Moge Allah ‘azza wa djal onze kennis doen vermeerderen, Ameen. Moge Allah ons leiden naar de waarheid en ons weerhouden van het slechte, Ameen. Moge Allah ons sieren met de schoonheid van Imaan & Taqwa, Ameen.
Zou je het geloofd hebben als iemand jou voor het leven had kunnen bereiken en tegen jou had gezegd: "Luister, je wordt straks een mens die uit vlees, bloed en botten bestaat. Je zult armen krijgen om er dingen mee te doen. Je zult twee benen krijgen, niet omvallen en je zult jezelf ermee voort kunnen bewegen. Je zult ogen krijgen om te zien, je zult oren krijgen om geluiden mee te horen en je zult een hart krijgen, die tot je dood zal blijven kloppen. Je zult..."
Zou je het geloofd hebben, als er gezegd werd: "Met jouw lichaam van vlees en bloed kom je op een grote bol te leven die in een enorme ruimte zweeft. Overal waar je loopt lijkt het vlak. Je kan nooit ondersteboven staan, zelfs niet onderaan die bol. Op de bol is veel water maar het stroomt er niet vanaf. De bol draait om een andere grote bol van vuur (zon) en als deze beweging even zou stoppen zou de bol verbranden. Er groeien allerlei dingen op de bol die je kunt eten en waarvan je kunt groeien."
Zou je het geloofd hebben, als er was gezegd: "De mens wordt samengesteld uit elementen van de bol en uit de mens komt een mens". Zou je al deze informatie over het leven geloofd hebben? Had je toen het jezelf kunnen voorstellen? Zou je geloofd hebben, dat je van vlees en bloed zou zijn en op een bol zou wonen? Zou je geweten hebben, hoe een van de duizenden kleuren die je in het leven bent tegengekomen eruit zou zien? Nu maak je alles in het echt mee!
Geloof je nu ik je zeg: "Er is een volgend leven. Je zult weer een lichaam krijgen om verder te leven. In het komende leven moet je jezelf verantwoorden tegenover Hem die jou ook de eerste keer schiep. In het volgend leven is een Hel en een Paradijs. Je kunt in het Paradijs terechtkomen, maar ook in de Hel". Stel je voor..
De Qor'aan is het laatst geopenbaarde boek van God, de Almachtige. De aarde zal geen ander boek of profeet meer kennen. Met de komst van de laatste profeet, Mohammed (vzmh), is ook de laatste fase van de aarde aangebroken. God, de Almachtige, heeft de mens geschapen om Hem te aanbidden.
De mens moet zich aanpassen aan de levenswijze (Islam), die God voor de mensen heeft bepaald. Het lichaam die wij na de dood weer als levenskleding terug krijgen, zal zich voor iedere daad moeten verantwoorden.
Iedereen zal getoetst worden aan de wil en wetten van God. Elk daad is of voor het Paradijs of voor de Hel.
Hij (Allah) schiep de hemelen en de aarde in waarheid en Hij heeft u gevormd en een schone gedaante gegeven, en tot Hem is de terugkeer. (Qor'aan 64:3)
Op die Dag zullen sommige gezichten verlicht zijn, Opziende naar hun Heer; En andere gezichten zullen op die Dag somber zijn. (Qor`aan 75:22-24)
En tot Zijn tekenen behoort dat Hij u uit stof schiep; en ziet! gij zijt mensen die zich kunnen verspreiden. (Qor'aan 30:20)
Wij zijn als het ware van de ene deur het leven binnengekomen en gaan via de andere deur naar de dood toe. Bij de deur des doods verlaten we voorlopig ons stoffelijk lichaam. Het lichaam is als een kledingstuk in bruikleen, met alle gevolgen van dien.
De dag zal komen dat we in onze graven wakker zullen worden. Op dat moment zullen we beseffen dat we de dood hebben meegemaakt en het eerste leven achter de rug hebben. Het zal de dag zijn waarin sommige mensen overspoeld zullen worden door zorgen, angst en vrees terwijl anderen een ongekende vreugde zullen beleven . Het zal de dag zijn waar in dit leven al vrees voor was, maar waar ook met hoopvol verlangen naar werd uitgekeken. Het zal de dag zijn waarover getwijfeld werd, de dag die door velen ontkend werd en door anderen naar gestreefd werd. Het zal de Dag des Oordeels zijn, waarin de poorten van het Paradijs en de Hel open zullen zijn.
De Godvruchtigen zullen te midden van schaduwen en bronnen wonen. (Qor.aan 77:41)
Daarom zal Allah hen voor het kwade van die Dag beschermen en zal hun blijdschap en geluk schenken. En Hij zal hen belonen voor hun standvastigheid met het paradijs en met zijde. (Qor.aan 76:12)
Ziet gij niet dat Allah de hemelen en de aarde in waarheid schiep? Als Hij het wil kan Hij u verdelgen en een nieuwe schepping voortbrengen. (Qor'aan 14:19) ??
Er was een jongenman, die in een ander land voor een lange tijd is gaan studeren. Toen hij terugkwam vroeg hij zijn ouders of ze een Geleerde of een wijs iemand konden vinden die antwoord kon geven op 3 vragen. Na een tijdje hadden zijn ouders een Moslim Geleerde gevonden.
Jongenman: Wie ben je? Kun je mijn vragen beantwoorden? Geleerde: Ik ben een van Allah Soebahanoe Wa Ta3ala's dienaren, en Insha Allah zal ik antwoord op je vragen kunnen geven.
Jongeman: Weet je het zeker? Een hoop Professoren en Doktoren is het niet gelukt.. Geleerde: Ik zal mijn best doen, met de Hulp van Allah Soebhanahoe Wa Ta3ala.
Jongeman: Ik heb 3 vragen: 1. Bestaat Allah? Zo Ja, wat is zijn vorm? 2. Wat is Taqdir(het Lot)? 3. Als de Shaitaan was geschapen van het Vuur, waarom zal hij aan het einde gegooid worden in het Vuur? Het zal het zeker geen pijn doen, aangezien hij ervan geschapen is! Dacht Allah hier niet over na?
Plotseling, geeft de Geleerde de jongenman een klap!
Jongeman: Waarom werd je boos op me?! Geleerde: Ik ben niet boos op jou, dit is mijn antwoord op je drie vragen.
Jongeman: Huh? Ik snap er niets van... Geleerde: Hoe voelde je je na de klap?
Jongeman: Ik voelde pijn natuurlijk! Geleerde: Dus je gelooft dat pijn bestaat?
Jongeman: Ja... Geleerde: Laat me de vorm van pijn zien!
Jongeman: Dat kan ik toch niet! Geleerde: Dat is mijn eerste antwoord, wij allen voelen het bestaan van Allah soebahanoe wa ta3ala zonder Zijn Vorm te zien.
Geleerde: Gisternacht, heb je gedroomd dat ik jou een klap zou geven? Jongeman: Nee.
Geleerde: Heb je ooit gedacht dat ik je een klap zou geven? Jongeman: Nee Geleerde: Dat is Taqdir(het lot).
Geleerde: Mijn hand, waarmee ik je een klap gaf, waarvan is die gemaakt? Jongeman: Het is gemaakt uit huid.
Geleerde: En hoe zit het met je gezicht, waar is die van gemaakt? Jongeman: Ook van huid.
Geleerde: Hoe voelde je je na de klap? Jongeman: Het voelde pijnlijk...
Geleerde: Zelfs al is Shaitaan van het Vuur gemaakt, en bestaat de Hel uit Vuur. Het zal Insha Allah een pijnlijke straf voor hem zijn!
Nooh, vrede zij met hem, was een grote man. Hij was geen koning. hij was niet rijk. hij was geen baas. Hij was een man die machtig was. Hij had een goed hart en was goed voor alles wat op de aarde leefde. Hij dankte Allah altijd voor alles wat hij gekregen heeft. Nooh is naar zijn volk gestuurd om ze te vertellen dat er maar een God is. Allah is één. Allah is machtig. Allah heeft alles gemaakt. Allah heeft de mens gemaakt. Allah heeft deze prachtige wereld gemaakt waar wij op leven. Allah heeft de mens hersenen gegeven om te denken. Gelukkig maar! Zijn volk geloofde Nooh niet. Zij vonden hem gek. Zij geloofden in hun standbeelden van hout of van steen. Standbeelden die niet konden horen of praten. De sjataan heeft hun wijs gemaakt dat deze standbeelden met Allah konden praten. Gelukkig waren er nog mensen die Nooh wel wilden geloven. De arme en zwakke mensen vonden zijn woorden prachtig. Eén God. Allah die alles heeft gemaakt. Allah die de mens heeft gemaakt. Allah die deze prachtige wereld heeft gemaakt. De andere mensen, de rijke mensen, wilden Nooh maar niet geloven. Hoe kan Nooh een profeet zijn, vroegen zij zich af? Nooh is maar een mens en dat Allah met hem praat, dat kan al helemaal niet. De rijke mensen waren gemeen tegen Nooh. Zo gemeen dat ze Nooh begonnen uit te schelden. Nooh was een man met een goed hart en bleef volhouden. Hij probeerde de rijke mensen te laten geloven dat Allah maar één was en dat Allah ze gemaakt heeft. en dat Allah deze prachtige wereld heeft gemaakt. Dit heeft hij negenhondervijftig jaar volgehouden!
Nooh kwam er eindelijk achter dat bijna niemand hem wilde geloven. Hij vroeg Allah of hij deze mensen wilde straffen. Allah zei tegen Nooh dat hij een hele grote schip moest maken.
Een schip met drie verdiepingen. één voor de mensen en één voor de dieren en één voor de vogels. De mensen die niet in Allah wilden geloven, lachten hem uit. Wil jij je grote schip op zand laten varen? Er waren geen rivieren, of zeeën waar de schip kon varen. De grote schip was klaar en alle mensen die in Allah geloofden en dat waren er maar weinig, gingen op het schip. Maar ook alle dieren en vogels. Van elke dier en vogel verzamelde Nooh het mannetje en het vrouwtje.
Toen begon het water overal vandaan te komen. Uit de lucht, uit de grond. Nooit had men zoveel water gezien. En het bleef maar doorgaan. En het water steeg en steeg. Nooh die veilig op het schip zat zag zijn zoon en riep: Mijn zoon, kom op het schip en geloof in Allah.
De zoon zei: Ik ga naar een hoge berg waar het water niet bij mij kan komen?. Nooh zei: Vandaag kan niemand ontkomen aan het water, ook al ga je op de hoogste berg van de hele wereld. Maar de zoon van Nooh luisterde niet naar zijn vader en ging naar de hoogste berg.
Het water kwam toch bij hem en heeft hem meegenomen. Het water bleef maar stijgen, totdat iedereen en alles eronder zat. Behalve Nooh, de mensen die wel in Allah geloofden, de dieren en de vogels. Die zaten veilig op het grote schip.
Hoe lang het water bleef stijgen weet alleen maar Allah. Misschien was het maar een paar dagen, of een paar weken, of een paar jaren. Nadat alle mensen die niet in Allah wilden geloven waren meegenomen door het water, ging het water eindelijk zakken. Nooh, de mensen die wel in Allah geloofden, de dieren en de vogels konden veilig uit hun schip.
Ze konden weer gelukkig gaan leven en alleen Allah aanbidden. Na heel veel jaren verder, voelde Nooh dat hij niet meer lang te leven had. Hij riep zijn zonen bij elkaar en zei: Ik laat voor jullie één boodschap achter: Geloof alleen in Allah.
Er was eens een vrouw die een kat had. Het was een wrede vrouw en ze behandelde haar kat slecht. Op een dag vertelde de Profeet (Allah's vrede en zegeningen zij met hem) zijn Metgezellen een verhaal over de slechte vrouw. "Zij zorgde niet goed voor haar kat," zei Hij. "Ze gaf hem niets te eten of te drinken," Hierdoor werd de kat erg mager en haar vacht begon uit te vallen. De vrouw had een slecht humeur.
Als ze boos was, schopte ze de kat of gooide haar de deur uit en moest ze de hele nacht buiten blijven. Het duurde niet lang of de kat werd bang voor de vrouw. Elke keer dat ze in de buurt kwam, schreeuwde de kat en kroop onder een tafel of een stoel. De buren van de vrouw waren boos op haar. Op een dag kwam een buurman haar opzoeken. "Je bent erg wreed voor je kat!" zei de buurman. "Een kat is ook een schepsel van Allah, net zoals wil dat zijn. Je maakt een grote fout!"
De vrouw werd erg boos toen ze dit hoorde. "Ga weg!" schreeuwde ze tegen de buurman. "Die kat is van mij. Als ik hem slecht wil behandelen dan doe ik dat! Ga weg en Iaat me met rust!" De buurman werd ongelukkig toen Hij hoorde. Toen bedacht Hij een plan om de kat te redden. Hij ging terug naar zijn huis en wachtte tot het donker werd. Naast hem hoorde Hij de wrede vrouw tegen haar kat schreeuwen. "Ga weg jij, jij smerig beest!" riep zij.
"Ik wil je vannacht niet in mijn huis hebben!" De buurman hoorde dat de wrede vrouw haar voordeur opende. Toen hoorde Hij de kat schreeuwen en jammeren alsof de vrouw haar op straat gooide. Toen, sloeg zij de deur dicht. De buurman wachtte even om er zeker van te zijn, dat de vrouw niet weer naar buiten zou komen. Toen ging Hij de straat op. Daar was de kat, die zielig voor de deur van de vrouw zat.
De kat was aan het schreeuwen en snuffelde bij de deur en hoopte dat de vrouw haar weer binnen zou laten. Het hart van de buurman was met medelijden voor de kat gevuld. "Jij arm beest," zei hij. "Kijk eens hoe dun je bent! Hij boog zich voorover en pakte de kat op. Hij aaide het.over zijn kop tot het stopte met huilen. "Ik neem je mee naar mijn huis," zei de buurman, "en ik geef je wat te eten."
Toen hij thuis was vulde hij een bord met wat eten en gaf dat aan de kat. De kat at dat hongerig. Het bord was al spoedig leeg. De buurman vulde het opnieuw. En weer at de kat alles vlug op. Maar tenslotte had de kat genoeg gegeten en ging op de grond liggen en viel in een diepe slaap. De volgende ochtend kon de wrede vrouw haar kat niet vinden. Ze keek overal. Ze zocht in de straat, ze zocht op de markt.
Ze sloeg op de deur en schreeuwde boos. De buurman opende de deur. "Ik weet wel, dat jij mijn kat gestolen hebt!" schreeuwde de vrouw naar hem. "Jij bent een dief. Geef het meteen aan mij terug!" "Nee," zei de buurman. "Je bent een wrede vrouw en je verdient het niet een kat te hebben!" "Ik wil die kat! Geef het terug" schreeuwde de vrouw. Ze werd al bozer en bozer. "Ik geef je de kat niet terug tot je belooft dat je hem vriendelijk zult behandelen" gaf de buurman als antwoord. Toen de vrouw dat hoorde, lachte zij in haar vuistje. "Domme man!" dacht ze. "Ik hoef alleen maar te beloven dat ik mijn kat goed zal behandelen en hij geeft hem aan mij terug!" De vrouw deed dus alsof ze niet meer boos was en glimlachte naar de buurman. "Natuurlijk zal ik mijn kat goed behandelen als je hem aan mij teruggeeft!" zei ze met vriendelijke stem. "Beloofd?" vroeg de buurman. "Ja, ja dat beloof ik" antwoordde de vrouw. "Je zult de kat genoeg te eten geven en hem 's nachts niet op straat gooien?" wilde de buurman weten. "Natuurlijk niet," zei de vrouw gedwee "ik zal de kat te eten geven en er van nu af aan goed voor zorgen. Ik zal de kat nooit meer wreed behandelen!" Hield de vrouw haar belofte?
Nee, dat deed ze niet Maar helaas had de buurman haar geloofd. Hij wist niet dat ze loog. Hij gaf de kat aan haar terug. De wrede vrouw nam de kat weer mee naar huis en behandelde haar slechter dan ze ooit gedaan had. Ze bond een touw om de nek van de kat en dat touw bond ze aan een stoel vast. En opnieuw gaf ze de arme kat niets te eten of te drinken. Het dier werd dunner en dunner en zwakker en zwakker en na een poosje stierf de arme kat.
"Wat is dat vreselijk wat ze gedaan heeft!" riep een van de Metgezellen van de Profeet (vrede en zegeningen zij met). "Wat een ontzettende wrede en slechte vrouw!" "De Profeet (vrede en zegeningen zij met hem) was het hier mee eens. "Allah werd hierdoor ook erg boos op de wrede vrouw," vertelde hij de Metgezellen. De vrouw was niet alleen wreed. Ze had ook nog gelogen. Ze had een grote zonde begaan omdat ze en levend schepsel van Allah zo slecht behandeld had. De man die de dorstige hond te drinken had gegeven was al zijn zonden vergeven door de vriendelijke daad die hij voor een levend dier had verricht. Maar deze vrouw, die haar kat zo wreed had behandeld was niet vergeven en zo stuurde Allah haar naar de Hel.
Jij die nog niet ten prooi is gevallen aan de verleiding van jongens, jij die door Allah bewaard is gebleven voor deze misstap, wees Allah altijd dankbaar dat Hij jou heeft behoed voor datgene waarmee anderen jonge meiden en zelfs getrouwde vrouwen zijn beproefd.
Weet dat jongens in werkelijkheid niets anders zijn dan wolven in schapenkleding. Zij weten niet eens wat liefde is. Het enige wat hen bezig houdt is het bevredigen van hun dierlijke begeerten, op welke wijze dan ook.
Toen de volgende vraag aan een aantal jongens werd gesteld: Houden jullie werkelijk van deze meisjes met wie jullie omgaan en hebben jullie het voornemen om later met hen te trouwen?, antwoordden zij kordaat: Allah behoede! Deze meisjes met wie wij omgaan zijn niks anders dan sloeries en bedriegsters. Hoe kan ik mij ooit binden aan >een meisje die zonder enige moeite de eer van haar familie schendt? Wie geeft mij de garantie dat zij later niet mijn eer schendt? Wij gebruiken hen slechts voor vermaak en om de tijd te doden. Beste zuster, zie je niet in hoe laaghartig deze personen zijn. Pas dus op en trap niet in hun mooie praatjes, loze beloftes en valsheid.
Toen ik een keer enkele meiden die een relatie hadden adviseerde hiermee te stoppen en tegen hen zei: Zij zijn niets dan hongerige wolven in schapenkleding., antwoordde één van hen geïrriteerd: Ik zweer dat hij van mij houdt. Hij is niet als die anderen, hij heeft een goed karakter. Een tweede meid sprak woorden van gelijke strekking en voegde hieraan toe: Hoe verklaar je anders al die moeite die hij heeft gedaan om mij te krijgen? Hoe verklaar je de tranen die hij omwille van mij heeft gelaten? Zeg me dan hoe? Ik antwoordde: Deze jongens zijn allen afgestudeerd aan één en dezelfde school: de school van Iblies. Zij worden in hun praktijken bijgestaan door een bataljon vervloekte duivels die hen aansporen, aanmoedigen en aanzetten tot het onteren van zoveel mogelijk goedgelovige meisjes. Als zij daarin eenmaal zijn geslaagd, hoor je de volgende bekende woorden uit hun monden komen: ,,Een meisje die haar eer niet weet te bewaren, valt niet te vertrouwen. Daarna dumpen ze haar, zoals de velen die haar zijn voorgegaan.
Wat ik wil zeggen, is dat vele jongens één en dezelfde methode, toon van spreken en aanpak hanteren. Ze overspoelen je met lieve woordjes, zoals: Toen ik je zag, viel ik als een blok voor je Ik verdrink in je ogen Leven zonder jou is onmogelijk Jij bent mijn alles Jij drijft mij tot waanzin. Zij weten precies wat het zwakke punt van een vrouw is: haar gevoelens en haar behoefte aan complimenten. Op deze wijze proberen zij haar voor zich te winnen. Wanneer zij haar dan hebben ingepalmd, komt hun ware aard naar boven en zullen zij deze meiden misbruiken voor hun dierlijke begeerten.
Wees dus gewaarschuwd, moge Allah jou beschermen, en denk eens na over je geloof, al is het maar voor deze ene keer. Laat je niet beduvelen door een aantal ontspoorde meiden die hun mond vol hebben van de goede bedoelingen van deze jongens en hoe leuk het is om met hen te zijn. Er is immers geen plaats voor goede bedoelingen en oprechte intenties in de harten van deze jongens, die het lef hebben om de bevelen van Allah, de Almachtige te negeren.
Onderweg naar Dubai stopte ik bij een klein moskeetje om het namiddaggebed te verrichten. Toen ik in mijn auto zat zag ik iets uit de nabijgelegen huizen tevoorschijn komen. Het duurde even voordat ik door had dat het om een man ging die zich kruipend naar de moskee voortbewoog. Om zijn handen had hij plastic sandalen aangetrokken. Op deze wijze baande hij zich met grote inspanning een weg naar de moskee om daar het gezamenlijke namiddaggebed te verrichten. Deze man leek naar alle waarschijnlijkheid verlamd te zijn aan zijn onderlichaam en sleepte dit mee over de harde grond. Het zweet liep over zijn hele lichaam vanwege de grote inspanning die hij moest leveren en de ondragelijke hitte. Toen hij bij de omheining van de moskee kwam was het alsof hij verdronk in zijn eigen zweet en zijn gezicht was vuurrood. Vele mensen die ook naar het gezamenlijke gebed trokken liepen langs hem. Je kon zien dat zij dit beeld gewoon waren. Ineens kwam een man uit een nabijgelegen winkel met een koude fles drank die hij vervolgens aan de man gaf. Zij bleven enige ogenblikken met elkaar praten over een bepaald onderwerp. Ik kon horen hoe de winkelier de kruipende man aanbood hem te helpen de moskee te bereiken. Maar tevergeefs, de kruipende man wilde liever op eigen krachten verder. Om niet te laat te komen verontschuldigde hij zichzelf en ging verder. Ik zag hoe hij de trap opging en ik kon mij geen manier bedenken waarop ik hem van dienst kon zijn.
De tranen stroomden over mijn wangen bij het zien van deze man en ik herinnerde mij de overlevering van de Profeet (vrede zij met hem) waarin hij zei: De zwaarste gebeden voor de hypocrieten zijn het ochtendgebed (salaat-ul Fadjr) en het nachtgebed (salaat-ul cIshaa). Zouden zij echter weten wat de beloning hiervoor is, dan zouden zij zelfs kruipend komen
Deze man die werkelijk kruipend naar de moskee kwam had hier absoluut geen moeite mee. Sterker nog, hij ging naar de moskee alsof het iin van Allahs Tuinen was waar alle gunsten en bekoringen op hem stonden te wachten. Zo zijn er vele dienaren van de Meest Barmhartige die tussen ons leven en een verheven positie genieten bij Allah. Ik vraag Allah om eenieder die zich inspant op Zijn Pad te belonen. En laat de manier waarop deze man zonder enige schaamte naar de moskee kroop een les voor ons zijn en voornamelijk voor diegenen die zich ervoor schamen de moskee te betreden.
Ergens in een westers land brak de tijd van het gebed aan. Een moslim betrad een openbare wasruimte om daar de woedoe (rituele wassing) te verrichten. En tegelijkertijd was daar een niet-moslim man aanwezig die vreemd naar hem opkeek. Toen onze broeder op het punt stond om zijn voeten te wassen, hief hij zijn voeten omhoog om deze in de wasbak te plaatsen. Dit werd de man die toekeek teveel, waarop hij in alle verontwaardiging tegen de moslim schreeuwde: Wat doe je nu weer! De moslim antwoordde met een glimlach op zijn gezicht: Ik verricht de woedoe. De man zei: Jullie moslims zijn maar viezeriken. Jullie vervuilen altijd openbare plaatsen. En nu probeer je mij wijs te maken dat je jezelf aan het reinigen bent, terwijl je nu de wasbak met je smerige voeten vies maakt? Deze wasbak is bedoeld voor het wassen van je handen en gezicht en moet dus schoon blijven. Hierop vroeg de moslim: Mag ik je een vraag stellen die je mij in alle eerlijkheid zult beantwoorden? De ongelovige antwoordde: Ga je gang. De moslim vroeg: Hoeveel keer per dag was je jouw gezicht? Waarop de ongelovige antwoordde: Eén keer per dag, bij het opstaan en soms nog eens als ik overmand wordt door vermoeidheid en stress. De moslim antwoordde glimlachend: Wat mij betreft, ik was mijn voeten vijf keer per dag. Vertel mij dan, wat is schoner: mijn voeten of jouw gezicht Hierop was de ongelovige met stomheid verslagen en vertrok.
Zijn doe'a voor de moeder van Aboe Hurayra om het rechte pad te volgen
Zijn doea voor de moeder van Aboe Hurayra om het rechte pad te volgen
Imam Moeslim vermeldde op gezag van Aboe Hurayrah die zei: Ik nodigde mijn moeder, die een polytheïst was, uit tot de Islam. Ik nodigde haar op een dag uit en ze zei iets over Allahs boodschapper tegen me dat ik haatte. Ik ging naar de Profeet En zei: Allahs boodschapper, ik nodigde mijn moeder tot de Islam uit, maar ze accepteerde (mijn uitnodiging) niet. Vandaag nodigde ik haar uit, maar ze zei iets tegen me,wat ik niet leuk vond. Smeek Allah (vriendelijk) dat Hij mijn moeder recht moge leiden. Daarop zei Allahs boodschapper : O Allah! Leid de moeder van Aboe Hurayra op het rechte pad. Ik ging geheel tevreden met de smeekbede van Allahs boodschapper weg en toen ik bij de deur kwam, was die dicht. Mijn moeder hoorde het geluid van mijn voetstappen en ze zei: Aboe Hurayrah, wacht even, en ik hoorde het geluid van vallend water. Ze nam een bad, trok een gewaad aan,bedekte snel haar hoofd met een hoofddoek,opende de deur En zei: Aboe Hurayrah, ik getuig over het feit dat er geen god is behalve Allah en dat Mohammed Zijn dienaar en Zijn boodschapper is. Hij (Aboe Hurayrah) zei:Ik ging terug naar Allahs boodschapper