Deze tekst schreef ik voor mijn vrienden. Kinderen schrijven met Nieuwjaar een nieuwjaarsbrief voor hun ouders, peters en meters. Van mij krijgen mijn maatjes een "Kerstbrief". Voor de mensen die graag muziek horen terwijl ze lezen, hier is Sinead O'Connor met "Feel so Different". http://youtube.com/watch?v=EfYGfJmTy78
----------------------------------------------
Mijn tranen en snottebellen bevlekken je trui. Ik jank op je hemd, en je knuffelt me weer blij.
Jij huilt tegen mijn schouder, ik verpletter je in mijn armen, en maak je weer aant lachen.
Is je wasmachine stuk? Dan doe ik je was wel.
Ik hoef niet te speuren naar onbekende kleuren lipstick op je kraag, want ik ken al jaren alle kleuren en geuren die rond jou hangen. En ik hoop altijd dat je van je intieme momenten genoten hebt.
Ben ik ziek of klagerig, kom jij me genezen met woorden en een warme kruik. Mijn hoofdpijnpillen zitten ook in jouw jaszak. Hoewel jij die zelf nooit gebruikt.
Je hoort me over mijn pijntjes en verdrietjes niet eens zagen en zeuren. En toch heb je goede oren. Je luistert enkel naar wat ik voel.
Ik paradeer door je huis op mijn sloefkes, met ongekamde haren, zonder make-up, gekleed in vloekende kleurencombinaties. Je hebt oog voor detail, bent kunstzinnig. Maar je schakelt die gave op die momenten gewoon even uit.
Ik zie je rimpels en neushaartjes, jij wast mijn haren en ziet niet eens de grijze strepen. En toch zijn we niet blind.
Mijn halve huisraad staat bij jou. We weten niet eens meer wat van wie is. Alles verhuist constant over en weer, en samen hebben we toch altijd alles.
Onze huissleutels klingelen lieflijk tegen mekaar aan dikke sleutelbossen. Ze rinkelen het lied van vriendschap en vertrouwen.
Raak je de weg kwijt, dan lees ik je landkaart. Stuur ik je verkeerd, dan maken we t op die plek wel fijn. We troosten ons met t Is de reis die telt. Het doel is dan al lang vergeten.
Je draagt mijn boodschappen, ik adviseer jou wat te kopen.
Onze lievelingskoekjes zijn trouwens al lang dezelfde geworden.
Je sleept eindeloos bh-tjes naar t pashokje tot er me eindelijk eentje past waarvan de baleintjes geen pijn doen.
Ik richt mee je huis in omdat je denkt dat je t zelf niet zo goed kan.
We meten samen, ik hou de plank vast, jij zaagt.
Ik verwond je, je voelt niet eens de pijn. Je voelt alleen de tederheid waarmee ik het bloeden stelp.
Je hoort mijn onzin en luistert. Meer nog, je begrijpt hem zelfs. En toch ben jij heel intelligent.
Jij mag met mijn gekke invallen hartelijk lachen. Jij incasseert mijn impulsiefste ongepolijste gedachten zonder je gekwetst te voelen. Er moet niet geëditeerd of gecensureerd te worden. Klinkt het niet dan botst het, maar t voelt altijd eerlijk en goed.
Jij zorgt voor mijn katten, mijn planten en mijn huis terwijl ik aan de andere kant van de wereld hemel en aarde verzet om je vanop mijn primitieve eiland toch maar een mailtje te kunnen sturen.
Je hebt geen schrijftalent, maar toch stuur je me post. Ik kan goed lezen, ik lees wel tussen de regels van je onmogelijke zinnen.
Jij maakt de melodie, ik zoek de woorden, en dan zingen we. Ik vooral vals.
Maar dat hoor je niet. Je hebt nochtans een heel muzikaal gehoor.
We dragen dezelfde sjaals en rugzakken en voelen ons daardoor nog meer verbonden. We wisselen juwelen uit alsof het gedachten zijn.
In je logeerbed wacht jouw oude lievelingsknuffel me op, tussen de gebloemde lakentjes van je zus. Een vergeelde Tolkien-poster aan de muur getuigt nog van onze gezamelijke tienerjaren. Jouw tafelkleed is nog een erfenis van mijn ma.
Je bereidt mijn favoriete soep, soms te pikant, of soms te vreemd, maar het blijft mijn lievelingsvoedsel. En als ik eens voor je kook eet je t nog op ook. De wonderen zijn de wereld niet uit.
Jouw vrienden zijn de mijne. Als ze dat wensen. Maar t moet niet. Want al krijg ik er nog duizend vrienden bij, je zal jouw plekje in mijn hart altijd behouden. Dat heb ik jaren geleden al gereserveerd voor jou.
We maken onszelf met zijn allen elk jaar weer wijs dat we niet geven om Kerstmis, maar op t allerlaatste moment nestelen we ons die avond dan toch maar allemaal op een gezelig hoopje.
We ergeren ons aan de platte commerce van de feestdagen, maar we gaan wel samen mekaars kados kopen en spelen dan brullend van t lachen op Kerstavond alsof we toch o zo verrast zijn door die wonderlijk gepaste geschenken.
We kunnen samen werken, winkelen, koken, fotograferen. De resultaten zijn soms dramatisch.
Maar we hebben dat resultaat dan wel samen bereikt.
We maken blutsen in mekaars autos, laten het niet eens repareren want we vinden het best een grappige herinnering.
We staan mekaar bij in ziekenhuizen en bij dokters. We komen voor mekaar op in probleemsituaties. We behoeden mekaar voor gevaren, valstrikken en pc-virussen. We bekommeren ons om elkaars oude moeders en vaders.
We lachen, we vertellen, we treuren, we filosoferen, en gieren alweer.
Sommigen roken, sommige niet, sommigen drinken, sommige niet. We vullen mekaars glazen en hebben aanstekers op zak die we zelf nooit nodig hebben.
Twee dansen op tafels, eentje drinkt en danst later, enkelen dansen niet en genieten in een hoekje van de zotte streken van de anderen.
De ene begrijpt iets van economie, de andere kan schrijven, nog eentje kan tekenen, weer een andere kan musiceren. Dat we samen alles kunnen
daar kunnen we op rekenen.
We kieperen al onze talenten in één pot en ze rijzen tot een perfect uitvoerbare idee.
We lezen mekaars boeken. En blijken allemaal iets anders gelezen te hebben! Tot we er over praten
dan wordt het plots opnieuw hetzelfde boek.
We midlife-crisissen en menopauzeren er allemaal gezellig op los maar vergeten vroeger niet.
We vinden nu zelfs béter dan vroeger. En toch zijn we nog niet helemaal dement. Hoewel we dat soms wel eens denken. En de omstaanders zeker.
We genieten. Ondanks onze rammelende knoken, onverwachte lekkages, stramme spieren, hangende buikjes en groeiende kale plekken.
De ene houdt van balletmuziek, weer eentje van rock, nog een andere van minimalistische ondingen. Maar zelfs voor cruiseboten-bar-muziek is er evengoed plaats als onze oren samen in een zetel zitten. Als t maar eentje van ons is die t op de piano speelt.
We fotograferen mekaar alsof we elkaar misschien nooit meer zouden weerzien. En met uren van tederheid photoshoppen we er voor de liefhebbers wel een tandje bij of een rimpeltje af.
De warmbloedigen masseren de eeuwig koude voeten van de anderen. Ze zweten, trekken hun jassen uit en duffelen de anderen in. Maar zetten de verwarming toch niet lager.
Als we alleen zijn blijven we omringd door mekaars fotos, mails, lievelingsmuziekjes en de - voor buitenstaanders onbegrijpelijk onbenullige - prullaria die onze bureaus en kamers bevolken.
We weten waar we van houden, we kennen mekaars smaak, en slepen als onvermoeibare hamsters die lievelingsspullen van over heel de wereld naar mekaars hol.
Er zijn ochtendmensen en nachtraven, maar onze helpdesk is 24 op 24, 7 op 7, geopend.
Geen weer is te guur, geen autostrade te lang, geen auto te krakkemikkig. Onbereikbaar staat niet in ons woordenboek. En toch horen of zien we mekaar soms weken niet. We zijn al lang blij dat we van mekaar weten dat we bestaan.
We zijn een vreemd conglomeraat. Voor sommige mensen een onbegrijpelijke combinatie.
Geen eentje van ons is hetzelfde. Er is zelfs geen bloedband. De verschillen op sommige vlakken zijn enorm. Maar een ongrijpbaar aura schijnt ons te verbinden en bij mekaar te houden.
De buitenwereld ziet een hoopje "vermoedelijke" gekken. Alleen wij weten dat we echt gek zijn.
Van vriendschap. Gloeiende, bloeiende vriendschap.
Liliane. 25 december 2007.
25-12-2007 om 00:00
geschreven door Laathi
|