop. Hij heeft enkele minuten respijt nodig. Arme man ! Zo uitgekeken naar deze koninginnerit en nu moet hij bijna forfait geven.  Maar hij bekomt en ze trekken zich terug op gang, de twee blauwen voorop.  Witte Michel, een beetje beteuterd er achter.

    Ik doe de boodschappen in Luz Saint-Sauveur (wat een drukte!!), dat beneemt flink wat tijd en zet dan de achtervolging in. Adembenemende omgeving ! Groene flanken, ver en nog verder en daarachter ook nog, kletterende rivier er tussen in, slijtend en splijtend en spattend, en de lange, kronkelende baan met opschuivende figuurtjes. Ik moet opletten hoe ik rijd, want er zijn heel wat haarspeldbochten en die pak je best met de nodige flair.  Ik merk het als ik een coureur bijna klem rijd door te moeten uitwijken voor een wijdvoetse dalende viermaalvier. De coureur maakt zich een beetje boos op mij, ik gebaar nederig sorry sorry sorry.

    Ze zijn al een heel eind opgeschoten als ik ze in het vizier krijg, nog een viertal kilometers te gaan. Ze zitten zij aan zij, het peloton is nog niet opengereten. Johan druipt alweer van kop tot teen en geeft me zijn zompige helm. Bergop vallen kan geen pijn doen aan je kop.  Verder hebben ze niks nodig tenzij 'lucht'.  Tja, daar moeten ze zelf voor zorgen, diep ademen en doseren !

    Ik hou me vast voor de laatste kilometers met het hoge stijgingspercentage, maar die komen niet.  Voorlaatste kilometer : stijgingspercentage 9%, laatste kilometer : stijgingspercentage 10%. Het spijt me, maar zo staat het gegrift en gebeiteld langs de kant van de weg. Niet dat het voor doetjes is, dat zeker niet, ik zie menigeen met rode kop en buiten adem boven komen.  Vooral mannen, maar af en toe ook een vrouw. En ook veel moto's.  En oldtimers.  Vreemdsoortig volkje, maar de lijn halen ze allemaal (denk ik toch). Zo ook die van ons. Michel, Geert en Johan, in die volgorde, maar met weinig achterstand trekken de meet over.  Blij, tevreden, trots. Daar moeten foto's van getrokken worden.  Jacques Goddet kijkt goedmoedig toe van op zijn sokkel. Zijn grote wijde broek heeft hij thuisgelaten.  Lang leve de wielersport !! Vive le tour de Frangse !

    10-09-2018 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (9 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.rust

    9 september 2018

    Rustdag vandaag, het weer kwakkelt een beetje, en dan is een rustdag welgekomen. 

    Geert en Michel gaan boodschappen doen in het dorp, ze doen dat goed en komen zwaar beladen terug.  En wat zien we blinken ? Een taartje ! Een Baskisch gesloten taartje met bosbessenvulling. En wat zit er nog in de boodschappentas ?  Dat mogen we nog niet weten, maar we moeten beloven dat wij de groenten gaan bereiden en zij zullen het vlees fiksen. Dat hebben ze goed gekozen, de kip zit gebraden in hun boodschappentas.

    Ik plan vandaag toch eens naar de Cirque de Gavarnie te gaan, waar ik vijfenvijftig jaar geleden ook al eens was 'en famille' , op bedevaart naar Lourdes. Gavarnie zelf was toen erg mistig en dat is zowat het enige wat ik me er nog van herinner.  We kampeerden op een snikhete camping tegen Lourdes en mijn broer Ivo had een zonneslag door vooraan in de auto te zitten gedurende lange uren tijdens de rit door Frankrijk. Autostrades waren toen nog schaars, ritten duurden lang. Die jongen begon heel raar met zijn soeplepel te zwaaien, kreeg een draai tegen zijn oren voor dat onnozel gedrag, en begon wartaal uit te slaan, zijn temperatuur steeg ijzingwekkend of eerder bloedstollend hoog en de dokter moest er aan te pas komen. 

    Maar nu zijn we dus op weg naar Gavarnie, waar ik eigenlijk gepland had om twee nachten in een tipi te slapen, voluit in de natuur.  Bij nader inzien doen we dat toch beter niet, want zo veel charme is er niet meer aan.  De Cirque op zich is mooi gebleven, indrukwekkend, ook al ligt er niet veel sneeuw meer (en zal er in de toekomst niet veel meer liggen), maar het is er druk toeristisch met alle winkeltjes en cafeetjes die daar bij horen.  Bussen toeristen rijden af en aan, jong en oud, maar vooral oud, legt hetzelfde parcours af tot aan het begin van de klim.  We hebben er vlug genoeg van. Een terrasje doen zit er niet in, want het begint ook nog eens te miezeren.

    Gelukkig wacht er 'thuis' koffie met taart, daar heeft Johan voor gezorgd. Wij alweer blij.

    Morgen plannen we de Tourmalet.  Die zal met voorsprong de moeilijkste col zijn. Duimen dus !

    09-09-2018 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    08-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aubisque en Soulor

    8 september

    De gastvrouw van la Rive d'O geeft ons een gedetailleerde uitleg over wat het ontbijt te bieden heeft : croissants, pain, fromage de brebis fort et moins fort et de la confiture, trois choix : kersen, perziken en rode vruchten.  En zo eten wij deze morgen dezelfde confituur als Macron.  Want, zo vertelt ze ons, de confituur wordt plaatselijk artisanaal gemaakt(alles wat plaatselijk is,is artisanaal hier, dus zeg ik eigenlijk twee keer hetzelfde) en de confituurmaakster levert ook aan de president.  Goed om te weten en goed om te eten. Lekkerder dan de koffie, maar we malen er niet om. De drie dikke reusachtige poezen van Gaëlle et Jean-Claude zitten verlekkerd te kijken voor het venster. Nog nooit zo'n dikke poezen gezien.

    Vandaag scheiden zich onze wegen, de drie mannen willen de Aubisque op en rijden eerst een stuk met de auto tot Béost. Ik vertrek met de fiets van aan de chambres d'hôtes tot aan Béost en rijd dan met de auto achter de naarstige klimmers en hoop ze nog te pakken te krijgen vóór de top. Het zijn zowat 40 kilometers, nat gemeten, maar hier en daar korte pittige klimmetjes van 10%. Ik denk dat dat haalbaar is en vertrek vol goede moed. Maar hoe, ja hoe geraak je uit een stad? En dan nog in de goede richting ? Ik gok en probeer en nog eens en nog eens, passeer drie keer hetzelfde park, het lijkt wel de ronde van Oloron die ik aan het doen ben. Een pronte man schiet me te hulp. Hij legt alles eens goed uit en nadien zegt hij : je résume en legt hij het nog eens uit.  Een onderwijsman, mijn gedacht. Het helpt me wel vooruit, maar ondertussen ben ik een half uur kwijt. Dat wordt reppen. De tocht is prachtig, ik fiets door een eindeloos bos vol loofbomen, geen levende ziel te zien, enkel af en toe een paar wandelaars. Na het bos komt het water, ook mooi.  Geen liefdevol kabbelen meer zoals de riviertjes van de voorbije dagen, maar een echte bergrivier, schuimend, spattend, ratelend over de dikke keien.  Een heerlijk geluid.

    Ik kan mezelf geen tijd gunnen om te rusten of te eten, ik wil de mannen zien zwoegen en zweten. De auto in en vollen bak vooruit. Nou ja, het is flink bergop, gemiddeld zo'n 6,2 % (7% toeteren ze hier, als ik het cijfer 6 in de mond neem) en dat 17 kilometers lang. De eerste die ik te pakken krijg is Johan. De wegmarkering zegt op dat moment dat er nog 4 km te gaan is.  Ik zie hem harken op zijn fiets, de typische Johanstijl, hoe die het klaarspeelt om zich zo naar boven te wrikken, het is me een raadsel.  Ik stop even, helm en lege drinkbus worden in de auto gezwierd, elk verlies aan gewicht telt !  Een klein interviewtje wil ik hem nog afnemen :  wat is je gevoel hierbij ? en  heb je al gedacht aan opgeven vandaag ?, maar ik vrees dat het de verkeerde vragen zijn, hij sterft op de fiets en ik maak me uit de voeten.

    Nu de twee andere musketiers nog. De ene in het rood, de andere in het blauw, ik zie ze zij aan zij in de verte.  Nog  2 kilometers te gaan, schat ik.  En wat zie ik nog ?  Voor hen loopt (LOOPT) een vrouw (VROUW) en ze komen geen meter dichterbij, integendeel, de vrouw loopt uit op de twee fietsers. Als ik later vraag wat voor hen het moeilijkste moment was, dan moeten ze toegeven dat het dat wel was : een vrouw die je voorbijloopt is niet zo goed voor je ego.  Toch rijden ze verrassend soepel omhoog, de rode trekt de kop. En zijn kop is ook rood, maar dat merken we maar 's avonds.  Insmeren de volgende dagen dus ! Ze komen over de meet, de fotofinish zal de winnaar moeten aanduiden. We gaan ons daar niet mee bezighouden. Zijn ze moe ? Ja, moe. Zijn ze tevreden ?  Ja en zelfs nog meer dat dan moe. Zij tevreden, ik ook tevreden. Nu nog even wachten op Johan. Ha, daar is hij.  En hij kan nog lachen, zij het heel even, voor de foto. Hij is diep moeten gaan, maar heeft het ferm volbracht. Wat ik even wil vermelden : ik heb Johan gezien een tiental jaren geleden en toen kon hij geen twintig stappen achter elkaar zetten.  De keukenkast opendoen was toen voor hem een bijna bovenmenselijke inspanning. En nu, een hartoperatie verder, nu rijdt diezelfde mens een col op alsof hij zijn hele leven niets anders deed. Dat laatste is nu ook weer overdreven, maar U begrijpt wellicht wat ik bedoel.

    Boven op de top staan in oversized formaat een gele, een groene en een bolletjesfiets. Daar gaan de drie coureurs samen op de foto.

    Maar!! Er wacht nog een col. Kenners onder jullie weten nu natuurlijk dat de Soulor het verlengstuk is van de col d' Aubisque : eerst enkele honderd meters dalen en dan nog een korte klim, en deze col is ook bedwongen.  De rollen liggen nu enigszins anders : Johan en Geert, twee goede dalers, valken als het ware, en Michel, voorzichtig, bij zichzelf alle gevaren aan het opsommen die een afdaling kunnen bieden : een schaap dat plots oversteekt, een remblok die dichtklapt, een voorwiel dat samenplooit, een slipper in de modder (die modder blijkt achteraf schapenstront te zijn, proefondervindelijk te weten gekomen door hem van het wiel te willen vegen), een tegenligger, een voorbijvlieger, een vrouw achter het stuur... Als je daar allemaal aan begint te denken, dan ben je beter dat je afstapt en te voet naar huis gaat.

    Het is weekend en het is druk in het gebergte, ik zie vooral veel motards die met veel gezwier en gezwaai flaneren langs de baan.  Ik besluit om door te rijden,  er moeten ook nog boodschappen gedaan worden en die zal ik voor mijn rekening nemen. In Argelès d'Azost stuit ik op een marktpleintje en leuke terrasjes, beschaduwd door oude platanen.  Een ijsje heb ik wel verdiend.  Ik bestel een dame blanche, mais sans chantilly.  En krijg een coupe met 3 vanillebollen. Sec en pover. Ik stuur een bericht naar de mannen dat een terras hen wacht.  Geen reactie. Nog eens proberen.  Ze luisteren niet. Koekoek, roep ik hen toe.  Niks nie. Mannen kunnen maar één ding tezelfdertijd doen, ik had dat moeten weten.  Als ze fietsen kunnen ze niet op hun smartphone kijken.  Als ze op elkaar wachten kunnen ze niet fietsen, maar ook niet op hun smartphone kijken. En als ze dan toch op hun smartphone kijken zijn ze het stadje al lang gepasseerd en ben ik op de achtervolging aangewezen. Ik kom ze tegen op een kleine parking waar ze druk in de weer zijn een fietsende dame terug in het zadel te helpen. Ze was, overmoedig aan een fietstochtje begonnen terwijl haar man in de thermen lag te baden, maar was vergeten dat ze ook nog terug moest en ze had haar beste krachten verspeeld. Ik kom ze even later tegen.  Ze kijkt verbeten, de thermen zullen haar beter liggen vermoed ik.

    We hebben een appartement gehuurd voor 2 overnachtingen in Luz Saint-Sauveur, een stadje dat in de oksel van de Tourmalet ligt en de wielersport uit al zijn poriën uitstraalt. Maar wat een klus om het appartement te vinden. Zelfs google maps brengt mij volledig in de war.  Ik toer en toer, vooruit, achteruit. Dan probeer ik het te voet en tja, daar is het, verschillende keren ben ik het voorbij gereden.  Maar wat blijkt ? de voordeur is nu achterdeur geworden en in de achterkant zit een nieuwe voordeur. Maar om aan die nieuwe voordeur te geraken moet je door een steegje en mag je vehicuul maar 2 m breed zijn en 2 m hoog.  Dat is erg smal.  Daar durf ik niet door met de auto.  Johan neemt deze riskante zaak op zich en manouvreert de auto er netjes door.  Oef, we zijn er geraakt.

    Het appartement is nagelnieuw, goede keuken, mooie badkamer en.... een wasmachine.  Dat vinden wij ongelooflijk praktisch. De vuile was wordt in een wip en een gauw geramasseerd en in de machine gestoken. Ondertussen is het al donker geworden, we hebben een lichte maaltijd verorberd en genieten nog wat van de rust.  Maar poenk, alle lichten vallen uit.  Donker ! Johan komt al aangelopen met een noodverlichting, je draait aan een hendeltje en de pillamp (die eigenlijk geen pillamp is want er zit geen pil in) brandt. De zekeringkast wordt gecontroleerd, de wattage en verliesstroom wordt druk besproken, een hendeltje wordt opduwd. Veel geflikker en hop, er is terug licht.  Voor even, want de vorige paragraaf herhaalt zich een vijftal keer.  Er begint er al eentje te brommen over 'slecht appartement' en 'niks waard' en 'wat zijn dat voor manieren', het is het Spaans bloed, hij kan er niks aan doen. Dus haal ik mijn beste suscapaciteiten boven en gelukkig, de electriciteit houdt stand.  Welllicht heeft het voltooien van het wasprogramma er ook iets mee te maken. Of.... we overwegen ook de mogelijkheid dat Johan iets te enthousiast het inductievuur heeft gepoetst (ik heb hem daar zien sponsen met veel zeep en water) en dat er ergens water tussen de leidingen is gekropen. Wie zal het zeggen ?  Ik in elk geval weet het niet.

    De mannen zijn moe, ik ook.  Het is niet eens tien uur en we liggen al in bed. Slapen zal zalig zijn. 'Zou' voor eentje onder ons.

    08-09-2018 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    07-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de efficiëntie van mannen

    7 september 2018

    Gisteravond namen we onze intrek in de kamer van het hotel, Geert en ik, denkend dat we van de mannen verlost waren (grapje).  De manshoge vensters opengeslagen en wat zagen we : 2 lachende mannengezichten die over het tussenmuurtje naar ons stonden te wijzen en te grijnzen. Geen erg, de zon scheen (eventjes), we keuvelden wat over het muurtje met onze buren en onze bovenbuur, deden een klein tukje en gingen voor een avondvullende maaltijd in het hotel. 

    Omdat het avondmaal zo vullend was hebben we niet te best geslapen. Geen nood, een beetje gingko bilopa uit de groene sporttas van Michel en onze etalagebenen zijn alweer flink in orde. Die gingko biloba is zogezegd niet van hem, maar moeten we dat wel geloven?  Het is in elk geval voor zowat alles goed, ik bespaar u een opsomming van de kwalen die je ermee kunt genezen en wat je er allemaal mee kunt opkrikken.

    Michel gaat vandaag de bezemwagen bemannen, het wordt een korte rit van 54 km en hij spaart zich voor het hooggebergte. Hij struint wat op de plaatselijke markt, recupereert onze koelelementen die nog in de diepvriezer van het hotel liggen en maakt zich klaar voor de rit naar Hoquy voor de middagpauze.

    Maar, wij drieën zijn nog geen 5 km weg of Geert valt plat. Geen nood, beide mannen hebben een reservebandje bij, nagelnieuw. Johan is een handige fietsenontmantelaar en in een mum van tijd ligt daar een mooi nieuw binnenbandje op dat voorwiel. Nu nog oppompen en klaar is kees. We glunderen als kleine kinderen terwijl Johan wild tekeer gaat met het minuscule pompje.  Aflossing van de wacht, Geert pompt verder.  Zulke kleine pompjes geven niet veel lucht, zo blijkt, de band blijft plat. Ja maar, hebben ze wel goed gevoeld aan de binnenkant van de buitenband of er geen doorn of nagel of scherp ding in zit ? How zeg, inderdaad, er zit een scherp ijzeren pinnetje dwars door de buitenband, wie heeft dat er in gestoken.  Maar in de nieuwe binnenband zit ook een gat. Misschien, maar dat opper ik beter niet, was die binnenband toch zo nieuw niet ? Niet getreurd, we hebben nog een binnenband, zeker ook nagelnieuw en bovendien zeker nagelvrij. Handig dat binnenbandje er in en pompen maar. De band blijft armzalig plat. Misschien ligt het aan het rampzalig pompje, dus begint Johan die band met zijn mond op te blazen, wat natuurlijk niet lukt.  Terug de binnenband eruit en zo proberen opblazen. Een kanjer van een gat in de band !! Een nieuwe band en een gat er in ?  Die fietsenmakers, dieven en bedriegers zijn het!

    Ondertussen probeer ik Michel te verwittigen dat we nog niet ver gevorderd zijn en niet verder gaan geraken.  Hij komt er zo aan, meldt hij. We wachten, maar Michel komt niet.  We wachten nog wat, Michel komt niet. We krijgen bericht van Michel, hij zat op een andere baan en heeft ons gemist, maar hij komt ons zeker tegemoet. We wachten.  Michel komt niet.  De twee mannen bedenken plots dat ze zelfredzaam moeten zijn en dat een band die kapot is misschien wel kan geplakt worden. Ha, ze schieten in actie, gat gezocht, band geplakt, wiel er in en ja hoor, het is gelukt ! De fiets is gerepareerd.  Michel, die komt niet. We fietsen dan maar verder, we komen hem wellicht dadelijk tegen.  Michel komt niet. Michel staat in een dorpje, waar wij passeren, te wachten met zijn fototoestel om actiefoto's te kunnen nemen. Prachtig is dat.  Alleen is het spijtig dat hij op een verkeerde baan staat te wachten en dat wij wel door dat dorpje passeren, maar niet op die baan. Blind gekruist dus, wij en hij.

    Gelukkig leven we in het tijdperk van smartphone en vinden we elkaar terug. De lunch is lekker, de markt van St Palais heeft een mooi suikerbrood/brioche opgeleverd én 4 jezuïeten, dat zijn bladerdeegkoeken met vulling, het smaakt ons want we hebben al wat klimwerk achter de rug. En ook nog voor de boeg, dat is voor de namiddag en in totaal verslaan we zo'n 500 klimmeters vandaag. Een mooie voorbereiding voor morgen, dan worden het er meer dan 1100 met de Aubisque en de Soulor.  Dat klinkt in onze oren, de reuzen van de Tour. We hopen dat het lukt !

    Toch nog even vermelden, we gingen op restaurant vanavond, een aanrader van de gastvrouw en kregen alweer een viergangenmenu voor 16 euro per persoon. Volks, vlugge bediening en goedkoop.  En voor onze mannen een extra attractie : le maître had een enorme huidhonger naar mannelijke nek- en armspieren. En wie zat er in zijn tactiel vizier ?  Jehanne en Michou ! Daar hebben ze deugd van gehad.  En hij nog het meest van al. De Tom Lanoye van Oloron, een man om nooit te vergeten. 

    07-09-2018 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (3)


    Archief per week
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 08/05-14/05 2017

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!