Moge Allah ‘azza wa djal onze kennis doen vermeerderen, Ameen. Moge Allah ons leiden naar de waarheid en ons weerhouden van het slechte, Ameen. Moge Allah ons sieren met de schoonheid van Imaan & Taqwa, Ameen.
De drie vrouwen uit het leven van Moussa (vrede zij met hem)
De drie vrouwen uit het leven van Moussa
(vrede zij met hem)
Anas levert over dat de Boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) zei: `De beste vrouwen van het mensdom zijn vier: Mariam de dochter van `Imraan, Aasiaah de vrouw van Fir'aun, Kadidja de dochter van Khoewailid, en Faatima de dochter van de boodschapper van Allah (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) .' [Boekhaarie en Moesliem].
Overgeleverd door Aboe Hoerayrah: "Djibreel [Gabriël] (vrede zij met hem) kwam bij de profeet (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) en zei, `O Allah's Apostel! Het is Khadidja die naar je toekomt met een vleessoep-schotel (of iets te eten of drinken). Wanneer ze bij jou arriveert, groet haar dan namens haar Heer (d.w.z. Allah) en namens mij en geef haar de goede tijding dat ze een Qasab (paleis in het Paradijs) zal hebben, waarin noch enige herrie noch enige vermoeienis (problemen) zullen zijn.' [Sah'ieh' Al-Boekhaarie].
Zoals velen op deze aardbol, heeft elke mens een voorbeeldfiguur.
Hierbij een paar vrouwen die voor elke moslimvrouw een voorbeeld moet zijn en blijven. Deze vrouwen hebben lange tijd geleden geleefd, maar toch kan hun manier van leven de dag van vandaag nog steeds erg inspirerend zijn en zeker wel nagebootst moeten worden wa alhamdulilah.
In de tijd van Moussa (vrede zij met hem) bestonden zeker 3 vrouwen met een voortreffelijke karakter.
De eerste vrouw is de moeder van Moussa (vrede zij met hem), de tweede vrouw is de vrouw van de Fir'aun Aasiaah de dochter van Mozaahim en de derde was zijn vrouw. Deze 3 vrouwen zijn een voorbeeld voor elke moslimvrouw, en elke moslimvrouw zou moeten
weten hoe deze vrouwen geleefd hebben en hoe hun karakter hun niet in de steek liet tijdens moeilijke momenten.
Moussa (vrede zij met hem) was geboren in de tijd dat de fir'aun heerste, de Qor-aan leert ons dat hij een hoogmoedige man was. Hij onderdrukte een groep in de land waar hij heerste. Er zou een kind geboren worden uit de volk van de Kinderen van Israiel (Banie Israiel), die een profeet zou zijn, om dat te voorkomen werden alle jongetjes die in dat jaar geboren werden vermoord.
De moeder van Moussa (vrede zij met hem) hield erg veel van haar kind, haar liefde voor Moussa (vrede zij met hem) was een bovennatuurlijke liefde, haar liefde voor hem overtrof alles en was erg groot. Ze was erg bang voor haar kind en wist niet wat ze moest doen.
Ze kreeg een visioen, Allah zegt in de Qor-aan "En wij inspireerden aan de moeder van Moussa: "Zoog hem", maar als jij voor hem vreest, werp hem dan in de rivier, en vrees niet en treur niet: voorwaar, Wij zullen hem bij jou terugbrengen en hem tot één van de Boodschappers maken."(Soerat al Qasas vers 7)
De moeder van Moussa (vrede zij met hem) had twee keuzes óf hem bij haar houden en de laatste momenten met haar kind doorbrengen voordat de Fir`aun haar zoon komt doden, óf op Allah vertrouwen en doen wat haar opgedragen is.
Hoe kan een moeder haar kind in een rivier leggen wetend dat het onveilig is, ze weet niet waar haar kind terechtkomen zal en of haar kind veilig en wel zal zijn. Zou een moeder haar kind niet willen behoeden tegen de vijand? Zou een moeder die zoveel liefde heeft voor haar kind, haar kind niet op allerlei manieren willen beschermen?
De moeder van Moussa (vrede zij met hem) vertrouwde op Allah en
vreesde en treurde niet. Om haar zoon te redden deed ze wat haar opgedragen werd en legde hem in de rivier.
Echter, Moussa (vrede zij met hem) werd opgepikt door de mensen van de fir'aun bij zijn paleis (vers8).
De vrouw van de fir'aun Aasiaah de dochter van Mozaahim was een goede gelovige vrouw, zij had geen kinderen maar wenste die wel,. Toen de vrouw van de fir'aun, Aasiaah bint Mozaahim, Moussa (vrede zij met hem) zag zei ze "Hij is een verkoeling voor mijn en jouw oog." (Soerat al Qasas vers 9).
Het was duidelijk dat Moussa (vrede zij met hem) een baby was van de Kinderen van Israiel, de Fir'aun wilde hem doden maar Aasiaah hield hem tegen "Doodt hem niet, moge hij ons baten, of kunnen wij hem als zoon aannemen" (Soerat al Qasas vers 9).
Zodoende hebben ze hem in hun gezin opgenomen. Zoals elke mens op de wereld hoort ook een baby voedsel binnen te krijgen.
Echter Moussa (vrede zij met hem) weigerde het melk van elke vrouw die hem probeerde te zogen, en wilde absoluut niet drinken. Dit verontrustte het echtpaar natuurlijk. Allah zegt in de Qor-aan: "En wij hebben hem daarvóór zoogmoeders verboden" (Soerat al Qasas vers 12)
Toen hij het water van Madyan bereikte, vond hij daar een groep mensen die hun vee te drinken gaven. Hij zag ook twee vrouwen die zussen van elkaar waren die hun vee tegenhielden en vroeg hen wat er met hen aan de hand was. "Zij zeiden: "wij laten het vee pas drinken als de herders weggaan". (Soerat al Qasas vers 23)
Moussa (vrede zij met hem) gaf hun vee te drinken en trok zich terug in de schaduw en deed een smeekbede naar Allah toe "Mijn Heer, ik heb behoefte aan het goede dat U tot mij neerzendt"(Soerat al Qasas
vers 24)
Ondertussen werd het hart van de moeder van Moussa leeg, en had het geheim bijna onthuld, maar Allah had haar hart sterker gemaakt en zo behoorde de moeder van Moussa tot de gelovigen.
Soebhanna Allah, zou een moeder niet gek worden als zij dit mee zou maken? Zou ze niet achter haar kind gaan en haar kindje bij haar nemen, zou een moeder de straat niet oprennen en zoeken naar haar zoon?
De moeder van Moussa toont ons hoe sterk haar imane was en hoe geduldig zij was. De moeder van Moussa (vrede zij met hem) stuurde haar dochter, de zus van Moussa (vrede zij met hem), op pad om te zien waar haar zoon terechtgekomen was. (vers 11).
De zus van Moussa (vrede zij met hem) zag dat Moussa melk weigerde van iedere vrouw en zei: "zal ik jullie een huisgezin wijzen dat hem voor jullie zal verzorgen en hem opvoeden?" (Soerat al Qasas vers 12)
Daarop kwam zijn moeder en zoogde hem, tot verbazing van iedereen, dronk Moussa (vrede zij met hem) de melk van zijn eigen moeder op. "Toen deden Wij hem tot zijn moeder terugkeren, opdat haar oog verkoeld werd en zij niet bedroefd was, en opdat zij wist dat de belofte van Allah waar is. Maar de meesten van hen weten dat niet." (Soerat al Qasas 13)
Zo was de moeder van Moussa (vrede zij met hem) toch nog altijd dichtbij hem. Hij werd opgevoed door 2 vrouwen die erg veel van hem hielden. Hij was dicht bij zijn echte moeder en dicht bij de vrouw die volmaakt was, Aasiaah de dochter van Mozaahim.
Door een ongeluk doodde Moussa (vrede zij met hem) iemand. Een man berichtte Moussa (vrede zij met hem) dat ze hem wilden vermoorden, waarna Moussa (vrede zij met hem) vertrok. Hij vertrok richting Madyan terwijl hij zei: "Moge mijn Heer mij op de rechte pad leiden." (Soerat al Qasas vers 22)
Een van die vrouwen die Moussa (vrede zij met hem) kort daarvoor was tegengekomen bij het water, liep verlegen en vol schaamte naar hem toe om een boodschap van haar vader door te geven aan hem. "Zij zei: "voorwaar, mijn vader roept jou om te komen, om jou te belonen, omdat jij ons (vee) te drinken hebt gegeven."(Soerat al Qasas vers 25)
Zij had een opvallende schaamtevolle en verlegen karakter. Moussa (vrede zij met hem) liep voor haar, Zij vertelde hem links of rechts te gaan.
Een van de twee zussen vroeg haar vader: "O vader, neem hem toch in dienst. Voorwaar, de beste die je in dienst kan nemen is de betrouwbare sterke" (Soerat al Qasas vers 26)
De vader van de meisjes vroeg Moussa om met een van hun te trouwen. Echter, Moussa bezat niets, hij was tenslotte vertrokken uit zijn land. Allah zegt in de Qor-aan: "Hij zei: "voorwaar, ik wens dat jij met een van deze dochters van mij trouwt, op voorwaarde dat jij acht jaar bij mij in dienst komt. Maar als jij er tien vervult, dan is dat aan jou. Ik wil het jou niet moeilijk maken." (Soerat al Qasas vers 27)
En zodoende trouwde Moussa met haar.
Moussa werd ondertussen profeet en kreeg steun van alle 3 vrouwen. Toen Moussa (vrede zij met hem) met de kinderen van Israël de emigratie maakten, kwam de leger van de Fir'aun en de Fir'aun zelf achter hun aan. Aasiyaah was gewend te zeggen ik geloof in de heer van Moussa en Haroen, op een keer zei Firaoun tegen zijn bediendes: `ga op zoek naar de grootste steen en als Aasiyah standvastig blijft in haar geloof, gooi de steen op haar en als ze haar dien opgeeft is ze mijn vrouw., Aasiyah keek naar de lucht en zag haar huis in het Paradijs. Ze bleef standvastig en haar ziel ging eruit. De steen werd gegooid op haar levenloze lichaam.
"En de gelovigen heeft Allah de vrouw van Firaoun als voorbeeld gegeven, toen zij zei: "Mijn Heer, bouw voor mij een huis aan Uw Zijde in het Paradijs, en red me van Firaoun en zijn daden en red mij van het onrechtvaardige volk." (Soerah At Tahrim: 11)
Dat waren pas tijden waarin de levens van Moslim waarde hadden!
Dat waren pas tijden waarin de levens van Moslim waarde hadden!
Umar ibn Abdul Aziz was de khalief in de tijd dat moslims gevreesd waren vanwege hun legers en jihad.
eventjes kort voordat het verhaal begint! Het is overgeleverd dat een moslim samen met zijn vriend liep ergens bij de grens van het moslim rijk. En opeens zag hij een leger van de romeinen waar niemand iets van wist. Ondanks dat zijn vriend het hem afraadde, hij viel ze in zijn eentje aan. Hij vocht zo hard dat hij steeds dieper in het leger kwam totdat het hele leger in tweeën scheurde en hij aan de achterkant uitkwam. Toen draaide hij zich om en ging weer door met hun vechten. Ze hadden zoveel moeite om hem te verslaan en te doden, dat ze dachten: "kijk wat één moslim kan doen, laat staan een heel leger van moslims!"
Dus hoe bedoel je dat deze moslim niet was overtuigd van het paradijs en Allah? Als hij zoals ons van de wereld hield dan zou hij rennen en een leger halen, maar ondanks dat hij gedood werd heeft hij toch gewonnen, want de trauma die hij hen leverde was beter dan een heel leger! Zoals een iemand zei: "Ik heb mijn ziel(leven) aan Allah verkocht, en wanneer je iets verkoopt(aan een betrouwbaar iemand), kan het jou dan schelen wat de verkoper ermee gaat doen?"
Umar ibn Abdul Aziz kreeg een brief van de Romeinen, en zij wouden een vredes akkoord sluiten met de Moslims. Ze wouden jiziah (beschermgeld) betalen en onder de Islamitische Staat leven. Umar vond het goed en hij stuurde een boodschapper naar hun toe, met een paar brieven waar zij zich aan moesten houden en die zij moesten tekenen.
Dus de boodschapper van Umar kwam in het land van de Romeinen en allerlei belangrijke mensen van de Romeinen kwamen naar hem toe.
Terwijl hij met hun aan het praten was, vielen zijn ogen op iets verbazingwekkend. De boodschapper zag een man, wiens ogen waren uitgehaald en die op zijn handen en voeten rondjes liep als een ezel. En hij herhaalde steeds: Lailaha il Allaah en SubhanAllaah de hele tijd. Elke keer als hij stopte werd hij geslagen met een zweep.
Dus iedereen wou met de boodschapper van Umar ibn Abdul Aziz praten, maar hij liep naar die man toe. De boodschapper was zeer verbaasd over deze man, want toen leefden de Moslims niet in het land van de ongelovigen. De boodschapper zei: Asalamu Alaikom! De man antwoordde: Walaikom Salaam, een Moslim in het land van de Romeinen? De boodschapper antwoordde: Ja, ik ben de boodschapper van Umar ibn Abdul Aziz. Wat is er met u aan de hand? Hij antwoordde:
Ik heb een verhaal. Ik ben van het koninklijke familie. Toen ik over Islam hoorde zei ik: Ashadu ana lailaha il Allaah, wa Ana Mohammada rasoel Allaah. De leider zei tegen mij: Jij hebt twee keuzes. De eerste keuze is dat je met mijn dochter trouwt en ik geef je mijn rijkdommen, maar je moet Islam verlaten, want ik kan niet iemand in mijn familie hebben die Moslim is. Ik zei tegen hem: Nee, dat zal niet gebeuren. De leider zei toen: Je tweede keus is dat we jou ogen uitplukken en we behandelen je als een ezel totdat je sterft. En ik zei:
Ik neem de tweede keuze.
Wat denk je dat de boodschapper van Umar Ibn Abdul Aziz toen deed? Ging hij zitten en vredes akkoorden sluiten? Zei hij: "Dit is een romein, wat heb ik nou met romeinen te maken?" Nee, bij Allaah, hij pakte zijn brieven en ging weglopen zonder hun aan te kijken. Dit was een gewone Moslim toen he, geen Khalief of Ameer van de Moslims! De boodschapper ging terug naar Umar ibn Abdul Aziz en vertelde aan hem wat er was gebeurt. Wat deed Umar? Zei hij tegen hem:
Waarom gaf je hun niet wat zij wilden o dwaas?! Ze wouden vrede, geef ze vrede! Kus hun voeten, laat ze tevreden over ons zijn! Waarom kwam je terug?!
Zei hij dat? Nee, dat zouden onze leiders doen. Maar niet Umar, niet Umar ibn Abdul Aziz!
Umar riep een schrijver en beval hem te schrijven:
In de naam van Allah, van Umar ibn Abdul Aziz, de Ameer van de gelovigen, naar de HOND van de Romeinen! Wallahel Aziem, als jij die man niet naar mij toebrengt, onder sterke bewaking, in mooie kleren, Wallahel Aziem, ik kom persoonlijk naar je toe en stap op je land en op je nek!
Dat was maar een Moslim en kijk hoe onze voorvaderen hebben gehandeld. Vandaag de dag sterven honderden duizenden Moslims en het enige wat onze leiders doen is slapen in hun paleizen, waar zelfs hun wcs van marmer en goud zijn terwijl de bevolking van honger sterft!
De brief bereikte de leider van die Romeinen en hij begon te trillen uit angst. En hij ging persoonlijk die man ophalen en gaf hem mooie kleren en hij stuurde hem bewaakt naar Umar ibn Abdul Aziz. Hij stuurde een brief mee en schreef daarin: Is dit de man die u zocht? OK, laten we nu over vrede praten. Umar zei toen:
Weg met jou en met je vrede!
Dat waren pas tijden waarin de levens van Moslim waarde hadden!
U bent Waarheid, U bent Arrahmaan en U bent Arrahiem. Alleen U neem ik aan als mijn Heer en Mohammed als mijn Profeet, de laatste van alle Profeten.
Ya Allah, aan U schrijf ik deze brief en voor U alleen wil ik leven, U weet het beste wat er in ons harten zit. Allah, vergeef mijn zonden en zegen mijn goede daden. Laat mij niet behoren tot de zondaars, Allah laat mij niet sterven in zonde!!! (ahoedoe billaah)
Geef mij kracht ya Allah om te weerstaan tegen de verleidingen op deze aarde. Laat mij niet streven naar het wereldse leven maar naar het Leven in het Hiernamaals (inshaAllah). Geef mij geduld ya Allah, om door te komen in moeilijke tijden en om door te gaan en niet op te geven.
Allah, verlicht mijn hart met Al-Quraan met Al-Islaam en met Al-Imaan. Aanvaard mijn berouw en bescherm mij om te hervallen naar het slechte. U bent Almachtig, U bent Al-Horend, bescherm mijn "ummah", bescherm hen en geef hen kracht. Verlicht hun harten met geduld, met Al-Islaam en Al-Imaan. Laat hen niet teveel waarde hechten aan het leven hier op aarde, maar laat hen allen streven naar het Leven in het Hiernamaals (amien). Ya Allah, laat ons toe tot diegenen die U mogen ontmoeten in het Paradijs. Bescherm mijn gemeenschap tegen Djahannam (Het Hellevuur). Allah, laat onze Liefde voor U groter zijn, vervul ons harten met Liefde voor U.
Laat mij dankbaar zijn en ons moslims voor al datgeen waarvoor U ons gezegend hebt in dit leven. Allah, bescherm mijn broeders en zusters in Palestina, Nigeria, Tsjechië en overal waar dan ook ter wereld. Laat ons dankbaar zijn voor het eten dat wij op tafel krijgen en laat ons niet behoren tot de Verkwistenen.
Allah het doet mij pijn om mijn "ummah" te zien lijden, laat ons dankbaar zijn voor elke dag dat wij leven, voor elke keer dat U ons berouw aanvaard en onze zonden vergeeft. Schud onze broeders en zusters wakker, NU, voor het te laat is. Zegen onze vasten!! Bescherm ons van het doen en zeggen van slechte dingen. Verlicht het leed van mijn "ummah", U wil alleen aanvaarden Wij.
Bescherm onze ouders, bescherm hen voor de last die wij hen veroorzaken. Laat ons onze moeders behandelen met liefde die zij ons gegeven hebben en waarmee zij ons opgevoed hebben. Het Paradijs ligt aan hun voeten. Zegen onze families, onze vrienden en onze gemeenschap. Straf diegene die ons gemeenschap onrecht aandoen Ya Allah. Laat onze Liefde voor U zo groot zijn en voor onze profeten (Vrede Zij Met Hen) en de metgezellen (Moge Allah tevreden met hen zijn).
Laat ons streven naar de "Sunnah" van onze Profeet Mohammed . Allah, Ya Allah, U bent Prachtig, Alle lof behoort alleen U toe. Noch bent U verwerkt, noch hebt U verwerkt (mashaAllah). U en alleen U heeft macht over alle dingen, U weet het beste wat er in ons omgaat of het nu goed of slecht is. U hoort en U ziet alles, niets ontglipt aan U en niets kunnen wij voor U verstoppen. U bent Al-Malik, de koning van alles en iedereen.
Alhamdoelilah, Alhamdoelilah, ya Allah dat wij gezegend zijn met AL-Islaam, een religie van pracht en praal, een religie van "echte" waarheid. Allah aanvaard onze salaat en onze vasten, weet dat wij zonder U behoren tot de ongelukkigen en tot de dwalenden, bescherm ons hiertegen. Laat ons geen woeker koesteren in ons harten, behoed ons tegen jaloezie en tegen haat.
Allah, ik hou van U, ik hou zoveel van U, laat mij ook liefde koesteren voor mijn "ummah". Laat mij geen haat noch jaloezie koesteren tegen mijn volk. Ik hou van U oh Allah en alleen voor U zal en is mijn liefde zo Groot. Ik wil U zo graag ontmoeten en uit dankbaarheid richt ik deze brief aan U voor elke dag dat ik mijn Liefde voor U kan betuigen. "Laa illaaha illa laah, mohammadoen rasoel allah, salla laahoe âalaihi wa salaam".
Vergeef ons onze zonden en laat onze "ummah" ons vergeven voor de zonden die wij begaan, zodat wanneer ons Uur aangekomen is wij geen moeite zullen ondervinden met het zeggen van "Talqien" (laa illaaha illa laah, mohammadoen rasoel allah).
Bij deze sluit ik mijn brief af alhoewel ik U nog zoveel zou willen zeggen. Maar U bent Alwetend en Alhorend, U alleen weet wat er in ons harten is (SubhaanAllah)
Allah ik hou zoveel van U en ik wil nog meer van U houden. Mijn Liefde is zo Groot voor U en insha'allah dat het met de dag mag groeien insha'allah voor heel onze moslimgemeenschap!!!
Mag Allah met ons zijn bij elke stap of beslissing die wij nemen, Mag Hij ons beschermen tegen de influisteringen van shaytaan, Mag Hij ons zegenen in hetgeen we doen (amien)
"Zal ik jullie," vroeg de Profeet, "eens vertellen, wat de zwaarste van alle grote zonden is?"Dat is aan God deelgenoten toeschrijven en ongehoorzaam zijn aan de ouders."
Er leefde een jonge man in de tijd van de profeet, die Al-qamah heette. Hij bracht veel tijd met aanbidding door, hij verrichtte de salaat, vastte en gaf sadaqa. Toen hij ernstig ziek werd, werd zijn vrouw wanhopig. Zij ging naar de profeet en zei: "Mijn man is heel erg ziek en ik wil u over zijn toestand vertellen, o boodschapper van Allah." De profeetriep drie van zijn betrouwbaarste metgezellen bij zich; Bilaal, soehayb en 'ammar,(Radia Allahu 3anhum) en hijzei hen: "Ga naar Al-qamah en laat hem de shahada reciteren." Ze gingen naar hem toe en vonden hem in een zeer kritische toestand. Ze probeerden om hem de shahada - "Laa ilaaha illa Allah" - te laten zeggen, maar de woorden wilden maar niet uit zijn mond komen. Zij vertelden dit aan de profeeten die vroeg hen: "leeft er nog èèn van zijn ouders?" Hem werd verteld dat zijn moeder nog leefde, maar heel oud was. De profeetstuurde iemand om te vragen of zij niet bij hem kon komen, maar als zij daartoe niet in staat was, zou hijwel naar haar toe gaan. Zij antwoorde onmiddelijk, en dit liet zien hoeveel respect zij wel voor de profeethad: "Wel allemachtig, ik ben degene die naar hem toe moet gaan." langzaam, met haar stok lopend, naderde zij de profeet. Zij groette hem en hijgaf haar de vredesgroet terug en zei tegen haar: "vertel mij de waarheid. Hoe is jou zoon Al-qamah?" "boodschapper van God," zei ze, "hij verricht veel salaat, hij vast en geeft veel sadaqa." "En hoe ben jij nu met hem?" vroeg de Profeet
"Boodschapper van God, ik ben boos op hem."
"Waarom?" vroeg de Profeet
"O boodschapper van God, hij vindt zijn vrouw belangrijker dan mij en is mij ongehoorzaam." Toen zei de profeet: "De woede van Al-qamah´s moeder heeft vast en zeker Al-qamah's tong tegen gehouden om de shahada uit te spreken." Toen vroeg hij Bilal om een grote bundel brandhout te halen. "Boodschapper van God, wat ga je daar mee doen?" vroeg Al-qamah´s moeder. "Ik zal hem voor jou ogen in het vuur verbranden." zei de Profeet
"O boodschapper van God! Mijn zoon! Mijn hart kan het niet verdragen als hij voor mijn ogen verbrand wordt." zei de moeder van Alqamah
"Moeder van Al-qamah! God´s (straf) is veel zwaarder en duurt veel langer. Als je echt wilt, dat God hem vergeeft, dan moet je laten zien dat je tevreden over hem bent". "Bij degene in wiens hand mijn ziel is, Al-qamah zal niets goeds uit zijn gebed, zijn vasten en zijn sadaqah, krijgen als jij boos op hem blijft." zei de Profeet
"O boodschapper van God.Zei de Moeder van Alqamah.." Ik roep God, de engelen en de Moslims, die hier aanwezig zijn, op als getuige, dat ik tevreden met mijn zoon Al-qamah ben."
Daarna kon Al-qamah zijn tong weer bewegen en hij herhaalde de woorden van de shahada - "ik getuig dat er geen God is dan Allah en ik getuig dat Mohammed de boodschapper van Allah is." Die dag overleed hij. De profeetzelf verrichte het janaazah(begravenis) gebed en herinnerde de Moslims aan de zwaarste van de zonde om een moeder boos te maken en aan de beloning om haar tevreden en verheugd te maken.
Lieve zusters lees het volgende verhaal, over wat een wijze moeder haar dochter adviseerde, toen ze ging trouwen. Soebhanallah, moge Allah de Verhevene ons ook zoveel wijsheid schenken, amien.
Abd al-Malik (moge Allah tevreden over hem zijn) zei: Toen Awf ibn Muhallim al-Shaybani, een van de meest gerespecteerde Arabische leiders tijdens de tijd van jahilliyyah, zijn dochter Umm Iyas liet trouwen met al-Harith ibn Amr al-Kindi en zij zich klaar maakte om naar de bruidegom gebracht te worden, kwam haar moeder, Umamah, om haar te adviseren en zei:
Oh mijn dochter, als het geacht wordt als zijnde onnodig om jou dit advies te geven vanwege je goede manieren en nobele afkomst, dan zal het onnodig voor je zijn, maar dan zal het dienen als een herinnering voor degenen die vergeetachtig zijn, en zal degenen die wijs zijn helpen.
Oh mijn dochter, als een vrouw in staat zou zijn zonder echtgenoot te leven vanwege haar vaders rijkdom en omdat haar vader haar nodig heeft, dan ben jij van alle mensen het meest in staat om zonder echtgenoot te leven, maar vrouwen zijn geschapen voor mannen, net zoals mannen voor hen geschapen zijn.
Oh mijn dochter, je staat op het punt het huis te verlaten waarin je bent opgegroeid, waarin je voor het eerst leerde lopen, om te gaan naar een plek die je niet kent, naar een metgezel bij wie je niet bekend bent. Door hem te trouwen, wordt hij als een meester over jou, dus wees als een dienaar voor hem, en hij zal als een dienaar voor jou worden.
Neem van mij tien kwaliteiten, die als voorziening en herinnering voor jou zullen zijn. De eerste en tweede zijn: wees tevreden met zijn gezelschap, en luister en gehoorzaam hem, want tevredenheid brengt vrede in de gedachten, en het luisteren naar en gehoorzamen aan je echtgenoot stelt Allah tevreden.
De derde en de vierde zijn: wees er zeker van dat je goed ruikt en er goed uitziet; hij hoort niet iets lelijks in jou te zien, en hij moet niets anders dan een aangename geur van je ruiken. Kohl is de beste versiering die je kan vinden, en water is beter dan de meest zeldzame parfum.
De vijfde en zesde zijn: maak zijn eten op tijd klaar, en wees rustig wanneer hij slaapt, want razende honger is als een brandende vlam, en het verstoren van zijn slaap zal hem boos maken.
De zevende en achtste zijn: zorg voor zijn bedienden en kinderen, en zorg voor zijn bezittingen, want als je voor zijn bezittingen zorgt, toont dat aan dat je hem waardeert en het zorgen voor zijn kinderen en bedienden toont goed management.
De negende en de tiende zijn: maak nooit een van zijn geheimen openbaar, en wees hem nooit ongehoorzaam, want als je een van zijn geheimen onthult zal je je nooit veilig voelen voor zijn mogelijke verraad, en als je ongehoorzaam aan hem bent, zal zijn hart zich met haat tegenover jou vullen.
Wees voorzichtig, Oh mijn dochter, met het tonen van vreugde wanneer hij geschokt is, en toon geen droefheid wanneer hij blij is, want de eerste laat gebrek aan oordelingsvermogen zien en de laatste zal hem ongelukkig maken.
Toon hem zoveel mogelijk eer en respect als je kan, zodat hij verheugd is met jouw gezelschap en gesprek.
Weet Oh mijn dochter, dat je niet voor jezelf zal bereiken wat je wenst te bereiken, totdat je zijn tevredenheid voor die van de jouwe zet, en zijn wensen voor die van de jouwe zet in alles waar je wel en niet van houdt. En moge Allah het beste voor jou kiezen en jou beschermen.
Lieve zusters, niet al deze adviezen zijn makkelijk voor ons op te volgen, maar we horen zeker ons best te doen om zoveel mogelijk onze echtgenoot tevreden te stellen, want hierdoor stellen we ook Allah de Verhevene tevreden! We horen onze echtgenoot te gehoorzamen in alles wat volgens Islaam toegestaan is.
Tot slot wil ik jullie de volgende belangrijke hadieth meegeven: Ibn Hibban heeft overgeleverd dat de Profeet (Allahs vrede en zegen zij met hem) het volgende heeft gezegd: Als een vrouw haar vijf dagelijkse gebeden bidt, vast tijdens de maand Ramadan, haar eer beschermt en haar echtgenoot gehoorzaamt; dan zal haar (op de Dag des Oordeels) worden gezegd: betreed het Paradijs door een van de (acht) deuren.
Je bent verstandelijk en religieus beperkt zei mijn kleine broer toen wij over een onderwerp in discussie waren. Hij probeerde mij met alle macht van zijn mening te overtuigen, en ik probeerde hetzelfde bij hem. Toen hij de hoop verloren had en al zijn pogingen om mij te overtuigen mislukt waren, zei hij het tegen mij alsof hij mij beschuldigde. En alsof hij de waarde van mijn mening daarmee wilde verminderen.
Voor een moment had woede mij overmand. Door de beschuldiging van mijn broertje dat ik verstandelijk en religieus minder zou zijn. Hij had geen recht om te bepalen of het niveau van mijn geloof hoog is of beperkt. Of dat mijn verstand zijn denkwijze niet zou kunnen volgen omdat mijn verstand beperkt zou zijn.
Ik wilde echter niet dat mijn woede mijn manier van discussiëren met hem zou beheersen. Ik zweeg een poosje zodat mijn woede zou verminderen en ik mijn gedachten kon ordenen. Zodat ik in staat zou kunnen zijn om hem te overtuigen dat het niet juist is om mij zo te beschuldigen.
Na een moment van rationeel denken zei ik hem rustig en met een glimlach: Ja, ik geef het toe. Ik ben beperkt in mijn verstand en geloof. En hoe kan ik de overlevering (hadith) van de profeet (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) ontkennen?
Verbaasd groeide mijn broertje in zelfvertrouwen na mijn erkenning. Zijn glimlach symboliseerde zijn overwinning. Hij dacht dat ik mij aan zijn mening had overgegeven en dat ik had toegegeven dat het mij niet zou passen om een mening te hebben. Omdat ik beperkt was in mijn verstand. En hiermee leek het onderwerp in zijn voordeel beslist.
Terwijl hij genoot van zijn overwinning op mij stelde ik hem de volgende vragen:
Broeder, kun je mij uitleggen hoe ik beperkt ben in mijn verstand en in mijn geloof? Mijn broertje zweeg en dacht na. Ik vervolgde: En kun je de rest van de overlevering noemen die je gebruikt hebt voor de opmerking die je hebt gemaakt?
Zijn glimlach verminderde bij elke vraag die ik stelde totdat het geheel verdwenen was. Het werd vervangen door verwarring. Hoe moest hij deze vragen beantwoorden? Hij begon te stotteren en te stotteren. Van zijn vele uitdrukkingen begreep ik niet meer dan eigenlijk kan ik mij de nobele overlevering niet herinneren. Ik negeerde zijn antwoorden en ging verder met vragen stellen.
Denk je dat Allah jouw gebeden en aalmoezen wel accepteert maar niet die van mij? En krijg jij als je bidt, schenkt of goede daden doet meer beloning dan als ik dat doe omdat ik als vrouw beperkt ben in mijn geloof?
Zelfverzekerd antwoordde hij: Nee natuurlijk niet, dit heb ik niet gezegd.
Ik zei: Wat wordt er dan bedoeld met beperkt in mijn geloof?
Om niet weer zijn gestotter aan te moeten horen ging ik verder zonder zijn antwoord af te wachten.
En hoe denk je dat mijn verstand beperkt is? Denk je dat jou hersens anders zijn dan die van mij? Dat Allah mannen complete hersens heeft gegeven en dat vrouwen de helft hebben gekregen?
Hij schudde nee. Alsof hij goed wist dat ik genoeg had van zijn gestotter. Of misschien voelde hij dat hij zich in een positie had gewerkt waar hij niet heelhuids uit kon komen.
Ik zweeg eventjes en keek vervolgens goed naar het gezicht van mijn verwarde broertje. Ik probeerde de muren van zijn geest te doorbreken en te ontdekken waar hij nu aan dacht. Ik keek naar hoe zijn blik van de ene plek naar de andere reisde. Hij durfde mij niet in de ogen te kijken. Hij vatte mijn zwijgen op als een teken om op mijn vragen te antwoorden en hij begon weer te stotteren. Ik kreeg medelijden met hem. Ik ging dichtbij hem zitten en pakte zijn hand vast en zei: Ik weet dat je niet begrijpt wat je gezegd hebt. Misschien heeft hij sommige mannen de uitspraak op een manier horen zeggen die de indruk wekt dat vrouwen minderwaardig zijn.
Ik zei: Mijn dierbare ik vraag je nu om goed naar mij te luisteren en mij niet te onderbreken totdat ik klaar ben met wat ik wil zeggen. Daarna mag je zeggen wat je wilt en zal ik naar je luisteren. Afgesproken?
Het was alsof ik nu voor hem een weg had vrij gemaakt om gered te worden van mijn vragen. Hij glimlachte en zei: Met plezier!
Ik zei: Luister nu naar de nobele overlevering die ik je ga vertellen.
Abi Saaid Al Khudri zei: De profeet (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) ging op de eid el adha (offerfeest) of de eid el fitr (feest na Ramadan) naar de gebedsruimte. Hij kwam langs wat vrouwen en zei: O vrouwen, doe giften. Ik heb jullie als de meerderheid in de hel gezien. Ze zeiden: Waardoor O boodschapper van Allah? Hij zei: Jullie vloeken veel. Ik heb geen enkele verstandelijk en religieus beperkte gezien die meer door een serieuze man bewonderd wordt dan jullie. Ze zeiden: Wat is onze beperktheid van geloof en verstand O boodschapper van Allah? Hij zei:Is de getuigenis van een vrouw niet de helft van de getuigenis van een man? Zei zeiden: Ja. Hij zei: Dit is van de beperktheid van haar verstand. Hij zei: Is het niet zo dat wanneer zij menstruatie heeft zij niet kan bidden en niet kan vasten? Zij zeiden: Ja. Hij zei: Dit is van de beperktheid van haar geloof.
Met beperktheid van verstand wordt hier bedoeld dat vrouwen over het algemeen minder goed hun emoties kunnen bedwingen en zelfbeheerst kunnen blijven dan mannen. Haar getuigenis is de halve getuigenis van een man omdat zij meer beïnvloed wordt door haar gevoel van medeleven en ze daardoor sneller iets vergeet. Dit is wat er met beperktheid van verstand wordt bedoeld.
Met beperktheid van geloof wordt hier bedoeld dat de man per maand 150 verplichte gebeden moet bidden (5 per dag) terwijl dat bij de vrouw minder is. Dit komt vanwege de Islamitische regel die zegt dat als een vrouw menstruatie heeft zij niet mag bidden. Iets soortgelijks geldt voor de vastentijd (Ramadan): de man dient deze periode helemaal te vasten maar de vrouw mag niet tijdens haar menstruatie vasten. Alle gemiste dagen moeten later worden ingehaald (gebeden hoeven niet worden ingehaald).
Alle dagen? zei mijn broertje verbaasd.
Ja, het is verder bekend dat over het algemeen geldt dat vrouwen die geen menstruatie (meer) krijgen niet (meer) zwanger kunnen worden of een kind kunnen baren. Allah heeft het bloed als voedsel gemaakt voor de ongeboren baby. Ibn Al Qayim heeft gezegd: De menstruatie van een vrouw is heel belangrijk voor haar en maakt haar compleet. Het niet menstrueren is hierom onnatuurlijk en maakt haar incompleet.
Dit vermindert niet de waarde van de vrouw. Beperkt van verstand is zij omdat ze gevoeliger is voor haar emoties. Beperkt in religie is zij omdat zij soms niet mag bidden. Dit maakt een vrouw niet beperkt in het niveau van haar geloof. Het woord beperkt moet dus niet verkeerd worden opgevat.
De boodschapper van Allah (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) heeft de waarheid gesproken toen hij zei: Ik heb geen enkele verstandelijk en religieus beperkte gezien die meer door een serieuze man bewonderd wordt dan jullie.
Om deze reden, beste broertje, moet je goed weten dat het niet voor je is toegestaan om te zeggen Vrouwen zijn beperkt in geest en religie op een manier alsof je je hoger voelt dan vrouwen. En je op deze manier haar recht plundert op het religieus zijn en het hebben van een scherpe geest. Dit is voor jou als moslimman niet toegestaan.
Je neemt het stukje wat je wilt van de overlevering en je negeert de rest.
Dat is alsof je het stuk uit de Qoran leest Kom niet tot het gebed (An Nisa vers 43) en dan stopt of het stuk Wee de mensen die bidden (Al Maun vers 4 ) en dan stopt!
Als je op die momenten stopt, verandert de betekenis van de verzen. Jij hebt iets soortgelijks gedaan. Je hebt van de overlevering enkel genomen wat je beviel en de rest heb je genegeerd. Hierdoor kreeg het een totaal andere betekenis.
De profeet (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) heeft gezegd: vrouwen zijn de zusters van mannen. (Genoemd door Imam Ahmed en anderen. De hadith is hassan).
Mijn broertje verontschuldigde zich voor zijn verkeerde begrip van de betekenis van de overlevering. Wat was ik daarmee verheugd! Maar wanneer zullen de rest van de mannen (die een verkeerde houding hebben) de overlevering goed begrijpen?
Ik sta soms verbaasd wanneer ik zie dat een man (met veel kennis en scholing) niet de juiste betekenis weet van deze eenvoudige overlevering. Of negeert hij het gewoon? Het is een ramp wanneer mensen de woorden van de profeet (vrede en zegeningen van Allah zij met hem) uitleggen op de manier zoals het ze uitkomt!!!
Neem even een paar minuten om je geest te laten rusten en je hart volledig te laten richten op ALLAH.. Laat ALLAH gedurende het lezen van deze DUA beslag nemen over al je gedachten. Als je tijd maakt voor lange verhalen, zouden we hetzelfde respect aan deze DUA moeten geven. Vrienden die samen DUA doen worden door ALLAH bij elkaar gehouden. Laten we DUA doen
Oh ALLAH, ik bedank U voor deze dag. Ik bedank U voor het feit dat ik kan zien en horen. Ik ben gezegend omdat U mij vergeeft en begrip voor me heeft.
Oh ALLAH, U heeft zoveel voor me gedaan en U blijft mij en mijn familie zegeningen geven. Vergeef ons vandaag voor alles wat we hebben gedaan, gezegd of gedacht dat U niet blij heeft gemaakt. Ik vraag U nu voor Uw vergeving.
Oh ALLAH, bescherm me alsjeblieft van al het kwaad en gevaar.
Help me ALLAH om vandaag een nieuwe start te maken met een nieuwe houding en veel dankbaarheid jegens U. Laat me het beste maken van iedere dag om mijn geest te zuiveren opdat ik dichter bij U kom.
Geef me het geduld om alles te accepteren. Laat me niet huilen en jammeren over de dingen waar ik geen controle over heb. Zorg ervoor dat ik de zonden altijd door Uw ogen blijf zien en ze herkennen als slecht.
En wanneer ik een zonde bega, laat me berouw tonen en Uw vergeving ontvangen. En wanneer deze wereld zich voor me sluit, laat me dan aan U denken oh ALLAH, zodat ik me even terugtrek naar een rustige plek om DUA te doen.
Dat is het beste wat ik kan doen wanneer ik boven mijn krachten moet handelen. Ik weet dat wanneer ik geen DUA kan doen, U naar mijn hart luistert. Blijf me pushen om volgens Uw wil te handelen. Blijf me zegenen opdat ik een zegen ben voor anderen.
Oh ALLAH, houdt me sterk om de zwakkeren te helpen. Hou me positief denkend opdat ik motiverende woorden heb voor anderen. Ik doe DUA voor degenen die verdwaald zijn en die hun weg niet kunnen vinden.
Ik doe DUA voor degenen die verkeerd zijn begrepen. Ik doe DUA voor degenen die U niet goed kennen en niet dicht bij U staan. Ik doe DUA voor degenen die deze woorden zullen verwijderen zonder ze door te sturen.
Ik doe DUA voor degenen die niet geloven. Maar ik bedank U dat ik geloof. Ik geloof dat ALLAH mensen verandert en dat ALLAH ook dingen kan veranderen. Ik doe DUA voor al mijn zusters en broeders.
Voor ieder gezin en voor alle gezinsleden. Ik doe DUA voor vrede, liefde en geluk in hun huizen. Ik doe DUA voor ieder die dit leest dat diegene mag weten dat geen enkel probleem, omstandigheid of situatie groter is dan ALLAH.
Iedere strijd ligt in jouw handen, aan jou om er tegen te vechten. Ik doe DUA dat deze woorden het hart bereikt van ieder die dit leest. Dit is mijn DUA. Insha Allah Ya Rabie Ameen!
BRON: Ingezonden door een Zuster in de Islam . . . .
Bijna iedereen heeft er wel eens last van. Het gaat even niet zo goed, je voelt je niet zo best en de dingen lopen niet zoals je zou willen. Of misschien zit het je wel een hele tijd tegen. Sommige mensen kunnen zelfs depressies krijgen of nog erger.
Wanhoop is een geestelijke pijn waar veel mensen liever een fysieke pijn voor in zouden ruilen als ze konden kiezen.
Beter dan het inruilen van de ene pijn voor de ander is er iets dat de mens kan doen om de wanhoop als sneeuw voor de zon te doen smelten. Wat is dit wondermiddel waardoor er rust kan komen in het hart?
Een kort maar zeer krachtig en altijd werkend antwoord: hulp zoeken bij Allah.
Het maakt namelijk niet uit hoe diep je in de put zit, of wat je voor fouten hebt gemaakt: wanhopen is nooit een optie. NOOIT. En al zouden je zonden zo veel zijn dat je ze niet eens meer allemaal weet. Of al zouden alle mensen om je heen je slecht behandelen. Ongeacht je situatie moet je één ding heel goed weten:
Er is Iemand bij Wie je altijd terecht kunt. ALTIJD. Iemand die je niet om je uiterlijk beoordeelt. Niet om je afkomst of leeftijd. Iemand die jou beter kent dan je jezelf kent en Iemand die het goede voor je Wenst.
Het is Allah, de Schepper die altijd het oprechte berouw van zijn dienaren accepteert zolang ze nog niet zijn gestorven. De eigenschappen van Allah zijn met niets te vergelijken. Tegen zijn Kracht kan bijvoorbeeld niets op en Zijn Wijsheid is de grootste. Zo groot dat het ons nietige menselijke brein te boven gaat. Zo is het ook met Zijn Genade, Barmhartigheid en Zijn Vergevingsgezindheid, die zijn met niets te vergelijken.
In de Heilige Qur'an worden de mensen opgeroepen om niet te wanhopen en om Allah om hulp te vragen. Zie de volgende vertaalde betekenissen van verzen in de Qur'an:
En wanneer Mijn dienaren u (O Mohamed vrede en zegeningen van Allah zij met hem) over Mij vragen, Ik ben nabij. Ik verhoor het gebed van de smekeling, wanneer hij Mij aanroept. Laat hen dan Mij gehoorzamen en in Mij geloven, opdat zij geleid zullen worden. (Soura 2, Al Baqara, vers 186)
"O mijn zonen, gaat en zoekt naar Jozef en zijn broeder en wanhoopt niet aan de Genade van Allah. Niemand wanhoopt aan Allah's Genade dan het ongelovige volk." (Soura 12, Yusuf, vers 87)
Hij (Abraham) zei: "Wie kunnen aan de Genade van hun Heer wanhopen, dan de dwalenden?" (Soura 15, Al Hijr, vers 56)
Zeg: "O mijn dienaren die tegen zichzelf buitensporig zijn geweest, wanhoopt niet aan de Genade van Allah, voorzeker Allah vergeeft alle zonden, waarlijk, Hij is de Vergevensgezinde, de Genadevolle." (Soura 39, Az Zumar, vers 53)
De Schepper staat altijd voor ons klaar. Maar zijn wij bereid om Hem om hulp te vragen, of denken we dat we het zelf wel kunnen?
Sommige mensen die getroffen zijn door wanhoop zoeken hun hulp enkel bij mensen en vergeten hun Schepper om hulp te vragen ook al weten ze dat de Schepper de Meest Genadevolle is. Maar als de mens even nadenkt over mensen en hun zwakheid en de Almachtige Schepper dan zal er snel begrepen worden dat enkel als Allah iemand helpt, deze persoon zal genezen van welke kwaal hij/zij ook heeft.
Voor wat meer illustratie het volgende:
Stel je eens voor dat iemand een gruwelijke zonde heeft begaan. De mensen zullen die persoon verafschuwen en ook al krijgt de persoon oprecht berouw en heeft hij grote spijt over wat hij heeft gedaan, zullen er altijd mensen zijn die het hem niet zullen vergeven. En zelfs als sommige mensen het hem vergeven, bij de meeste mensen zal voor altijd in hun geheugen de gruweldaad gegrift staan. Ook al heeft de persoon spijt. Dit is menselijk. Echter dit is niet te vergelijken met hoe de Schepper met ons omgaat. Al zouden we bergen aan zonden hebben, als wij oprecht berouw hebben en de Schepper om vergiffenis vragen, dan zal Hij ons altijd accepteren. Op de voorwaarde dat we echt berouw hebben en enkel Hem aanbidden. Wie kun je dan het beste om hulp vragen?
Stel je iemand anders voor die altijd mensen om hulp vraagt. Voor de kleinste dingen. Veel mensen zijn best bereid iemand te helpen maar als iemand te vaak gaat vragen dan gaat het irriteren bij de mensen. De een kan het langer volhouden dan de ander maar in alle gevallen is hun geduld eindig. Maar hoe zit het met iemand die altijd Allah om hulp vraagt? Een feit is het dat Allah nooit moe wordt van onze vragen en altijd voor ons klaar staat. Bij wie kun je dan het beste terecht?
Stel je eens voor dat de zonden die de mens pleegt voor andere mensen zichtbaar zouden zijn... Zou er nog iemand met iemand anders om willen gaan, wetende dat geen mens zonder zonden is? Zou jij om willen gaan met iemand als je bijvoorbeeld weet dat hij/zij een keer slecht over je gesproken heeft? Het zou in elk geval altijd in je achterhoofd rondspoken. Dit is maar een simpel voorbeeld maar Hij die alles over je weet, je diepste gedachten, Hij is Vergevensgezind en Hij laat andere mensen veel van onze zonden niet zien. In wie kun je dan het beste vertrouwen?
Stel je eens de meest barmhartige persoon voor. Stel je eens de barmhartigheid van een moeder voor haar kind voor. Probeer je het hoogste in barmhartigheid voor te stellen. De barmhartigheid van je Schepper is onvoorstelbaar veel groter. Is dat niet geweldig?
Wanneer je dit alles weet en wanneer je weet dat je Schepper over alles macht heeft en Hij nooit iemand onrecht aandoet (dit doen de mensen zelf) en wanneer je weet dat Hij je ALTIJD zal helpen als je Hem oprecht om hulp vraagt. Wanneer je weet dat Hij altijd leeft en geen enkele zwakte heeft. Waarom zou je dan wanhopig zijn?
De Heer der werelden, Allah de Verhevene, Wil niet dat wij ons wanhopig voelen. Hij Wenst voor ons het goede. Als wij gelukkig willen zijn in ons hart dan kunnen wij in de Qur'an daarvoor de oplossing vinden:
Degenen die geloofden, en wiens harten rust vinden in het gedenken van Allah. Waarlijk! in het gedenken van Allah kunnen de harten rust vinden. (Soura 13, Ar Ra'd, vers 28)
Vond je dit artikel nuttig en ken je iemand die last heeft van wanhoop? Stuur dit artikel dan a.u.b. door naar de betreffende persoon. Wie weet, misschien zal het hem/haar met de toestemming van Allah helpen om rust te vinden in het hart.
Zit het tegen en voel je je niet zo best? Heb je geen hoop meer of is je hart gevuld met pijn? Weet dan: wat je meemaakt is een tijdelijke test. Gedenk Allah om ervoor te slagen: er is geen beter medicijn!
Een geleerde vroeg eens aan één van zijn studenten: "Hoe lang studeer je nu bij mij?"
De student zei: "drieëndertig jaar!"
De geleerde zei: "en wat heb je in deze periode geleerd?"
De student zei: "Ik heb acht dingen geleerd...!"
De geleerde zei verbaasd: "bijna mijn hele leven heb ik besteed aan het onderwijzen van jou en je hebt alleen acht dingen geleerd!"
De student zei: "o mijn leraar, ik heb niets anders geleerd en ik houd niet van om te liegen."
De geleerde zei: "laat mij dan horen wat je hebt."
De student zei:
"De eerste: Ik keek naar de schepping. Iedereen heeft een geliefde. Wanneer hij het graf in gaat, laat hij zijn geliefde achter. Daarom heb ik mijn goede daden tot mijn geliefde gemaakt; op die manier zullen ze bij me zijn in het graf.
De tweede: Ik keek naar het vers 'Doch voor hem die vreesde voor zijn Heer te staan, en die zijn ziel van begeerten onthield,' (79:40) en worstelde daarom tegen mijn verlangens zodat ik Allah kon blijven gehoorzamen.
De derde: Ik zag dat als iemand iets waardevols bij zich heeft, hij het zal beschermen. Toen dacht ik aan het vers 'Hetgeen gij hebt, zal voorbijgaan maar hetgeen bij Allah is, is blijvend.' (16:96) Daarom wijdde ik alles wat me iets waard was toe aan Hem zodat het bij Hem zou zijn voor mij.
De vierde: Ik zag de mensen zoeken naar rijkdom, eer en posities en het was me niets waard. Toen dacht ik aan Allah's woorden 'Voorwaar, de meest edele van jullie is bij Allah degene die het meest (Allah) vreest' (49:13) dus deed ik mijn best om bewust te worden van Allah om edel te zijn in Zijn ogen.
De vijfde: Ik zag de mensen jaloers zijn op elkaar en ik keek naar het vers 'Wij zijn het, Die in het tegenwoordige leven middelen van bestaan onder hen uitdelen,' (43:32) dus verliet ik jaloezie.
De zesde: Ik zag de mensen vijandigheid hebben en ik dacht aan het vers 'Voorwaar, Satan is een vijand van u, behandelt hem daarom als vijand' (35:6) dus verliet ik vijandigheid en nam de Satan als mijn enige vijand.
De zevende: Ik zag dat ze zichzelf verlaagden op zoek naar voorzieningen en ik dacht aan het vers 'En er is geen schepsel dat op aarde kruipt, of zijn voorziening berust bij Allah,' (11:6) dus hield ik mezelf bezig met mijn verantwoordelijkheden tegenover Hem en ik liet mijn eigendom bij Hem.
De achtste: Ik zag dat ze vertrouwden op hun zaken, gebouwen en gezondheid en ik dacht aan het vers 'En voor hem, die zijn vertrouwen in Allah stelt, is Allah toereikend,' (65:3) en daarom plaats ik mijn vertrouwen alleen in Allah."
De geleerde zei knikkend: "moge Allah jou zegenen, mijn zoon."
Dit verhaal werd door sheikh Khalid Arashed vaak verteld men zegt dat het zijn persoonlijke verhaal is:
Ik was de 30 jaar nog niet gepasseerd toen mijn vrouw de eerste van mijn zonen ter wereld zou brengen Ik kan mij die nacht nog goed herinneren. Ik bleef tot het einde van de nacht met een groep vrienden in een uitgaansgelegenheid.
Het was een avond vol lege woorden. Een avond vol met roddels en haram commentaar op mensen. Ik was degene die de vaakst het gelach van de mensen veroorzaakte. Ik roddelen over mensen en zij lachen. Die avond maakte ik ze erg aan het lachen. Ik had het bijzondere talent dat ik mensen goed kon imiteren. Met het veranderen van mijn stem kon ik heel dicht bij de stem komen van de persoon die ik belachelijk maakte. Ja, ik maakte allerlei mensen belachelijk. Niemand kon aan mij ontsnappen zelfs niet mijn vrienden. Sommige mensen gingen mij vermijden om zo aan mijn tong te kunnen ontsnappen.
Die nacht maakte ik een blinde man belachelijk die ik bedelend op de markt gezien had. Ik had hem met mijn voet laten struikelen en vallen. Hij draaide zijn hoofd en wist niet wat te zeggen. De lachende echos van mijn grap vulden de markt.
Ik keerde zoals gewoonlijk laat terug naar mijn huis. Mijn vrouw zat op mij te wachten. Ze was in een treurige stemming. Ze zei met trillende stem: Rashed, waar was je? Ik zei met spot: op mars bij mijn vrienden natuurlijk! Het was duidelijk aan mijn vrouw te zien dat zij moe was. Ze zei, terwijl mijn opmerking haar verstikte: Rashed, ik ben erg moe. Ik kan op elk moment nu gaan bevallen! Een stille traan rolde over haar wang. Ik merkte dat ik mijn vrouw verwaarloosd had. Ik had haar aandacht moeten schenken en mijn avond uit minder lang moeten maken vooral omdat ze in haar negende maand zat.
Snel bracht ik haar naar het ziekenhuis en ging de verloskundekamer binnen. Zij had vele lange uren pijn. Ik wachtte met weinig geduld haar bevalling af. Het verliep allemaal moeizaam. Ik wachtte lang totdat ik moe werd. Ik ging terug naar huis en liet mijn telefoonnummer achter zodat ik gebeld kon worden als er nieuws was.
Na een uur werd ik gebeld door het ziekenhuis waarbij ze mij berichtten over de komst van Salem (mijn zoon). Meteen ging ik naar het ziekenhuis. Ik vroeg naar de kamer van mijn vrouw maar de mensen van het ziekenhuis vroegen mij om eerst bij de dokter langs te gaan die de bevalling van mijn vrouw had begeleid.
Schreeuwend zei ik ze: Wat voor dokter? ik wil mijn zoon Salem zien! Ze zeiden: Ga eerst langs de arts. Ik stapte bij de arts naar binnen. Ze vertelde mij dat onprettige dingen kunnen gebeuren en dat men dat soort dingen moet accepteren. Toen zei ze: Uw zoon heeft ernstige misvormingen in zijn oog en het lijkt erop dat hij niet zal kunnen zien!
Ik liet mijn hoofd hangen en kropte mijn gevoel op. Toen herinnerde ik mij de blinde bedelaar die ik op de markt liet struikelen en waar ik de mensen om liet lachen. SoubhanAllah Wat je met anderen doet zal er met jou worden gedaan!. Ik bleef verstomd. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Toen dacht ik aan mijn vrouw en zoon en bedankte de dokter voor haar vriendelijkheid en ging mijn vrouw bezoeken.
Mijn vrouw was helemaal niet bedroefd. Zij geloofde geheel in dat Allah de dingen al voorbestemd heeft. Zij was tevreden. Zij heeft mij altijd vermaand om mensen niet belachelijk te maken zeggende: Spot niet met mensen!
We verlieten het ziekenhuis samen met Salem. Eerlijk gezegd gaf ik hem niet veel aandacht. Ik beschouwde hem als niet aanwezig in het huis. Wanneer zijn gehuil te hard werd vluchtte ik naar de woonkamer om daar te slapen. Mijn vrouw gaf hem heel veel aandacht. Zij hield erg van hem. Zelf haatte ik hem niet maar ik kon ook niet van hem houden!
Salem groeide en begon te kruipen. Hij had een merkwaardige manier van kruipen. Toen hij bijna 1 jaar oud was probeerde hij te lopen. Toen ontdekten we dat hij mank liep. Hij werd op mij een grotere last dan hij al voor mij was. Na Salem beviel mijn vrouw van Omar en Khalid.
De jaren gingen voorbij en Salem en zijn broers groeiden op. In die tijd hield ik er niet van om thuis te blijven. Altijd was ik bij mijn vrienden. Eigenlijk was ik een soort speeltje in hun handen.
Mijn vrouw verloor echter nooit de hoop dat ik mijn leven zou beteren. Zij deed altijd du3a voor mij dat ik het juiste pad zou volgen. Ze werd niet boos vanwege mijn wilde gedrag. Ze werd echter wel erg bedroefd als zij zag dat ik Salem negeerde en wel aandacht schonk aan zijn broertjes. Salem werd groter en met hem mijn zorgen. Ik vond het best toen mijn vrouw Salem wilde inschrijven in een speciale school voor gehandicapte kinderen.
Bij het voorbijgaan van de jaren werd ik er geen betere persoon van. De dagen waren steeds hetzelfde: werk, slaap, eten en uitgaan.
Op een gegeven vrijdag werd ik om 11 uur s ochtends wakker. Het was, vond ik nog vroeg. Ik was uitgenodigd voor een bruiloftbanket (walima). Ik kleedde me aan, deed geurtjes op en was van plan om te vertrekken. Lopend door de woonkamer werd ik gestopt door de aanblik van Salem. Hij huilde hevig.
Het was de eerste keer dat ik aandacht schonk aan het huilen van Salem. Tien jaar lang heb ik hem genegeerd. Ik probeerde hem ook nu weer te negeren maar het lukte me niet. Ik hoorde hem zijn moeder roepen terwijl ik zelf in de kamer was. Ik ging naar hem toe en zei: Salem! Waarom huil je?!.
Zodra hij mijn stem hoorde stopte hij met huilen. Toen hij merkte dat ik dichtbij stond, taste hij in het rond met zijn kleine handen. Wat is er met hem? Ik ontdekte dat hij probeerde zich weg van mij te verplaatsen!! Alsof hij zei: merk je me nu pas op? Waar was je tien jaar lang? Ik volgde hem zijn kamer in. In het begin wilde hij me niet vertellen waarom hij huilde. Met vriendelijke woorden probeerde ik hem wel te laten vertellen wat er mis was.
Salem begon te vertellen waarom hij huilde en ik luisterde verschrikt naar hem. En weten jullie wat nu de reden was??? Dat zijn broertje Omar, die hem altijd hielp om bij de moskee te komen, te laat was. En omdat op die dag het vrijdagsgebed was, was hij bang dat hij geen plek meer zou vinden op de eerste rij. Hij riep Omar en hij riep zijn moeder maar geen antwoord, toen begon hij te huilen.
Ik keek naar de tranen die uit zijn blinde ogen rolden. Ik kon de rest van zijn woorden niet meer aanhoren. Ik legde mijn hand op zijn mond en zei: Salem, is dit waarom je huilde?? Ja zei hij.
Ik vergat mijn vrienden en ik vergat het banket en zei: Wees niet bedroefd Salem. Weet je wie er vandaag met je naar de moskee gaat? Hij zei: Omar natuurlijk, maar hij is altijd laat Ik zei: Nee ik zal met je mee gaan.
Salem was totaal verrast hij geloofde het niet. Hij dacht dat ik met hem spotte en hij begon weer te huilen. Ik veegde zijn tranen weg en nam hem bij de hand. Ik wilde hem met de auto brengen. Hij weigerde en zei: De moskee is dichtbij.. ik wil lopend naar de moskee. Ja, dit zei hij.
Ik kan mij niet meer herinneren wanneer ik voor het laatst een moskee binnen ging, maar dit keer was de eerste keer dat ik angst voelde en spijt over wat ik al die jaren heb genegeerd. De moskee was vol met mensen, toch kon ik voor Salem een plek in de eerste rij vinden. We luisterden naar de vrijdagspreek en Salem deed naast mij de salat of eigenlijk was ik de gene die naast hem bad.
Na de salat vroeg Salem mij om hem een exemplaar van de Quran te geven. Ik was verbaasd!! Hoe kan hij nu lezen als hij blind is? Ik had bijna zijn vraag genegeerd maar ik wilde zijn gevoel niet kwetsen. Ik gaf hem de Quran. Hij vroeg mij toen om sourat Al Kahf op te zoeken. Ik zocht door de paginas en keek in de inhoudsopgave totdat ik de soura vond. Hij nam de Quran en legde hem voor zich en hij begon de soura te reciteren met zijn ogen gesloten. SoubhanAllah! Hij kende de sourat helemaal uit zijn hoofd!
Ik schaamde mij. Ik nam een ander exemplaar van de Quran en voelde een soort kippenvel over mijn ledematen. Ik las en ik las. Ik smeekte Allah om mij te vergeven en mij te leiden. Ik kon het niet meer aan Ik begon als een kind te huilen. Er waren nog wat mensen in de moskee Sunna gebeden aan het doen. Ik schaamde me tegenover ze en probeerde mijn huilen te bedwingen. Maar mijn gehuil werd steeds hoger en harder. Ik merkte niets meer totdat ik een kleine zoekende hand voelde op mijn gezicht dat daarna mijn tranen wegveegde. Het was Salem!!
Ik omhelsde hem, keek hem daarna aan en zei toen in mijzelf: Jij bent niet de blinde, ik ben degene die blind is Omdat ik achter erg slechte mensen aan liep die mij naar het vuur sleurden.
We keerden terug naar het huis. Mijn vrouw was zeer ongerust over Salem, maar haar ongerustheid werd omgezet in tranen toen zijn wist dat ik het vrijdagsgebed met Salem had gebeden.
Vanaf die dag was er geen salat in de moskee wat ik nog miste. Ik verliet mijn slechte vrienden en ik kreeg goede vrienden die ik in de moskee leerde kennen. Ik proefde samen met hen de smaak van Imaan (geloof). Zij leerden mij dingen die het wereldse leven mij van had laten afdwalen. Geen lezing of extra gebed liet ik nog voorbij mij gaan. Ik las de Quran meerdere malen per maand uit. Mijn tong werd zachter met het gedenken van Allah in de hoop dat Hij mijn geroddel en gespot over de mensen zou vergeven. Ik merkte dat ik veel dichter bij mijn gezin stond.
De blikken van angst en medeleven verdwenen uit de ogen van mijn vrouw. Er stond constant een glimlach op het gezicht van mijn zoon Salem. Wie hem zou zien zou denken dat hij in het bezit was van de hele wereld. Ik was Allah erg dankbaar voor zijn gunsten.
Op een dag besloten mijn goede vrienden om naar een ver gebied te gaan om daar da3wa (uitnodigen tot het goede) te doen. Ik twijfelde of ik met ze mee zou gaan. Ik vroeg Allah om hulp en ik vroeg mijn vrouw om advies. Ik verwachtte dat zij niet zou instemmen maar het tegenovergestelde gebeurde!
Ze was erg blij en ze moedigde mij aan. Vroeger vertrok ik op reis zonder het met haar te overleggen in mijn verdorven leefstijl. Ik richtte mij tot Salem en meldde hem dat ik op reis zou gaan waarna hij mij met zijn kleine armen in afscheid omhelsde.
Drie en een halve maand duurde mijn afwezigheid. Gedurende die hele periode nam ik elke keer als ik de mogelijkheid had contact op met mijn vrouw en mijn kinderen. Ik miste hen erg. En wat miste ik Salem!! Wat wilde ik graag zijn stem horen! Hij was de enige die ik niet aan de telefoon had gehad gedurende mijn hele reis. Hij was of op school of in de moskee wanneer ik belde. Elke keer als ik mijn vrouw vertelde dat ik Salem zo miste moest ze lachen.
Behalve de laatste keer dat ik belde. Ik hoorde haar lach niet die ik verwachte. Haar stem was anders.
Ik zei tegen haar: Geef aan Salem mijn salaam (groet) door. InshaaAllah antwoordde zij. En ze bleef stil.
Eindelijk kwam ik thuis. Ik klopte op de deur hopend dat Salem de deur zou openen. Tot mijn verbazing deed mijn zoontje Khalid open (hij was de 4 jaar nog niet gepasseerd). Ik zette hem op mijn schouders terwijl hij schreeuwde: Papa Papa.. Ik weet niet waarom mijn borst benauwd werd toen ik het huis binnenging Ik zocht mijn toevlucht bij Allah tegen de vervloekte satan.
Mijn vrouw kwam naar mij toe maar ze was anders dan normaal. Alsof ze deed alsof ze blij was. Ik bekeek haar eens goed en vroeg haar: Wat is er met je?, Niets zei ze.
Toen dacht ik weer aan Salem en vroeg haar: Waar is Salem? Haar hoofd boog naar beneden. Ze antwoordde niet. Er rolde brandende tranen over haar wangen. Toen begon ik naar haar te schreeuwen: Salem! Waar is Salem???
Ik hoorde toen niets meer behalve de stem van mijn zoontje Khalid die in zijn taaltje zei: Papa Thalem is naal Jennah Bij Allah . Mijn vrouw kon de situatie niet meer aan. Ze begon hard te huilen. Ze viel bijna flauw en kon zich nog net uit de kamer verplaatsen.
Later begreep ik dat Salem twee weken voor mijn terugkomst een hoge koorts had gekregen. Mijn vrouw had hem naar het ziekenhuis gebracht. De koorts werd steeds heviger en wilde hem maar niet loslaten totdat zijn ziel en zijn lichaam van elkaar gescheiden waren.
Als het je allemaal te benauwd wordt. Als je ziel het niet meer houdt met wat het moet dragen roep dan: Ya Allah (Oh Allah)!
Als je geen oplossing meer ziet en alle wegen lijken gesloten en alle hoop is lijkt beëindigd roep dan: Ya Allah (Oh Allah)!
Er is geen god behalve Allah Heer van de zeven hemelen en van de geweldige troon.
Het wordt verteld dat er ooit een visser was met vrouw en kinderen, aan wie al een paar dagen geen vangst was geschonken. De etensvoorraden begonnen voor het gezin op te raken maar de visser was geduldig en vroeg Allah om hulp.
De honger begon zijn tol te eisen van de kinderen. De visser ging elke dag naar de zee maar telkens kwam hij met lege handen terug. Dit duurde een paar dagen voort.
Op een dag verloor de visser zijn hoop om die dag nog wat te vangen vanwege zijn vele mislukte pogingen. Hij besloot voor de laatste keer zijn net nog te werpen. Als hij niets ving, zou hij terugkeren naar huis om het de volgende dag weer te proberen.
Hij vroeg Allah om hulp en gooide het net. Toen hij het net begon terug te trekken voelde het zwaar aan. Verheugd haalde hij het net binnen en vond een hele grote vis. Nog nooit in zijn leven had hij zo een grote vis gezien!
Op het meest benauwde moment waarop ik (de visser) machteloos stond, kwam de verlossing waarvan ik dacht dat die er niet meer zou komen.
Hij hield de vis met zijn handen vast terwijl hij begon te dagdromen met de vraag: Wat zou hij met deze grote vis doen?
Hij begon tegen zichzelf te praten.
Ik zal mijn kinderen van deze vis te eten geven Ik zal een stuk van de vis bewaren voor andere benodigdheden Ik zal een stuk aan de buren geven De rest zal ik verkopen
Zijn droom werd ruw verstoord door de stemmen van de soldaten van de koning. Ze eisten dat hij hen de vis zou overhandigen omdat de koning het een mooie vis vond. Het lot was namelijk zo bepaald dat de koning en zijn konvooi de visser passeerden op het moment van de grote vangst. De koning zag de vis en bewonderde deze zo dat hij zijn soldaten opdracht gaf om het bij hem te brengen.
De visser weigerde de vis te overhandigen. De vis was aan hem gegeven en het was het eten voor zijn kinderen. Hij vroeg de soldaten om eerst de prijs voor de vis te betalen. De soldaten namen de vis echter met geweld in beslag!
In het paleis van de koning:
De koning vroeg aan de kok om de grote vis klaar te maken zodat hij het tijdens het avondeten kon nuttigen.
Na een aantal dagen werd de koning getroffen door een ziekte (Gangreen: een infectie waarbij gezond weefsel afsterft. In die tijd werd de ziekte anders genoemd). De koning schakelde artsen in en zij ontdekten de ziekte. De artsen vertelden hem dat zijn tenen van zijn getroffen voet geamputeerd moesten worden zodat de ziekte niet verder zijn been in kon verspreiden.
De koning weigerde echter krachtig en gaf de opdracht om een medicijn voor hem te zoeken. Na een tijd schakelde de koning artsen van buiten de stad in. De artsen vertelden hem dat nu zijn hele voet geamputeerd moest worden omdat de ziekte er zich had verspreid. Echter ook nu weigerde de koning.
Na een niet al te lange tijd ontdekten de artsen voor de derde keer dat de ziekte verspreid was. Nu tot aan de knie van de koning. De artsen drongen bij de koning aan om zijn been te amputeren zodat de ziekte niet nog meer zou verspreiden De koning stemde in en zijn been werd geamputeerd.
Ondertussen vonden er allerlei opstanden in het land plaats en begon de bevolking te klagen. De koning was verbaasd over al deze gebeurtenissen. Eerst de ziekte en toen de opstanden. Hij vroeg een van de wijzen van de stad bij hem te komen en vroeg hem wat zijn mening was over alles wat er gebeurd was.
De wijze man antwoordde: Het kan niet anders dan dat u iemand onrecht heeft aangedaan!
Verbaasd antwoordde de koning: Maar ik kan mij niet herinneren dat ik een van mijn onderdanen onrecht heb aangedaan!
De wijze man: Denk goed na, datgene wat er gebeurd is, is het gevolg van uw onrecht tegen iemand. Het kan niet anders.
De koning herinnerde zich de grote vis en de visser en hij gaf opdracht aan zijn soldaten om de visser te zoeken en hem onmiddellijk bij hem te brengen. De soldaten begaven zich naar de kust, vonden daar de visser en brachten hem naar de koning.
De koning sprak tot de visser zeggende: Vertel mij de waarheid, wat heb je gedaan toen ik je de grote vis afnam?
Vol angst zei de visser: Ik heb niets gedaan!!!
De koning: Spreek, je veiligheid is gegarandeerd.
De visser was een beetje gerustgesteld en zei: Ik richtte mij tot Allah met een smeekbede zeggende: "Oh Allah U heeft mij zijn (de koning) macht over mij laten zien, laat mij nu Uw macht over hem zien"
Ook al heb je de macht, zorg ervoor dat je geen onrecht verricht. Immers het eindresultaat is altijd spijt. Je oog slaapt terwijl je slachtoffer aandachtig een smeekbede tegen jou aan Allah richt. En Allah slaapt nooit, dat is een feit.
Lang geleden was er jongen die veel hield van kennis vergaren om dichter bij Allah te komen. Zoveel hield hij daarvan, dat hij daarvoor bereid was naar andere steden te reizen ook al lagen die ver weg. Zo wilde hij graag naar Bagdad gaan om de geleerden op te zoeken en hun kennis tot zich te nemen. Bagdad was in die tijd een groot kenniscentrum.
Voordat hij vertrok gaf zijn moeder hem 40 dinar voor zijn onkosten maar belangrijker dan dat, ze gaf hem een gouden advies mee. Mijn zoon zei ze onthoud één ding heel goed, in wat voor situatie je ook zit: spreek de waarheid.
Met zijn 40 dinar en het advies van zijn moeder begon hij zijn reis naar Bagdad. Hij reisde met een groep mensen mee en onderweg gebeurde er iets waar de meeste mensen niet op zitten te wachten.
Ze werden namelijk overvallen door een roversbende die als doel had zoveel mogelijk bezittingen van de mensen af te nemen. Toen een van de rovers bij de jongen kwam, vroeg de rover hem: Heb je geld?. De jongen dacht aan het advies van zijn moeder en zei: Ik heb 40 dinar (wat geen klein bedrag was in die tijd). De rover dacht dat de jongen hem in de maling nam en liep weer weg.
Na een tijd kwam er een andere rover die dezelfde vraag stelde en de jongen gaf ook weer hetzelfde antwoord. Deze rover geloofde de jongen ook niet maar nam hem ook nog eens mee naar de roversleider.
Aangekomen bij de roversleider zei zijn bendelid: Deze jongen beweert 40 dinar bij zich te hebben! De roversleider was al even verbaasd als zijn bendeleden en vroeg de jongen nogmaals of dit echt zo was. De jongen antwoordde nogmaals dat hij 40 dinar bij zich had.
Waarom zeg je dat? Weet je niet dat wij rovers zijn en dat wij het geld van de mensen stelen? Waarom zeg je niet dat je niets bij je hebt? Dan maak je nog kans dat je kunt ontsnappen met je geld! zei de roversleider.
Hierop antwoordde de jongen: Mijn moeder heeft me gezegd dat ik altijd de waarheid moet spreken en ik gehoorzaam mijn moeder. Deze uitspraak kunnen veel mensen horen en men weet wel dat het klopt maar vaak wordt het niet in het hart gevoeld. Bij de roversleider kwam deze uitspraak echter rechtstreeks in zijn hart terecht.
Jij gehoorzaamt je moeder... En ik, ik ben mijn Schepper ongehoorzaam door alle roversdaden die ik bega... De man had oprechte spijt van zijn daden en zei: Vanaf nu zeg ik het roversbestaan vaarwel en ga ik mijn Schepper gehoorzamen!. Wat zeggen jullie daarvan? zei hij tegen zijn ex-collega rovers.
Wij volgden je in het roversbestaan en we zullen je in je berouw ook volgen. zeiden de rovers unaniem en ze gaven alle geroofde goederen weer terug aan hun eigenaren.
Zo was het dat de eerlijkheid van de jongen niet alleen tot gevolg had dat hij ongeschonden uit deze gebeurtenis kwam. Het heeft er ook voor gezorgd dat de rovers die anderen en zichzelf onrecht aandeden berouw kregen van hun daden en het goede pad op gingen.
Ook al lijkt alles tegen je te werken, als je Allah gehoorzaamt zal Hij altijd een uitweg voor je geven.
Op een dag hadden twee mensen wat onenigheid. De ene persoon beschuldigde de ander er namelijk van dat hij hem nog geld schuldig was en dat hij dit niet terug wilde betalen. De ander ontkende geheel dat hij ooit geld van hem had geleend. In werkelijkheid was er wel geld geleend en was de ontkennende persoon dus aan het liegen.
De benadeelde persoon zei: Ik ga mijn beklag doen bij de kleermaker! De ander zei: De kleermaker? Als het maar niet de rechter is dan vind ik het best! Wat kan een kleermaker nou voor je doen?
De twee gingen uit elkaar maar nu was de schuldige persoon toch wel nieuwsgierig naar deze kleermaker. Waarom zou hij naar een kleermaker gaan? Dit was een vraag die hem bezig hield.
Hij vroeg wat mensen of zij konden uitleggen waarom de benadeelde persoon naar een kleermaker gaat om zijn recht te halen. Ze antwoorden hem: De kleermaker? Zo, nou dan zul je het heel moeilijk krijgen!. Nu was hij extra benieuwd naar de kleermaker die toch meer dan een gewone kleermaker bleek te zijn en vroeg hij waar hij deze man kon vinden.
Hij haastte zich om de kleermaker te vinden om zijn slachtoffer voor te zijn. Aangekomen bij de kleermaker vroeg hij hem Wat maakt jou zo bijzonder dat iemand bij jou onrecht komt melden in plaats van naar mensen te gaan die daar over gaan?. De kleermaker zei: Aha, ik zal je vertellen hoe dat zit.
Op een avond liep ik over straat en zag ik hoe twee soldaten een jonge vrouw oppakten en haar meenamen. Ik wist dat deze soldaten dat vaker deden met jonge vrouwen en dat ze hen naar hun bevelhebber brachten om hun eer te stelen. Wat moest ik doen? Ik kon het niet tegen ze opnemen, ik ben maar een kleermaker! Ik liep naar huis en eenmaal thuisgekomen wilde ik gaan slapen. Ik kon echter niet in slaap komen vanwege wat er zojuist gebeurd was met die jonge vrouw. Wat zal ze in een angst verkeren! Ik moet iets voor haar doen! Dacht ik bij mezelf. Ik begon na te denken over een manier waarop ik de jonge vrouw kon redden van haar ontvoerders.
Plotseling kreeg ik een idee. Ik begaf mij naar de grote moskee en ging naar de plek waar de Muazzin (oproeper tot het gebed) staat om de mensen op te roepen tot het gebed. Hoog in de minaret begon ik de mensen tot het ochtendgebed op te roepen. Het was alleen drie uur te vroeg voor het gebed! Na mijn oproep werd ik beneden opgewacht door soldaten van de Khalifa (leider van de moslims) die mij ter ondervraging meenamen naar de Khalifa. Eenmaal bij hem aangekomen vroeg hij mij: Weet je niet dat het helemaal nog geen tijd is voor het ochtendgebed?! Wat heeft jou er toe gebracht om op te roepen tot het gebed voordat de tijd voor het gebed is gekomen?
Ik legde hem uit dat ik het met opzet heb gedaan zodat ik meegenomen zou worden naar hem omdat er iets vreselijks was gebeurd. Ik zei tegen hem: Als ik simpelweg naar uw verblijf zou zijn gegaan dan zou ik nooit zomaar worden binnengelaten en zelfs als ik werd binnengelaten dan zou ik u niet zomaar kunnen spreken.
Ik legde hem verder uit dat de eigenlijke reden van mijn daad was dat een van zijn commandanten bekend staat dat hij zijn soldaten jonge vrouwen laat ontvoeren en dat hij hen van hun eer beroofd. De Khalifa stuurde een aantal van zijn soldaten naar de bewuste commandant. Zij vonden hem en de ontvoerde vrouw. De commandant, zijn helpende soldaten en de jonge vrouw werden naar de Khalifa gebracht. Na ondervraging bleek de kleermaker de waarheid te hebben gesproken en werd er voor gezorgd dat de schuldigen werden gestraft voor hun misdaden.
Tegen mij (de kleermaker) zei de Khalifa vervolgens: Je krijgt vanaf nu van mij de bevoegdheid om wanneer je ook maar iets aan onrecht ziet, op te roepen tot het gebed waarna ik vervolgens zal informeren welk onrecht er gebeurd is.
Dit is de reden dat mensen nu naar mij komen om hun beklag te doen. Zo eindigde de kleermaker zijn antwoord op de vraag van de schuldige persoon.
Reden genoeg voor de schuldige persoon om het geld terug te geven aan de eigenaar en om voortaan nooit meer iemand te bedriegen of te onderschatten.
Want al lijkt iemand misschien zwak of niet in staat om iets te doen: Als hij Allah vreest dan zal Allah hem zonder twijfel helpen... en tegen Allah kan niemand wat beginnen.
"Mijn vriend is echt veranderd. Zijn kalme en onverstoorbare gelach voel je in je oren zoals je de briesjes tijdens de vroege ochtendgloren voelt en het was vroeger losbandig en verdorven gelach dat in de oren beukten en de gevoelens kwetsten. Zijn beschaamde blikken stralen schoonheid en zuiverheid uit en het waren vroeger gewaagde en onbeschofte blikken. Zijn woorden komen gewogen uit zijn mond, terwijl hij vroeger zijn woorden hier en daar strooide, ze raakten de ene persoon en beledigden de ander. Hij toonde geen zorg, noch belangstelling voor zijn hufterige gedrag. Zijn gezicht kent een kalmte, is versierd met een baardje en afgebeeld met een stralenkrans, terwijl vroeger zijn gezicht gekenmerkt werd door nalatigheid en zorgeloosheid. Ik bekeek hem aandachtig en langdurig. Hij begreep wat in mijn hoofd ronddwaalde en vroeg mij: "Misschien wil je mij de volgende vraag stellen: ,,Wat heeft jou veranderd?"
Ik zei: "Inderdaad..., want de persoon die ik me in jou herinner, sinds ik jou voor het laatst zag, is heel anders dan nu."
Hij zei knikkend: "Verheven is Hij die de toestanden doet veranderen..."
Ik vroeg heel nieuwsgierig: "Er moet hierachter wel een verhaal schuilen?"
Hij antwoordde: "Een verhaal dat elke keer als ik eraan denk mijn geloof in Allah, Die tot alles in staat is, doet toenemen. Een verhaal dat elke illusie overtreft, maar mij werkelijk is overkomen en de richtingsweg van mijn leven heeft veranderd. Ik zal jou het verhaal vertellen."
Hij keek me aan en zei: "Ik was een keer in mijn auto rijdend in de richting van Cairo en bij een brug die naar een dorp leidde, werd ik verrast door een koe die rende over de weg met achter haar een kalf. Ik raakte overstuur en zonder dat ik daar erg in had lieten mijn handen het stuur los, totdat ik in de diepte van de rivier belande. Smachtend naar adem stak ik mijn hoofd uit en de gedachte dat ik zou sterven raasde door mijn hoofd.
In een paar momenten -waarschijnlijk seconden- flitsten langs mijn hoofd snelle en ononderbroken beelden. Het waren de beelden van mijn reuskleurig leventje met al zijn tijdverspillingen en losbandigheden. Mijn verleden toonde zich aan mij als een angstige spook en de compacte duisternis omsingelde mij. Ik voelde dat ik zonk in donkere en afgelegen grotten. Ik schrok wakker en schreeuwde een zachte kreet die amper te horen was... O mijn Heer... Ik draaide mij om mijn as en ik smeekte om bescherming, niet tegen de dood, waarvan ik al zeker was dat die zou intreden, maar tegen mijn zonden die mij omringden en mij benauwden. Ik voelde mijn hart sneller kloppen en begon de angstige spoken om me heen van me af te slaan. Ik vroeg onafgebroken vergiffenis aan Allah, voordat ik Hem zou ontmoeten. Ik voelde een zware druk rondom mijn lichaam, alsof het water in muren van ijzer waren veranderd en ik besefte me dat het einde naderde. Ik sprak de geloofsgetuigenis uit en begon me voor te bereiden op de dood.
Ik bewoog mijn arm en voelde een leegte. Een leegte die leidde naar de buitenkant van de auto. Op dat moment realiseerde ik me weer dat één van de ramen van mijn auto kapot was. Allah had gewild dat hij brak drie dagen geleden tijdens een incident. Ik sprong zonder na te denken van mijn plaats en duwde mezelf door deze leegte. Het licht vulde zich in mijn ogen op en plotseling was ik uit mijn auto. Ik keek door mijn opgezwollen ogen en zag een menigte van mensen staand langs de rivier. Ze mompelden geluiden die ik niet kon verstaan. Toen zij mij zagen, daalden er twee van hen naar beneden en hezen mij naar het droge.
Ik stond versteld wat er zich rondom mij had afgespeeld. ongelofelijk dat ik van de dood was ontsnapt en mij tussen de levenden bevond. Mijn aandacht ging nu vooral uit naar mijn zinkende auto. Ik droomde over mijn oude leven dat nu opgevangen zat in die auto. Ik droomde dat hij stikte en langzamerhand stierf. Mijn oude leven stierf en werd voor mijn ogen begraven. Ik ben ervan verlost en eruit weten te komen. Eruit gekomen als een nieuwgeborene. Ik voelde een sterk verlangen om ver weg te rennen van deze plek waar ik mijn verdorven verleden heb begraven.
Ik kwam thuis aan als zijnde een andere persoon dan die daarvoor het huis verliet. Ik stapte mijn kamer binnen en mijn ogen vielen ten eerste op de foto's aan de muren van enkele zangers en danseressen. Ik begon haastig de foto's te verscheuren. Vervolgens plofte ik op mijn bed, voor het eerst in mijn leven huilend van spijt die ik voelde vanwege het schenden van de rechten van Allah. Ik huilde tranen met tuiten en mijn lichaam begon hevig te beven. Terwijl ik mij in deze toestand bevond, hoorde ik de gebedsoproep luid in de hemel, alsof ik het voor het eerst hoorde. Ik stond meteen op en ging de wassing verrichten. Na het gebed verricht te hebben in de moskee, toonde ik mijn berouw in het openbaar en vroeg constant Allah om mijn zonden kwijt te schelden. Ik smeekte Hem om mijn overtredingen uit te wissen en mijn tekortschietingen jegens Hem te vergeven. Sindsdien ben ik zoals je me nu ziet."
Mashallah...Niet iedereen krijgt z´n kans om van zijn of haar dood te ontsnappen en een andere pad te volgen. Te laat is te Laat..!! Geen herkansing zoals de toetsen in dunya...
Op een dag, ontwaakte ik vroeg in de morgen om op de zonsopgang te letten. Ah, de schoonheid van de schepping tart elke verbeelding , onbeschrijfbaar Terwijl ik oplette, prijsde ik Allah voor het mooie werk. Terwijl ik daar zat, voelde ik de aanwezigheid van Allah met me. Hij vroeg me, "houdt je van me?" Ik antwoordde, "natuurlijk Ya Allah! U bent mijn Rabb!" Dan vroeg hij me, "als je fysisch gehandicapt zou zijn, zou je nog van me houden?" Ik was verward, Ik keek neer naar mijn armen, benen en de rest van mijn lichaam en vroeg me af hoeveel zaken ik niet zou kunnen doen, terwijl ik ze normaal vond. En ik antwoordde, "het zou hard zijn Ya Rabb, maar ik zou nog steeds van jouw houden." Dan vroeg hij me,"als je blind zou zijn, zou je nog van mijn schepping houden?" Hoe kon ik van iets houden zonder het te kunnen zien ? Dan dacht ik aan alle blinde mensen in de wereld en hoeveel ze nog van Allah houden en zijn schepping. En ik antwoordde, "het zou moeilijk zijn Ya Rabb, maar ik zou nog steeds van jouw houden." Dan vroeg hij me,"als je doof zou zijn, zou je dan nog luisteren naar mijn woorden?" Hoe kon ik luisteren als ik doof was? Dan begreep ik het. Het luisteren naar het woord van Allah is niet slechts met onze oren maar ook met onze harten. En ik antwoordde, "het zou hard zijn Ya Rabb, maar ik zou nog steeds luisteren naar jouw woorden." Dan vroeg hij me,"als je doofstom zou zijn, zou je dan mijn Naam prijzen?" Hoe kon ik Allah prijzen zonder stem? Dan begreep ik het, Allah wil dat we hem prijzen vanuit ons hart en ziel. Het is niet van belang hoe wij klinken. En ik antwoordde, "hoewel ik phsysisch U niet kan prijzen, zou ik nog uw Naam prijzen." Dan vroeg hij me, "houdt je werkelijk van me?" Met volle moed en sterke overtuiging, antwoordde ik dapper , "JA YA RABB!!" Ik houd van u omdat u de enige en de ware Allah bent!" Ik dacht dat ik goed had geantwoord, maar dan vroeg hij me , "waarom zondig je dan?" Ik antwoordde, "omdat ik slechts een mens ben, en ik niet perfect ben."Waarom dwaal je dan in tijden van vrede het meest ? En waarom bidt je alleen in tijden wanneer je een probleem hebt? "Geen antwoord. Alleen tranen. Allah vervolgde : Waarom bidt je slechts bij samenkomsten? Waarom zoek je me alleen op in tijden van aanbidding? Waarom vraag je altijd egoïstische zaken? Waarom vraag je altijd zo onvertrouwelijk? De tranen bleven over mijn wangen naar beneden rollen. Waarom ben je beschaamd van me? Waarom spreidt je het goede nieuws niet ? Waarom huil je, in tijden van vervolging bij andere, Wanneer ik Mijn schouders aanbied? Waarom gebruik je excuses, wanneer ik je kansen geef om in Mijn Naam te dienen? Ik probeerde te antwoorden, maar ik kon geen antwoord geven. Je bent gezegend met het leven. Ik schiep je om deze gift niet weg te werpen. Ik heb jouw met talenten gezegend om me te dienen, maar je blijft je afwenden. Ik heb Mijn woord aan jouw geopenbaard, maar je wint niet in kennis bij. Ik heb je toegesproken, maar uw oren waren gesloten. Ik heb mijn zegen aan jouw getoond, maar uw ogen waren afgewendt. Ik heb jouw dienaars gestuurd, maar jij zat nutteloos terwijl zij werden weggeduwd. Ik heb jouw gebeden gehoord en ik heb hen allen beantwoord. Houdt je echt van me echt? Ik kon niet antwoorden. Hoe kon ik? Ik was beschaamd . Ik had geen verontschuldiging. Wat kon ik na dit zeggen? Toen mijn hart had uitgehuild, en de tranen hadden gestroomd, zei ik, "Ya Rabb vergeef me alstublieft. Ik ben het onwaardig uw dienaar te zijn." Dan antwoordde hij me,"dat is mijn gunst, Oh mijn dienaar" Ik vroeg, "waarom blijft u me vergeven? Waarom houdt u zo van me? Dan antwoordde hij me, "omdat je mijn schepping bent. Ik zal jouw nooit verlaten. Wanneer je huilt, zal ik medeleven hebben en met jouw meehuilen. Wanneer je met vreugde schreeuwt, zal ik met je lachen. Wanneer je triestig bent, zal ik je aanmoedigen. Wanneer je valt, zal ik je omhoog heffen. Wanneer je moe wordt , zal ik je dragen. Ik zal met jouw tot het einde van de dagen zijn en ik zal altijd van jouw houden." Nooit had ik zo hard gehuild. Hoe kon ik zo koud zijn geweest. En voor het eerst, bad ik echt.
Vele jaren geleden leefde er eens een man, die een zoon had met een mooi uiterlijk en een grote begaafdheid. Hij ging naar school en leerde daar met buitengewoon veel vlijt alles wat men hem onderwees, en had altijd dorst naar nog meer kennis
Toen hij de leeftijd van een man bereikt had, koos zijn vader een vrouw voor hem uit, met wie hij trouwde. Nauwelijks had men de bruiloft op passende wijze gevierd, of de vader van de jongeman stierf. Hij werd begraven en men rouwde veertig dagen lang om hem; toen zette zijn zoon zijn studie weer voort. Eén van zijn studiegenoten, die uit een ver land was teruggekeerd, vertelde hem dat in het land waar hij was geweest de beroemdste en meest volmaakte heilige woonde, in één woord: het voorbeeld van wetenschap en deugdzaamheid van zijn tijd. Daarop nam de jongeman ogenblikkelijk het besluit zich in dat land te gaan vestigen en les te nemen bij de beroemde en heilige man.
Hij ging dadelijk naar huis, pakte zijn sandalen, zijn reistas, wat spullen en een wandelstok en ging op weg naar het verre land, om bij de beroemde meester in de leer te gaan.
Veertig dagen en veertig nachten liep hij aan een stuk door en bereikte eindelijk het land, waarnaar zijn geest op zoek was. Hij vond de beroemde meester al spoedig en stelde zich aan hem voor. De meester, die een smidse had en daarin werkte, vroeg hem: "Wat wil je jongeman?" - "Het Weten leren," antwoordde hij. De smid gaf hem de blaasbalg en beval hem te trekken. De leerling trok en liet de blaasbalg op bevel van de meester weer los, om zo het vuur in de smidse aan te wakkeren.
Een dag, een week, een maand, een jaar en nog meer jaren gingen zo voorbij, zonder dat iemand met hem sprak en waarin hij steeds dezelfde handeling herhaalde. Wel zag hij mensen langs de smidse komen, die zijn meester vragen stelden en van hem antwoord kregen. Weer anderen kregen van de meester een bepaalde taak; zij bleven in de smidse en ook zij moesten een bepaalde handeling dag in dag uit herhalen, en ze deden dat net als hij, zonder vermoeid te raken, zonder een woord te wisselen en zonder ook maar ooit te klagen. Zo gingen tien jaar voorbij.
Toen was het geduld van de jongeman op en waagde hij het de meester te vragen: "Meester?" - "Wat wil je?" antwoordde de smid, en hij zei: "Het weten!" - "Trek aan je blaasbalg!" was het antwoord van de smid en ging door met zijn werk, zonder zich te laten ophouden.
Het enige plezier van de jongeman was, als hij uitgeput van zijn dagelijkse werk, zijn karige kostje in zijn kamertje at en in de boeken las, die de meester of zijn kameraden hem hadden geleend. Zwijgen was de leefregel, zowel in de smidse als in zijn kamer. Niemand sprak met hem en hij sprak met niemand. Als hij iets wilde weten over een bepaald punt van de grammatica, het recht of de Koranuitlegging, dan was het hem toegestaan zijn vraag op een briefje te schrijven en bij het binnengaan van de smidse het papier aan zijn meester te overhandigen. De meester wierp het briefje of in het vuur, of hij stak het in de plooien van zijn tulband. Als hij het briefje in het vuur wierp, dan betekende dat, dat de vraag geen antwoord waard was, maar als hij het in de plooien van zijn tulband stak, dan vond de jongeman 's avonds als hij thuis kwam het antwoord van zijn meester aan het hoofdeinde van zijn bed, geschreven in gouden letters. Zo ging de meester met al zijn leerlingen te werk, zonder ooit een van hun briefjes te lezen: of hij verbrandde ze, of hij bewaarde ze in de plooien van zijn tulband.
Er waren precies twintig jaar voorbijgegaan, sinds onze jongeman in de smidse was; toen kwam de meester naar hem toe en sprak: "Je kunt nu naar je land terugkeren, jongeman. Het Weten dat je zoekt heet Geduld."
Toen hij in zijn vaderland kwam, verwonderde hij zich erover, dat hij zo weinig van de wereld wist, hij, die er zo veel van geweten had voordat hij bij de meester in de leer was gegaan.
Eindelijk kwam hij bij zijn huis, en hij verheugde zich op de vreugde van zijn vrouw over zijn terugkeer. Voordat hij echter aan de deur klopte, keek hij door een vensterluik zijn huis binnen. O, wat een schrik, wat zag hij daar! Wat zagen zijn ogen nu! Zijn vrouw zat daar op een tapijt, geleund tegen een stapel kussens. Naast haar zat een jonge, knappe man en ze praatten en lachten samen en brachten de tijd uiterst aangenaam door.
De reiziger nam een pijl uit zijn koket, spande zijn boog en maakte zich gereed zijn vrouw en de jongeman met een pijl te doorboren, toen het woord 'geduld' van de meester hem te binnen schoot. Hij klopte op de deur en er werd opengedaan; het was dezelfde jongeman die hij door het luik bij zijn vrouw had zien zitten. Hij ging de salon in. Zijn vrouw, die hem herkende, snelde hem stralend van vreugde tegemoet en riep de jongeman toe: "Ahmed, mijn zoon, dit is je vader!"
De man knielde neer met zijn gezicht naar Mekka, raakte met zijn voorhoofd de aarde aan en riep: "Allah, twintig jaar lang heb ik geleerd geduld te oefenen en het scheelde maar een haar of ik had zojuist mijn zoon gedood! Hoe onberekenbaar is onze zwakheid, en hoe oneindig is uw wijsheid! Hoe onuitputtelijk uw barmhartigheid!"