15 december, Pieter en Mathieu zijn, naar onze maatstaven, al vroeg op. Wij volgen op het gemakje. Een wandeling wordt gepland. We kiezen voor een rondje Acebuchal, ongeveer 7km lang en 250 hoogtemeters te overbruggen. Niet zo straf als wandeling, maar de boys hebben geen echte wandelschoenen en ze zijn hier vooral om hun batterijen op te laden, dus ducamente (doucement). Het is nog koud, maar helder en zuiver. We doen eerst een rondje langs de bar/restaurant waar de kelners met dikke truien hun eerste uurtje werken (in dit geval wachten op klandizie).
Het eerste stuk is een keienpad dat langzaam omhoog klimt en makkelijk te veroveren. Dan komen we op een bredere weg en door het stijgen ook langzamerhand in de zon. Dat doet deugd, die langzaam ontwakende vurige bol die hoofd en hart en handen verwarmt. Er worden wat truien uitgespeeld, de handen komen uit de zakken, hop hop hop, de weg ligt uitstekend.
Er volgt een smaller paadje langs de bergflank en dan lopen we over de kam naar de andere kant van de berg waar een steile afdaling wacht. Er staat nog prachtige gele brem (?) in volle bloei, ook veel rozemarijn en we horen de bijen bedrijvig zoemen. Het afdalen loopt over keien en zand en bosgrond en ik doe een maneuver, ik weet niet meer wat, maar plots lig ik op de grond en schuif nog wat verder met mijn hoofd naar beneden. Het schuurt hier en daar, maar verder heb ik me niet pijn gedaan. Vallen is niks, maar terug recht geraken op zo'n helling als je bergaf ligt, dat is wat anders. Er schieten twee paar handen toe en ze hijsen me terug omhoog. Ik kan er wel om lachen, maar Pieter vindt dat we zo'n wandelingen niet meer moeten doen op onze leeftijd. We kunnen toch ook op asfalt een toertje doen. Ja, er komt een tijd dat kinderen zeggen aan ouders wat ze wel en niet meer mogen doen. Langzaam belanden we in die periode. Maar we beloven niks en doen toch onze eigen zin.
We eindigen door het bos boven ons dorpje en gaan nog even langs de loebas van het dorp, een grote aandoenlijke hond met veel te veel vel en dikke poten, die over het muurtje van zijn huis komt kijken. We smelten door zijn aanblik en hij jankt zachtjes onder al die belangstelling. Wat een schat!
We eten in het restaurant van Acebuchal, een sangria voor de boys als aperitief in vazen o zo groot, een wit wijntje voor mij en water voor Geert. We kiezen allen voor hertenvlees met aardappelen in olie en paprika's. Het is lekker en het vult goed. Aan een ander tafeltje zit de oude Zweed met een harem vrouwen, waar heeft hij die vandaan getoverd ? Geen wonder dat hij kauwgomhartjes aan de bomen plakt.
De namiddag is goed voor een bezoekje aan Frigiliana, het mooie dorpje met de trappenstraten. Mathieu en ik kopen een souveniertje, ik roep hem om in het Spaans te vertalen wat ik wil, maar de madame zegt : 'zeggetmorintvloms'. Een Belgische uit Antwerpen en blijkbaar bevriend met onze buur Luc van de b&b. Nu Mathieu bij ons is en kan vertalen proberen we nog een afspraak te versieren met de kapper, maar die geeft niet thuis, helaas!
Pieter heeft het ontwerp van zijn boek voor KOTK ontvangen op zijn mail, we bekijken het en zijn blij met het resultaat. Ik wou dat het al gedrukt was en dat we het konden vastnemen en er in bladeren. Een tastbaar boek is toch nog heel iets anders dan een ontwerp op computer. Terwijl we aan het wandelen waren geraakt Geert trouwens in gesprek met Mathieu (alletwee economiekrakken) en vertelt hij droogweg dat hij ook een boek heeft geschreven van 700 bladzijden. Op zijn werk en in het Engels en voor mij en Pieter niet te verstaan. We bewonderen het wel, maar het gaan lezen, nee, daar beginnen we niet aan. Mathieu ook niet, denk ik.
We hebben nog een gezelschapsspelletje in petto, waarbij we allevier moeten samenwerken, maar helaas, uitspelen zit er niet in. Eén keer stranden we op de eindmeet. Ondertussen zit er een boy te geeuwen dat er een ware tocht onstaat en we sluiten de boeken. Bed in allemaal. Alleen dat ene oude vrouwtje moet nog op de computer, in overurenmodus. De blog moet gevuld!!!
|