Geert heeft een nieuwe hobby die mij met ontroerende verbazing vervult. Hij kruipt op het dak en begint te bricoleren. Want, we hebben een lek ontdekt in de kamer boven. Ik stel een dakwerker voor, maar Geert zal dat zelf wel eens opknappen. Binnen de kortste keren zie ik hem met een pan jongleren en cement in een pot roeren. Er zijn pannen gebarsten, hij gaat ze tapen en met cement toeplakken. Is dat wel de juiste werkwijze, vraag ik me wat zorgelijk af ? Zijn er ooit dakwerkers geweest die met tape op een dak kruipen om pannen aan elkaar te lijmen ? Ik denk dat hij ook zijn twijfels heeft want hij anticipeert al door te zeggen : 'het zal wel niets uithalen, maar ik heb het toch geprobeerd'. Dat is een veilige uitspraak.
Deze namiddag plannen we een busrit naar Perpignan. Nog steeds kost zo een rit slechts 1 euro en daarvoor kunnen we onze auto niet van stal halen. En zo zitten we een uurtje te suffen op de autobus van het zuiden. In Perpignan scheiden onze wegen, ik stuif het grootwarenhuis Lafayette binnen, Geert slentert wat in het rond. We spreken af om 16 uur aan de stadspoort, om samen nog iets te drinken. En zo geschiedt. Aan ons tafeltje zit een (in mijn ogen) oudere man, die vraagt waar we vandaan komen. Hij vindt het Vlaams erg melodieus klinken, zegt hij. Daar hebben wij nog niet over nagedacht, maar we vinden wel dat de Zuidfransen een raar taaltje spreken. Ja, dat kan hij bevestigen, ze zijn moeilijk te verstaan, maar waar hij vandaan komt, het centrum van Frankrijk, daar spreken ze perfect frans. Horen wij dat dan niet? Ja hoor, we geven hem rap gelijk, het is héél schoon frans.
Tijdens het winkelen heb ik gemerkt dat ik meer en meer gelijkenissen begin te vertonen met een Afghaanse windhond en dan nog een heel onverzorgde. Dringend tijd voor een kappersbezoek. Maar dat zal in België moeten gebeuren, want morgen is het ook hier de dag van de arbeid en donderdag vertrekken we terug huiswaarts. Tot zolang, wafwoef.
|