Donderdag, 20 januari 2011.
13. Het kussende bodybuilders-wassenbeeldenmuseum.
Na een heerlijk relax vruchtenontbijt op ons terras besloten we ondanks dat de zee iets te wild tekeer ging, toch maar eens onderwater te gaan kijken. Dat bleek een wijs besluit want het gekabbel gebeurde vooral aan de oppervlakte. Beneden was er haast geen stroming. Lange tijd heb ik achter een rots op post gelegen om een klein schichtig blauw met geel fluorescerend visje te pakken te krijgen. Ze zijn zo angstig en snel dat ge echt veel tijd nodig hebt om ze aan uw aanwezigheid te laten wennen. Ik kreeg er op de duur verdorie kou van. Maar hij beloonde me door uiteindelijk te poseren naast een zeester. Ziet ge tenminste toch al hoe klein hij is.
Aan de fish-wash was het een drukte van jewelste. Verschillende grote vissen lagen aan te schuiven en ondertussen dwarrelden er meerdere scholen van andere variëteiten rond. In één oogopslag waren altijd wel een paar honderd vissen tegelijk te zien. Die plek is blijkbaar magisch, niet alleen voor de vissen maar ook voor ons. De koralen zijn er zeer verschillend en de allerkleinste levende wezens zijn er eveneens indrukwekkend. Heel veel denneboomwormpjes en ook enkele kleine blauw fluorescerende schelpen van ongeveer 2 cm. Prachtig om fotos van te maken. Het is adembenemend. Letterlijk en figuurlijk. Ge moet veel geduld hebben om eens ge gedoken hebt en ze dichtgeklapt zijn ze terug open te laten gaan. Maar wat ge dan te zien krijgt... Natuurlijk moest mijn lens weer aandampen. Ondanks het zakje silicagel dat we er nu al bij ingefrommeld hebben... Ik ben dus weer thuisgekomen met een reeks David Hamiltons. Enfin, om er gewoon naar te kijken is het ook heel mooi. Het is zo indrukwekkend hoe die grote vissen hun bek naar voor stulpen en hoe die kleintjes er dan in rond zwemmen. Ge zou denken : hier moeten ongelukken van komen. Maar nee, niemand zou personeel van de fish-wash durven opeten. Dat doet ge niet.
In de rest van de zee is het soms wel een strijd op leven en dood. Nergens beter dan hier ziet ge hoe de groten de kleinere opslokken. Vandaar ook mijn voorliefde voor de bontgekleurde papegaaien, die vreten alleen de rotsen kaal. Ik heb speciaal eens een foto genomen van de bekafdrukken op zon steen. Nu maar weer hopen dat ik de foto niet per ongeluk wis omdat er geen vis opstaat...
Toen we gisterenavond aan t internetten waren gedroeg onze grote laptop zich nogal wispelturig. En vanmiddag leek hij aan zijn doodstrijd te beginnen. De fotos waren er al op gezet, maar hij weigerde dicht te gaan. Niet zo best, gelukkig heb ik de kleine laptop nog waar ik mijn verhalen op schrijf. Door al het computergehannes waren we weer samen met de staff in het lunchbuffet. Eigenlijk is dat best gezellig, en ze vinden het ook niet erg. De toeristen zijn dan al weg en dan gaat het er allemaal heel relax aan toe.
Om elf uur kwam ons gerepareerde fotoapparaat al terug aan met de boot. Ongelofelijk, een reparatie duurt hier twee dagen en kost minder dan dat je in België een bestek zou laten opmaken. Daar zou je dan ook nog eens drie weken moeten wachten eer het effectief gerepareerd was. Volgende keer breng ik al mijn kapotte rommel mee naar hier. Alhoewel, Er gaat hier eigenlijk al wel voldoende kapot. Het ziet er naar uit dat het volgende slachtoffer Pandora gaat zijn.
Onderweg kregen we van de staff een officiële uitnodiging voor een aperitief en een feestmaal morgenavond ter ere van de gasten die regelmatig terugkomen. Het eerste zal ik wel kunnen bijwonen, het tweede natuurlijk niet.
Haris is vanmorgen niet naar huis kunnen vertrekken want twee van de geleasde dhonis zijn in reparatie en de andere was met duikers weg. Nu mist hij het bezoek dat de president vandaag aan zijn eiland bracht. Ik vond het echt jammer voor hem. Zijn broer gaat naar het parlement en hij heeft grootse plannen, dus een gesprek met zijn president had echt nuttig geweest. Hij maakt er zich maar niet te druk in. De mensen zijn hier allemaal veel soepeler dan bij ons als er iets niet loopt zoals verhoopt. Ze zijn niet zo verwend als wij.
Na het eten maakte Haris uit twee palmbladen een vogel voor me. Een heel mooi ding! Hij hangt aan een gebogen nerf van een blad en lijkt echt te vliegen als er een briesje staat. Ik was er zo blij mee als een kind met een ballon. Ik ga hem heel voorzichtig inpakken als ik hem mee neem, dan kan hij verdrogen en heb ik er nog lang plezier aan. Nu hangt hij hier te zweven boven het bureautje waaraan ik mijn verhalen schrijf. Hij draait vrolijk rondjes in de aangename bries die altijd door ons huisje waait.
Haris vertelde dat Prem al contact met hem had opgenomen in verband met de toelating om te zwemmen voor het personeel. Het zou fijn zijn moest dat in orde komen. Haris moet gewoon een officiële aanvraag indienen (het zijn en blijven Sri Lankanen, ze moeten veel papierkes hebben) en dan kan er uitgezocht worden waarom de stomme regel van kracht is gegaan. Is er iemand verdronken, heeft het personeel gasten lastig gevallen, hebben ze bepaalde afspraken geschonden? Eens dat geweten is zal het met de nodige goede afspraken wel in orde komen. Ik hoop het alleszins voor de jongens.
Hun voetbalveld is 4 jaar geleden ook helemaal naar de knollen gegaan door de bouw van de receptie, de waterbungalows en het duikcentrum. Al het bouwmateriaal werd daar opgestapeld en nu is het een veld vol putten en bulten. Dat vinden ze heel jammer want vroeger was hun plein een van de beste van alle eilanden. Hier zal ik dus ook maar eens een goed woordje voor proberen te doen. Ge weet maar nooit wat ik kan bereiken. Het is stom dat dat weer allemaal met aanvragen moet gebeuren, want ik ben niet zon papierkes-mens, ik doe liever dingen dan er over te vergaderen, maar ik ben dan ook een Westerling, en we verschillen nu eenmaal in aanpak. Aan de andere kant begrijp ik best dat ge niet zomaar alles kunt toelaten zonder grenzen te stellen want een paar honderd man personeel in toom houden is geen kinderspel. De meesten mensen zijn hier tof, maar er zitten altijd wel enkele tussen die een arm pakken als ge een vinger geeft. Zoals overal.
De namiddag wou Paul gebruiken om de grote laptop te redden en ik dacht dan eindelijk eens wat te gaan zonnen op mijn terrasje. Als ik dat niet doe dan ga ik naar huis met een knalbruine achterkant en een spierwitte voorkant. Maar op die driehonderd meter dat ik naar huis moet lopen kan er natuurlijk altijd vanalles gebeuren... Zo kwam ik Aïsha tegen en binnen de minuut lagen we weer in het gras te stoeien. Vandaag kon ze haar bal al beter opvangen dan gisteren. Als er toeristen langskomen trek ik me discreet terug zodat ze met haar op de foto kunnen. Ze proberen dan ook wat ze mij zien doen hebben, maar zo snel ze een knabbeltje aan hun arm wil doen lopen ze meestal weg... Vooral de vrouwen. Allez, bang zijn van een vogeltje...
Toen ik na vele babbeltjes eindelijk thuis raakte en mijn bedje spreidde ging de telefoon...
Er zou op het strand een Malediviaans huwelijk plaatsvinden en of ik niet wat fotos wou komen nemen. Daar ging mijn zonnebad.
Ik dus terug op pad. Toen ik het zwembad passeerde zag ik Robert en Rachid, de muzikanten, en die vroegen om wat fotos te nemen terwijl ze over een half uur gingen optreden. Een goed idee want die geflitste fotos van s avonds die trekken op niks. Ik vertelde hun ook van ons plan dat Paul eens wou optreden voor het lagere personeel, dat zij toch ook eens een feestje hebben, en dat dat jammer genoeg alleen kan tussen 10 en 12 uur s avonds. Net als zij ook de gitaar nodig hebben om op te treden. Ze wilden niet liever dan hun gitaar eens een avond aan de wilgen hangen, in dit geval aan Paul, en ze vroegen of hij dan niet ineens voor de toeristen zou willen spelen. Tja, hoe ik dat moet gaan regelen weet ik nog niet. Door altijd te snorkelen zijn Paul zijn stembanden droog als kurk, en ik zie niet goed hoe hij dan vier of vijf uur aan een stuk gaat kunnen zingen. Enfin, we zien wel. De jongens zouden heel graag eens een avond vrij hebben en Paul wil dolgraag af en toe spelen, maar er is nog zoiets als het management ook, en hoeveel meetings er weer gaan nodig zijn om dat afgesproken te krijgen... Ik mag er niet aan denken...
Ik vertrok naar het strand om voor wat fotos te zorgen van de wedding. Deze keer hadden ze een veel mooier versierd podium ineengestoken. Netjes gevlochten palmbladeren, meer plantjes, en iedereen van de senior staff in actie voor vanalles en nog wat. Een ideale gelegenheid voor mij om wat spontane portretjes te trekken. Want als een Sri Lankaan weet dat ge hem gaat fotograferen dan floept hij onmiddellijk in foto-pose. En die is meestal niet te doen. Het was weer geen eenvoudige opdracht. In volle zon donkere mannekes trekken. Mijn lichtmeter sloeg op hol.
Donald kreeg weer zijn witte hoofddoek omgebonden, waarvan ik zou zweren dat het ooit een tafellaken is geweest, de man met de kokosnoot kwam er aan, en in de verte verscheen een Maldiviaanse fanfare. Een tiental mannekes met trommels. Voorop liep het koppel. En oh oh, wie was het die ging trouwen? Nota bene het koppel dat wij twee hier stiekum Johnny en Marina noemen... Hij is zon supermacho. Met godbetert een bok op zijn borst getatoeeerd, nee geen schaap, een schaap met horens, en zij, och laat ik daar maar over zwijgen... Het zullen best lieve mensen zijn maar hun klederdracht en houding is nogal, hoe zal ik zeggen,... een kruising tussen Coronation Street, een voetbalhooligan en een Brit op reis in Ibiza.
Weer kregen we heel de ceremonie zoals bij de Chinezen. Het mooie gezang van Donald, het overgieten van de handjes met water uit een theepot, het samenbinden van de polsen met een wit koordje, het samen iets drinken, deze keer kwamen er zelfs echte trouwringen aan te pas.
Ik hield vooral de man met de kokosnoot in de gaten want die zat al verdacht te zwaaien met zijn kapmes. Ik hoopte alvast dat ze nog enkele reserve noten achter het podium verborgen hielden. En weer ging het ineens knal! En de kokos spatte uiteen. Ik hoop dat de fotograaf van dienst op het juiste moment heeft afgedrukt.
Ik zou echt niet graag op zon podium staan. Tientallen onbekende toeristen in zwembroek staan u ondertussen te filmen en te fotograferen en gaat staat daar voor paal. In dit geval letterlijk want de man had een soort pose aangenomen die op de cover van een body-buildersblad niet zo misstaan. En hij kende maar één pose. Het leek wel een wassenbeeldenmuseum. Een kussende bodybuilders-wassenbeelden-museum. Ik zal er verder maar het zwijgen toe doen want anders moet ik weer teveel gaan censureren alvorens ik mijn verhaal op mijn blog durf zetten.
Hier en daar werd wel eens discreet een blik uitgewisseld die boekdelen sprak maar niemand dierf openlijk in de lach schieten. Gelukkig was ik alleen op pad want als Paul erbij was geweest had ik me nooit serieus kunnen houden. Maar ik wou echt mijn best doen om aan goede fotos te geraken want Prem kan die als reclame gebruiken. Uiteindelijk is dat wedding-gedoe een goede bron van extra inkomsten. En als mensen dat nu fijn vinden, wie ben ik dan om er mee te lachen nietwaar. Maar toch... mijn buikspieren vertoonde toch wat krampen achteraf.
Naderhand vertrok de stoet naar de obligate tafel aan het zwembad om een boel certificaten te ondertekenen. Overbodig op te merken dat die tafel natuurlijk in tegenlicht stond. Daar ging mijn arme lichtmeter dus weer. Ondertussen waren Rachid en Robert volle gas Daar komt de bruid beginnen spelen. Natuurlijk weer met het charisma van een dode kwal. Maar dat schijnt toch niemand op te merken, dus dat is niet erg. De omstaanders keken allemaal naar het koppel en de bruidegom had het al druk genoeg met zijn pose. Heel het gedoe gaf me wel de kans om wat toffe portretten van personeelsleden te maken. Misschien pakken hun lieve donkere snuitjes overdag wat beter op papier...
Eens mijn klus er op zat, toog ik op zoek naar mijn echtgenoot. Die vond ik nergens. Ge moet het maar kunnen op een eiland van een voorschoot groot. Dus trok ik onverrichterzake naar mijn terras. Ik installeerde me gerieflijk op mijn bedje in de zon, en daar kwam de eerste wolk. Ja, dan had zonnen ook geen zin meer. Ik besloot mijn plannen dan maar weer eens aan te passen en het voederen van de roggen nog eens te gaan bekijken.
Onderweg kwam ik mijn puffende echtgenoot tegen met de moederlaptop. Na twee uur knutselen was hij geen stap verder geraakt maar hij schijnt nu toch ook al in the state of mind te geraken dat hij het zich niet meer aantrekt. Zo hoort het hier ook.
We spraken af aan de roggen en deze keer had ik me aan de voeten van de vissenwerper geïnstalleerd. Knus met mijn blote knieen op de ruwe beton. Een mens moet er iets voor over hebben, maar het was dan ook een uitgelezen plek om close-ups te maken als de roggen met hun lieve hondenogen onder aan de muur liggen te bedelen. Prachtig!!! Vanuit deze positie kon ik ook de krabben vlak voor mijn lens krijgen. Onder water lukt dat niet, ze kruipen vliegensvlug in een hol als ze een mens zien komen.
Paul kwam wat filmen en ondertussen raakten we aan de babbel met een Nederlands koppel dat hier net aangekomen was. De vrouw was wat bang om te gaan snorkelen omdat ze die haaien zag, maar we hebben haar snel over haar eerste angst over geholpen. Uiteindelijk kwam weer de klassieke vraag : Hoeveel dagen blijven jullie hier? en dan antwoorden wij eerlijk : Oorspronkelijk twee weken maar we hebben een week verlenging genomen. Als altijd gaan de ogen dan op steeltjes staan want de meeste mensen komen hier voor vijf dagen of een week. Ofwel reageren ze dan plezant jaloers, of anders bekijken ze ons alsof we gek zijn. Wat kunt ge hier nu in godnaam drie weken zitten doen?!!!
Geen probleem voor mij, ik amuseer me opperbest, en als Paul geen optreden zou hebben half februari en nog vier repetities op zijn agenda heeft staan, zou ik hier best nog een week langer willen zitten. Maar niet alle mensen zijn hetzelfde. Gelukkig maar. Ik doe ook geen moeite meer om te verklaren waarom ik me hier zo gelukkig voel. Hyperacusis is iets dat ge wel op vijf minuten kunt uitleggen, maar om het te bevatten hebt ge waarschijnlijk vijf jaar nodig. We doen ons voor als luie gepensioneerden. En nu ik er zo eens over nadenk.... Dat statuut bevalt me best.
Vanavond kwamen de muzikanten even bij ons verpozen, ze hadden een pauze want er werd bingo gespeeld. s Middags verzorgt Donald huwelijken met een wit doekje rond zijn hoofd en s avonds staat hij met een gek hoedje de bingo of crab race te leiden. De charmes en de veelzijdigheid van het hotelleven zullen we het maar noemen.
We hebben aan Prem een gulden middenweg voor het optreden afgesproken. Paul speelt het eerste uur en de muzikanten de volgende twee. Dan hebben ze toch even rust, horen de gasten eens iets anders en kan Paul wat spelen. Iedereen tevreden. Hij vind het ook een prima idee dat we een concertje voor het personeel organiseren, dan hebben die jongens ook eens wat afleiding.
Onze goeie oude laptop wil de pijp niet écht aan Maarten geven, hij wil zich alleen niet meer sluiten. Misschien vind hij het hier ook zo mooi dat hij geen minuut wil missen. Ik begrijp dat beter dan wie ook.
Morgen het vervolg!
|