Vrijdag, 21 januari 2011.
14. Druk, druk, druk.
Een mens wordt dat snel gewoon. Zon luxeontbijt met uw echtgenoot in de rol van roomboy. Ik word wakker met een tasje thee en een glas fruitsap naast mijn bed. Terwijl ik mijn ergste kop- en nekpijn verdrijf haalt hij een gezond ontbijt, dat we samen keuvelend en naar de vissen kijkend oppeuzelen als oude Romeinen op ons terras. We moeten wel oppassen dat we er ook niet als oude Romeinen worden uitzien natuurlijk...
Daarna bekeken we mijn roggenoogst van gisterenavond, en er zitten een paar prachtexemplaren bij. De mooiste is die waar een tonijn zijn natte rug boven water steekt en in die zwarte glans worden de wolkenhemel en wijzelf weerspiegeld. Het lijkt wel een surrealistisch schilderij. Moest die foto met een serieus apparaat gemaakt zijn zodat ge er dat detail uit zou kunnen knippen ze zou in National Geographic kunnen verschijnen. Echt een geweldige toevalstreffer. De andere fotos zijn ook tof. Vooral de close-ups van de bruine rog zijn bedelende hondenogen. Tot en met zijn irissen zijn zichtbaar. En die blik!!!
Grappig ook dat platvissen zich als borden op mekaar kunnen stapelen. Ge ziet ze echt in laagjes liggen. Hun grote probleem is wel dat hun mond onderaan zit en dat de tonijnen hun bek vooraan hebben en dan nog veel sneller kunnen zwemmen ook. Vandaar dat de roggen zo slim zijn om tegen de kant op trachten te kruipen en zo als eerste aan de vis te geraken. Een race met de gewone roofvissen verliezen ze toch.
Vanmorgen bleek Pandora ook terug normaal te werken. Ze ging open, en vooral ze sloot zich ook terug af. We konden fotos opladen want ze accepteerde zelfs de USB-stick, ze herkende zelfs de muis! Misschien had ze gisteren en eergisteren gewoon een PMS-ke.
Loom en lui zijn we voor het duikcentrum eens gaan kijken wat er daar onderwater te beleven valt. Omdat daar de meeste duikers in t water gaan en de beginnelingen hun eerste duiklessen krijgen is het rif er in iets minder goede staat, maar het kleine leven, de begroeingen op de betonnen muren maakt dan weer alles goed.
Het licht was mooi, de zee kalm, het water stond betrekkelijk laag, het leken me de ideale omstandigheden om nog eens wat macrofotos proberen te maken. Maar ik heb er toch de pak nog niet van terug. Het gaat moeizaam. Ik zie niet goed genoeg. In alle gaatjes groeien minuscule plantjes en leven wormpjes en koralen in de gekste kleuren. Nuances waarvan op een foto niet veel van overschiet...
Jullie hebben ook enorm veel geluk : er zitten hier heel weinig doopvontschelpen. Ge zult er dus niet mee overstelpt worden. Ik vond er eentje waarop de lichtinval goed was, maar het was een heel zenuwachtig beestje, ze liet niet in zich binnenkijken, ze klapte elke keer onmiddellijk dicht. Ze stond duidelijk op haar privacy. Toen ze eindelijk aan mijn apparaat gewend was kreeg ik terug wat hoop. Ik stelde mijn afstand in, dat komt in zon geval op 1mm aan, en telkens ik klaar was om af te drukken beet er een kleine zwarte vis in mijn elleboog. Foto naar de bliksem. Keer op keer op keer. Ik denk dat ik dat kereltje vanavond ga opeten.
Kompleet verzilt - want ik had met mijn langdurig onderwater op de loer liggen weer flink wat zee binnengehapt - heb ik zitten genieten van een colaatje op de warme houten trap van het duikcenter. Wat een leven! Voetekes in t zand, pareoke rond uw lijf, volle zon op uwen bol, blik op oneindig (ja dat kan ook niet anders met die contactlenzen van Paul in mijn ogen) en wegdromen maar...
Een snelle lunch. De gasten die hier maar drie of vijf dagen zijn schransen zich te pletter, maar als ge drie weken blijft dan weet ge dat ge nog alle tijd hebt om van alles eens te proeven en volstaat een bordje. En een dessertbordje natuurlijk. Ah ja. Zó sober houd ik het nu ook niet.
Ondertussen zagen we weeral twee volle watervliegtuigjes landen op het ponton ver in zee. Alweer 24 nieuwkomers. En een flinke afvaardiging, zoals steeds aangevoerd door Prem, hen verwelkomend toezwaaiend op het ponton. Het is hier nogal een komen en gaan. Op de gekste uren staat de staff op de pier. Bij alle aankomers, bij alle vertrekkers. Iedereen wordt uitgezwaaid, dat hoort bij de persoonlijke service.eze keer waren het twaalf individuele koppels. Ik begrijp niet waarom ze per se voor het watervliegtuig kiezen. Een enkele vlucht kost maar liefst 129 dollar per persoon! Ik denk dat de speedboot maar een fractie van die som kost. En uiteindelijk hebt ge toch maar een uur tijdswinst want van dat drijvend ponton moet ge toch nog altijd met een bootje tot aan het eiland varen.
Donald snorde voorbij en ik vroeg of Paul straks op de cocktail-party wat moest zingen. Hij was zo blij als een kind dat zijn feest live-muziek ging krijgen. Er ging onmiddellijk voor gezorgd worden dat de gitaar om 7 uur ter plekke zou zijn. Wat ik heel fijn vond, dan moesten wij Robert niet gaan zoeken.
Nu we plots weer een volle agenda hebben vanavond - Paul voetballen om 5 uur, optreden om half 8, en dan het feestdiner zijn we snel aan onze namiddagsnorkel begonnen. Paul zwom dapper uit de lagune de volle zee in. Maar ik amuseerde me zo goed in de lagune dat ik geen zin had om een gevecht met de stroming aan te gaan. Het was zo mooi en fijn in het zeer lage water tussen de waterbungalows dat ik daar ben blijven hangen. Het is een totaal andere wereld dan het koraalrif maar op zich ook even uniek door het leven dat er zich in afspeelt. De bodem bestaat uit stenen, zand, en grote en kleine brokjes versplinterd koraal. En heel die bodem beweegt! Ik kan me niet voorstellen wat zich hieronder nog allemaal moet afspelen. Er worden bergjes zand opgeworpen door een of andere zeebewoner die ge nooit te zien krijgt. De kleine steentjes bewegen door beestjes die hun nest maken of gangen graven. Het is allemaal heel mysterieus.
Om de paar meter komt ge wel enkele zeestaartjes tegen die zich soms tot aan het oppervlak kronkelen, maar een dier van 20 centimeter is hier al bij de groten. Op de stofzuigerslangen na. Ik heb er eentje van wel 3 meter lang ontdekt. Ik heb hem zelf van staart tot kop gefilmd. Er kwam maar geen einde aan. De kop is als een anemoon die bestaat uit een tiental tentakels met fijne haartjes op. Ritmisch bewegen ze aan een heel hoog tempo, en stoppen eten in de mond. Het stopt nooit. Als ge het dier ergens in t midden oppakt dan wordt dat stukje slap en dun, maar owee als ge hun kop aanraakt. Op een fractie van een seconde zijn al de tentakels ingeklapt en schiet er nog een klein gaatje over waarin alles verdwenen is. De rest van de slang krimpt vervolgens in mekaar tot er nog geen meter overschiet. De textuur van zijn huid is ook enorm fijn. En zo zacht.
Er lagen ook veel dikke vette zeekomkommers. Hun vel overdekt met zand en koraalresten. Ge kunt ze afstoffen en dan komt hun mooie gele, bruine of zwarte huid vol kleine putjes tevoorschijn. Ze zijn zwaar en log en liggen weerloos, lichtjes ineengekruld, in uw hand.
De met mossen begroeide stenen vormen kastelen. Gevangen luchtbellen houden de groene en bruine sprieten gestrekt, als stalagtieten die naar de hemel boven het wateroppervlak willen reiken Het lijken kastelentorentjes versierd met kristallen ballonnetjes. En daartussen zweven dan visjes van minder dan een centimeter. In sommige holtes zijn spinnewebben geweven. God mag weten van welk dier. Iets grotere vissen grazen abstracte patronen in de blokken waarop de pijlers van de waterbungalows verankerd zijn. Onbewust scheppen ze kunstwerken.
In een van de vele gaten die naast de betonblokken gegraven zijn vond ik een kleine inktvis. Maar hij wou niet gestoord worden in zijn dutje. Toen ik vroeg om te poseren sloeg het kleine bruine dier wit uit van colère. Ik begrijp dat, ik zou ook niet graag door een reus gewekt worden. En terwijl ge daar heel stil hangt te wachten, met uw buik op de stenen, want genoeg water om te zwemmen is er ondertussen al niet meer, komt daar dan toch plots een kleine haai voorbij geschoten. Hij negeerde me kompleet, en hem volgen kon ik al helemaal niet want ik lag daar als een machteloze zeekomkommer. Elke plotse beweging kon mijn knie of buik openhalen en dat had ik er niet voor over. Ik zie er ondertussen al weer melaats genoeg uit.
Ik was doorkoud geworden door zo veel, geconcentreerd stil te liggen dat ik plots rillingen kreeg en maar richting strand begon te evolueren. Mijn terugtocht werd bekroond door een van de grappigste visjes ooit. Een centimeter of drie barstenvol leven. De ADHD-er onder vissen. Hij kronkelde als een slang, of als de afgehakte staart van een gekko, maar dan in versneld tempo. Het bleek zijn manier van zwemmen. Ocharme die zijn ruggegraat. Het was een mooi dier, bruin met gele vlekken. Hij leefde duidelijk solitair. Tja, wie zou nu ook met zon zenuwpees getrouwd willen zijn. Ik mag er niet aan denken hoe die zijn eieren legt. Die moeten wel een meter in t rond vliegen. Nestwarmte moet die zijn kroost niet direct verwachten. Die beestjes worden gewoon geboren met een trauma.
Rillend kroop ik aan land, haalde snel aan de zwembadbar een fruitcocktail, en nam thuis een heerlijk warme douche. Ik was net op temperatuur en behaaglijk met fotoapparaat en laptop op mijn bedje geïnstalleerd toen de zon begon onder te gaan. Het was weer mooi vandaag! Hier gaat de zon soms nog echt slapen in een wolkengrot zoals Frederik Van Eeden het zo prachtig beschreef in De Kleine Johannes. Bij ons ziet ge de zon haast nooit de einder raken door de vervuiling. Hier kan dat op sommige dagen nog wel.
Paul kwam apetrots van de voetbal want eindelijk had een goal gemaakt. En er waren geen gewonden bij gevallen, hij had niemand van de kleintjes vertrappeld. Daar maak ik me altijd het meest ongerust over : dat er plots 85 kilo op zon ventje van 40 kilo terecht komt.
Zijn snorkel in zee was dik tegengevallen, hij had weliswaar een schitterende nieuwe fish-wash ontdekt, maar hij geraakte door de sterke stroming niet meer terug lang onze pass de lagune in, dus die was veel verder moeten zwemmen tot aan de volgende doorgang. Ook met het snorkelen kunt ge omleidingen tegenkomen, is het niet door het eb waarmee ge vergeten rekening te houden zijt, dan is het door een stroming die ge van boven in de bungalow niet kunt inschatten. Snel moesten we ons klaarmaken voor the function of the repeaters want Paul zou op de cocktailparty gitaar spelen.
Toen we daar aankwamen was het decor een komplete verrassing! Al de bomen aan de lagune hingen vol lichtjes, er stonden schitterende buffetten en iedereen rende druk in t rond. Het moest perfect worden. Zoveel was duidelijk. Het was een feest voor maar liefst 24 trouwe klanten. Sommigen van hen hadden al meer dan 10 keer hun vakantie op dit eiland doorgebracht. Eigenlijk hoorden wij daar niet bij want we komen voor de eerste keer naar Ellaidhoo, maar Prem vond dat we overal en altijd bij alles horen wat hier gebeurd. Tenandere, het telt ook dat we al zoveel keer bij de Keells keten gelogeerd hebben. Hij krijgt wel altijd alles aannemelijk uitgelegd. Hij is echt niet voor één gat te vangen.
De liedjes waren een succes, voor elke taalgroep had Paul iets voorbereid en dat werd geaprecieerd, zowel door de toeristen als door de staff. Ik trachtte ondertussen zo goed mogelijk fotos te nemen van het verzorgde buffet en van de gasten, zodat ze die later kunnen gebruiken. Sri Lankanen zijn gek op fotokes. Een fiasco voor mij want ik ben echt heel slecht in het maken van fotos van mensen, laat staan van donkere mensen in donkere omgevingen met een flashke dat het licht van drie slechtgerichte kaarsen evenaart. Over wat ik weer bij mekaar gefilmd heb zullen we maar zwijgen. Deze reis is de reis van de duistere filmkes.
Prem was eerst te verlegen om een speech te geven dus had ik maar een tekst uitgewerkt die Paul kon zeggen. Dat viel goed in de smaak en uiteindelijk heeft Prem dan toch ook een woordje gezegd. Hij stelde iedereen van de staff nog eens voor, de arme Donald kwam pas aangerend toen hij zijn naam hoorde. Flink in de weer als altijd had hij geen tijd om mee te genieten van de cocktail. Iedereen van de staff kwam ons uitgebreid bedanken, ze vroegen of Paul niet elke dag dat uurtje wou spelen... En Robert ondertussen heel blij dat de gitaar in gebruik was en dat zij even konden rusten. Weer een echte win-win-situatie. Geweldig. Everybody happy. Behalve ik.
Voor mij was het feestje een klein rampje. Ik kon niet anders dan mijn oordoppen dragen, en iedereen wou toch iets tegen me komen zeggen, dus moest er minstens 1 dop altijd even uit en ik stond daar met een video en een camera in mijn handen.
Tenslotte kregen alle genodigden nog een kado en dan schoof iedereen aan het buffet aan. Behalve Prem, die kwam eerst controleren of we zijn speech te doen hadden gevonden. Het was voor hem weer een heel emotionele gelegenheid geweest en dan voelt hij zich onzeker. Dus stonden we daar midden in de drukte hem trachtend te overtuigen dat hij dat heel goed had gedaan, en nee, dat het zeker niet erg was geweest dat hij die mensen zijn vrienden in plaats van zijn gasten had genoemd...
Ik vond het heel triest dat ik niet met de andere mensen samen kon eten, en weer naar mijn donkere boom moest vertrekken. Raj bood me heel lief een troostende schouder aan. Hij is nu samen met Donald tot mijn persoonlijke engelbewaarder aangesteld. Aïsha heeft 1 hoeder en ik heb er twee.
Ik zat aan mijn tafeltje maar wat naar de grote maan boven de zee te kijken, want ik wist echt niet meer wat ik met mijn kop aan moest. Veel eten was er voor mij niet bij want ik miste de moed om telkens naar dat buffet te lopen. De wind raasde in het koordje van mijn oordoppen en ik had mijn losse dopjes niet bij. (Ik heb die hier nooit bij want ik heb hier geen broekzakken om ze in te steken... Ik draag ze altijd rond mijn nek. Tot groot jolijt van Aïsha. Tot groot ongenoegen van mezelf want ik denk dat ik ze thuis van alle fotos ga weg photoshoppen. Ik heb al gedacht om er een alternatief collier van te maken, maar dat gaat niet want ik moet ze bliksemsnel kunnen insteken als t nodig is.) Bij het dessert kwam er vanachter onze duistere boom een nog donkerder persoon : Prem die kwam vragen of we over een half uurtje naar zijn kantoor kwamen om afscheid te nemen.
Ons afscheidsgesprek was haast woordeloos. Er was nog te veel om te vertellen en te weinig dat nog echt gezegd moest worden. Hij vroeg of we niet met Kerstmis naar hier konden komen omdat Selina er dan ook zijn. Ik zei dat het in die periode te druk zou zijn, maar hij redeneerde : Nu zit het hier ook vol. En dat is waar. Maar toch, met kerst- en nieuwjaar ergens stil alleen aan tafelke weggedoken zitten terwijl iedereen feest... Ik weet het niet. Het lijkt me deprimerend. En stel dat de Chinezen vuurwerk gaan afsteken! Ik mag er niet aan denken! Zakelijk vind ik het ook niet interessant voor het hotel dat we hier in die periode zouden verblijven, ik vind dat ze in die dure periode de bungalow beter kunnen verhuren aan de volle prijs. Aan de andere kant... ik zou dan wel kerststal-beeldjes kunnen meesmokkelen en daar zou hij zeker heel blij mee zijn. Och, we zullen wel zien wat gaat er verder met mijn gekke kop zal gebeuren... Nog 10 maanden is lang. Ik kan beter niet zo ver vooruit proberen te kijken.
Donald kwam net voorbijgesnord (hij lijkt wel Roadrunner) dus kon hij nog snel een foto van ons drie nemen. Samen in een zetel zittend, haalden we onze zondagse glimlach boven, hoewel we alledrie eigenlijk heel triest waren. De arme Donald zijn ogen begonnen ook al te blinken...
Prem garandeerde me dat wat er ook gebeurt, mijn lievelingshuisje hier altijd ter mijner beschikking zal staan. Mijn tweede thuis. Misschien helpt dat ook al, als het weer eens teveel wordt in het drukke België, dat ik weet dat deze plek er ook nog is. Dat ik hier nog voor rust en stilte terecht kan.
Met vochtige oogjes bleven we in een stevige omhelzing staan. Maar ge kunt daar niet blijven wortel schieten... Tenandere, hij moest nog een boel papierwerk doen (want hij wil uiteraard zijn hotel perfect achter laten) en zijn bagage pakken, en zijn boot vertrek hier morgenvroeg om kwart voor zes. Veel slapen zal er weer niet bij zijn...
Na een allerlaatste kushandje verdwenen we in de duisternis van de tuin, richting mijn tweede thuizeke. We stopten even aan de zwembadbar om enkele flessen drinkwater mee te nemen en Donald kwam nog even heel treurig vertellen hoe erg hij t wel vind dat Prem er 21 dagen niet gaat zijn. Prem is de olie die heel de machine geruisloos laat draaien. We stonden nog geen vijf minuten te babbelen of onze gsm rinkelde al. Prem. Of hij ons direct mocht bellen als hij thuis was aangekomen. We hebben onze verrassing dat me morgenvroeg hem komen uitwuiven aan de pier dan maar alvast verklapt. Hij was zo blij! Really? Really? You come? You sure?!. Yes we promise.
Ik zou nu niet mogen zitten schrijven. Ik zou nu in mijn bed moeten liggen, want het zal heel snel dag zijn. t Is te zeggen dag, het zal nog nacht zijn als we weer op moeten staan. We gaan weer een vervolg kunnen breien aan onze wel zeer duistere videofilm...
Morgen het vervolg!
|