Vandaag nemen we afscheid van Suzy...een sterke vrouw, moeder ,bomma, vriendin...T. mag even een paar uur het ziekenhuis verlaten...Hopelijk kan hij de afscheidsviering aan ...
Dood is een woord
dat niets achterlaat in verdwaasde gezichten die om troost vragen
en de overlevenden laat kijken
en geloven dat
ook
deze stilte
dit verdriet
zonder woorden voorbijgaat.
De voorbije warme dagen openden perspectieven...en moeten voor mij niet ophouden.
De geur van pas gemaaid gras, De koelte 's ochtends met dampende akkers, De eerste keer zonder jas op de fiets,
De korte broek weer aan, Terrasrimpels kweken in je buikje. Thee met een citroentje
Vogelgezang in de lucht,
Harde tepels door een te strak topje Snel dan maar weer een jasje aantrekken. 't Was lente, eindelijk lente, ik voelde het aan mijn instrumenten! Maar 't is helaas weeral voorbij!
Voor diegenen die het wat volgden. .. Vandaag wordt S weer maar eens geopereerd hoewel haar toestand niet goed is maar het is noodzakelijk volgens de dokter. Dat maakt de kans om er op 13 mei bij te zijn voor de Eerste communie van onze gemeenschappelijke kleinzoon nog kleiner want hoe kan ze nu zo snel herstellen ? We vrezen dat alles wat ze doen gewoon tijd kopen is want de prognose van de dokters is niet goed.. Onze enige hoop is dat ze het lang genoeg volhoudt om het nieuwe medicament dat binnenkort op de markt komt uit te testen in het UZ Brussel waar ze als " proefpersoon" opgeschreven staat. Intussen zijn mijn gedachten vandaag bij haar en houden we de vingers gekruist!!
Het is zo stil in jou
je bent ongeneeslijk ziek, 't is waar
je stem is toonloos en klinkt zwaar
en het is zo stil in jou.
Het is zo stil in mij
als jij zonder tranen zachtjes schreit
te laat, te laat, 't is een verloren strijd
daarom is het zo stil in mij.
Wij praten, onze stemmen beven
ik leg mijn handen in de jouwe
het leven kan ik je niet geven
maar laten wij nu samen rouwen
dan wordt het stil in ons....
Weer heel even serieus... tot ik mijn volgende ei uitgebroed heb!!
Woorden
Je kan ze spreken en roepen en fluisteren.
Je kan ze denken en zuchten en dromen. Je kan ze inslikken en zwijgen.
Je kan ze lezen en schrijven. je kan ze weten en vergeten.
Woorden Ze kunnen strelen en helen.
Ze kunnen leven en zweven.
Ze kunnen bedriegen en liegen.
Met zijn laatste logje heeft Folion mij aan het denken gezet ( maar mijn eitje moest even uitbroeden). De link naar zijn blog vind je hier links onder mijn favorieten.
Ik ben bang
dat voel ik.
Ik ben bang
dat ben ik.
Bang om wat morgen kan komen.
Bang te geloven in dromen.
Bang voor pijn en verdriet.
Bang voor eenzaamheid en niemand die het ziet.
Bang voor zaken klein of groot.
Bang om te leven.
Bang voor de dood.
Het is onzin,
zegt het verstand.
Het is wat het is, zegt de liefde.
Het is belachelijk,
zegt de voorzichtigheid.
Het is onmogelijk,
zegt de ervaring.
Het is wat het is,
zegt de liefde
Het is pech,
zegt de berekening.
Het is niets dan pijn, zegt de angst.
Het is uitzichtloos, zegt het inzicht Het is wat het is,
zegt de LIEFDE
Kijk, speciaal voor mij gemaakt zeg je en een lachje huilt onzeker in je gezicht dat een tintje bleker mijn hart vol medelijden raakt.
Ik vind ze mooi, zij lijkt net echt
vervolg je op onvaste toon
die druipend van gefaalde hoon
zorgt dat ik tegen mijn tranen vecht.
Terwijl je hand zich radeloos strekt om te voelen aan het blonde haar
prevel je dat ze je mooier zou maken en terwijl onze blikken elkaar raken
trek je met een ruw resoluut gebaar
de pruik af die je kaalheid bedekt.
Nacht of avond, middag of morgen,
maak je om de tijd geen zorgen.
Kraaienpoten, grijze haren
laat je drijven door de jaren.
En zeg maar foert tegen de kalender
als je maar kunt zeggen
:IK BEN ER.
De avond kluistert mij aan het klavier en ik zit zo even te denken aan wat ik zou schrijven.
Straks nog een epistel voor een andere bestemming, maar eerst warm ik mijn vingers wat op binnen de groep van ons seniorennet.
Toen ik vorige nacht ben opgestaan voor een dringende behoefte en keek hoe laat het was, zat ik zo te denken aan het begrip tijd en nu zit ik nog steeds met die tijd in mijn hoofd en van tijd kwam herfst, leven.....
Misschien dat ik die kronkel maar best eens in pojeezievorm op papier zet.
Ik ben in de helft
, neen zelfs al veel verder, kijkend ,denkend aan het verleden over strijdperken en herinneringen.
Ik ben voorbij de helft, de helft van een leven op weg naar morgen
slenterend naar overmorgen.
Ik ben voorbij de helft neen, zelfs al veel verder,
verder dan anderen mij vertellen
met aan de horizon het einde.
Ik ben over de helft de helft van mijn schrijven
van mijn kunnen,
van mijn denken
.
Ik ben over de helft
en kijk naar jaren misschien maar maanden
of doodgewone dagen
.
Ik ben over de helft
en natuurlijk kan het me schelen
dat ooit de dag komt dat ik ga,
maar liefst niet vandaag.
Het weer liep hier gisteren in de vooravond met tranen over mijn raam en wat moet een mens dan doen als hij achter de pc zit?
Om het klavier op te warmen misschien rap een gedichtje schrijven? Ja, dat was het, ik zou rap een gedichtje dichten en wie weet dichtte ik misschien wel het regengat toe. Ppfffff, geef mij maar dat ozongat, daar stralen mijn zinnen tenminste door, want ik weet niet of ik een regengat naar mijn zinnen kan zetten.
Onweerswolken over Vlaamse bodem
spelen haasje over en verweven zich tussen zonnestralen.
Op een blauw palet
mengen ze hun kleuren
om ze te toveren
in duizenden vormen.
Een wind blaast
over t landschap heen
over t kunstwerk
om het te drogen.
En ik kijk door een wazige bril
hoe dagelijks
het weermuseum
zijn deuren opent.
De wind en de regen hebben het leven in hun greep, zij trekken mij over de streep van haasten, lopen, rennen en vliegen tot stilstand en rust naar een wiegen in mezelf.
Zo-even stond ik roerloos naast een regenplas zonder muts, zonder sjaal of jas, zonder haasten, lopen, rennen, vliegen koos ik heel bewust mee te wiegen met mezelf.
De wind streek door mijn haar en de regen streelde mijn huid, Ik was hun prooi , hun zachte buit zonder haasten, lopen, rennen, vliegen werd ik stil gekust bij het wiegen in mezelf.
De wolken vol van regen wegen zwaar op de daken zij en ik we wachten zonder haasten, lopen, rennen, vliegen op het stil ontwaken van de zon die ergens ligt te wiegen in een bed van rozen. Ik vluchtte het huis in en ik lachte naar mijn spiegelbeeld waarin ik stond te blozen....
De ochtend kriebelt aan mijn neus. Ik nies de nacht uit mijn gedachten.
In de diepzee van mijn gevoelens zwem ik
blindelings en op de tast maar doelbewust.