Woensdag 19 januari 2011.
12. Leda en de zwaan.
Tijdens ons ontbijt - jaja, alweer op ons terras - werd er voor onze neus in de lagune een ware veldslag geleverd. Enkele grote vissen bleven maar scholen kleintjes omsingelen, het was een gespartel van jewelste, en de arme prooitjes sprongen met de hele school tegelijk in wijde bogen boven water in een poging te ontsnappen. Die heelder groepen springende vissen trokken dan weer zeemeeuwen aan die de arme sukkelaars uit de lucht kwamen pikken. Het engelse spreekwoord Out of the frying pan, into the fire was hier echt van toepassing.
En wij ondertussen maar fruit in yoghurt soppen en pannekoeken eten.
Weer een apart beroep ontdekt : hoefsmid op de Malediven. Bij gebrek aan nagelknipper zit Paul hier ondertussen mijn teennagels te bewerken met het naaischaartje. Hij is bang dat er stukjes rots onder mijn nagels zouden terecht komen. En dan zou hij mij moeten opereren en dat is niet zijn specialiteit. Op reis ben ik de chirurg van dienst. Alhoewel dat deze keer de chirurg haar wonden niet al te snel genezen. Ik zit al een week met twee dikke koraalbrandplekken op mijn knie en ondanks al mijn experimentele smeersel zien ze er nog altijd als paarse bloemkooltjes uit.
Even overwoog ik om een ochtend thuis door te brengen want ik zat zo zalig te schrijven maar de lokroep van de geheimzinnige onderwaterwereld werd al na een kwartiertje te sterk.
Het was lekker hoog water en dat was een goede gelegenheid om eens te gaan kijken of de inktvissen niet thuis waren. We zwommen naar hun holen tegen de pijlers van de paalwoningen, maar we vonden niemand thuis. Misschien zijn ze wel op shopping trip naar Male.
Het is toch indrukwekkend wat een gaten ze graven, het lijkt wel of ze in staat zijn om zon pijler te ondermijnen. Aan de andere kant, als ge over acht armen beschikt zal het wel snel gebeurd zijn om wat rotsblokken te verschuiven en een knusse kuil te graven. Zeker als de achtermuur van uw living uit een stevige betonblok bestaat is het ook al makkelijker om een stevige woning te bouwen. Prefab voor inktvissen.
Hun holen worden blijkbaar overdag gebruikt door nachtvissen die daar hun dutje komen doen. Eigenlijk zouden ze een bordje Do not disturb moeten hangen.
Buiten de lagune was het ook heerlijk. Aan de drop-off bevindt zich boven enkele grote koraalschijven een heuse fish-wash. Het is er een drukte van belang, er wordt gewoon aangeschoven. De poetsvissen runnen hier wel een zeer rendabel bedrijf. Flinke vissen van een halve meter lang van allerlei soorten hingen rustig te wachten tot de visjes hun kieuwen en tanden en huid kwamen afknabbelen. Net als bij de tandarts sperren ze gedwee hun bek wijd open, zodat de kleine poetsvrouwen tot achter de verste kiezen kunnen om de ongerechtigheden op te eten. Ik zie het mijn tandarts thuis al doen. Hm, een meevaller! Ge hebt vanmorgen marsepein gegeten. Even proeven van welke noten hij gemaakt was. Oh, amandeltjes! Lekker! Doe uw mond maar goed ver open want daar zie ik nog een smakelijke brok zitten.
De vissen lieten zich zelf niet storen toen we er naar doken om ze te filmen. Het was wel een vermoeiende bezigheid want we moesten er telkens wel een meter of vijf voor duiken. Het vervelende is dat ik op die diepte met een flash moet fotograferen en dat het wel een halve minuut duurt eer ik een tweede keer kan flitsen. Ondertussen is het dan kwestie om op die diepte te kunnen blijven wachten. Uit mezelf floep ik gewoon naar boven. Voor mij is t echt werken om zo diep te kunnen blijven. En al die moeite doe ik niet voor 1 poging, ik wil minstens drie fotos kunnen maken vanuit verschillende hoeken. Na een dikke minuut hang ik daar beneden dan meestal te stikken en ben ik heel blij dat ik me terug naar boven kan dabbelen. Dan kan t ineens niet rap genoeg gaan.
Naast de fish-wash bevond zich een grote ronde koraal waarop denneboom-wormpjes in alle kleuren woonden. Zon zalige diertjes om macrofotos van te maken! Het probleem is dat als ik op minder dan 10 centimeter nader, mijn apparaat eindelijk op een zinnige manier gepositioneerd heb om zeker niks te beschadigen, die kereltjes, floep, weg zijn. Op een fractie van een seconde wordt de kerstboom ineengeklapt en verdwijnt de worm in zijn minuscuul gaatje. Alle moeite voor niks.
Al snel kreeg ik ook condensproblemen en dan is t helemaal vloeken. De keren dat het eerste woord dat ik uitgeput uitspuw als ik aan de oppervlakte kom een welgemeende shit!! is, zijn niet te tellen.
Als ge veel geluk hebt kunt ge de lens ontwasemen door er lang genoeg uw duim op te houden. Maar als zowel lens als scherm aangedampt zijn zijt ge helemaal gezien. Of beter gezegd : ziet ge niks meer en kunt ge niet scherpsstellen. Gisteren was dat weer het geval. Ik dacht het te kunnen oplossen door wat rond te dobberen met de camera onder mijn oksel geklemd, dat lijkt me de warmste plek. t Is geen zicht om zo rond te hangen maar ik denk dat de vissen ondertussen al veel gewoon zijn. Toen ik na een minuut of 10 de uitslag van mijn experiment bekeek, bleek ik de situatie gewoon nog wat erger gemaakt te hebben : alle plastic was nu besmeurd met vettige factor 30 die er onder water natuurlijk met niks meer af te krijgen is. Alweer gedaan met fotograferen dus.
De dag daarvoor had ik mijn probleem op een andere, maar al even zinloze probleem, trachten op te lossen. Toen was alleen mijn lens aangedampt en ik redeneerde : als men koorts heeft steekt men een thermometer onder zijn tong, dus daar moet het lekker warm zijn. Ik haalde mijn mondstuk eruit en foefelde de lens van mijn camera in mijn mond. Dat het een enigszins vreemd zicht was om zo rond te zwemmen was het laatste van mijn zorgen. Ik had een veel groter probleem. Aangezien ik mijn duikbril nog op had kon ik niet door mijn neus ademen. En mijn mond zat vol camera. Ja sorry, maar door mijn oren ademen kan ik nog niet, dus ook dat experiment mislukte. En even terug naar huis zwemmen om de camera uit zijn plastic bakje te halen is ook zinloos, want dan ben ik al snel een half uur kwijt...
Ik vraag me af of die moderne dure cameras ook zon problemen veroorzaken... Eigenlijk zou ik van mijn portemonnee toch eens een steen moeten maken en in t duikcenter zo eentje voor een halve dag gaan huren, dan weet ik misschien meer. Maar ik zie er vooral tegenop dat ik daar dan weer zoveel tijd aan ga verliezen om ermee te leren werken. Op een halve dag doet ge niet veel... En ondertussen wordt er dapper verder gesukkeld, gelukkig met de nodige lachbuien, die dan ook weer de nodige problemen veroorzaken. Als ik niet bezig ben met te verdrinken door een camera-probleem, dan verzuip ik wel door de slappe lach te krijgen.
Onderwaterfotograferen met onze bakskes, t is niet simpel.
Wat het de laatste dagen ook extra moeilijk maakt zijn de kleine schapewolkjes. Ge maakt uw lichtinstellingen tijdens een moment van volle zon, eens beneden blijkt er een wolkje voor de zon geschoven, en kunt ge weer in menus gaan klikken om uw belichting te veranderen. Paul hangt soms geamuseerd aan de oppervlakte te kijken wanneer ik terug naar boven ga komen, hij zei daarstraks zal : Er zijn momenten waarop ik me afvraag of gij al niet beter een lunchpakket zou meenemen als ge onderduikt. Hm ja, daar zit iets in, maar ik heb al zoveel in mijn mond en mijn handen.
Toen we uit het water kwamen had Pushpa, de lieve Sri Lankaanse zwembadkelner, kokosnoten voor ons weten te versieren. Wat een genot om, als elke smaakpapil op uw tong gepekeld is dan die zachte, zoete kokosmelk door uw keel te kunnen gieten...
We waren als altijd weer rijkelijk laat voor de lunch, het grote voordeel dan is dat er haast geen volk meer aan t buffet komt behalve de senior staff, want zij eten als laatsten. Nadeel is dat sommige gerechten op zijn, maar de rust is me meer waard dan uitgebreid eten. Achteraf kunnen we dan ook wat babbelen met Haris. We hadden toch nog zoveel vragen en morgen gaat hij op verlof naar zijn eigen eiland en de andere kelners spreken veel minder goed engels.
De laatste jaren komen hier alle groenten en fruit per vliegtuig uit Sri Lanka, maar wat aten de mensen hier 50 jaar geleden? Zo helemaal geïsoleerd op hun eilandje? Van vis alleen kan je toch niet bestaan. Ik dacht dat ze groenten teelden maar volgens Paul kon dat niet omdat zon eiland alleen maar uit zand bestaat. Rechter Haris moest de oplossing brengen.
En inderdaad, vroeger hadden de mensen akkertjes en teelden ze rijst, sago, graan,... Ze bevloeiden de grond met water uit de bron. Iedereen was destijds slank, sterk en gezond. Er werd matig gegeten en de enige suiker die er was kwam van het palmsap. Tegenwoordig begint men met hydrocultuur.
Ze hebben hier wel een heleboel mondjes te voeren... Op Male alleen al 100.000 man, verspreid over de andere eilanden nog eens 200.000 inwoners en dan de toeristen van de meer dan 170 hotel-eilanden. Niet simpel.
Naast Male zijn ze momenteel dan ook nog een kunstmatig eilandje aan t bouwen om 1000 appartementen op te zetten.
De Malediven gaan proberen om binnen de 5 jaar als eerste carbon-neutral-land ter wereld geschiedenis te schrijven. Eindelijk beginnen ze ook met zonne-energie te werken. En een windmolen zou op een dag als vandaag ook best nuttig kunnen zijn want de zee klotst hier in grote golven over de betonnen beschutting. Nu zien we dat ze inderdaad nodig is om het eiland tegen verder afkalven te beschermen.
We vroegen ons ook af wat het eiland was dat we bij hevig licht aan de einder kunnen zien liggen. Het lijkt wel een ketting van waterbungalows. En dat is het ook. Het zijn er maar liefst 75!! Ze horen bij een heel duur 5-sterren hotel (1500 dollar per kamer per dag) en iedereen wordt er godbetert rondgereden in golfkarretjes...
In het Hilton hotel, ook 5 sterren, maken ze het nog bonter. Daar heeft iedere kamer zijn eigen zwembad. Maar dat is nog niks. Ze hebben ook allemaal hun privé jacuzzi!!! Ja, dat hebt ge echt nodig op een eiland in t midden van een kalme warme zee...
Maar Rangeli spant de kroon. Die hebben onderwaterkamers en een onderwaterrestaurant. Het is zo duur dat het meestal gebruikt wordt voor honeymooners die er een dag of drie doorbrengen.
Ik begin te begrijpen waarom Prem van dit eiland geen 5-sterren ding wil maken, en er naar streeft om de beste uit de 4-sterren categorie te worden. Erover is erover. Teveel luxe wordt wansmaak op een natuurplek als dit.
Ocharme de meisjes van de ngos, die moesten deze namiddag terug naar de luchthaven... Over deze zee... in de speedboot. Ze zullen hun blauwe plekken vanavond in hun eigen Rode Kruis-post op Sri Lanka kunnen verzorgen.
Die sukkels zijn flink afgezet door hun reis via een Sri Lankaans reisbureau te boeken. Ze hebben zo maar even 500 dollar per dag all-in betaald voor een gewone kamer. Prem was van die woekerprijs echt geshockeerd.
Op de terugweg zag ik Aïsha met wat grassprietjes en een takje spelen. Ze plukte het met haar platte bek van de grond en spuwde het terug uit. Ik besloot er zelf wat mee te gaan stoeien en dat vond ze geweldig. Haar eigenlijke speelgoed is een blauw plastic balletje maar zoals met elk balspel... met zijn tweeën is het plezanter. Dus begon ik haar bal op te gooien zodat zij hem met haar bek kon opvangen. In 't begin lukte het niet zo best, maar iets later pakte ze hem al 1 op de 2 maal. Een goeie score vind ik. Ze ging helemaal uit haar dak en begon me te knuffelen en bepotelen, 't is te zeggen, besnavelen. Ze nam mijn arm in haar bek, vervolgens mijn nek, en dan ontdekte ze daar mijn oordoppen. Die moesten natuurlijk afgeprutst worden. Ik was er vrij gerust in want ze zitten stevig rond mijn nek geknoopt. Toch slaagde ze er in om een dopje van zijn staafje te halen. Ik moest dat rubberen ding dus wel terugkrijgen want dat mocht echt niet in haar maag terecht komen. Dus heb ik maar tandarts gespeeld. Haar mond opengesperd en in haar zak gaan zoeken naar mijn dopje. Ze laat me dat allemaal heel goed doen en dus had ik snel mijn dop terug. Aangezien ze daar niet mee mocht spelen schakelde ze over naar mijn staartje. Ze nam het in haar bek en trok er aan, tot ze het elastiekje ontdekte... En dat bleek wel heel boeiend om er af te prutsen. Pelikanen zijn verdraaid handige, of bekkige, beesten. Ze ging zo op in haar spel dat we op de duur samen op de grond lagen te rollen, ondertussen had ze ook al aan de punten van mijn pareo zitten peuteren dus ik moest nog goed oppassen om niet voor zedenfeiten opgepakt te worden want deze keer had ik geen badpak onderaan en haar begeleider en nog enkele andere stafleden stonden op de stoeipartij toekijken. Op sommige momenten leek het wel of we "Leda en de zwaan" aan het naspelen waren. Ik zie hier al een wit-geel gestreept bootje met tralies voor de patrijspoorten aanmeren...
Na een hele tijd spelen werd ze moe en dan heeft ze in mijn armen gelegen! Wij samen op het gras in mekaar gekruld. Dat voelde zo fijn! Zo'n enorme zachte vogel waar ge uw kop op kunt leggen.
Het is wel heel anders dan met een poes spelen, want een pelikaan zijn nek beweegt als een slang en die bek is helemáál onvoorstelbaar, ge weet nooit welke richting het geheel uit gaat gaan. Alles draait en kronkelt alsof het los van mekaar staat. Ze bijt niet, ze knabbelt enkel, het enige waar ge voor moet oppassen is dat ge de punt van de snavel niet in uw ogen krijgt. Maar ze vindt het helemaal niet erg als ge haar bek af en toe wegduwt of dichthoudt als ge vindt dat ze te ver gaat. Wie had ooit kunnen denken dat ik nog eens met een pelikaan zou kunnen spelen? Ik was daarna wel een beetje vuil en er hing ook een lichte essence van vis rond me. Chanel Poisson Rose. Een kniesoor die zich daar aan zou ergeren. Ik hoop de volgende dagen haar balspel nog wat te kunnen verbeteren.
Het was echt zinloos om vanmiddag te gaan snorkelen, er stond een flinke wind zodanig dat de golven met schuimkopjes bekroond worden. Geen goede omstandigheid om tussen koralen te hangen zwieren en zeker niet om te fotograferen. Op ons terras in de zon liggen en schrijven was ook eens tof. Paul ging rond 5 uur voetballen en mijn plan was even in 't zwembad te gaan drijven en me dan in mijn huisje terug te trekken. Overbodig te vermelden dat van mijn simpele plan niet veel in huis kwam.
Ik besloot om even wat foto's te gaan maken van mijn dartele echtgenoot, maar toen ik langs de roggenvoederplek kwam was een man ze net hun vis aan 't geven. Dit wou ik nu toch wel eens langs boven zien, want tot hiertoe hing ik dan altijd onder water. Wel, het is even indrukwekkend om ze vanop het droge bezig te zien! Ge ziet dan nog beter hoe groot ze zijn en hun kleuren komen ook beter uit. De meesten zijn donkergrijs maar er zit er ook een prachtige bruine tussen. Bij elke hap visafval die in de lagune geworpen wordt beginnen alle tonijnen en sommige roggen er in razende vaart op af te snellen. De slimme roggen echter, die lagen rustig aan de voet van de muur waar de man met zijn bak vis op stond. Ze keken met smekende hondenogen naar boven en wachtten geduldig hun beurt af. Ze wisten dat ze niet aan dat stomme geconcurreer met de supersnelle tonijnen moesten mee doen, want af en toe werd hen speciaal iets toegeworpen. Soms hing er wel een drietal tegen die muur. Het deed me denken aan onze poezen die op zondag rond onze tafel zitten te wachten op sneetjes hesp.
Op de muur zaten ook enkele reigers hun beurt af te wachten, en ook zij werden bedeeld.
Toen de bak bijna leeg was kieperde de man hem om. Het water kleurde rood en plots, als uit het niets tevoorschijn gekomen, zwommen er twee haaien. Ze hadden bloed geroken en kwamen ook hun deel van de koek halen. Tja, dit vind ik persoonlijk een iets minder goed idee want het waren toch al beesten van meer dan een meter lang... Ik vind dit miserie zoeken.
Tussen het geplons en gewarrel van de haaien, de roggen en de tonijnen stak ook een trage murene haar kop vanuit haar hol onder de muur. Ik veronderstel dat ook hij nog wel iets te pakken heeft gekregen. Omdat de zee zo wild was denk ik dat er betere foto's te nemen zijn als de zee kalmer is. Alleszins ik ga zeker nog terug kijken want het is een geweldig spektakel.
Maar nu was ik nog altijd niet tot aan het gedartel van mijn echtgenoot geraakt. Naast het restaurant ligt het voetbalveld en daar zag ik al die kleine, fijne, donkere mannetjes rondrennen met één bleke brede uitschieter. Makkelijk om te filmen want ge ziet direct welke ge moet hebben. Aangezien ik geen jota van het spel snap was het natuurlijk wél lastig om op de goeie momenten te fotograferen. Ik vind dat spel nog onvoorspelbaarder dan stoeien met Aïsha.
Ik wandelde langs de pier en daar vertrokken net de NGO-meisjes. Met veel pijn in het hart. De Belgische ging nog enkele weken op Sri Lanka werken en dan ging ze een paar maanden duiken. En daarna zal er wel weer ergens een of andere oorlog begonnen zijn waar ze naartoe gestuurd wordt. Ook een onvoorspelbaar leven.
Een tiental managers stonden de boot uit te zwaaien. Zo schattig ze allemaal op een rijtje te zien staan zwaaien. Na een korte babbel ben ik dan toch eindelijk tot aan het zwembad geraakt. Terwijl ik wat ronddreef mixte Pushpa een lekker fruitsapje voor me. Wat een leven.
Vanop het ponton zag ik nog een kleine inktvis, maar de zee was zo wild dat er zelfs al geen surrealistische foto's van te maken waren. Ondertussen kwam achter me de volle maan op. Ik wist niet naar wat ik eerst moest kijken : de zonsondergang of de maanopkomst...
Het diner was vanavond echt niet fijn. Omdat er "a function" was voor een groep Chinezen, waren er twee tafels in ons geheime hoekje bijgezet. Het gerinkel van bestek kwam dus van alle kanten. Donald kwam aangesneld, beduidde de kelners stiller te rammelen en wou onze tafel laten verzetten. Maar ik zou niet weten naar waar... We kunnen ze toch moeilijk midden op 't voetbalveld zetten? Trouwens het was niet alleen het bestekgeluid, ook het geruis van de wind in de palmen gemengd met de kreten van kleine Chineesjes die al krijsend tafelvoetbal aan 't spelen waren deden pijn. Hier was geen oplossen aan. Nee, ik zou wel met dopjes in eten, mijn eetlust was toch al weg want mijn kop zat vol. Donald keek triest maar ik zei dat het helemaal geen ramp was als het een keer niet lukte. Trouwens, we eten nu al elke morgen thuis op ons terrasje en dat spaart me toch ook al een boel gekletter per dag. Ik vroeg hem nog eens of hij daar toch écht geen bezwaar tegen had, want uiteindelijk geven we zo aan de andere toeristen wel een verkeerd voorbeeld, maar hij pakte me vast en antwoordde : "Whatever you like madam. It's never a problem."
Gisterenavond zei ik nog eens tegen Prem hoe gelukkig ik met mijn huisje was : de zon vanaf 's middags, de stilte, de afzondering... Hij zei met dat datzelfde huisje tot mijn beschikking zou staan telkens ik zou komen. Zo lief.
Heel discreet ben ik vanavond aan Raj gaan melden dat ze onze kamer deze week al tweemaal vergeten te poetsen zijn. Persoonlijk vind ik dat niet erg, maar misschien gebeurt dat bij andere toeristen ook, en zo zou het hotel onverdiend een slechte naam krijgen. Tegen Prem wou ik het niet gaan zeggen want ik wist niet wat een lawine ik dan op gang zou brengen. Zijn Lily haar kamer niet gepoetst?!!! Oh my God!!!
Nee, voor zoiets ga ik liever naar Raj, hij is de tweede in rang en wordt toch de man in charge als Prem op verlof gaat, hij zal dat poetsprobleem meer relativeren en het minder drastisch aanpakken.
Desalniettemin schrok hij zich toch een aap, was heel blij dat ik het verteld had en greep naar zijn telefoon. Ik ondertussen maar teken doen : Maar maak er geen te groot drama van hé?!!"
Gelukkig bleek housekeeping juist in meeting. (Ge kunt u niet voorstellen hoeveel "meetings" hier per dag gehouden worden.) Alleszins, Raj ging de zaak onderzoeken en op punt stellen. Paul vertelde dat we nochtans ons labeltje "kamer poetsen" aan de deurklink hadden gehangen. Heel droog antwoordde hij : "Ah nu snap ik het. Ge moogt dat bordje niet gebruiken want ze verstaan dat niet." Begrijpelijk wel. Op de tekening van dat labeltje staat een dikke ouderwetse poetsvrouw afgebeeld (blond dan nog) met een stofzuiger in haar hand. Tja, als ge alleen mannelijke, slanke, zwarte poetsmannen hebt, die niet eens een stofzuiger kennen, dan kan dat inderdaad wel verwarring scheppen. De kamerjongens zijn natuurlijk het laagst gekwalifeerde personeel, het zijn jongens die in Pakistan of Bangla Desh geen werk vonden, en dan maar op de Malediven hun geluk gaan proberen. Raj lachte dat het een goed idee was om er niet mee naar Prem te gaan : "Lily's room not cleaned... Oh oh, I guess he would have fired the man." Dat was nog niks geweest ik was eerder bang dat hij aan de haaien zou gevoerd worden. Raj heeft een heerlijke zin voor humor.
Omdat Haris morgen naar zijn thuiseiland vertrekt moesten we geld wisselen om hem zijn fooi te kunnen geven. Toch wel straf dat ge eerst uw euro's in dollars moet omwisselen om zo aan rufyaah te geraken.
Haris had een flinke hoeveelheid euromuntjes bij mekaar gespaard die hij van gasten had gekregen en vroeg ons om ze in briefjes om te zetten. Met muntjes kunnen ze in 't buitenland nergens in een bank terecht, die aanvaarden enkele biljetten. 1 dollar is een briefje, 1 euro een muntje. Zeer vervelend voor hotelpersoneel, want die euro is meer waard, dus krijgen ze die liever, maar ze kunnen ze hier niet gewisseld krijgen. Niet te tellen hoeveel keer wij al met een halve kilo kleingeld van een reis zijn teruggekomen. Ooit moeten we daar nog bagageoverwicht voor gaan betalen. Wat me ook verbaasde is dat er 10 eurocent muntjes bij zaten. Wie durft nu zoiets als fooi geven?
We namen afscheid want morgen neemt hij misschien de eilandenferry (als die komt opdagen...), "De Lijn" is hier niet zo klokvast als bij ons, en zien we hem misschien niet meer. Misschien wel nooit meer. Maar och, dat heb ik al van zoveel mensen gedacht en toch komen we hen dikwijls op heel andere plaatsen dan we ze ooit ontmoet hebben toch weer tegen.
In de stilte van de receptie zijn we weer een worsteling met het internet aangegaan en uiteindelijk hebben we de veldslag gewonnen. De mails zijn verstuurd, en de reisverhaaltjes staan alvast voor de drie volgende dagen op mijn blog geprogrammeerd.
Tegen middernacht dook Prem plots terug op, er waren zes nieuwe Chinese gasten aangekomen en hij wou die verwelkomen. De mensen hadden ook nog niks gegeten, dus hij wou er voor zorgen dat de keuken nog even in actie schoot.
Ik heb nog geen enkel ander hotel gekend waar ze zo voor hun gasten zorgen. Integendeel, als ge in de meeste grote resorts 5 minuten na de sluitingstijd van het restaurant aankomt zeggen ze eenvoudig : "Sorry, de keuken is al dicht." In 't beste geval staat er dan nog een uitgedroogd sandwichke op u te wachten, maar ooit kregen we ook als antwoord : "Ge kunt aan de bar chips gaan kopen."
En dan te bedenken dat de hotel-business ooit ontstaan is met als basisbegrip "gastvrijheid"... Daar zijn we het laatste decenium in de meeste gevallen toch ver vanaf gedreven. Maar hier gelukkig niet.
|