33. En altijd met de beste bedoelingen.
Na het fiasco van de eerste communie ging het dagelijks leven gewoon verder.
Op school werd ik nog altijd gepest met mijn stekkepoten, mijn weinig originele achternaam en nu ook al met mijn boekentasje.
Ons ma haar zuinigheid kennende was ik op de Grote School aangekomen met mijn klein, geboebbeld, strontbruin (ja sorry, er is geen ander woord voor) plastic boekentasje met één zielig sluitingske. De andere kinderen hadden grote kazakken met zijvakskes en twee echte gespen
Dus op een avond na school besloot ons ma om met mij naar een lederwaren- en valiezenzaak in de Lange Koepoortstraat te stappen om voor mij een échte boekentas te kopen.
De madam van de winkel overdonderde ons met de sjiekste en nieuwste modellen. Ons ma besloot om het nu ineens tegoei aan te pakken. Ze liet zich overhalen tot de aankoop van een zwarte design-boekentas met in plaats van 1 handvat, wel twéé handvaten!! En geen ordinaire gespen als sluitingen, maar een heuse tirette. Een ritssluiting. Het ding was aan de binnenkant ingedeeld in verschillende vakken. Spijtiggenoeg was het nogal aan de grote kant
Als ik het droeg kwam het ding nog geen 10 centimeter van de grond. Maar voor ons ma was het een uitgemaakte zaak, deze boekentas ging het worden, want met dit geval kon ik zeker niet gepest worden. Het zou volgens haar bescheiden mening de sjiekste kazak van t school worden.
Dus sleepte ik me de volgende ochtend naar school, uitgerust als een rocket- scientist die naar Houston trekt om daar de eerste maanlanding voor te bereiden. Ergens op de bodem van het loodzware ding rammelden mijn schriftjes, mijn boekskes en mijn pennezakske eenzaam heen en weer.
Overbodig te vertellen dat het een ramp werd. Ik had niet alleen de grootste boekentas van t eerste studiejaar, ik bezat ineens de grootste van heel de school. Dus weer werd er gelachen
Ik ben die boekentas wel heel de lagere school blijven dragen. En later is die nog gerecycleerd geworden door onze pa om zijn schoenmakersgereedschap in te steken, want op zondag herstelde hij zelf onze schoenen. Uiteindelijk is die (letterlijk en figuurlijk) zware investering haar centen dus wel waard gebleken.
Hier heb ik hem even van onder 't stof gehaald...
Ik meet nu 1.68m. En nog komt het vermaledijde ding niet verder dan 25cm van de grond... Het ding dat er aan de rechterkant uitsteekt is een zaag van onze pa.
Het tweede leven van mijn boekentas als gereedschapszak van pa.
Zo heeft ons ma enkele jaren later ook eens op uiterst dramatische wijze mijn magere stekkepoten en knobbelknietjes-probleem trachten op te lossen
Dát is pas een ramp geworden!
Iets voorbij mijn school, op de Meir, gingen we in de sjiekste schoenwinkel nieuwe laarzen voor me kopen. Tot daar niets aan de hand. Maar
Als steeds was ons ma bezorgd dat ik het koud ging krijgen. Dus mijn nieuwe bottekes moesten zeker en vast goed warm zijn. Echt warm. De verkoopster toverde daarop een stel botten tevoorschijn die nu in een SM-winkel niet zouden misstaan. Zwarte, gladde laarzen die tot aan
uw billen kwamen!!! Niet tot aan uw knieën! Nee, helemaal tot aan uw billen! Tot aan de rand van uw onderbroekske! De kleinste maat was een 36 (iets te groot, maar dat gaf niet, want ze zou wel watten in de punten steken). De griezels werden opgehouden met elastieken die in de zoom ingenaaid waren. (Vanaf maat 38 werden zon dingen opgehouden met sjartellen. Goddank dat ik daar nog aan kon ontsnappen!) Ik vond die botten niet mooi, maar voornamelijk raar. Ons ma echter was direkt voor die waanzinnige dingen gewonnen. Want : het was soepel maar toch dik leer, mijn beentjes zouden er dus gevulder uit zien, mijn knobbelknieën waren ineens bestopt, ik zou het lekker warm hebben, en aangezien ze toch te groot waren zou ik ze ook vele jaren kunnen dragen. Dus die botten werden betaald en ingepakt.
De volgende dag verscheen ik dus op school met mijn grote zwarte boekentas, zwart gehandschoend (verplicht!), in mijn donkerblauwe uniform met wit boordje en manchetjes, met daaronder twee zwarte rubberachtige buizen die verdwenen onder mijn rokske
Er was geen stukske beenvlees meer te zien! Geen morzel! Ik was precies Barbarella of Lara Croft die een nieuwe planeet ging veroveren. Het mankeerde er nog aan dat er een holster met een Colt rond mijn dij gesnoerd zat
Terwijl ik dit schrijf en mezelf zo terug voor ogen zie val ik bijna van mijn bureaustoel van t lachen. Maar destijds, op t moment dat ik in die buitenaardse outfit de school binnenstapte
was t lachen veraf. Bij mij toch. De rest van de klas bleef er bijna in! Zelfs de juffrouw had moeite om zich serieus te houden.
En iedereen in de klas en op de speelplaats wou maar zien waar die waanzinnige botten nu eigenlijk eindigden! Dus moest ik elke keer mijn rokske omhoog tillen om hen te tonen dat die tot juist aan de pijpkes van mijn onderbroekse kwamen
Ik zweer het u, op zon moment zoudt ge eerder gelijk "Jules Verne" tot in t midden van de aarde willen zakken in plaats van als "Barbarella" een planeet te gaan veroveren. Gelukkig werd het geplaag enigszins overstemd door de pure fascinatie van de kinderen voor deze merkwaardige dingen. Ze wilden me uitlachen maar aan de andere kant waren ze veel te nieuwsgierig om het einde van die botten te zien. Dus moesten ze mij wel benaderen om te vragen onder mijn rok te mogen kijken
De volgende ochtend wou ik vanzelfsprekend die ondingen niet meer aantrekken. Maar dat pakte niet. Ik moest en zou die dingen dragen want die hadden een fortuin gekost! Dus inderdaad, ik heb daar nog een week rondgelopen als de Dominatrix van de Dams
In t weekend kwam onze pa thuis, kreeg de monsterachtige dingen onder ogen en viel bijna van zijne sus van t schrikken! Vanaf dat moment heb ik met ons ma een compromis kunnen sluiten. De laarzen moesten alleen nog tijdens de weekends gedragen worden en nooit meer op school. Ze vond dat ze in de zondagsmis héél goed van pas gingen komen omdat het in de kerk altijd heel koud was
Ja, ze had altijd wel voor alles een uitleg klaar.
Bij dat compromis kon ik mij moeiteloos neerleggen. Had ze me voorgesteld om die laarzen op te eten om ze nooit meer op school te moeten dragen, dan had ik het ook nog gedaan. Ik was toen tot alles bereid.
En inderdaad, in de kerk bleken die botten hun charmes te hebben. Maar daarom niet direkt voor de reden die ons ma voor ogen had gehad. Aan t begin van de mis gaf ons ma mij altijd twee frankskes. Eentje om in de schaal te leggen als ze rondkwamen voor t offergeld, en eentje om aan de madam te geven die het stoelgeld kwam ophalen. Maar die ceremonies gebeurden altijd pas halverwege de mis. En tegen dan was t onheil altijd al geschied
Ik had namelijk een heel plezant en lucratief spelletje uitgevonden. Ik foefelde heel discreet mijn frankskes van boven in die laarzen. Ze spanden zo strak rond mijn benen dat ik er wel een half uurtje mee bezig was om de muntjes helemaal tot in de zool van de bot te latten zakken. Ik draaide ze langs de buitenzijde van de laars altijd om en om en met veel gepruts kreeg ik hen altijd een paar centimeter lager. Het was een heel goede bezigheidstherapie, op deze manier duurde die saaie mis toch een stuk minder lang. Tegen het tijdstip dat de geldophalers langs kwamen zaten mijn twee muntjes dus meestal al lang veilig onder mijn voet in de bodem van de laars. Als dat nu bottekes van normale lengte geweest waren dan had ons ma die natuurlijk ter plekke uitgetrokken en dat geld er terug uitgehaald. Maar aangezien het zon lange dingen waren, dierf ze toch niet midden in de kerk mijn rokske opheffen en die ellenlange spannende buizen van mijn benen gaan stropen! Ah ja, het was altijd al zon karwei geweest om me erin te krijgen!
Dus elke keer de man met de offerschaal langs kwam waren mijn centen verdwenen en moest ons ma in zeven haasten gaan zien of ze nog frankskes in haar portemonnee had om me opnieuw te bevoorraden. Onze pa deed maar of hij t allemaal niet zag. Die bad dat zijn paternoster er zichtbaar van versleet.
Thuisgekomen mocht ik dan die centen houden, daar zorgde onze pa wel voor, want die had medelijden met heel mijn laarzen-compromis. Dit truukje hebben ze lang laten werken, gewoon omdat ik dan tenminste mijn mond hield in de kerk en mijn bezigheid had. Alleen in de echt strenge winterdagen lukte het niet, want dan moest ik over mijn warme bottekes ook nog een warm lang broekske dragen. En ja, dan was t onbegonnen werk natuurlijk om mijn spaarpotbotten te spekken
Een of twee jaar later heeft ons ma de botten afgeknipt tot normale lengte. En voila, ik had weeral een nieuw paar laarzen! Maar ja, toen was het te laat, want mijn Dominatrix-inborst had zich tegen dan al stevig ingeworteld natuurlijk.
Zin om andere hoofdstukken van deze reeks te lezen? Klik dan op de button "Mijn Jeugdverhalen" in de zijkant van mijn blog!
|