Inhoud blog
  • Inpakdag
  • een laatste keer de bergen in
  • torre del mar
  • dry rafting
  • apentoerentocht
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Gastenboek
  • Goedemiddag
  • OOk nog de Beste wensen voor 2024
  • Hallo
  • Een goede midweek middag en avond
  • Goedemorgen

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    de hort op

    27-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Inpakdag

    Het einde nadert, we moeten inpakken.  Morgen nemen we het vliegtuig om 11u20 in Malaga.  We hebben een paar stressoren : 1) hoeveel wegen die valiezen ? Zowaar zwaar !!! Is dat meer dan 20kg ? Dat weten we niet.  Ik stel Geert voor om mij eens op te heffen, dan in zijn hoofd dit delen door 3 en dan een valies op te heffen.  Wat denkt hij daarvan ? Hoger of lager ? Geen sprake van dat hij dat gaat doen, hij is niet gek.  Dan stel ik hem voor om de weegschaal van Antonio te gaan vragen. Héhé, Antonio heeft geen weegschaal, die meet alles uit het hoofd en op zijn vingers. Klasseren dan maar en afwachten! Tweede stressor : de auto.  Die is zo vuil (aan de buitenkant) alsof we Parijs-Dakar hebben gereden. Het arme vehikel heeft afgezien aan zijn onderkant, aan zijn ophanging, aan zijn vering en wellicht nog hier en daar.  Hem wassen gaan we niet doen, maar zo kunnen we ook niet zien of er soms schade is aan de buitenkant.  Niet dat onze prachtige chauffeur iemand geraakt zou hebben, maar het ligt hier vol met opspringende steentjes en uitwijken voor een tegenligger stuurt de auto soms de bosjes in, waar scherpe takjes zitten te wachten om krasjes op auto's te maken, zo gemeen zijn ze wel.  Ook dat klasseren we, we kunnen er toch niets meer aan veranderen.  Alles zal zich openbaren na de wasbeurt.

    We gaan een laatste keer eten in de bar van Acebuchal, we staan gereserveerd onder de naam 'Gilda'.  We zitten in het zonnetje, Geert kan zijn ogen er niet van open houden.  Als we bestellen wijst de kelner Benjamin ons terecht dat we veel te veel bestellen, we krijgen dat niet op, weten we dat nu nog niet ?  Oei, beetje dimmen dan maar.  Een salade van het huis delen, de kaas- en champignonkroketten laten vallen, nog een secondo plato nemen (die uiteraard veel vlees bevat, waar wij overwegend groenten eten, zweren de Spanjaarden nog steeds bij veel vlees) een liter water drinken en wegwezen.  Er is veel volk, de twee kelners kunnen hun eigen voeten niet bijhouden. Liever een koffer van 30 kg en een auto vol schrammen, dan één dag het werk te moeten doen wat zij doen.

    Geert, de nostalgische ziel, wil nog eens naar het Balcon van Europa. Alsof we voor de allereerste keer in Nerja komen rijden we hopeloos verloren.  Hij ziet een wegwijzer naar het Oosten, ik zeg 'dat kan niet, we moeten naar het Westen'.  Het Balcon ligt in het midden, laten we het daarbij houden.  We drinken er nog eentje op.  Ik vraag de kelner naar de cartera (de kaart).  Olala, zegt hij, dat krijg je niet, dat is mijn portefeuille.  La carta, dat moet het zijn. Beter opletten in de Spaanse les, kijft hij.  Gelukkig zie ik er even onschuldig uit als ik ben, niet met een holster en een leren jekker en een doodshoofd getatoeeerd in mijn nek, oude vrouwtjes bijten niet, die kennen gewoon geen Spaans.

    De zon begint te zakken in de zee.  We zien een mooie zonsondergang.  Het begint wel koud te worden, we zullen maar eens huiswaarts keren.  Op het moeilijke stuk naar Acebuchal pronostikeren we hoeveel auto's we zullen tegenkomen.  Geert denkt 0, het is bijna donker, iedereen is naar huis.  Ik schat 3.  Het zijn er drie.  Ze zijn galant en voorzichtig in het donker.  Wij ook. De kachel mag nog één keer hout slurpen en brommen en knisperen.   Wij nog één keer slapen. Bye Andalusië, het was mooi, we zijn je dankbaar voor je prachtige natuur en je eeuwigdurende zonneschijn.









    27-12-2023 om 21:14 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    26-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.een laatste keer de bergen in

    De ochtend begint lieflijk, zachtjes gewekt worden door een schouderklopje, de tafel al gedekt, de boterhammetjes geroosterd, koffie gezet.  We keuvelen wat over de tocht die we gaan doen, zullen we de top halen want er zijn nogal wat hoogtemeters te overwinnen, maar we zetten onszelf onmiddellijk uit de wind, want niks moet, we kunnen altijd op onze passen terugkeren, maar toch, we gaan er voor !!

    Twee minuten later zit het er bovenarms op.  Ik heb mijn schaarse boterhammen in de broodrooster laten zwartblakeren.  Veel rook, veel gevloek, 'uit je doppen kijken', 'vergiftigde lucht', kortom een kortsluiting in het hoofd van Geert.  Maar kijk, ik heb nog 4 maagdelijk witte boterhammen, ik steek ze vlug in de rooster, laten we in alle sereniteit ons lunchpakket maken.  Die rooster is goed opgewarmd en begint binnen de kortste keren terug te roken. Wat nu ?  Aaaaach, alle vier de sneetjes zijn zwart.  Niet bruin maar zwart.  En de rook is navenant.  Deuren en vensters open, geroep, gekef, de hond van hiernaast vindt het ook niet leuk.  Ik ook niet.  Mijn allerlaatste boterhammetjes gaan in de rooster. Geert is al de piste in, hij kan het niet meer aanzien.  Het geeft mij de mogelijkheid om me goed te concentreren op de oververhitte broodrooster en de hammetjes er op tijd uit te vissen.  Oef, mijn lunchpakket is gered.  Wat ik morgen zal eten, dat zien we dan wel. 

    Het voelt buiten nog ijzig koud aan, de zon zit achter de bergen, we zullen ons warm moeten stappen.  Het is een beschreven tocht in Wikiloc, da app die ons vorige keer de rotsen in stuurde. Het eerste stuk van de route kennen we al, het stijgt gemoedelijk, soms wat steiler. Het warmt ons goed op en eens de zon over de toppen komt piepen krijgen we het algauw veel te warm.  De eerste stop komt na 250 hoogtemeters aan de puerta paez blanca.  Een beetje drinken, de truien uit, en verder.  De aanduiding van de route op de app blijft verbazend dicht bij de werkelijke paden die we volgen, het stemt ons tevreden en hoopvol.  Veel naaldbomen langs de kant van de weg, sommigen zijn afgeknakt door de wind en weer opgeruimd door de gemeentewerkers (nemen we aan). Die gemeentewerkers zijn in de verte te zien met hun bulldozer en hun bobcat.  Ze zijn alweer een boord aan het verstevigen met reusachtige rotsblokken die ze in de bedding van een droge rivier vinden.  Ik houd mijn hart vast als ik ze zie manoevreren met hun machines, de afgrond is nooit ver, het is echt millimeterwerk. 

    We verwachten een steil pad links van de weg dat ons naar de top gaat voeren, maar weten niet hoe de aanduiding zal zijn en speuren dus al flink langs de flanken. De rotsen zijn hier opvallend blank, maar ook loodrecht omhoog, dat kan toch geen pad zijn.  Er is een opvallende holte in één van de rotsen, zou dat een grot zijn ?  Daar wil ik in gaan curieuzeneuzen, ook al is speleologie helemaal niets voor mij. Toch eens gaan kijken. Geert komt weifelend nader.  We kijken eens goed rond in de ondergrondse kamer, het is er niet geheel donker en plots zie ik een rotstekening op één van de wanden.  Huuuh ?  Zijn dat hiërogliefen ?  Ontdekken wij hier iets ? We kijken nog eens beter, het is warempel een kerstgebeuren dat daar op de rotsen staat.  Wie heeft dat daarop gezet en hoe oud is dat ding al ?  Ik maak er een foto van, we weten niet goed wat we er van moeten denken en of het wel echt is.

    Het steil pad dient zich aan, het staat keurig aangeduid met een blauwe bol en het neemt ons mee naar 1.000 m hoogte.  Ik zou zo graag boven de boomgrens uitkomen.  Helaas, het mag niet zijn.  Het hoogste punt ligt netjes tussen de bomen en aan een rivier met schitterend witte rotsblokken.  Gewassen op 60 graden en gebleekt in de zon.  Het is hier rustig zitten, geen mens te zien, niks te horen (ook geen vogels, die ik sowieso al niet hoor), wat een heerlijke plaats.  'De avond gaat ons verrassen', zegt Geert, 'we moeten terug'.  Ik reken vlug, we zijn drieëneenhalf uur aan het stappen, voornamelijk bergop, en het is nu 13.u30. Als we niet verloren lopen zijn we in tweeënhalf uur terug thuis. Als er niets onverwachts op onze weg komt, wordt het 16u bij thuiskomst.  Zo verrast gaan we niet zijn door de avond, toch ?

    Er komt nog een klimmetje, wat ons er toe aanzet om te zien wie het snelst boven is.  Ondanks mijn hardhandige terugduwpogingen moet ik toch het onderspit delven, dat manneke wipt me met zijn zware bottinnen voorbij. Het is een oneerlijke strijd : hij kan korte, snelle bokkensprongen maken, ik moet het hebben van mijn lange benen die kunnen volhouden.

    Vanaf nu wordt het een lange, zeer lange afdaling, en wat we gisteren als een nieuwe, door ons uitgevonden sport, beschouwden, doen de wandelaars hier al jarenlang : dry rafting.  We dalen kilometers af in een droge rivierbedding.  Dat is niet altijd even gemakkelijk, er zijn keien, er zijn rotsen, er zijn bomen die in de weg liggen, wortels waar je voeten kunnen blijven achterhaken. Het vergt concentratie en voorzichtigheid en zorgen dat je niet op je knieën terecht komt, want dat zou lelijk pijn doen.  Wikiloc blijft ons goede bijstand verlenen, we volgen perfect de uitgestippelde route en komen algauw op ons bekend gebied.  Nog even de laatste afdaling.  Ze duurt langer dan ik zou willen.  'Acebuchal', roep ik luid, 'waar ben je' ? 'Hier', roept er iemand.  'Waar dan ?'  'Hier!'  Ik droom het maar.  Acebuchal is stil, op de gezellige drukte van de bar na. We drinken er een op, tevreden over onze prestatie.  Bijna zes uur op pad, mits een half uurtje onderbroken om te eten, dat hebben we goed gedaan.



















    26-12-2023 om 21:39 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    25-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.torre del mar
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    het vorig artikel nog even aanvullen met de foto van de muurschildering die (een deel van ?) de Guernica van Picasso voorstelt.  In zwart-wit getekend hier.

    25-12-2023 om 20:25 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.dry rafting

    Maandag, wasdag !  Het is wel Kerstmis (Feliz Navidad, tralalalala), maar we zijn erg gestructureerd (ja toch ?) en op maandag moet er gewassen worden. Niet erg, de wasmachine regelt dat voor ons, de draad buiten nodigt het wasgoed uit op zijn droog kerstfeest en de zon helpt een handje. Terwijl ik de bar aandoe om een brood te kopen, maakt Geert spaghettisaus.  Dat is ons kerstmaal en dat vinden we helemaal goed. Maar buiten dat huishoudelijk gedoe (ik heb ook al eens geveegd én de afwas gedaan !) doen we vandaag een nieuwe activiteit : dry rafting.

    We nemen daar onmiddellijk een patent op want we hebben het zelf uitgevonden. Of het een wereldsucces zal worden : we hopen van wel, maar denken van misschien niet. Het is zo dat ik een paadje heb gevonden naar de rivier die langs het dorpje loopt.  De rivier is helaas geen rivier meer, maar een droge bedding. Afdalen met een rubberboot kan dus niet en dat is spijtig want rafting is superleuk en helemaal niet gevaarlijk.  Zo dacht ik er een aantal jaren geleden over, 'een beetje bootje varen op een wilde rivier', en ging ik enthousiast mee met Margo en Geert voor een raftingtochtje.  De boot sloeg op hol, hij ging achterstevoren over kop, iedereen in het water, niet meer wetend waar boven of onder was en Hilde wou geen poot meer verzetten. Maar goed, deze keer is er geen water en dus doen we het droog.  We dalen zonder boot de rivier af. Stenen, doornen, droge watervallen, we slaan ons overal door.  Dat gaat goed, de eerste honderd meter.  Dan wordt het donker door de dichte begroeiïng en glibberig en stekelig en is de pret er af.  We overwegen om een machete te gaan kopen in Frigiliana, maar nee, toch maar niet.  Terugkeren maar.  Als we eens goed rondkijken dan zien we nu ook dat alle afvoerpijpen van de huizen van het dorp in de rivier lozen. Vandaar het toch niet al te frisse reukje dat in die bedding hangt.  We haasten ons die put uit vóór er iemand zijn toilet doortrekt en bedenken een waardevol alternatief.  Kerst aan zee : klinkt dat niet aantrekkelijk ?

    Er is veel zee in de buurt, we kiezen Torre del Mar, daar zijn we nog niet geweest.  Dat valt goed mee.  Het stadje is heel wandelvriendelijk, we hebben een promenade van wel 4km lang, overal zijn bars, banken, toiletten, palmbomen... en Spanjaarden, én toeristen. Parkieten, yachten, vissersboten, een vuurtoren, muurschilderingen, speeltuintjes en heel veel strand. Geert heeft zijn zonnebril op, ik maak een foto van hem.  Zoals hij kijkt moeten de mensen wel denken dat hij iemand van de cosa nostra is.  En dat met een grote madame bij hem in rode short en benen vol krassen.  Niet pluis, die twee.  Geen nood, wij kunnen dat ook denken van het volk dat we tegenkomen.  Mensen kijken verveelt nooit.  Want waarom loopt de ene er bij alsof hij/zij naar de Oscaruitreiking mag en de andere in vuile trainingbroek ? Waarom kakelen de Spaanse vrouwen zo en wat vertellen ze dan wel ? Waarom loopt die ene toerist met vier honden aan de leiband ? Waarom smijt dat jongetje met stenen naar de meeuwen ? (omdat zijn opa hem aanmoedigt).  Waarom loopt de ene half bloot en heeft de ander een dikke wintervest aan ? En zingen ze daar kerstgezangen of zijn het dronkemansliederen ?  Is de zatte nonkel in zijn nopjes en gijzelt hij het  hele gezelschap ?  Rollen ze straks ruziënd over de grond ?

    We weten het antwoord niet, maar krijgen wel honger.  De spaghettisaus wacht, wij vallen aan.  Het blijkt toch wel een heel grote pot saus te zijn.  Ik opper om een deel aan Kai te geven, zoniet is er de volgende dagen opnieuw en opnieuw spaghetti.  Geert regelt dat even met Kai, die jongen is blij met zijn portie. En het varken, dat is niet meer te zien. Geert is overtuigd dat het logeerde in een huisje hier vlakbij, naast het huisje van de oude Zweed.  Ik heb toch mijn twijfels.  De oplossing is : vragen aan de oude Zweed of hij een varken als buur gehad heeft. Als dat maar niet tot een spraakverwarring leidt.









    25-12-2023 om 19:44 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    24-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.apentoerentocht

    De dag voor Kerstmis.  Wat doen wij vandaag ? Wandelen! :) En hopen dat we het tam varken tegenkomen om een fotootje te kunnen trekken.

    We plannen een kriskrasse wandeling, laten we zien waar onze voeten ons brengen en laten we proberen een lus te maken en niet op onze stappen terug te moeten keren. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.  De mooie baantjes kunnen in een oogwenk veranderen in grind, plots tussen de olijfbomen doorlopen om dan te eindigen in iets onooglijks, dat de naam van weggetje niet meer waard is.  Het enige dat we hier vinden zijn lege hulzen van jachtgeweren. Stukje terug dan maar en bij een bifurcation het andere baantje nemen.   Ik zou graag bij de rivier geraken die diep in het dal, uitgedroogd ligt te wachten op regen, die voorlopig maar niet komt.  Maar de hellingen zijn zo verraderlijk en ik heb een strenge metgezel. Die jaagt me terug omhoog er is geen soebatten aan. Haa, hier gebruik ik het woord soebatten, dat ik helemaal niet kende, Geert wel en het met glamour en een grijns op zijn gezicht een paar keer na mekaar uitspreekt.  Als hij nu maar niet terug Engels begint te praten !

    Afleiding van het Oxford Engels is nodig, ik klim op een rots, dan verandert zijn taal vanzelf in plat Westvlaams.  Daar sta ik dan, te paraderen en te triomferen, op anderhalve meter van de grond. Zulke dingen gaat hij zeker niet doen, veel te gevaarlijk, maar als u goed naar de foto's kijkt dan zie je dat menneke twee keer zo hoog op dezelfde rots staan.  De apentoeren kunnen beginnen.  Wat doen apen ? Smoelen trekken, klauteren, pikkedieven.... Ik ben goed in twee van de drie, Geert kan overweg met alledrie. We komen een mooie boom tegen : hier moet in geklommen worden. 'Nee', zegt Geert, 'ik kan daar niet in, er is geen pak aan'.  Met mijn lange armen en een flinke duw onder mijn derrière (wat hij gewillig wil doen) zit ik in een wip (nou ja) in de trotse boom. Er terug uit, dat is moeilijker, ik denk dat het een soort patattenzak is die lomp in zijn sterke armen zakt.  Niet getreurd, dat staat niet op de foto. 

    En hij ? Hij wrikkelt tegen.  Het gaat niet en hij is te oud en die boom is te dik en heeft geen takken om naar te grijpen. Allemaal larie en apekool.  Aapjes moeten de boom in.  Ik geef hem op mijn  beurt een flinke duw omhoog en natuurlijk kan hij wel in die boom.  Zelfs nog een statie hoger dan ik. Fotootje en dan wip, sprong en rol over de schouder uit de boom. Zo gaat het ongeveer.  Het echte verhaal wil ik u besparen.  Terwijl wij zo aan die boom zitten te knutselen komt een man voorbij, die ietwat vreemd naar onze turnoefeningen kijkt.  Die gekke toeristen toch.  Zet ze een week aan de olijvenpluk en ze kunnen geen voet meer voor de andere krijgen ! Gemakkelijk, hoor, ganse dagen in uw nest liggen en dan in boompje klimmen en er nog trots op zijn ook.  Die gasten weten niet hoe een boer moet travakken. 

    Hij heeft gelijk, we kennen het harde buitenleven niet.  De oude boer die met twee krukken langs zijn avocadoveld schuifelt om zijn land, zijn trots, te controleren, weekdag, zondag, kerstavond, allemaal eender, die boer moet dat doen of hij is niet gerust.  We zien hem en steken hem eerbiedig voorbij. Dat we een paar avocado's opgeraapt hebben onder zijn bomen, vindt hij niet erg.  Hij zegt het niet, maar we voelen het wel. En later vinden we een citroen die nogal ver overhangt en springt het oranje van overtollige appelsienen ons in het oog en ja, we zijn toch op apentocht, dus, meenemen die handel.

    Het baantje dat we gekozen hebben toen het andere niet lukte, brengt ons deze keer naar gekend terrein, de asfaltbaan die Frigiliana met Torrox verbindt.  Geert vraagt zich nog wel even af of we niet in de andere richting moeten, maar dat is een zéér domme vraag.

    Tijd om te picknicken nu. Veel honger gaan we vanavond niet meer hebben, we hebben het middaguur verspeeld, het is drie uur in de namiddag.  We zetten ons dicht bij villa Thomas, het geeft ons een thuisgevoel. Nog een uurtje stappen, dat weten we al, en we kunnen aan de drank.  Het dorpje Acebuchal ligt te blinken in de namiddagzon, wat ligt dat daar toch vredig te rusten. Tijd om wat kerstliedjes te zingen op onze weg naar huis.  Ik krijg warempel Geert aan het zingen, hij de hoge stem, ik de lage, van een liedje dat helemaal geen kerstlied is, maar eerder een oorlogslied, want het gaat over soldaten.  Goed om te marcheren, verder niks waard.

    De bar zit stilaan in opruimmodus, het is tenslotte kerstavond, de obers willen naar huis.  We mogen toch nog bestellen en zien lekkere taartjes aan een andere tafel.  Een gebakje dus voor Geert.  Terwijl de kelner opnoemt welke gebakjes er zijn, weet ik al wat hij gaat kiezen.  Niet omdat hij dat per sé lekkerst vindt, maar om de naam te kunnen uitspreken.  Melocotón ! Hoe schoon is dat.



















    24-12-2023 om 21:31 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    23-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.kerst in La Herradura

    Ik heb een barslechte nacht.  Wellicht zit het lezen van mijn boek er voor iets tussen. Dat boek verhaalt over de jaren 1800 en er komen schimmen en geesten en spoken aan te pas, in het toenmalige Engeland, mistige heuvels met heide bedekt, waar rusteloze vrouwen rondzwerven op zoek naar overleden geliefden, epidemies van typhus en tering en longontsteking. Mensen die vervloekt zijn omdat hun voorvaderen iets mispeuterd hebben,zijn doodsbang voor het cijfer zeven, omdat babies die geboren worden sterven op hun zevende dag of in de zevende maand, en zelfs als er geen zeven in voorkomt als de baby sterft dan rekenen ze tot ze toch tot een zeven komen. 'Zie je wel', zeggen ze 'het is de vloek die op ons rust'. 

    Met dat boek in mijn hoofd lig ik in bed, Picassogewijs, mijn een oog naar het plafond gericht, mijn ander oog naar de deur die openstaat omdat ze piept als we 's nachts moeten plassen en ik verwacht dat Geert in een monsterlijke Minotaurus gaat veranderen en mij zal willen verslinden of dat er minstens spoken met sluiers mijn gezicht zullen aantikken en wenken : 'kom Hilde, kom, je wordt verwacht in de nacht'.  Zo kan een mens natuurlijk niet slapen en als ik dan ook nog een kriebelhoest krijg die maar niet overgaat, dan zit het spel helemaal op de wagen.  Man bozig, ik zuchtend, het spook op de vlucht. Tegen de ochtend is het allemaal voorbij. Oef.

    Het is niet al te vroeg als we vertrekken, we moeten winkelen, want morgen is het zondag en kerstavond, maandag zijn de winkels zeker dicht en op restaurant gaan zal er waarschijnlijk niet inzitten, de Spanjaarden zijn zo bezeten door Navidad dat ze allemaal thuis bij la mama willen zijn. We kiezen ervoor om naar zee te trekken, naar het naburige stadje van Nerja.  Het heet La Herradura  en ligt in een mooie baai.  Dat belooft de kaart althans. Het is vlug bereikbaar via de autovia, parkeren is ook geen probleem, vlak bij het strand is plaats voor ons autootje.  Terwijl we nog in de auto zitten zien we plots over het water een kerststoet uitgaan : de Kerstman met zijn gevolg.  Statig stappen ze achter elkaar over het water, de wonderen zijn de wereld niet uit.  Als we beter kijken zien we dat het roeiers en suppers zijn die onder vrolijk gezang de Kerstman vervoeren van oever naar oever.  Het is verbazend dat geen van de suppers in het water valt, al zijn er wel een paar die op hun knieën voortpeddelen. Er is weinig bekijks, het strand is quasi leeg, waarschijnlijk gaan ze hier alle dagen zo tekeer.

    We vragen ons af of we een mooi stadje mogen verwachten, voorlopig is het allemaal nogal eentonig met de typische witte blokjes van huizen die langs de zee gebouwd zijn.  We vinden een plan langs de kant van de weg : het oude stadsgedeelte ligt meer naar het oosten op de rotsen die we in de verte zien.  Een toren zien we er ook : el torre, eeuwenoud, temidden al de andere eeuwenoude huizen. Opgetogen beginnen we aan de klim.  Er staan hier prachtige villa's met prachtige namen, we kunnen ze zien als we over de afsluitingen loeren. Ze zijn allen wit en hebben minstens een zwembad en kunnen zo in een luxe immobiliënboekje staan.  We komen weinig volk tegen.  Het verontrust ons niet, het is siësta, de mensen rusten, oude rijke mensen moeten veel rusten. Een vriendelijke jogger steekt ons voorbij, niet lang daarna zien we hem terug, hij kruist ons, gaat terug bergaf.  Maar waar is dat oude stadsgedeelte nou ?

    We klimmen en klimmen, nemen een 'short cut' (zo zegt Geert en hij begint zowaar Oxford Engels te spreken), wat voor mij dan weer een 'issue' is en als we helemaal boven komen zien we ... een toren.  Enkel dat.  Een toren zonder mensen, zonder café, zonder restaurant.  Alleen wij en de toren.  We kunnen hem niet beklimmen, hij is afgesloten, maar we kunnen wel 180 graden in het rond kijken en dat op zich is al de moeite waard. Een andere jogger komt boven, ook aan de toren, die hij aantikt. Hij ademt zwaar, moet duidelijk recupereren. Het uitzicht bekoort hem niet, hij moet algauw weer vertrekken, easypeasy deze keer, naar beneden, maar voor hij vertrekt móet hij de toren terug aantikken.  Is het een magische toren ? Helpt het aantikken joggers hun dromen waarmaken.  'It's an obsessive compulsive disorder ', vertelt de Oxfordmens naast mij, 'he needs help from a doctor'.  Maar dan nog geleerder dan ik het nu schrijf.  Het klimmen is in zijn bol gekropen, zijn hoofd is ijl.  Tijd om eten te zoeken.

    We vinden een restaurantje met een menu van 14 euro, drank en koffie inbegrepen.  We slaan toe.  Het is lekker in de zon, lekker in de mond ook en de madame die alles moet beredderen (we hebben medelijden met haar, al dat werk, ze koerst van voor naar achter en van links naar rechts en is niet meer van de jongste) is supervriendelijk en goedhartig.  Het gaat niet zo snel vooruit, maar waar kunnen we beter zitten dan hier, onder een palmboom met zicht op zee en op twee bierslurpende Italianen.

    In de vroege avond videobellen we met onze kinderen, ze vieren vanavond samen kerst. En als Geert later op de avond nog even naar de auto gaat komt hij opgewonden terug binnen dat ik onmiddellijk moet komen kijken, want zoiets heeft hij nog nooit gezien en ik kan nooit raden wat het is en hahaha ! Blijkt dat er vakantiegangers zijn die een varken als huisdier bij hebben.  Hij kwam ze tegen, op wandel met het varken aan de leiband.  Het varken wou helemaal niet wandelen, het knorde flink tegen.

















    23-12-2023 om 21:25 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (4)
    22-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Picasso

    Onze wegen lopen vandaag verschillend.  Ik ga naar Malaga met de bus vanuit Nerja.  Geert verkiest een dagje Acebuchal.

    Om in Nerja te geraken moet ik weerom foefelen met de huurauto en als niet-chauffeur toch rijden.  Ik hobbel en bobbel de grindweg af en haast me naar el estaccion de autobuses, busje komt zo.  Die bus gaat er nogal van door, zolang het op de autosnelweg is, geen probleem, maar in de buurt van Malaga staat bijna overal een snelheidsbeperking tot 30km/u en zij slaagt er in het dubbele te rijden door die drukke stad. Als daar maar geen boetes van komen !

    Malaga straalt, mensen lijken super tevreden, kerstliedjes spelen eindeloos, hier en daar zingt er iemand mee. Aan de kathedraal zit nog steeds dezelfde jongen van 5 dagen geleden met exact hetzelfde bord in zijn handen : hij heeft honger.   Op de plaza de Merced, waar Picasso al jaren op de bank zit, probeert een jong meisje een handenstand. Een schare fietsers gaan een rondrit doen door de stad.  Een dakloze met kapotte broek hinkt doelloos rond.  Het is warm in de zon, ik eet tapas.  De dienster loopt lachend en zingend rond.  Rondom zitten Vlamingen, maar ik beken geen kleur en spreek hardnekkig weinige woorden Spaans.  Seffens heb ik een date met Picasso.

    Ik ben niet alleen, menig toerist wil Picasso bekijken.  Ook goed.  Als ze maar niet in mijn weg lopen. Het museum is gelegen in een prachtig herenhuis met patio, grote kamers, brede trappen, veel opzichters.  Picasso werd heel oud en alles wat hij gemaakt heeft is onderverdeeld in chronologische periodes en dat zijn er dus veel. Aanvankelijk schildert en tekent hij nog gewoon zoals u en ik zouden willen tekenen, later wordt het vreemder, hoekiger, lichaamsdelen naar alle kanten.  Net dat maakt hem zo beroemd.

    Als ik er naar kijk, heel dicht, met mijn neus er op, dan vind ik dat hij nogal kon kladderen met zijn verf.  Ik lees ergens dat hij vond dat elk kind een kunstenaar is en dat hij heel zijn leven erover gedaan heeft om te kunnen tekenen als een kind. Ik kan het goed geloven.  Feit is dat je er maar moet opkomen om alles in kubussen te beginnen tekenen.  Of probeer eens een gezicht : het ene oog in front en het andere in profiel, wie verzint zoiets ? Ha ja, Picasso.

    Terwijl ik zo sta te loeren naar alle scheve lijnen en spatten, naar de achter- en onderkanten van sculpturen, loopt Geert rond in het Wilde Oosten.  Het is te zeggen, hij wandelt in de wilde natuur en ten oosten van waar ik ben.  Hoe hij het er van afbrengt, daar getuigen de paar foto's van. Het bracht hem dalwaarts, tussen de villa's en de casas rurales en na een uurtje vond hij het welletjes, deed een middagdutje en kookte een potje.

    Bij de dalende zon, strekken we onze benen langs het vlakke pad naar de reeënfamilie.  Ze zijn er niet.  Of misschien zijn ze er wel, verstopt tussen het groen. De avond valt, een mooie dag loopt naar zijn einde.

















    22-12-2023 om 21:36 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    21-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wikiloc zet ons pootjelap

    De kortste dag van het jaar vandaag. We maken hem nog korter door laat op te staan. Ons ontbijt is stevig, steviger dan ikzelf me voel, want last van kriebelkeel en wiebelhoofd. Ik zoek een wandeling op Wikiloc (waarbij dank aan Lena die de suggestie deed), een app die veel voorstellen doet.  De meeste zijn te zwaar voor ons, zodra we meer dan 1.000 hoogtemeters zouden moeten doen wordt dit een onmogelijke opgave.  Er zit er eentje tussen die ons naar een kant voert waar we nog niet geweest zijn, rond de 10 km, 600 hoogtemeters, moeilijkheidsgraad : gemiddeld. Dat lijkt ons op het lijf geschreven.

    De hemel kleurt alweer azuurblauw, geen wolkje, geen vlokje, geen stofje.  De picknick is vlug gemaakt, voldoende drinken maar ook niet té, het is geen beestige wandeling. Een beetje voorbij de bar van Acebuchal staat de oude Antonio aan de reling, in gedachten verzonken naar de landerijen te kijken. Elke dag staat hij daar, in de voormiddag. Zijn oogjes zijn niet groot maar hij heeft alles gezien. In de namiddag zit hij meestal aan de bar, op een stoel en ook daar ziet hij alles en kent hij iedereen.  Kai zegt ons later dat hij de 'baas' van het dorp is.  Zijn zoon, ook een Antonio, is de baas van de bar.

    Er is nog veel schaduw, maar door het gestage klimmen zijn we toch al duchtig aan het dampen.  Een mooie brede weg leidt ons 'immer hoher', rechts het groene dal, rechts ook nog veel groen op de helling.  We zien weer een resem bijenkasten.  Zouden die ook van Antonio zijn ? Er is één bijenkast die op de weg staat.  Ik spoor Geert aan om daar eens in te kijken. Misschien zoemen honderden bijtjes ons een warm welkom, kom er bij mensen, de honing is klaar, pakt u een potje. Voorzichtig heft hij het deksel op.  Een dreigend gegrom komt vanuit de kast en met sabel en kromzwaard komt de koningin, gevolgd door haar lakeien en werkers vlak voor zijn neus hangen.  'Verdwijn, vreemdeling', bromt ze, 'hier ben ik de enige echte baas!' 'Oei, pardon', zegt Geert, 'sorry voor het storen' en hij duwt het kleine grut terug in de doos, deksel er op. Tja, eigenlijk is de doos leeg en valt er niks mee te beleven.

    De Wikiloc waarschuwt ons dat we van het pad af moeten en omhoog, langs een, alweer, lossestenenpad. Er staat wel propriedad privada en er hangt een dikke koord om ons tegen te houden, maar we zijn vlug akkoord dat er niks mis is met over een pad lopen.  'Ik hoop alleen dat ze hier niet schieten', zeg ik, want die Spanjaarden houden van jagen en kijken niet op een prooi meer of minder. Geert is er gerust in (was hij dat die gisteren zo boos was omdat ik op een privédomein liep?), we volgen de app en het pad.  Het is steil, en het wordt nog steiler. ' Ik denk dat het naar de top van de berg gaat', zeg ik 'en dat we van daar over de kam zullen verder lopen'.

    Dat is zo, een langgerekte kam strekt zich voor ons uit, volgens de app moeten we die een hele tijd volgen (heerlijk vind ik dat) en dan weer rechtsaf afdalen naar het gewone pad dat 'camino de granada' heet. Granada is ver weg, maar het pad ligt hier wel. Die kam is een lieflijk ding met links en rechts diepe dalen en dichter bij de hand groene struiken, ideaal om vast te grijpen, moesten we struikelen of glijden.  Sommige van die struiken toch, want er zijn ook lelijke prikkers bij en onze benen staan direct vol schrammen. Gelukkig is ook de rozemarijn hier nog paraat, die is vriendelijker om te grijpen.

    Het lieflijke van die kam blijft niet duren, meer en meer klauteren we over rotsen en zoeken onze weg langs de paadjes links en rechts die wat afdalen en dan terug omhoog klimmen. Geruststellend is dat er op diverse plaatsen een blauwe bol op een rots getekend staat.  Soms is het ook een paarse bol en een groene zie ik ook plots. Het bollenpad. Zolang die bollen er zijn, waren er mensen en die wandelden hier.  De app zegt nog altijd dat we goed bezig zijn.  Penibel wordt het stilaan wel, de rotsen nemen het over van de struiken, een rotswand of twee kijkt op ons neer.  Daar kunnen wij toch niet op ? 'We moeten er rond', zegt Geert en klautert zich uit mijn gezichtsveld. De app meldt plots dat er een moeilijke doorgang is op 130 m. Op 130 m?? En dit hier dan, app met je gemiddelde moeilijkheidsgraad ?  Ik hoor Geert roepen:  'we moeten terug, het is hier niet te doen'. Graag zou ik daar ook eens gaan curieuzeneuzen, maar hij is kordaat.  Gij, vrouwe, gaat daar niet heen.  Ik geloof hem en vertrouw hem, op klimgebied is hij de meest ervarene van ons twee, hij klom al toen hij nog in de luiers zat.  Mijn gevoel protesteert luidkeels, ik wil deze tocht volbrengen zoals hij beschreven staat, maar mijn verstand....  Teruggaan lijkt zo synoniem van opgeven. Maar als we verder gaan hangen we seffens misschien met zijn tweeën aan een wand te bengelen en we kunnen geen hand lossen om de hulpdiensten te bellen.  Wie, o wie zou ons vinden ?  De blauwe bollenmannen ? Antonio, die waggelt als een eend door zijn zere heupen ?

    We keren dus terug.  En ondervinden nu pas hoe steil we hebben geklommen. De keien schuiven, mijn knieën knikken. Kleine pasjes nemen is de boodschap.  Als we terug op het bredere, comfortabele wandelpad komen, zie ik plots tientallen vlinders opfladderen.  'Dat zijn geen vlinders', zegt Geert, 'dat zijn vogels'.  Vogeltjes dan toch. 'Het zijn bergpatrijzen', zegt hij, 'dikke bergpatrijzen'.  Sla mij dood, maar een bergpatrijs, dat bestaat niet. Zelfs bij ons, waar alles vlak als een pannenkoek is geraken die beesten amper van de grond. Ik zie aan zijn gemelijk lachje dat het een probeerseltje was : slikt ze het of slikt ze het niet? Niet dus.

    We zitten ondertussen alweer in de bar van Acebuchal en bestellen een zoet wijntje van Malaga. Zo is het ons verteld, toen we vroegen wat dat was. Moscatel de Malaga. Dat gaat gewillig binnen, lekker maar straf.  De oude Antonio ziet ons van het wijntje nippen en komt vertellen dat hij een winkeltje heeft waar hij veel lekkere dingen verkoopt. 'Kom', zegt hij, 'kom mee naar mi tienda'. Hij heeft inderdaad een kamertje dat grenst aan de bar en daar staat heel veel (rommel) te koop.  'Mermelada', zegt hij, zelf gemaakt, van mango, van appelsien, van vijgen, van mandarijnen, van avocado.  Het klopt wel, al wat hij opnoemt zijn vruchten die daar te vinden zijn, de mango wellicht uitgezonderd.  'Verse geitenkaas heb ik ook', zegt hij, 'en Moscatel die ik zelf brouw' en hij zet ons een glaasje van dezelfde zoete wijn voor. 'Worst', zegt hij en hij zwiert zijn koelkast open.  We krijgen een stukje worst.  Geert heeft een grote bak appelsienen zien staan bij de ingang.  Hij wijst er naar.  Antonio begint een appelsien te pellen.  Een stukje voor la mama en een stukje voor el papa.  En wat denken we van zijn wijn ?  Een flesje inpakken?  No,no, roepen we, genoeg is genoeg.  Ondertussen hebben we al 2 potjes confituur, een pot geitenkaas, vijgen, een worst en een kilo appelsienen op onze rekening.  Dan wordt het hilarisch.  Antonio heeft geen weegschaal, de kilo appelsienen zijn op het gevoel uit de bak gehaald. Antonio heeft ook geen rekenmachine.  En Antonio kan niet goed tellen.  Brugje over tien heeft hij nooit geleerd.  Dus hij begint : appelsienen 3 euro, vijgen 5 euro, samen 8 euro, confituur 5 euro, 8 vingers plus 5 vingers is 9, 10, 11 , 12, 13 euro. Oef !  Nog een pot confituur.  Vijf vingers er bij. Geitenkaas.  Een dikke kwak er bij. Worst, doe nog maar 7 vingers. 25, 30, 35 euro, dat is het !  35 euro por favor.  We betalen hem, kunnen onze lach maar moeilijk inhouden.  Maar bedenken achteraf dat we in Frigiliana voor dezelfde boodschappen de helft zouden betaald hebben.  Theater moet ook betaald worden, zullen we maar denken. :)

























    21-12-2023 om 21:27 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    20-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cómpeta, wit bergdorp

    Woensdag 20 december, 9u30, daar wordt aan de deur geklopt, hard geklopt! Het is de technicus van internet die een nieuwe modem komt installeren.  Gelukkig waren we verwittigd door Fernando, de huisbaas, want anders lagen we zeker nog in onze nest te dromen. Vriendelijke meneer die het klusje in het Engels vlug klaart.

    We gaan naar Cómpeta, een bergdorp, waar onze gezochte en geliefde GR249 doorloopt. Te voet ligt Cómpeta 10 kilometer van Acebuchal, met de auto zijn dat er 25. In de bergen betekent dat bijna een uur rijden.  Toch rijden we langs de asfaltweg en niet langs de voetweg, al is dat mogelijk om met de auto te doen, maar ik denk dat de onderkant van de auto nu al niet meer om aan te zien is.  Hadden we een kleine jeep, dan was het geen probleem.

    We rijden dus een heel stuk terug naar de zee, via Torrox, om dan terug noordwaarts naar het bergdorpje te rijden. Ik zit aan het stuur, het mag niet volgens de wetten van de autoverhuur.  Die wet zit precies nààst mij en geeft ongevraagd instructies, iets dat niet goed kan aflopen.  'Naar derde gaan nu', 'remmen op de motor', 'ai, de motor gaat ontploffen als je zo blijft remmen op de motor', 'pas op voor die kat', 'ah, pas op voor nog een kat', 'wilde honden in zicht', 'voor je kijken, niet naar het landschap'. Ik herinner me dat we aan de Tarn waren en ik naast de Nederlandse chauffeur zat, die ons ging vervoeren naar onze wandelstartplaats.  Toen ik een klein kreetje sloeg en een ingehouden 'pas op' riep, stopte die, keerde zich vriendelijk naar mij en zei :'wie rijdt er hier, jij of ik ?' De rest van het traject was ik muisstil. Vreemde ogen kunnen dat, hier haalt dat niks uit. Bovendien geraakt Meneer Wet ook nog misselijk door het bochtenwerk en na een paar kilometer geef ik zonder aarzelen het stuur terug aan hem.  Geen gezeur meer.  Mooie vergezichten.

    Competa heeft maar één herkenningspunt als je het dorpje nadert en dat is de aardegele kerktoren.  Hij steekt uit boven de witte huisjes die als blokken boven elkaar zijn gestapeld. Het is een mooi dorp met veel smalle straatjes, waar geen verkeer door kan, en nog veel andere smalle straatjes, waar het verkeer zich toch door wringt.  Op eigen risico.  Veel trappen ook en doodlopers, pleintjes en overal planten en bloemen.

    Wij gaan te voet naar Canillas, het nabijgelegen dorpje, het is amper 3 kilometer.  Mooi vlak pad, langs avocadoplantages.  De oogst is voorbij, er hangt geen enkele avocado meer te bengelen. We passeren een reusachtige vetplant/cactus.  Zou dit de aloë vera zijn ? Waar je zo gezond en sterk van wordt? Canillas ligt algauw aan onze voeten en Geert denkt hier iets te gaan drinken.  Daarvoor moeten we steil afdalen naar het centrum en eigenlijk weet ik dat er geen enkel café is, het staat in een GR-verslag geschreven.  Hij kan het niet geloven, in zo'n groot dorp geen café, maar echt, er is geen enkele doening, enkel een garage voor het herstellen van auto's en daar zijn ze druk mee bezig, te zien aan de grote wolken uitlaatgassen die uit de poort komen. 

    Nu moeten we natuurlijk helemaal terug naar boven, naar de wandelweg. Dat is ontzettend steil. Het zint me niet en ik probeer een binnenweg, langs kleine paadjes en sluipwegen.  Het leidt ons door een privétuin, de hond blaft, maar laat zich niet zien, Geert protesteert dat we niet zo maar door de tuinen van de mensen mogen lopen, ik zet door, hij sleepvoetend en boos achter mij.  En kijk, daar is een poort en die is niet op slot.  Enkel een ijzerdraad houdt de twee delen samen, daar moet je geen goochelaar voor zijn om die te ontwarren (en terug vast te maken). De helling zijn we voorbij, we stappen weer op het wandelpad. De terugweg lijkt altijd korter dan de heenweg, dat is natuurlijk niet zo, maar het zegt iets over hoe fout tijdsperceptie kan zijn.  Zeker bij mij, ik kom (bijna) overal te laat.

    We zoeken de kerk terug op met zijn gezellig pleintje en hier is wel een café, we drinken zumo de naranja : vers geperst sinaasappelsap.  Dat is erg lekker en geeft ons een boost.  Nu moeten we onze auto nog terugvinden, nog even winkelen en dan de bochtige bergwegen terug op.  Ondertussen is het heel hevig beginnen waaien, hier en daar klettert er iets tegen de grond.  Bomen gaan doorbuigen tot op de grond, plastiek zakken bollen op, het lijkt wel een windhoos.  De lucht is betrokken, ik verwacht een flinke regenbui.  We zien nog een paar fietsers die zich met moeite recht kunnen houden, halsstarrig trappend naar het einde van hun uitstapje, happend naar adem. 

    Ook in Acebuchal regent het, kortstondig, maar we zitten lekker binnen.  Zonder hout weliswaar en dus zonder kachel, maar met een vuurtje en een dekentje.  Lezen gaan we doen!



















    20-12-2023 om 21:16 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    19-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.na een zonnige dag......komt een zonnige dag

    19 december, gisteren de inspanning, vandaag een luie dag. De batterijen zijn vannacht niet volledig opgeladen.  Zegt Geert. Bij mij valt het nogal mee.  We moeten naar de winkel vandaag en dat doet me denken aan de markt in Nerja.  Die is op dinsdag.  Waar die juist is, dat weten we niet, op Google vinden we langs de n340.  Maar die loopt heel Nerja door, van links naar rechts en terug. :)  Dan zoeken we even, nemen we ons voor.  We vinden ze niet.  Andere ingeving : kan het zijn dat we maar een klein stukje van Nerja zagen, namelijk de westkant ? Er staat toch een wegwijzer naar Balcon de Europa ? We zullen daar eens gaan kijken. Het geluk lacht ons toe, we parkeren netjes buiten een betalende parking en gaan op zoek.  Inderdaad, er is een balkon van Europa, een mooie open plaats boven op de rotsen aan de zee met veel banken, restaurants, muzikanten en een prachtig zicht op de zee. Het is daar lekker vertoeven naast koning Fritzel van Ditzel die al eeuwen op dezelfde plaats staat.

    En zelfs, naast het balkon loopt een promenade/straat met hier en daar kleine balkonnetjes met zicht op zee en winkeltjes in overvloed.  Spanje heeft goedkoop leder en dat zien we hier.  Er zijn prachtige leren tassen te koop.  Ook in trek zijn de keramieken onderleggertjes, kommetjes, koppen.... En ook veel rommel. We staan plots voor een kapperszaak.  Welcome, staat er, en cortado voor mannen en voor vrouwen.  Er is geen volk, de kapster rommelt wat in haar zaak, verdwijnt plots achter een deur en loert nog eens achterom.  Geen kapster beschikbaar voor verwilderde senioren roept ze rugwaarts en geluidloos.

    Een hapje eten dan maar. Het hotel van het balkon ligt pal in de zon.  We zoeken een plekje, bestellen een fles water (jaja!) en een lasagne voor Geert, een slaatje voor mij. En frietjes !!!!De hele tijd dat we hier zijn hebben we nog geen enkel frietje gegeten.  De bloemkool in onze koelkast moet maar wachten tot morgen.  De tomaten en de avocado ook. Rondom ons lijkt het hotel Romantiek, allemaal oudere koppels in hun sjiekste outfit, rokend, hoestend, de krant lezend... Wat weerom niet ontbreekt zijn de zwarte verkopers met 'beautifull elephants' en armbandjes voor 1 euro.  We happen niet toe. Een dove man komt bedelen.  Hij stoot klanken uit die we niet verstaan.  De kelner probeert hem weg te jagen, maar de man laat zich niet doen en brabbelt in zijn doventaaltje dreigende boodschappen.  Wij doen niks, niet omdat we niet willen, maar omdat we geen kleingeld bij hebben.  En eigenlijk kan je je hele fortuin hier weggeven aan de bedelaars, ze zitten overal en ze lijden.  Maar wie, o wie, lijdt het meest en waar is de sociale bescherming ? We sluiten de ogen en stappen verder.

    Nu hebben we natuurlijk nog altijd niet gewinkeld.  'We zullen in Frigiliana even langs de Turk gaan', zegt Geert, hoewel hij de Chinees bedoelt. Dan kunnen we hout kopen voor onze kachel en de andere boodschappen ook meteen doen. Een zak vol hout kan je geen vijftig meter voortslepen, dat ondervonden we vorige keer.  Maar parkeren vlak voor de deur van de Chinees zit er ook niet in. De miljaardemodus komt boven, we rijden dan maar naar huis met gesakker en gezeur.  Ik weet wat er scheelt.  Hij is moe, vooral van het rijden met de auto.  Hij is de enige chauffeur volgens het contract met de verhuurmaatschappij en de wegen kronkelen en hobbelen en het laatste stuk weg is helemaal een nagelbijter, vooral bij tegenliggers.  Hij behoeft een middagdutje.  Ook goed, het bedje is altijd paraat.

    Ik waag mij nog aan een wandeling langs de brede grindweg vanuit Acebuchal, op zoek naar grote (zo groot mogelijk) dennenappels, als aanmaakhout voor de stoof. Er staan veel naaldbomen langs die kant en waar naaldbomen zijn vallen er appels.  Speurend ga ik op weg.  Van ver zie ik veel dennenappels, zowel links als rechts, maar als ik dichter kom blijken het hondendrollen te zijn. Heel Acebuchal laat hier zijn hond los, vermoed ik. Donkerbruine hoopjes, maar geen dennenappels. Of toch, een kleintje, en nog een kleintje en dan nog eentje dat ik uit een boom kan trekken, maar wat een povere sprokkeling. Ik kom Kai, onze buur, tegen, hij is druk aan het bellen en wuift naar mij. Zijn zwarte cocker spaniël springt enthousiast tegen me op.  Dag buurvrouw, een aaike asjeblief. Buurvrouw keert terug naar haar kot en, het is valavond, wat loopt daar plots op de helling van het bos ? Een reetje ! En even verder nog eentje.  Ze staan stokstijf en staren me aan.  Ik staar terug en vraag wat ze daar doen. Ze zeggen niks. Voor hen is deze mens een spel van leven en dood.  Als ik plots mijn buks op hen richt en pang pang hen in de borst schiet is het gedaan met op hellingen te lopen. Zo leert moeder ree aan haar kindjes.  Mensen zijn gevaarlijk. Achter elke boom, achter elke bocht, kan een gevaarlijke mens zitten.  Probeer daar maar mee te leven, als ree.  Moeilijk vind ik dat, als ik me in hun reeënhoofdjes verplaats. 

    De kachel brandt met het laatste hout, Geert trekt een fles wijn open.  Hij is weer fit en verslindt Tineke Beekman. Ik typ een blog.  En lees seffens een boek in mijn e-reader over de jaren 1800 in tijden van tyfus en mirakels en doden die hun ogen niet willen sluiten. Intrigerend.  En ook wat bangelijk.

















    19-12-2023 om 20:56 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (4)
    18-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.alé hop naar de top

    Maandag 18 december.  De dag kriekt en wij staan op, want vandaag gaan we naar de top. Als we vertrekken is de man van het restaurant al volop bezig met het klaarzetten van tafels en stoelen.  Hay frio, kraai ik naar hem. Si, un poco, roept hij terug.  Wat zouden we zijn als we niet over het weer zouden kunnen praten ? Een verstarde stomme mond, verstild van nietwetenwatgezegd.

    We zijn goed in laagjes gekleed en hebben ons voorzien op lang en vermoeiend wandelen : veel water en veel boterhammen, knabbelnootjes en calorierepen hebben we in onze rugzakken gestopt.  Gemakkelijk vind ik dat niet, zo'n gevulde rugzak, maar liever dat dan terug in grote waternood te komen.  Het eerste stuk ligt volledig in de schaduw, in de bedding van een uitgedroogde rivier.  Af en toe wat kruipwerk, over en onder dwarse bomen, over grote keien.  Het is leuk stappen en het gaat goed vooruit.  Er komt een hond van de andere kant : ik schrik en deins terug, hij schrikt ook en zet zich schrap. We kijken elkaar diep in de ogen.  Als jij niks doet, dan ik ook niet, lijkt het beest te denken. 

    De hond is niet alleen, er komt een tweede hond, en dan nog een derde en dan een man. Ik vraag of ze niks doen, die rakkers. Neen, zegt hij, maar welke taal spreken jullie ?  Engels suggereer ik, of Nederlands ? Ha, zegt de man in het Nederlands, dan maakt het makkelijker praten. De honden doen niks, zegt hij, want als ze iets zouden doen zouden ze niet loslopen. Toch ? Tja, meestal niet.  Maar als het een uitzonderingshond is en ik weet dat niet, wat dan ? Er is trouwens maar één hond van hem, de twee anderen lopen gewoon ettelijke kilometers mee. Vinden ze leuk, op wandel met de buurman. Hij probeert nog ons allerlei wandelwegen aan te prijzen, maar dat moeten we allemaal niet weten, we volgen GR249 richting Cómpeta, en stoppen aan de top.  Daaag!

    De zon kruipt hoger en we doen ons te goed aan de lekkere warmte.  Zouden we iemand tegenkomen, vragen we ons af.  Ik voorspel dat we 4 mensen zullen tegenkomen.  Geert zegt : geen enkele mens, maar wel een dier en laat het maar een reebok zijn. Het pad is voorlopig breed, zo breed dat er een auto op kan rijden.  Het bewijs is er, langs de weg staat een pick-up, een betonmolen en 3 mannen van de gevestigde orde.  Gemeentediensten in de bergen! We zien algauw wat die mannen doen : ze verstevigen de boorden van de weg met specie. Vers gedraaid uit de betonmolen en nog zacht en nat.  Mijn voorspelling is al bijna uitgekomen : 3 mensen die we tegenkomen.  Nog geen enkel dier.  Ja maar, zegt Geert, het moeten wel toeristen zijn, geen werklui. Dat zegt hij nu, te laat.  Werkmannen zijn ook mensen.

    We zijn al 7.5 km ver, dat is goed gevorderd van ons en eten een boterhammetje.  We weten dat nu nog een smal pad met een zware klim zal beginnen.  Een gesterkt mens is er twee waard. Het is een eenzame maar mooie klim, zigzaggend over het kleine paadje, stukjes tussen de bomen, maar meestal temidden kort struikgewas.  Veel rozemarijn overal.  Ik weet niet of er hier nog bijtjes zitten, ik denk het wel, want daarnet stonden er nog bijenkasten.  Ze houden van de rozemarijn, die nog steeds bloeit. Het gaat langzaam naar boven, er zitten steile stukken tussen.  Regelmatig stoppen en drinken is de boodschap. Maar kijk, daar is de top, 1.200m hoog. Dat hebben we goed gedaan!  De volgende keer mikken we ook op deze top, maar dan van de andere kant.  Nu verder lopen heeft geen zin, dan geraken we niet meer thuis.

    Het afdalen is niet altijd leuk met de vele losse keien en ik ben blij als we terug op de bredere weg zijn aanbeland.  Nu nog flink doorstappen, anderhalf uur zou moeten voldoende zijn om terug in Acebuchal te geraken.  Ondertussen is de obsessie van de witte hartjes van de oude Zweed op mij overgeslagen.  Ik heb geen kauwgom, maar de specie van de versterkte boorden lonkt zo zacht en uitnodigend dat ik een wit steentje in de vorm van een hartje (nou ja!) in de boord probeer te duwen.  Er komt wat prutswerk en vuile vingers aan te pas, maar mijn wit hartje pronkt voor de eeuwigheid in de bergen van Malaga.  Er komt nog een boord, herinner ik me.  Eén hart is genoeg, de volgende krijgt twee witte longen (ik doe er een paar wensen bij en klaar is kees). Was er nog een boord geweest dan had ik ook nog een lever of een alvleesklier (zeer belangrijke organen in de klimsport!) of een zwezerik of schildklier kunnen in boetseren.  Helaas, het blijft bij hart en longen.

    Nog steeds hebben we geen dier gezien (ook al zeggen de brochures dat de streek vol beesten zit). De winnaar is dus bekend en reikt zichzelf een glas sangria uit als beloning.  De verliezer krijgt er ook een. De elastieken benen komen zeker daar niet van, die zijn het gevolg van de 20kilometertocht en de 700 hoogtemeters.  Ja hoor!

















    18-12-2023 om 00:00 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    17-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Terug met ons tweeën

    Pieter en Mathieu nemen vandaag om 10u40 het vliegtuig in Malaga.  Die arme drommels behoren tot de actieve bevolking en kunnen niet zomaar dagen na elkaar passief in het zuiden zitten suffen en puffen.  Zij houden onze economie recht. Daar heeft Geert een boek over geschreven, maar nu val ik in herhaling en de interesse in onze Belgische economie is pooooverr. Dekke toch.

    We zijn mooi op tijd in de luchthaven, we zeggen tot ziens (hasta luego), werpen een kushandje en weg zijn ze. Nu zitten we terug met twee in onze auto en gaat die plots geweldig goed vooruit. Als de politie dat te weten komt, zou er wel eens een boete op onze boterham kunnen terecht komen.  Maar Geert is een beetje moe en krijgt zijn voet niet meer van het gaspedaal.  Kan gebeuren.

    We winkelen nog even in Nerja (goedkoop hier !), de Carrefour is open op zondag en dan is het platte rust voor Geert en half platte rust voor mij. We plannen niets voor vandaag, overgangsdag alweer en mentale voorbereiding voor morgen.  GR249 wacht op ons.  We zullen het stuk van Acebuchal naar Còmpeta doen, maar niet helemaal want we moeten ook nog terug geraken.  De top van 1200m, dat is ons doel. We hebben onze drinkbussen al gevuld, het zijn er zevenentwintig elk deze keer (dat zeg ik alleen om Margo gerust te stellen).

    In de namiddag een kort wandelingetje en we gaan op zoek naar de chewinggumhartjes van de oude Zweed.  Die heeft nogal geproduceerd.  Ik fotografeer ze (zelfs) niet allemaal.  Als elk hartje voor een romance staat, dan heeft die man wel zijn deel gehad.  Eén boom heeft zelfs 7 hartjes, ik interpreteer dat als 7 liefdes tezelfdertijd.  Een ongelooflijk liefhebbende man! En bovendien, soms heeft hij in zijn oude dag, een krachttoer moeten uithalen om zo'n hartje tegen een boom te kunnen plakken.  Wij zouden er in elk geval niet aankunnen, zo schuin is die helling.  Dat moet een avontuurlijke, gevaarlijke schat geweest zijn.  Misschien moeten we het hem eens vragen.

    Hij zit niet in de bar, wij zitten er wel. De mensen zijn nog aan het eten of beginnen nu te eten.  Ook al is het 16u, altijd wordt er hier gegeten.  En gedronken. Voor ons geen sangria vandaag, we moeten nog zelfbeheerst kunnen koken.

    We maken een kippenlapje met tomaat/avocado en geroosterde meloen in de oven (zo noem ik dat als uitvinder van het recept, maar het roosteren laat te wensen over, dat ligt zeker niet aan mij, maar aan de oven).  Externe attributie is een heerlijke ingesteldheid. Nooit, maar dan ook nooit ben je zelf de oorzaak of schuld van iets dat fout loopt.  Zo simpel is dat.

















    17-12-2023 om 18:42 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.We groeten de grotten

    16 december, we hebben om 11u een bezoek gepland aan de grotten van Nerja (cueva de Nerja), die uitgegroeid zijn tot een grote attractie hier in de buurt, nadat een paar jongens de grotten per ongeluk ontdekten. Het kunnen ook meisjes geweest zijn. Ik denk het eigenlijk wel. Eigenlijk ben ik er zeker van : het waren meisjes, maar de pers heeft er jongens van gemaakt omdat dat stoerder klinkt. We moeten om 11u aan de ingang zijn.  Per half uur worden toeristen binnengelaten. Het maakt dat we onze wekker zetten (Geert en ik), want het is toch een half uur rijden. :)  In de vroege ochtend heeft Mathieu al een wandelingetje gemaakt en een olijf opgegeten.  Hij vond die onder een boom en die olijf zag er goed rijp uit. Maar, hoe bitter was dat ! Een fake olijf, slecht ding, miljaardemiljaarde (de miljaardemodus staat gemakkelijk aan hier in Spanje). Olijven zijn niet zomaar eetbaar, ze moeten te week gelegd worden, minstens 6 maanden in zout en nog wat en alsje ontpitte olijven wilt, neem dan de groene, want de zwarte zijn eigenlijk ook groene die ze geschilderd hebben. Zo begrijp ik Olijvopedia.

    Er staat een hoopje volk te wachten aan de ingang, bij het binnengaan worden we onmiddellijk gefotografeerd (misschien om ons te kunnen identificeren als we er niet meer uit geraken en verdrogen in het binnenste der aarde ?) en dan dalen we af en zijn verwonderd dat het er niet koud is en ook niet nat.  Maar wat een prachtige grotten.  Indrukwekkend!! Het lijkt alsof we in een andere wereld terecht komen, een van sprookjes en mythes en het is tegelijkertijd betoverend en wat angstaanjagend.  Want er hangen zo van die grote pinnen aan de plafonds op een hoogte van een vijftal meter en wat als zo'n pin lost ?  Daar hebben ze in Nerja nog niet over nagedacht, ha ja! Het zijn de stalagmieten en -tieten en naar het schijnt hangt hier de grootste van .... euh, ik weet het niet meer. Wat zou dit een prachtig decor zijn om een koor in te laten zingen, de carmina burrana of onze nationale trots van Philippe van Herreweghe met oude gezangen !  Van de weeromstuit krijg ik een vreselijke aandrang om zelf te beginnen zingen, maar Geert stopt vlug zijn zakdoek in mijn mond. Een andere aandrang is ook aanwezig, dus ik spoed me naar buiten om de aseos te vinden.

    In ons ticket zit ook een rondrit met een toeristisch treintje doorheen Nerja.  Dat willen we meemaken, vooral Pieter vindt zoiets hilarisch. We wachten geduldig tot het treintje komt aangebold, maar de madame chauffeur zegt dat we mis zijn.  We hebben helemaal geen ticket voor dat treintje, we hebben een solootje voor de grotten en dat is het. Het treintje vertrekt (leeg!) en wij moeten met de auto voort.  Pieter wil dat we dat treintje volgen, dan hebben we toch nog een idee van hoe het voelt in een treintje te zitten.  Hoho, dat ding gaat niet vooruit en bovendien slaat het plots af en wij niet. We gaan naar zee, dat is een beter idee.

    De zee, weerom zo blauw, en de lucht, nog blauwer, en wij, zacht rose langs de promenade, zoals menig toerist hier doet. Er zijn dappere krijgers bij : senioren die niet goed meer te been zijn, maar toch aan de arm of met rollator of met stok, een flink eind stappen.  Sommigen zijn zelfs in jogmodus en wandellopen terwijl ze hun armen wild bewegen. Een enkele zwemmer waagt zich in zee, maar dat is berekoud. Wij zijn te oud voor zo'n koudeshock, maar Mathieu heeft zijn zwembroek wel bij maar niet hier.  Hij is ze vergeten aandoen (zegt hij). Dat geloven wij op zijn woord.  En Pieter is een nonzwemmer.

    Vóór het begin van de promenade, aan het strand van de honden en mobilhomes (die twee gaan perfect samen), hebben we de GR249 weer ontdekt.  Die loopt van Torrox costa naar Nerja, iets meer dan 7 km.  Een mooi idee om wat stappen te zetten.  Het valt wat tegen. De route loopt de hele tijd over het strand, maar dat is grijs en leeg, onze voeten zakken diep weg, het zand loopt in onze schoenen, de strandhutjes verkopen geen ijsjes, en we keren op onze stappen terug. Op naar de banana split ijsbar die we al kennen. Wat is hier meer gepast dan een selfie maken ?  Hoe kunnen we de thuisblijvers anders doen klappertanden van jaloezie omdat niet zij, maar wij....

    De avond kent nog een andere geneugte.  We gaan op restaurant in Frigiliana, de afsluiter van het bezoek van de boys. Na zijn eerste glas wijn, begint Mathieu vlotter en vlotter Spaans te spreken.  We moeten hem tegenhouden of hij gaat aan de toog tussen de andere Spanjaarden staan.  Maar het zit hem tegen : hoe meer hij Spaanse volzinnen naar buiten laat vloeien, hoe hardnekkiger de ober in het Engels antwoordt. Hij begint wat boos uit zijn ogen te kijken en dat die ober maar oplet, want seffens een djoef tegen zijn muile, in 't Westvlaams dan nog! De vorige keer kregen we hier een digestiefje, vandaag kan het er niet af. Ook goed, dan rijden we tenminste recht naar huis en niet in slalom.

    We krijgen nog telefoon van Thomas die volop in de verbouwingswerken zit en best een weekje met ons wil ruilen.  Het zal voor later zijn.  Bedje roept, morgen moeten we om 7u op.



















    17-12-2023 om 14:53 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    15-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.batterijen opladen

    15 december, Pieter en Mathieu zijn, naar onze maatstaven, al vroeg op.  Wij volgen op het gemakje.  Een wandeling wordt gepland.  We kiezen voor een rondje Acebuchal, ongeveer 7km lang en 250 hoogtemeters te overbruggen.  Niet zo straf als wandeling, maar de boys hebben geen echte wandelschoenen en ze zijn hier vooral om hun batterijen op te laden, dus ducamente (doucement).  Het is nog koud, maar helder en zuiver.  We doen eerst een rondje langs de bar/restaurant waar de kelners met dikke truien hun eerste uurtje werken (in dit geval wachten op klandizie).

    Het eerste stuk is een keienpad dat langzaam omhoog klimt en makkelijk te veroveren.  Dan komen we op een bredere weg en door het stijgen ook langzamerhand in de zon.  Dat doet deugd, die langzaam ontwakende vurige bol die hoofd en hart en handen verwarmt. Er worden wat truien uitgespeeld, de handen komen uit de zakken, hop hop hop, de weg ligt uitstekend.

    Er volgt een smaller paadje langs de bergflank en dan lopen we over de kam naar de andere kant van de berg waar een steile afdaling wacht. Er staat nog prachtige gele brem (?) in volle bloei, ook veel rozemarijn en we horen de bijen bedrijvig zoemen. Het afdalen loopt over keien en zand en bosgrond en ik doe een maneuver, ik weet niet meer wat, maar plots lig ik op de grond en schuif nog wat verder met mijn hoofd naar beneden.  Het schuurt hier en daar, maar verder heb ik me niet pijn gedaan.  Vallen is niks, maar terug recht geraken op zo'n helling als je bergaf ligt, dat is wat anders. Er schieten twee paar handen toe en ze hijsen me terug omhoog. Ik kan er wel om lachen, maar Pieter vindt dat we zo'n wandelingen niet meer moeten doen op onze leeftijd.  We kunnen toch ook op asfalt een toertje doen. Ja, er komt een tijd dat kinderen zeggen aan ouders wat ze wel en niet meer mogen doen.  Langzaam belanden we in die periode.  Maar we beloven niks en doen toch onze eigen zin.

    We eindigen door het bos boven ons dorpje en gaan nog even langs de loebas van het dorp, een grote aandoenlijke hond met veel te veel vel en dikke poten, die over het muurtje van zijn huis komt kijken.  We smelten door zijn aanblik en hij jankt zachtjes onder al die belangstelling. Wat een schat!

    We eten in het restaurant van Acebuchal, een sangria voor de boys als aperitief in vazen o zo groot, een wit wijntje voor mij en water voor Geert. We kiezen allen voor hertenvlees met aardappelen in olie en paprika's.  Het is lekker en het vult goed. Aan een ander tafeltje zit de oude Zweed met een harem vrouwen, waar heeft hij die vandaan getoverd ?  Geen wonder dat hij kauwgomhartjes aan de bomen plakt.

    De namiddag is goed voor een bezoekje aan Frigiliana, het mooie dorpje met de trappenstraten.  Mathieu en ik kopen een souveniertje, ik roep hem om in het Spaans te vertalen wat ik wil, maar de madame zegt : 'zeggetmorintvloms'.  Een Belgische uit Antwerpen en blijkbaar bevriend met onze buur Luc van de b&b. Nu Mathieu bij ons is  en kan vertalen proberen we nog een afspraak te versieren met de kapper, maar die geeft niet thuis, helaas!

    Pieter heeft het ontwerp van zijn boek voor KOTK ontvangen op zijn mail, we bekijken het en zijn blij met het resultaat.  Ik wou dat het al gedrukt was en dat we het konden vastnemen en er in bladeren.  Een tastbaar boek is toch nog heel iets anders dan een ontwerp op computer. Terwijl we aan het wandelen waren geraakt Geert trouwens in gesprek met Mathieu (alletwee economiekrakken) en vertelt hij droogweg dat hij ook een boek heeft geschreven van 700 bladzijden.  Op zijn werk en in het Engels en voor mij en Pieter niet te verstaan.  We bewonderen het wel, maar het gaan lezen, nee, daar beginnen we niet aan.  Mathieu ook niet, denk ik.

    We hebben nog een gezelschapsspelletje in petto, waarbij we allevier moeten samenwerken, maar helaas, uitspelen zit er niet in.  Eén keer stranden we op de eindmeet. Ondertussen zit er een boy te geeuwen dat er een ware tocht onstaat en we sluiten de boeken.  Bed in allemaal.  Alleen dat ene oude vrouwtje moet nog op de computer, in overurenmodus.  De blog moet gevuld!!!























    15-12-2023 om 22:50 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    14-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2 jongemannen snakkend naar de zon, Malaga

    We staan op om 8u15, voor ons lijkt dat ontieglijk vroeg, we moesten de wekker zetten.  Pieter en Mathieu zijn in aantocht, we gaan ze oppikken in Malaga, aeropuerto. Mathieu heeft een rondleiding voor ons in petto, maar de boys hebben in de eerste plaats vooral behoefte aan wat zon. Dus kuieren we wat door de oude stad van Malaga, waar het al behaaglijk warm is en zetten ons dan op een terrasje op de Plaza de Merced, het plein met het geboortehuis van Picasso.  We nestelen ons op een terrasje in de zon en nemen al iets om te drinken.  Het is aangenaam druk en de dienster is vriendelijk.  Kan niet beter zijn. Waarom zouden we hier ook niet een kleinigheidje eten ? Spanje is wereldberoemd om zijn tapas, Mathieu kent al die tapas als zijn eigen broekzak, vooral omdat hij goed Spaans kan en we laten het aan hem over om de bestelling te doen.  We delen broederlijk en worden ondertussen opgevrolijkt door 2 troubadours, die nadien met hn hoedje rondgaan.  Ze hebben hun best gedaan, ze krijgen een fooi. Ze hebben hun rug nog niet gedraaid of daar staat de volgende artiest al.  Dat is een merkwaardig en sjofel oud mannetje.  Hij heeft een geluidsbox bij en laat zich daardoor begeleiden terwijl hij op een melodica vrolijke wijsjes produceert.  Ja, dat manneke kan nog goed spelen, vinden we.  Tot we zien dat hij eigenlijk helemaal niets doet met zijn vingers en dus helemaal niets speelt. Ja maar, zo niet hé, dat ventje krijgt niks. (al ziet hij er tot onze schaamte het meest zorgwekkend uit, alleen zijn schoenen zijn in goede staat). Ventje weg, de volgende artiesten zijn er. Jonge acrobaten die flikflakken en salto's draaien, op elkaars schouders kruipen en vreemdsoortige standbeelden maken, het is mooi om te zien. Ze krijgen ook een cent.  Tussendoor is er een vrouw, nog niet zo oud, met één tand op een bank gekropen en zij begint een act, we denken dat ze poëzie brengt, maar als ze begint te wenen om haar eigen gedichten, zien we dat het toch iets anders moet zijn en dat ze haar ellende aan het uitschreeuwen is en hulp vraagt.  Het is erg, maar het is ook zeer theatraal en we weten niet goed wat we er van moeten denken.

    Tijd om de Castillo te bezoeken.  Die staat op een rots dicht tegen de zee en was een uitstekende vesting om de stad te verdedigen.  Eerst door de Moren bezet, maar later ook in handen van katholieke vorsten.  Het kasteel is een wirwar van kamers en gangen, met patio's en baden, zuilen, wonderlijk mooie plafonds en ook een kleine voorraad archeologische vondsten, voornamelijk kruiken. Het verleden lijkt wel één grote kruik. Eén grote waterverzameling en wellicht ook een wijnvoorraad.  Ik herken ook een stenen vergiet, die mensen moesten hun spaghetti toch kunnen afgieten.  Veel meer komen we er niet te weten, maar we hebben dan ook geen audio genomen om meer uitleg te horen.

    Als we ons dorp vóór het donker willen bereiken, hetgeen toch leuk moet zijn voor de boys, dan moeten we nu wel vertrekken. Eerst nog een ijsje eten.  Aan het ijskraam staan we braaf onze tijd af te wachten, hetgeen 3 oude sloebers volledig negeren.  Ze steken schaamteloos voor en madame 1, 2 en 3 wil ook een ijsje en welke soorten zijn er eigenlijk en eerst nog eens gaan vragen aan madame 1,2 en 3 wat ze ook alweer willen. We hebben zin om miljaardemiljaarde te gaan zeggen tegen het ouwemensengesjoemel.  We doen het toch maar niet, zijn al tevreden met ons eigen snoepje.

    De jongens zijn al heel vroeg opgestaan deze morgen (4u15) en hebben gestresst omdat hun trein te veel vertraging had en ze de auto hebben moeten nemen om hun vliegtuig te halen en na een kwartiertje in de auto ligt Pieter al achterover met de mond lichtjes open te slapen. Ik mag vooral niet schrijven dat zijn mond wijdopen was, want met de mond wijdopen slapen, dat geeft geen pas.

    Het huisje moet lichtjes gereorganiseerd worden nu we met vieren aan tafel moeten. Het lukt wel, hij die aan de kant van de keukenschuiven zit is het doorgeefluik.  Ook de zetel moet gedeeld worden.  Er kunnen twee personen in. Als er iemand durft op te staan, is hij zijn plaats kwijt.  Het wordt chillen in shiften.  We gaan niet lang na de kippen op stok, het was een rijke en vermoeiende dag.



















    14-12-2023 om 21:50 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    13-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.in de tour zou dit een overgangsdag zijn, wij noemen het een baaldag

    Een bekomdagje, we zijn beiden nog moe.  Wat kan ik beter doen dan een wasje ? Het waait, het droogt dus. En Geert maakt spaghettisaus.  Want morgen komen de boys en dan moet er eten op de plank zijn. Mathieu heeft beloofd ons een rondleiding te geven in Malaga, dat is leuk. 

    Ik zoek nog wat op rond de GR249 en ontdek dat er nog supermooie wandelingen tussen zitten.  Met meer water en wat vroeger vertrekken moet dat lukken.

    We moeten toch iets doen vandaag, met onze benen bedoel ik, en dus plannen we een korte wandeling van Torrox pueblo naar Torrox costa.  Ik heb een gevonden op mijn app, ze is 4.7km en bergaf. Het begint goed door het dorpje Torrox dat zich aantrekkelijk maakt door veel kuipplanten, bloeiende en andere. Wanneer die bloeiende planten tijd hebben om te rusten, ik weet het niet. Ze zullen dat zelf wel regelen zeker? We verlaten het dorp en dalen af naar de kust.  Het is een goede verbinding voor hen die vlug naar het strand willen, maar voor ons is het teleurstellend.  Het is gewoon een vuile weg, met stukken plastiek, lege flesjes, lege blikjes, verpakkingen... We zijn tevreden als we beneden zijn en die weg gaan we niet terug op.  We nemen de bus en we hebben geluk : de eerste bushalte die we tegenkomen is er een voor de bus naar Torrox. Binnen 52 minuten komt ze langs.  Dat is nog even, maar dan stappen we nog maar wat in het wilde weg. We rapen nog wat afgevallen mandarijntjes, terwijl de boer niet kijkt.  Het zijn net steentjes, zo hard.  Is dat wel te eten ?

    De bus moet zeker op komst zijn, nog 12 minuten geeft het elektronisch bord aan.  We kijken nog eens goed : 4 minuten staat er nu. En een andere bestemming : 314 minuten. Dat vinden we raar.  We kijken nog eens goed, onze bus staat weer op 12 minuten.  Gelukkig komt er nog volk bij ons staan, locals volgens we kunnen beoordelen.  Dus moet het toch lukken.  En inderdaad, voor 1 euro kunnen we weer naar Torrox tegen de bergflank, al weten we niet goed waar we moeten afstappen.  En als we dat dan toch vlug doen omdat Geert een rond punt meent te herkennen, blijkt dat een vergissing en weten we niet waar we zijn.  We kennen ook niet de naam van de straat waar onze auto geparkeerd staat.  Een echte patjessituatie, zou Margo zeggen. Die patjes, dat zijn wij.  Geert verkeert al in miljaaardemiljaaardemodus, nooit meer thuisgeraken, alles om zeep... Maar er is nog google maps, we tikken Frigiliana in, in die richting moeten we. En dat lukt via de circumvalención. Onderweg plukken we een mandarijn die daar langs de openbare weg toch maar hangt te hangen.  'Dat ziet er een goeie uit', zegt Geert, 'die eten we direct op'.  Ze is zurig, heel zuur eigenlijk, en bitter, en slecht, bah, vergif.  Ik spuw de helft er van terug uit. Openbare mandarijnen deugen niet.  Benieuwd wat de geraapte steenmandarijnen morgen zullen geven.

    De foto's zijn enkele sfeerbeelden van onze straat én de paarse akkerwinde die zich uitstekend voelt op de vuile wandelweg.  Niemand die haar temt, ongeremd en overvloedig mag ze bloeien tussen de afval.













    13-12-2023 om 21:19 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    12-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GR249 van Frigiliana naar Nerja

    Jochei, jochei, ik ben zo blij want vandaag vinden we de GR249. Ik heb een straatnaam, ik heb google maps, dus klaar is kees. En inderdaad we stevenen er recht op af.  Hoeveel keer zijn we hier al voorbij gelopen en zagen we de wegwijzer niet ? Hij geeft direct het aantal kilometers mee : 14.8.  We rekenen snel, het is nu 11 uur, dat valt goed mee.  4 uurtjes wandelen, dan de bus van Nerja naar Frigiliana en dan naar restaurant Sacristan, waar we een lekkere paëlla gaan eten.

    Het begint goed : een felle afdaling naar de rio Higuero en die moeten we een tijdje volgen.  De rivier is droog, zoals zoveel rivieren in het Zuiden.  (we kwamen zelfs een rivier tegen die rio seco heette, is dat geen contradictio in terminis en zelfs, als die droge rivier ooit water had, waarom werd die dan rio seco geheten?  droog water, moet kunnen wellicht, maar het gaat mijn verstand te boven) We komen een vader en zoon tegen en ik heb medelijden met de vader omwille van de steile klim naar het dorpje.  Achteraf denk ik dat die vader nog veel meer medelijden met mij had (al wist hij natuurlijk niet waar we naartoe wilden).

    Als we links langs de flank omhoog kijken zien we plots twee witte spoken. Al gauw wordt het duidelijk dat het imkers zijn die aan het foefelen zijn aan bijenkasten.  Op hun auto staat polinización en daar weet Geert alles over.  Ik denk nog vaag dat het iets met politie te doen heeft, maar het gaat blijkbaar over het bestuiven door de bijen van fruitbomen en andere bestoofde. Het gaat niet zo goed met de bijen en indien er geen bijen meer zijn is er ook geen fruit meer.  Zoiets.  En die twee spoken helpen die bijen een handje wellicht.  Ik zou het eens allemaal goed moeten vragen aan mijn nonkel Jef, die zelf imker is en was.  Ik zal een audiëntie aanvragen.

    Al snel verlaten we de brede weg naast de rivier en klimmen steil naar boven door een bos.  Dat blijft aan de ribben kleven.  Boven staat een koppel wat meewarig naar ons gepuf te kijken. We zeggen blijmoedig dat we naar Nerja gaan.  Zij moeten de andere kant op.

    De zon staat hoog te blinken in een azuurblauwe lucht, het is 24graden, we vinden het toch wel dorstig weer. Het begint ons te dagen dat het water dat we bij hebben niet erg ruim is en dat we spaarzaam gaan moeten zijn.  Bovendien draait de weg niet naar de zee, maar weg van de zee, de bergen in.  We stellen vast dat we 2km/h stappen. Het gaat dus niet vooruit.  Het is een sendero met best wel platte stukken, maar ook plotse steile afdalingen en, daaraan vasthangend, altijd weer stevige klimpartijen. Het wordt stil tussen ons, we zeggen niet veel meer, het stappen kost al energie genoeg. Het water slinkt en het tempo daalt.

    Ik kan op de kaart zien dat we bij een rivier een scherpe bocht gaan maken en daarna op een mountainbike parcours gaan uitkomen. Dat zal wel beter begaanbaar zijn. Inderdaad, we dalen af en horen een rivier ruisen en bruisen, het lijkt wel een oerwoud waar we in verzeild zijn.  De rivier moeten we oversteken en ik denk en hoop dat we nu langs die rivier verder zullen afdalen. Niets is minder waar.  Ik zie het bedenkelijk gezicht als ik nog wat water vraag.  Het mijne is al lang doorgeslikschuurd. 'Ik ga water halen in de rivier', zegt hij, 'er is niks mis met dat water'.  Ik steek een vetokaart in de lucht.  Geen sprake van dat wij dat rivierwater gaan drinken en morgen met dysenterie of buiktyfus, cholera of salmonella in de kliniek liggen. Liever droog van de dorst dan leeggelopen van beestjes in het water.

    Het smalle pad blijft maar klimmen. Het is voor mij echt genoeg geweest en moet meer dan me lief is rust nemen.  Onze hoop blijft het mountainbikepad, dat zeker en vast zal afdalen naar zee. Ik roep naar Geert, die een stuk voorop is dat hij moet jodelen als het klimmen stopt.  Hij jodelt niet, maar roept dat we nog niet boven zijn. Ik vraag me af hoe we het verder gaan doen met het beetje water.  Gaan we beginnen vechten om nog een laatste slok ? Ga ik blijven zitten en niet meer verder willen (en kunnen). Hij geeft mij nog een ferme slok.  Zelf drinkt die jongen bijna niet. Dat is ook zo in het dagelijks leven, dus zal er nog wel wat in zijn reservoir zitten, zo denk ik.

    We komen boven aan het mountainbikepad, het is breed en het daalt lichtjes. En, er komen twee mensen op ons afgestapt uit de andere richting. We zeggen hello en praten wat Engels, maar het zijn Belgen.  We vragen of zij water op overschot hebben.  Ja, dat hebben ze en we krijgen een spuitwaterfles waar nog een vol glas water uit kan. Hebben ze zelf toch nog ?  Ja, ze hebben nog een volle fles.  Dat zullen ze nodig hebben, denk ik, als ze weer vertrokken zijn.  Het water is lauw, maar dat deert niet. 'We zijn nu in de helft', zegt Geert, die altijd een toonbeeld van optimisme is. Ja, weerleg ik, maar het is de gemakkelijkste helft.  Dalen.  En bovendien zachtjes dalen. 

    Op de kaart staat een areo recreativo vermeld, wie weet is daar een cafeetje. Die gedachte verheugt ons buitenmatig en we stappen er op los. Het recreatiedomein is verlaten, er is een cafeetje, maar het is verlaten, er zijn barbecues en ik zie....een kraan.  Een dun straaltje loopt uit de kraan, het gaat over in druppelen.  We houden er toch onze fles onder, elke druppel telt. Het wordt één slok, voor mij. :)

    Het gaat wel goed vooruit nu, het blijft langzaam dalen en we stappen de kilometers weg en weg en weg. En komen aan in Maro, een gehucht van Nerja. Er staan nogal wat villa's, maar wij zoeken een café. Dat vinden we niet, maar wel een hotel en daar mogen we iets drinken.  Geert droomde de hele tijd van een cervesa, ik neem een spuitwater.  Het is heerlijk fris, we drinken als twee kamelen.

    Nu moeten we nog de bus nemen naar Nerja zelf en dan de bus terug naar Frigiliana, maar het kan ons allemaal niet meer deren.  In Frigiliana eten we een lekkere paëlla, zoals voorzien, zij het dat het twee uur later is dan ingeschat. En we kunnen maar één ding besluiten : wat zijn wij ongelooflijk DOM geweest om te vertrekken met ieder een halve liter water op zak en de gedachte dat we die GR eens rap gingen klaren.  Nooit een GR onderschatten, hij laat zich moeilijk vinden en hij laat zich moeilijk temmen. Graaauw!!!!!























    12-12-2023 om 21:25 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    11-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.de onvindbare GR249

    Maandag, wasdag.  Fout, we doen niet mee, we zijn niet planmatig en gestructureerd.  We zoeken vandaag de Grote Route van Malaga, die we al een stukje deden toen we van Frigiliana naar Acebuchal wandelden. Als die route van Frigiliana naar ons bergdorpje loopt, dan moet ze ook in de andere richting vanuit Frigiliana naar Nerja lopen.  Maar hoe vinden we die dekselse route ? Op de topografische kaarten staat geen GR.  OP mijn wandelapp die ik plots niet meer zo aantrekkelijk vind, staat geen GR, die app wil alleen zelf wandelroutes genereren. Op de wandelkaart die we kochten staat de GR wél!!! Hij vertrekt van de westkant van het stadje en loopt door het gebergte in een grote boog naar Nerja.  En zagen we onderweg naar Frigiliana niet een wegwijzer naar de westelijke kant met 'sendero' op ? Pad, paadje, wandelpad, dat moet de GR toch zijn ?

    De wegwijzer wijst ons de weg, maar maakt ons verder niet veel wijzer.  We beklimmen het hakkelige baantje steil omhoog met onze Hyundai, zo ver we kunnen.  Ik hoor een nerveuze vloek naast me als we alsmaar steiler en smaller omhoog moeten, maar er zit echt niks anders op, ons kar keren is hier onmogelijk. En jawel, boven is een parking en er is een pad. Dat gaan we volgen, hoera, hier is onze GR.  Maar ondertussen hebben we al ondervonden dat de aanduidingen van de GR over het algemeen duidelijk zijn, en hier staat geen enkele aanduiding en bovendien, dat pad wordt altijd maar smaller en smaller en wordt dan een geul met dikke darmen (waterslangen) in en dan plots niets meer.  Enkel ... een ezel.  Die wordt algauw de beste vriend van Geert, het afscheid is droevig en een kwartier later horen we hem nog balken.

    De mensen hierboven zijn de toeristen duidelijk zo beu als kouwe pap, want overal staan bordjes met Privado en Entrada prohibida. Als ze het zo schoon vragen zullen we maar de andere kant oplopen, ziggezaggend, tot we een bord naar de Castillo zien. Een kasteel, interessant is dat.  We komen andere mensen tegen die ook op zoek zijn naar het kasteel.  We overleggen met hen en moeten besluiten dat er van het kasteel niets meer overblijft dan een paar kleine muurtjes.  Arm kasteel. Het uitzicht is omgekeerd evenredig met de glans van het kasteel : We zien Frigiliana beneden liggen en het witte dorp ziet er prachtig uit.

    Maar wij zijn nog altijd op zoek naar de GR249. Misschien moeten we toch de andere kant nog eens onderzoeken.  We vinden een wegwijzer naar Frigiliana.  Afdalen dan maar en ginds verder zoeken. Er staan nogal wat villa's langs de smalle onberijdbare weg en we vragen ons af hoe die mensen hier ter plaatse komen. En hoe ze hun boodschappen boven krijgen.  Een man plukt de rijpe appelsienen in zijn tuin. Ik groet hem vrolijk en denk dat hij wel een appelsientje over de draad zal werpen naar dat vriendelijk wezen.  Niet dus.

    Frigiliana ligt aan onze voeten en Geert vindt dat we terug de berg op moeten naar de auto.  Ik stel voor dat hij de auto haalt en dat ik ondertussen verder zoek naar die dekselse GR.  'Niks van', zegt hij beslist, 'ik rijd niet alleen met die auto naar beneden'.  Oeps, dan zal ik maar stilletjes meegaan. Het wordt een warme klim, de zon schijnt ongenadig, het is pal op de middag.  De auto staat er nog en we eten onze boterhammetjes boven op. Het is koel daar, onder de sparren en er staat een muurtje waar we comfortabel kunnen op zitten.  Ik eet een stuk kruidenkarton, ttz een stuk karton met daarop wat rucola.  Dat karton is niet echt karton, maar een wrap die stijf staat van droogte. Het is niet lekker maar het is eten en er zit ook nog een boterham met mortadella in mijn brooddoos. Mortadella, het is mijn guilty pleasure.

    Er komt een andere auto boven, het zijn locals, want ik heb die man al gezien.  Op de achterbank zit een hond en die ken ik nog beter.  Nog nooit heb ik zo'n versleten hond gezien. Hij geraakt niet uit de auto, zijn baas moet hem zachtjes ondersteunen.  Eens de auto uit, blijft hij staan waar hij staat.  Baasje spoort hem aan om te stappen, hij verzet moeizaam een paar artrosepoten. Gaat terug zitten.  Blaast luidruchtig in en uit.  Baasje geeft hem water.  Slobberslobber.  Hij gaat weer zitten.  Ik vraag of hij pijn heeft.  Nee, geen pijn, zegt het vrouwtje, hij is heel oud. Ze lokt hem verder met het water, hij zet nog een paar pootjes.  Dan zet hij zich in positie om een kakje te doen en ik denk dat zijn laatste uur geslagen is.  Hij hijgt en hij gromt en zijn lichaam schokt, het is niet om aan te zien.  Maar het lukt want het kakje wordt mooi opgeruimd door het baasje.  Het uitstapje is beëindigd, de hond klimt terug in de auto met een flinke duw in zijn poep.  Weg zijn ze. 'Ik zou niet graag die hond zijn', zegt Geert vol medelijden.  Maar ik denk dat die hond blij mag zijn dat hij zo goed verzorgd wordt en dat tot zijn laatste dagen, want een pretje kan het voor de baasjes ook niet zijn.

    Nu wil ik toch nog een laatste poging wagen om de GR te vinden, niet om hem vandaag nog te doen, maar morgen komt er nog een dag.   We struinen Frigiliana af, maar nergens, nergens is er een teken van GR te zien, dat zo bekende rood-witte embleem. We denken, we redeneren, we bekijken de kaart. Het is te zeggen, ik doe dit alles, want Geert, het kan hem niet bekoren waar dat ding ligt.  Als we terug thuis komen, veel vroeger dan verwacht, ga ik op google en daar vind ik alles over GR249. Ook de straat in Frigiliana waar hij doorloopt.  Hoe dom kan je zijn ? vraag ik aan mezelf. Niet aan Geert, want die zou een grote grijns te voorschijn toveren en dan zou ik zin hebben om hem te slaan. :)

    De achtertuin (nou ja) is nog heerlijk om te zitten lezen. Elk nadeel heb zijn voordeel.  Wie zei dat ook alweer ?











    11-12-2023 om 21:14 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (3)
    10-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.playa de Torrox

    Zondag zonnige dag.  Zo is het hier. Het geeft ons de kans om een machine te wassen en buiten te drogen te hangen.  Geert probeert ook een zonnebadje in de achtertuin/terras, maar moet het opgeven, want het is te warm.

    Het wordt een dagje naar de kust, de playa de Torrox. We vrezen dat het druk gaat zijn, maar dat valt ontzettend goed mee.  Onze auto geraakt zowaar heel vlug geparkeerd, niet ver van de vuurtoren van het stadje.  Het is een uitstekend referentiepunt om de auto straks terug te vinden.

    Wat zouden we eens doen ? Een boterhammetje eten, de pier verkennen...en dan, wat iedereen hier lijkt te doen, flaneren langs de dijk.  We nemen ons voor om zo ver te stappen als mogelijk en dat blijken toch enkele kilometers.  Je kunt niet zeggen dat het strand mooi is, het is zo anders dan ons witte zandstrand.  Hier is het grijs, met veel kiezel en keitjes. Het belet de kinderen niet om kastelen en greppels te bouwen. Zwemmers zien we niet, zonnebaders zijn ook niet talrijk. Het is bijna uitsluitend een seniorenpopulatie.  Ja, wij horen daar ook bij.

    In de palmbomen klinkt gekrijs.  Wat wij in een kooi verwachten zit hier vrij en vrolijk in de bomen : parkieten.  Geert merkt een nest op : mama parkiet zit met haar staart uit het raam. Zit er daar nog iemand binnen ? Kleine parkietjes, in december ?  We weten het niet. In elk geval hebben ze heel wat meer noten op hun zang dan de duiven die ook in die bomen willen zitten.  Zeevogels, we zien ze niet, met uitzondering van een paar meeuwen die inspectie doen op het water. 

    In de verte zien we een vreemd tafereel : een oud (denken we) vrouwtje (denken we ook) met een lange gebloemde zonnige schort en een hoed is met een borstel zand aan het vegen.  In het zand. Ijverig veegt ze een hoopje zand naar links en daarna weer een hoopje naar rechts. Resultaat is nul. Ze kijkt niet op of om en veegt alsof haar leven er van afhangt.  Als we nog dichter bij komen zien we een baard vanonder de hoed.  Het is geen vrouwtje, het is een mannetje. En het is zinloos werk.  Er zijn wel meer mensen die vreemd naar de man kijken.  Het kan hem niet deren, dat zand moet bewegen en hij zorgt er voor. Als we later op onze passen terugkeren is de man nog bezig.  Ik zeg dat ik hem ga vragen waarom hij dat doet.  'Niet doen', zegt Geert, 'die man zijn hoofd werkt niet goed'. Misschien is het gewoon een act, denk ik, en wil hij ons iets duidelijk maken.  Hoe we allemaal wat in het rond krabben en denken dat we belangrijke dingen doen. Het kan, ik geef het een kans.

    We kijken uit naar een gelateria, al twijfel ik tussen een stevige vissoep en een sorbet. Het wordt het ijsje. Geert glundert achter zijn banana split, ik smul van een sorbet.  De benidorm bastards whatsappen onze kinderen als ze de foto zien. Daar beginnen we stilaan wat van weg te hebben, ja.  Zolang het vuur maar niet uit onze ogen is, is het allang goed.













    10-12-2023 om 20:06 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (4)
    09-12-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wandelen in de bergen

    We hebben gisteren een voornemen gemaakt : we gaan wat vroeger opstaan, dan kunnen we langer wandelen.  En inderdaad, om 9 uur wipt Geert het bed uit en zet koffie.  Mij lukt het moeilijker, ik heb in volle nacht mijn apneumasker afgesmeten omdat het piepte en zuchtte wegens luchtontsnapping.  Slapen zonder dat masker, het lijkt goed, maar het is niet zo.  Moe dus.

    De loeiende hond is niet meer te horen.  Gisteravond maakte hij zoveel kabaal dat onze Spaanse overburen met kleine kinderen op ónze deur kwamen kloppen (bonzen eigenlijk) om te vragen of we die hond wilden doen zwijgen.  De kinderen wilden niet slapen en de ouders kregen het op hun heupen.  Het speet ons, maar ze moesten hiernaast zijn en de baas was niet thuis.  Verbijten en verdragen, meer zat er niet op.  Later op de avond stopte het blaffen en zoals gezegd, vanmorgen zwijgt hij als vermoord.  Misschien is het echt wel zo.

    We hebben een wandelkaart mét een boekje gekocht en een aantal wandelingen vertrekken van Acebuchal.  Gemakkelijk dus, schoenen aan, proviand in de rugzak, water niet vergeten en weg zijn we.  Het moet gezegd de GR249 staat zeer goed aangegeven.  Die moeten we helaas niet hebben.  We hebben een wandeling nr 14 uitgezocht en indien nodig kunnen we overschakelen op wandeling nr 12 die wat lichter is.  Er is echter geen enkele aanduiding van deze wandelingen.  Vreemd toch ! Op de kaart kunnen we een beetje volgen, vooral omdat het eerste stuk samenloopt met de GR, maar eens we aan een viersprong komen (die in het boekje beschreven staat als een driesprong) weten we het eigenlijk niet meer.  Proberen dus, we kiezen links.

    Op de helling staan tientallen bijenkasten.  We horen de bijtjes zoemen.  In december bijtjes, is dat niet vreemd ?  Gaan die nooit eens dood of moeten die niet een beetje rusten in de winter ? Hier blijkbaar niet, er staan ook nog altijd bloemen, zowel wilde als gekweekte.  Wellicht vinden ze die lekker en blijven ze nog een beetje.

    In de verte komt een man ons tegemoet.  We kibbelen een beetje wie de man moet aanspreken.  Geert vindt dat ik het in het Spaans moet proberen, maar ik vind dat hij zijn Oxford Engels moet bovenhalen.  Het wordt het Engels (hihi), de man is Engelstalig, dat is mijn vaste overtuiging.  Alleszins geen man van hier, want wij vragen aan hem de weg en daarna vraagt hij aan ons de weg.  Maar goed, we weten nu dat we alvast terug beneden zullen geraken.  En hij weet het ook, hij heeft bovendien een app waar hij alles op ziet (maar dat weten we later pas).  Ik vind het wel raar dat we steeds blijven klimmen, terwijl we zeker nog 250 hoogtemeters moeten dalen.  Het brede pad gaat over in een smal paadje (sendero) en het komt er op aan goed voorwaarts te kijken en beide handen vrij te houden, want vallen zonder handen zou lelijk pijn doen.  We lopen langs een kam en af en toe ontdekken we een mensenhand in de natuur : stenen die onnatuurlijk recht staan, hoopjes stenen, én af en toe een blauwe bol op een steen. De wandelroute der blauwe bollen.

    Ik kijk op mijn app die zo graag routes genereert, maar nu zwijgt hij koppig want hij heeft geen bereik. Wat ik wel zie is dat we nog veel en steil moeten dalen, de hoogtelijnen staan dicht bij mekaar.  En dat zullen we geweten hebben.  Het pad daalt vliegensvlug zigzaggewijs en stilaan voel ik mijn spieren (alweer die remspieren) beven en mijn knieën knikken. Geert is steviger dan ik en houdt er de pas wel in. Dra horen we een haan kraaien, geen drie keer, maar keer op keer.  Dat kan alleen maar bij een huis zijn en een huis staat altijd bij een fatsoenlijke (nou ja) weg. En ja hoor, we komen uit bij een huizenhoop en ik heb het eerst niet door, maar het is gewoon Acebuchal waar we terecht komen.  Back home !!!

    Daar moet ik echt van bekomen met een frisse cola op het terras van de bar.  We vragen ook of we een slaatje kunnen bestellen om mee te nemen.  Allemaal geen probleem.  Druk of niet druk, die mannen zijn altijd vriendelijk en behulpzaam.  We eten thuis onze boterhammetjes met het lekkere slaatje.  Van dat langer wandelen is niet veel in huis gekomen, maar echt waar, we zijn beiden erg moe en moeten een tukje slapen. Het was een wandeling van 7 km of iets meer, maar wat voor één. 'Mooie toer', zegt Geert, 'dat kunnen we nog eens doen.' Mmmja, later eens. Misschien.

    Tegen het vallen van de avond doe ik nog een gemakkelijk tripje, op zoek naar gevallen appelsienen.  Geert kookt liever.  Oké dan. Wie ik daar tegenkom is de oude Zweed.  Hij vertelt me een folietje, iets waar hij zich mee bezig houdt.  Hij kauwt op kauwgom en eens dat begint te vervelen en geen smaak meer heeft, neemt hij het gummetje en boetseert er een hartje mee.  Hij plakt het op een boom. Dat doet hij keer na keer en zo komt het dat menige boom een wit hartje heeft op een knoest of op zijn stam. Ik vind het geweldig.  Een oude man die creatief en speels het bos bezaait met hartjes, het lijkt onnozel, maar evengoed kan hij zitten kniezen over zijn oude dag en knorren en zijn dagen verslapen.  Neen, doet hij niet, hij maakt een testament van witte hartjes.  Voor de scherpe kijker.  















    09-12-2023 om 20:18 geschreven door geert en hilde op de fiets

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (1)


    Archief per week
  • 25/12-31/12 2023
  • 18/12-24/12 2023
  • 11/12-17/12 2023
  • 04/12-10/12 2023
  • 27/11-03/12 2023
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 08/05-14/05 2017

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!