Zaterdag, 8 januari 2011.
Onderweg.
1. De bionische vrouw.
Het moest er eens van komen. Hyperacusis of niet, een mens kan zijn kop niet als een struisvogel in het zand blijven steken. Ge krijgt er een droge mond en een stijve nek van en ge komt geen stap verder. Ooit moet ik het toch onder ogen zien of ik nog lange vliegreizen aan kan of niet, en of snorkelen en onderwater fotograferen nog deel uit maken van mijn leven. Het is ook intriest om, net als ge met de zaak gestopt zijt, en eindelijk de tijd hebt om te gaan reizen, dan vastgeketend te zitten aan zon stomme ziekte. Met een bang hartje vertrok ik.
Echter niet alvorens de vrijdagnamiddag nog een brief in de bus te vinden van het borstkankeronderzoek. Die wisten vrolijk te melden dat de uitslag niet goed was en verder onderzoek gewenst was. Plezant schrijfsel om aan te krijgen als ge niets meer kunt doen omdat het vrijdagavond is en ge de volgende dag moet vertrekken. De inpak-chaos werd er niet kleiner door. En hij was al zo confronterend. Als ge lang geen badpakken en zomerkleedjes meer hebt moeten inpakken dan kunt ge de spullen beter eerst eens passen alvorens ze in de valies te droppen. Teleurstellend hoe een lijf er op zo'n korte tijd zo op achteruit kan gaan als ge een zittend leven zijt beginnen leiden. "Achteruit" is misschien niet de juiste term. "Vooruit. Alle onderdelen, in alle richtingen" drukt de situatie beter uit.
Het belangrijkste was natuurlijk voor goede oorbescherming te zorgen. Doppen bezit ik in alle maten en materialen, maar dat zou wel eens onvoldoende kunnen zijn. Dus besloot ik rubber lappen in een pinnemuts te monteren. Dat zou de schedelgeleiding toch al wat doen afnemen. Met een skimuts naar de zon? Moet kunnen. Uiteindelijk vond ik ook nog een heel breed haarlint in een winkel - jammer genoeg in Yasser Arafat-print - en dat leek me wel een nuttige aankoop. Thuis knipte ik repels van rubber waarvan de achterkant uit vilt bestaat (oud etalagemateriaal. Ik gooi toch nooit iets weg in t kader van De dag nadat ge het weg gedaan hebt, hebt ge t nodig), die ik naargelang de nood enkel kon gebruiken of ze driedubbel vouwen. Ik zorgde er voor dat ze onzichtbaar onder dat lint konden gefoefeld worden zodat ze mijn volledige oorschelpen afdekten.
Eigenlijk was ik eerst van plan geweest om naar een SM-winkel zon strakke rubberen kap te gaan kopen. Maar dat vond ik nu toch niet zo geestig voor mijn medepassagiers. Ge zoudt zelf toch ook niet graag naast iemand zitten waarvan enkel de ogen te zien zijn, en dan nog achter tralietjes, en waarvan de mond achter een ritssluiting schuilgaat?... Dan vind ik mijn onzichtbaar gewapende pinnemuts uit de Andes toch iets sympathieker.
Het was allemaal niet simpel. Ik vertrok ook niet graag. Ik was zo bang dat het vliegtuiglawaai mijn kop nog verder op hol zou doen slaan, en ik vreesde ook het moment van de waarheid waarop zou blijken of ik nog tegen het geluid van de zee zou kunnen of niet. Ooit nog snorkelen of nooit meer?...
Met de moed der wanhoop raakte ik dan toch ingepakt, zij het een uurtje voor het vertrek. Me er terdege van bewust dat ik nog nooit zo slecht voorbereid op reis vertrokken was. Ik zal zeker veel vergeten zijn. Maar in mijn ogen is dat niet echt belangrijk, het kan best zijn dat ik mijn kamer niet uit kan, dus zal ik al blij genoeg zijn met mijn laptop en mijn stapel boeken. Nog nooit zoveel boeken mee op reis genomen.
Een kameraad bracht ons naar Zaventem voor de vlucht naar Male. Een charter met maar 1 tussenlanding in Colombo. Dus in theorie weinig miserie en snel. In de luchthaven was het op een zaterdagavond gewoon doods. Wel niet doods genoeg om er zonder oordoppen door te geraken. En de handdrogers daar... daar zijn nog geen dopjes tegen uitgevonden. Ge kunt uw handen al evengoed gaan drogen voor de motor van een Boeing.
De bescheiden toeslag om in Comfort Class te reizen was zeker zijn geld waard. Niet alleen meer beenruimte, ook goeie zetels, oprecht lekker eten, en voor iedere passagier een draagbaar videospelertje. Maar heb belangrijkste : ge kon uw plaats op voorhand kiezen. Ik had een plek net vóór de vleugel gekozen in de veronderstelling dat dat het stilste gedeelte zou zijn....
Het vliegtuig maakte naar mijn normen een enorm kabaal, zelfs met die rubber band rond mijn hoofd en mijn strafste dopjes in. Een dame die eveneens met tinnitus en hyper-acusis te kampen heeft - die ik onlangs via mijn blog had leren kennen - had me op t laatste nippertje gemaild dat ik aan de stewardess twee potjes met natte watten op de bodem moest vragen en dat dat alleszins al de druk op mijn oren zou verlichten. Ik snapte er niks van maar besloot het toch maar te wagen. De steward wist tot mijn grote verbazing onmiddellijk waar ik het over had en bracht twee plastic bekers met onderin vochtige propjes papier. OK. Maar wat nu?
Heel naïef hield ik de bekers gewoon rechtop naast mijn oren. Maar dat leek me nu toch zó absurd. Hoe zou deze waanzinnige actie ook maar enige invloed kunnen uitoefenen op mijn oren? De mensen op de rij naast mij keken al uiterst vreemd. Ik kon ze geen ongelijk geven. Zit maar in de buurt van iemand die eerst een brede band rond zijn kop doet (dan nog met de zwart-witte Palestijnse print, een terrorist zou er beslist een andere gekozen hebben), daar rubber flappen onder zit te foefelen, en die dan vervolgens met het meest serieuze gezicht twee drinkbekers naast haar kop houdt. Ik zou er persoonlijk ook niet gerust in geweest zijn. Zij het wel dat ik het gewoon een onschadelijke krankzinnige zou gevonden hebben en niet direct een terrorist.
Uiteindelijk ging Paul toch eens vragen wat ik nu eigenlijk geacht werd te doen met die bekers. Toen kwam er licht in de duisternis. De bedoeling was om de bekers met de opening over uw oren te houden!!! Het warme vocht zou de gehoorgang en het trommelvlies soepeler maken, waardoor het oor zich makkelijker zou kunnen aanpassen aan de drukverschillen. Vooral bij het dalen zou dit veel resultaat kunnen opleveren.
Dus daar zat ik, de Yasser Arafat-haarband rond mijn hoofd opzij geschoven met twee plastic bekers over mijn oren. Het mankeerde er nog aan dat ik een antenne op mijn kop zette en nanoe, nanoe begon te brabbelen. Ik heb me al dikwijls belachelijk gevoeld, maar deze situatie mag toch zeker een plaats vooraan in mijn top 10 krijgen.
Alleszins, ik was klaar zoals ik nooit meer klaar zou zijn om aan de volgende 8500 kilometers te beginnen.
De druk speelde me geen parten, het lawaai des te erger. Halverwege had ik even zin om uit te stappen, maar dat gaat natuurlijk moeilijk bij een snelheid van 900 km per uur en op 10.000 meter hoogte. Slapen lukte ook niet door mijn benen die weer een eigen leven begonnen te leiden, dus heb ik maar naar een film op mijn speeldoos gekeken. Het leidde mijn aandacht wat af en was best plezant. Voor de rest heb ik een rustig plekje gezocht om wat turnoefeningen te doen. Goed uit het zicht van de andere passagiers want die zullen ondertussen al wel een ietwat vreemde indruk van me gekregen hebben. Ik stond daar wat te rekken en te strekken tot plots de stewardess kwam zeggen dat ik dat overal mocht doen maar toch liefst niet tegen de deur. Wel wel, dat belooft. Als ik die deur met een simpel duwtje van mijn handen zou openkrijgen dat doet dat toch wel weer iets met uw veiligheidsgevoel. Maar kom, t had weer zijn voordeel, want ik had er een toffe vrouw door leren kennen en o wonder, met doppen en al in, ik kon er een gewoon gesprek mee aanknopen. Ik verstond haar perfect, blijkbaar door mijn schedel, neusgaten en mond. Een zeer surrealistische ervaring. Beendergeleiding is toch echt niet te onderschatten. Andere mensen verstond ik helemaal niet zo duidelijk dus ik denk dat zon stewardess echt gewoon is om luid en verstaanbaar te praten in dat constante geraas van een vliegtuig.
Gelukkig werden de 10 lange uren doorbroken door twee lekkere maaltijden. Weliswaar op te smikkelen met oordoppen in, maar dat kauwgeluid kon er ook nog wel bij, het was toch al totale chaos in mijn bovenkamer. (Trouwens, het geluid van het vliegtuig was zo luid dat het de klank van mijn malende kaken overtrof. Ik zal dus in t vervolg altijd op restaurant moeten gaan in een vliegtuig. Wanneer komt de Gault Millau uit voor luchtvaartmaatschappijen?) Een bijkomend voordeel was dan ook nog het plastic bestek dat lekker stevig bleek. Dat werd dan ook netjes opgepoetst en verdween in mijn handtas. Een mooier kado had ik mezelf niet kunnen geven op dat moment.
Nog nooit heeft een vliegtuigontbijt me zo gesmaakt. Deze keer helemaal geen plastic eierenmoes in een plasje water, maar wel een smakelijk roerei met bruine broodjes. En confituur, speculoospasta, zachte kaas, choco... Ik heb maar liefst vier broodjes naar binnen gewerkt.
Ik ben voor de eerste keer op reis met een handtas. Zon supergeorganiseerd geval met welgeteld 13 vakjes. Het ding stond aan mijn voeten en puilde uit van alles wat ik maar nodig zou kunnen hebben. Gelukkig had ik niets nodig want ik kon er toch niets meer in terugvinden. Geef mij maar Irma. Eén lege buik waar alle rommel in één oogopslag te overzien is. De uitvinder van handtassen met 13 vakken zouden ze moeten verbannen naar een eiland dat volledig uit doolhoven bestaat.
Paul had de kernen uit zijn in-ear-monitor-oordoppen geprutst en die in de mijne gestoken zodat ze nog meer zouden afsluiten. Jammer genoeg hangen aan zijn kernen draden die dienen om in zijn draadloze ontvanger te steken... Mijn eigen oordoppen zijn ook met draden verbonden. Ik liep daar dus op dat vliegtuig rond met een nest draden rond mijn nek,... ik ben er van overtuigd dat ze moeten gedacht hebben dat ik een bionische vrouw was die ergens moest ingeplugd worden om weer op te laden.
Net voor de daling begon kwam een steward me ongevraagd de twee bekertjes gevuld met warme natte servetjes brengen. Ik heb ze dan maar braaf over mijn oren gehouden. Dat kon er ook nog maar bij. Mijn naam was op dat vliegtuig toch al gemaakt.
Ondertussen was het ergens, over een onbekende grens in deze duistere wereld, zondag geworden.
Morgen het vervolg!
|