Onze wegen lopen vandaag verschillend. Ik ga naar Malaga met de bus vanuit Nerja. Geert verkiest een dagje Acebuchal.
Om in Nerja te geraken moet ik weerom foefelen met de huurauto en als niet-chauffeur toch rijden. Ik hobbel en bobbel de grindweg af en haast me naar el estaccion de autobuses, busje komt zo. Die bus gaat er nogal van door, zolang het op de autosnelweg is, geen probleem, maar in de buurt van Malaga staat bijna overal een snelheidsbeperking tot 30km/u en zij slaagt er in het dubbele te rijden door die drukke stad. Als daar maar geen boetes van komen !
Malaga straalt, mensen lijken super tevreden, kerstliedjes spelen eindeloos, hier en daar zingt er iemand mee. Aan de kathedraal zit nog steeds dezelfde jongen van 5 dagen geleden met exact hetzelfde bord in zijn handen : hij heeft honger. Op de plaza de Merced, waar Picasso al jaren op de bank zit, probeert een jong meisje een handenstand. Een schare fietsers gaan een rondrit doen door de stad. Een dakloze met kapotte broek hinkt doelloos rond. Het is warm in de zon, ik eet tapas. De dienster loopt lachend en zingend rond. Rondom zitten Vlamingen, maar ik beken geen kleur en spreek hardnekkig weinige woorden Spaans. Seffens heb ik een date met Picasso.
Ik ben niet alleen, menig toerist wil Picasso bekijken. Ook goed. Als ze maar niet in mijn weg lopen. Het museum is gelegen in een prachtig herenhuis met patio, grote kamers, brede trappen, veel opzichters. Picasso werd heel oud en alles wat hij gemaakt heeft is onderverdeeld in chronologische periodes en dat zijn er dus veel. Aanvankelijk schildert en tekent hij nog gewoon zoals u en ik zouden willen tekenen, later wordt het vreemder, hoekiger, lichaamsdelen naar alle kanten. Net dat maakt hem zo beroemd.
Als ik er naar kijk, heel dicht, met mijn neus er op, dan vind ik dat hij nogal kon kladderen met zijn verf. Ik lees ergens dat hij vond dat elk kind een kunstenaar is en dat hij heel zijn leven erover gedaan heeft om te kunnen tekenen als een kind. Ik kan het goed geloven. Feit is dat je er maar moet opkomen om alles in kubussen te beginnen tekenen. Of probeer eens een gezicht : het ene oog in front en het andere in profiel, wie verzint zoiets ? Ha ja, Picasso.
Terwijl ik zo sta te loeren naar alle scheve lijnen en spatten, naar de achter- en onderkanten van sculpturen, loopt Geert rond in het Wilde Oosten. Het is te zeggen, hij wandelt in de wilde natuur en ten oosten van waar ik ben. Hoe hij het er van afbrengt, daar getuigen de paar foto's van. Het bracht hem dalwaarts, tussen de villa's en de casas rurales en na een uurtje vond hij het welletjes, deed een middagdutje en kookte een potje.
Bij de dalende zon, strekken we onze benen langs het vlakke pad naar de reeënfamilie. Ze zijn er niet. Of misschien zijn ze er wel, verstopt tussen het groen. De avond valt, een mooie dag loopt naar zijn einde.
|