Dinsdag, 11 januari 2011.
4. Gezondig eten.
Als ontbijt heb ik me uitgebreid tegoed gedaan aan een zalige Sri Lankaanse curry. Speciaal gemaakt voor het team van inspecteurs, maar ik lust dat ook wel. Waarom maken ze mij hier toch geen inspecteur?
Hoppers (een soort heel dunne spagetti op rolletjes) met gekruid vlees, diverse groentencurrys, papadams (flinterdunne, krokante, gefrituurde chips van gemalen gedroogde vis, chutneys, lime pickles (geconfijnte zoute limoentjes), en dat alles overgoten met een laagje geraspte kokos om de pikante smaken wat te verzachten. Een genot om dat discreet aan ons apart tafeltje aan het water - met mijn handen, zoals het hoort op zijn Sri Lankaans - op te kunnen peuzelen. Geen enkele andere toerist raakte de curry-afdeling van t buffet aan. Ze weten echt niet wat ze missen.
De spinach juice heb ik eens bekeken, maar die heb ik toch ook maar laten staan.
Na onze eigen voeding (Eerst oomke, dan oomkes kinderen) waren we van plan om naar het voederen van de haaien te gaan kijken. Bleek plots dat dat inderdaad om half elf te doen was, maar eigenlijk wel... gisterenavond...
Alras kwamen we Prem tegen en die maakte er geen punt van, als er straks twee plaatsen over zijn op de haaienboot gaan we gewoon vanavond mee.
Toch wel een vreemd uur om haaien te gaan voederen vind ik, maar och, haaien voederen is op zich al een krankzinnige bezigheid, dus waarom het niet op een waanzinnig uur doen? Het zal weer een hele klus worden om daar wat zinnige fotos van te kunnen maken... Enfin, dat zien we dan wel weer. Eerst gingen we naar onze eigen brave visjes turen.
Het was zalig snorkelen in een zonovergoten zee. De lagune knalblauw van de weerkaatsing van de hemel op het witte zand, en achter de betonnen blokken (om het eiland te beschermen tegen verder afknabbelen door de golven), mooi donkerblauw. Achter de blokken liggen, rondom het hele eilandje, koraalvelden, waarvan grote delen nog helemaal gezond en enorm rijk aan kleuren zijn. Dit eiland heeft een heerlijk huisrif! Nog mooier dan dat van Velidhuu.
Achter de koraalvelden begint de drop-off, een indrukwekkende afgrond van 30 meter diep, begroeid met de waanzinnigste zachte en harde koralen waar duizenden vissen zich zeer happy in voelen. Ik denk niet dat er een kleur bestaat die niet op een vis voorkomt. Zelfs fluo is niet uitgesloten. Er zijn uit deze zwemtocht van anderhalf uur een paar heel mooie fotos voortgekomen.
Vooral de uiterste punt van het eiland is één groot sjiek koraalveld. De vissen zijn totaal niet bang, ze paren voor uw ogen, zelfs de ballisten (of Titan Triggerfish) zijn hier bereid tot eindeloze fotosessies zonder aan te willen vallen.
Paul is wel in een huisvredebreuk tussen gekomen. Twee solitaire vissen waren in een gevecht op leven en dood gewikkeld, de ene beet de andere in zijn zijde en wou niet meer lossen. Het is er mee geëindigd dat Paul ze uit mekaar getrokken heeft en ze elk een ander kant op gejaagd heeft.
Ik heb een wit en zwart gestreepte murene van meer dan een meter lang kunnen volgen die zich tussen en onderdoor de rotsen en koralen voortkronkelde. Ze was in gezelschap van twee vissen maar die moesten soms duidelijk gefrustreerd aan een gaatje wachten, omdat als hun slangachtige compagnon er in zat, de zaak volzet was. En wachten tot die volle meter er door was gegleden vonden ze te lang duren, dus zwommen ze alvast naar de volgende opening, waar ook alleen een stukje slangenlijf te zien was. Als vis bevriend zijn met een murene... het is geen gemakkelijke relatie.
Paul zijn ontbijt lag nogal zwaar op zijn maag (had hij ook maar van die lekkere curry moeten eten) en die ging de lunch overslaan. Ik ben dan voor mezelf een mix van zonde en gezond gaan samenstellen - een gezondig hapje - een bordje papaya en eentje met de weergaloos lekkere crème-dessertjes, om het gezellig in mijn huisje op te eten.
Vlak na de middag mochten we ons schaduwterraspaalhuis inwisselen voor het zonterraspaalhuis. Amper 20 meter verder, maar naar de oostzijde gedraaid. Het was een eenvoudige verhuis, de kleding gewoon op de kapstokken meegenomen en alle losse rommel even in de valies gezwierd.
Ons nieuwe huis is identiek aan het vorige, maar hier baadt alles vanaf s middag in het zonlicht. Zowel het terras als het bed. Een Sri Lankaan zou er niet gelukkig mee zijn maar voor een verkleumde Belg is dit paradijselijk. Als pluspunt heeft deze locatie ook nog zijn privacy mee, van hieruit zien we enkel en alleen de zee, er kan geen buur meer op ons terras kijken. Het zal heerlijk zijn om hier af en toe in de zon te kunnen gaan sluimeren. Er is ook genoeg te zien. Naast ons zat er een reiger die net een vis gevangen had. Maar zijn ogen waren blijkbaar groter dan zijn maag geweest, of toch zeker dan zijn bek... Hij deed maar moeite om de vis door te slikken maar t lukte niet. Hij had het verkeerde model opgevist. Telkens opnieuw klopte hij de vis op het water en nam hij hem op een andere manier in zijn bek. Maar de vis bleef breed en zijn nek bleef smal. Hij is er toch een half uurtje mee zoet geweest.
Ik voelde het echt kriebelen om het beest te gaan helpen - als pelikaanfluisteraar begin ik het al te maken - maar reigerfluisteraar lijkt me toch wat te hoog gegrepen.
Na het werk, tijd voor plezier, en terug mijn kop onder water gestoken. Er was niet meer zoveel licht dus vond ik het beter om koralen te gaan fotograferen. Die zitten toch braaf stil en daarvoor heb ik niet zon hoge afdruksnelheid nodig als voor een vinnige vis. Er kwam niet veel goeds uit, want ons laatste overgebleven onderwatertoestal kreeg ook rare kuren. Zeer vervelend. De lens dampte aan en op de duur zag ik niks meer. Mijn laatste fotos van de dag zijn dan ook echte David Hamiltons. Alleen in t midden is nog iets te zien, de rand is mistig... Triestig mistig.
Ik zou nu toch eindelijk eens graag met betrouwbaar materiaal kunnen werken.
Ik ben dan maar gaan genieten van een mooie zonsondergang pal voor mijn terrasje. Het leek wel of de zon onderging voor mij alleen in mijn zeteltje. Ik kon evengoed de eerste als de laatste mens op de wereld geweest zijn.
In de vooravond, net als de duisternis ingevallen was, werd er op de deur geklopt. Twee jongens sleepten stiekum onze ligbedjes aan. Natùùrlijk waren ze deze geheime operatie niet vergeten. Mijn geluk was nu kompleet! In deze bungalow kan het ook geen kwaad want niemand van de andere toeristen kan op ons terras kijken. Het blijft ons welbewaard geheim.
In de salon aan de receptie zijn we na het diner dan weer een uurtje zoet geweest met de mail-queeste. Doffe ellende, waar ik top-zenuwachtig van word. Grote mails met stomme PPS-jes verstoppen mijn mailbox en aan de echt belangrijke mails geraken we niet aan zonder die supermonsters van wel 7MB eerst binnen te halen. En dat duurt en blijft duren...
Zeer slecht gezind in bed gekropen. Al die electronica vind ik maar niks. Die digitale cameras die constant hun geest geven, het internet dat op stenen werkt. Maar ja, dat laatste is de beste manier om contact te houden met het thuisfront en naar de poespasser wordt natuurlijk elke avond uitgebreid getelefoneerd.
Morgen het vervolg!
|