10. De allernieuwste MRI-scanner! ...Eentje met aarding!
Vrijdag moest ik onder de scanner. Iets waar ik lang over getwijfeld heb omdat ik vreesde dat door het lawaai dat zo'n ding maakt de chaos in mijn hoofd nog erger zou worden. Woensdag kreeg ik gelukkig de goddelijke inval om eens een 1-april raadsel te maken. Dat heeft er ongepland voor gezorgd dat ik de volgende 48 uur geen tijd meer had om me zorgen te maken, omdat ik de ene na de andere telefoon kreeg waarin ik mijn uitleg over mijn "zwangere-gecastreerde-kater" moest doen. Een onverwacht leuk afleidingsmanoever tegen gepieker.
Vrijdag was het dan zo ver. In 't ziekenhuis aangekomen kreeg ik toch terug een beetje angstkriebels maar eens in 't kleedhokje had ik het zo druk dat ik die ook snel vergat. Ik moest me ontdoen van mijn bril en alle mogelijke metalen voorwerpen, ik mocht enkel sokken en onderbroek aanhouden. Fijn. Ik keek naar mijn voeten en zag dat er een gat in mijn sok zat. Dus die trok ik ook al maar gauw uit. Vervolgens kon ik me in het ziekenhuisgewaad gaan hullen. Ik wist dat zo'n ding vooraan volledig gesloten was en dat ge dat achteraan moest dichtbinden. Ik slingerde de linten rond mijn lijf en maakte een minuscuul strikje op mijn buik. Naderhand bleek het niet de bedoeling dat ik van dat ding zo'n schoon tailleurke gemaakt had. Die linten mochten gewoon achteraan dichtgeknoopt worden... Ik zat daar wreed sexy te wezen want bij de minste beweging op mijn bankje werd mijn décolleté wel héél groot. Daar moest ik iets op vinden. Net op dat moment kwam een verpleegster binnen, legde een katheter aan, en gaf me de spuit in mijn hand die ik moest blijven vasthouden tot ze me zouden komen halen. Daar zat ik nu... Ik tastte met 1 hand achter in mijn nek en plots ontdekte ik nóg twee linten! Maar ja, probeer daar nu maar met 1 hand een strik in te leggen, want mijn rechterarm met de spuit in kon ik niet meer plooien. Middenin mijn geworstel kwam de verpleegster me halen en zei me maar onmiddellijk mijn doppen in mijn oren te steken. Mijn wasbollen had ik ondertussen al lekker warm en mals gekneed dus cementeerde ik mijn oren minutieus potdicht.
Zonder bril zag ik al niet meer te veel, horen deed ik haar ook niet meer, dus als een gewillig zombietje volgde ik de verpleegster. Ze gebaarde me te gaan liggen met mijn hoofd in een steuntje. Ik drapeerde me op de machine in mijn sexy tailleurke, ondertussen stopte ze nog dikke schuimrubbers tussen mijn hoofd en de steun, en trachtte ik nog met alle geweld mijn décolleté te fatsoeneren. Mijn rechterarm lag machteloos uitgestrekt met die spuit in mijn hand.
Een andere verpleegster doemde geluidloos op, greep mijn vrije arm die aan mijn décolleté frutselde, stopte een oranje rubber peertje in mijn hand, en gebaarde dat ik dat goed vast moest blijven houden, en daar schoof ik opeens de tunnel in.
De volgende 25 minuten zou ik me niet mogen bewegen. Ik vroeg nog of ik mijn ogen open of dicht moest houden maar daar kreeg ik geen antwoord meer op. Of ze hadden het lokaal al verlaten, of ik hoorde het antwoord niet meer... Dus besloot ik mijn ogen maar braaf dicht te houden. Uiteindelijk : niet bewegen is niet bewegen.
Het lawaai was luid maar het deed geen pijn. Ik probeerde me zo goed mogelijk te ontspannen en gelukkig heb ik fantasie genoeg om mijn geest voor een half uurtje naar fijnere oorden te kunnen verplaatsen.
Door de nauwe tunnel waaide een zacht briesje dat mijn neus kriebelde. Die wou per se gaan niezen. En die mocht dat niet. Die was dus zeer ongelukkig. Ondertussen dierf ik ook niet slikken en begon mijn keel ook te kriebelen. Dus moest ik mijn aandacht wat proberen af te leiden. Ik begon me af te vragen wat een mens in godsnaam zou moeten doen als ge dit niet meer kon volhouden? Hoe zoudt ge dat duidelijk moeten maken? Zoiets zouden ze verdorie toch eigenlijk moeten voorzien!? Want ik kan me best indenken dat een zwaarder gebouwd mens in deze tunnel een aanval van claustrofobie zou kunnen krijgen. Zoudt ge dan met uw tenen moeten beginnen kwispelen om hun duidelijk te maken dat ge er genoeg van had? Maar zouden ze dat wel zien, daar zo ver weg vanachter hun geluidsdicht vensterke? Zouden ze daar trouwens nog wel staan kijken, of zouden ze ondertussen een koffieke zijn gaan drinken? En zouden ze snappen dat als ge kwispelt dat ge er uit wilt?
Ondertussen lag ik daar, trachtend niet te niezen, niet te slikken, mijn ogen niet te openen en ondertussen krampachtig mijn oranje rubber peertje in mijn hand te klemmen. Dat laatste vond ik wel héél belangrijk want dat ding was volgens mij de aarding. Als ik die per ongeluk los zou laten zou ik misschien geëlektrokuteerd worden? Of zou ik in miljarden atoompjes uiteengerukt worden door die draaiende magneten? Nee, dat ding leek me wel héél belangrijk, dat moest ik ten alle prijze blijven vastklemmen. Ja, ik kan niet zeggen dat ik daar bepaald "goed geïnformeerd" lag.
Ik fantaseerde lustig verder over mijn waarschuwingssystemen, deed de ene na de andere ongelofelijke uitvinding en besloot ze - zo snel ik uit mijn konijnenpijp zou komen - alvast te laten patenteren. Ja, dit zou een belangwekkende vondst voor de geneeskunde worden, hier zou ik ze een grote stap mee vooruit helpen.
Het geluid veranderde af en toe van ritme, van volume, van snelheid, en de laatste 8 minuten waren zoals beloofd echt wel heel luid. Naar 't schijnt haalt zo'n machine bij sommige onderzoeken vlot de 100 decibel of meer... Wat me echt verbaasde was dat ik ondanks al dat gedaver en gedreun toch nog altijd mijn gecastreerd krekelkoor in mijn kop hoorde zingen. Die beesten zijn toch ook met niks kapot te krijgen.
Plots werd het stil en ik dacht dat het einde van de tunnel in zicht was, maar nee, ik voelde een gebubbel in mijn arm, dus nu werd er duidelijk contrastvloeistof in mijn ader gepompt. Het feestje zou dus nog wel even duren. Niet erg, ik vond ondertussen wel verder nuttige zaken voor de geneeskunde uit.
Na 25 minuten bleef het eindelijk echt stil, gleed ik automatisch naar voren als een brood uit een moderne oven, haalde de verpleegster de naald uit mijn arm, met die vrije hand prutste ik alvast zo snel ik kon 1 dop uit mijn oor. Met die andere hand kon ik niks doen want daar had ik mijn aarding nog altijd nauwgezet in vastgeklemd. Ah ja! Die dierf ik zo maar niet loslaten want misschien stond dat machien nog wel aan, en kon ik alsnog in gruzelementen uiteenspatten! Tot plots de verpleegster aan mijn andere zijde zegt : "Mevrouw! Mevrouw! Nu moogt ge het belletje echt wel loslaten hoor!"
Oh god, die oranje peer bleek dus geen aarding maar een noodbelleke! Daar gingen al mijn uitvindingen de prullenbak in!
Bij 't verlaten van het hospitaal herinnerde ik me plots een scan van jaren geleden. Destijds had ik een soort koptelefoon op mijn hoofd gekregen waardoor ik de verpleegsters hoorde praten en ik zelf ook iets kon zeggen. Maar dat voorwerp hadden ze deze keer met mijn hyper-acusis en mijn wasbollen in mijn oren natuurlijk niet kunnen gebruiken!
En ik deze keer mijn "aarding" maar vasthouden... :lol:
De avond na de scan werd ik doodmoe en was zowel de geluidsovergevoeligheid als het suizen stukken erger. Met een Temesta heb ik me dan maar even van de wereld geholpen. Wakker liggen en piekeren en nieuwe uitvindingen trachten te doen leidt toch tot niet veel, dat had ik deze middag al ondervonden...
En nu is het afwachten tot de 13de, dan krijg ik de resultaten van wat er allemaal in mijn schedel ontdekt is. Veel meer dan grootse plannen voor het ontwerpen van waarschuwingssystemen voor patiënten die in scanners liggen zal dat niet opleveren denk ik. Maar ze hebben nu wel eens een creatief brein in volle actie kunnen fotograferen. Misschien helpt dat de wetenschap wel wat vooruit? :wink:
|