Ik heb veertig lange jaren
Hard gewerkt zoals een paard.
Ik verdiende een pensioentje,
en ik heb nog wat gespaard.
' k Woon nu in een eigen huisje
Met een tuin als een plantsoen.
En nu ga ik heerlijk rusten ....
Daar ik niets meer heb te doen.
"Ik werk door," zei toen mijn vrouwtje,
"Ik word nooit gepensioneerd.
't Is niet meer dan recht en billijk
Dat je mij wat assisteert."
En nu kan ik koffie zetten,
en ik was, ik strijk, ik boen.
‘k Dek de tafel, 'k was de kopjes ....
Daar ik niets meer heb te doen.
Als mijn kleinzoons zich vervelen,
Doen ze niets dan kattenkwaad.
"Ga naar opa," zegt hun mammie,
"Die weet met z'n tijd geen raad."
Ma en oma gaan de stad in
En verteren mijn pensioen.
En dan speel ik Indiaantje ....
Daar ik niets meer heb te doen.
‘k Heb een kippenhok getimmerd,
En fok kippen, met geduld.
Maar de ei'ren zijn niet lekker,
En mijn vrouw zegt: "Dat 's jouw schuld."
‘k Loop te zweten en te zwoegen
Met een hoofd als een pioen.
‘k Raak zowaar nog overspannen .....
Daar ik niets meer heb te doen. ---
Tekst: onbekend