Het weer is goed de laatste dagen met zon en zo af en toe een zacht briesje...al blijft het weer even niet duren! Maar daar gaat het niet om .
Ik geniet en loop even rond in de voortuin. Een man, gekleed in een zomerjeans en witte T shirt loopt in de straat. Ik ken hem niet. Onder zijn arm zit een krant. Hij opent de deur van een geparkeerde wagen, zegt vriendelijk goededag tegen mij, ik lach, hij lacht, hij stapt in en blijft daar een tijdje in die wagen zitten het zijraampje heeft hij naar beneden gezet, ondertussen leest hij in die wagen zijn krant, zo af en toe slurpend aan een blikje drank. Ik laat hem maar blijf wel even dralen in de tuin tot ik zie dat de overbuur eindelijk naar buiten komt, instapt en ze wegrijden...
Ik zie weer een man. Deze keer op een fiets. Ook hij is gekleed in een jeans, maar heeft een licht beige bekend T shirtje aan. Hij zwaait even naar me, ik zwaai terug en ... dàààààr gaat hij... Pardoes tegen de grond. ! Ik sta even verschrikt te zien en wil er naartoe. Ondertussen krabbelde hij reeds overeind en kijkt verbaasd in het rond. Ik lach. Hij niet. Ik ken hem, het is de mijne ...
De rest van de dag bleef hij wat klussen in de tuin. Twee keer kwam er toevallig iemand langs en zag zijn geschaafde knie telkens weer het daglicht. Met enige ergernis in zijn stem doet hij twee keer hetzelfde verhaal:" Er lag een steen op de weg, hij had die niet gezien en dàààr ging hij dan."
Ik krijg telkens weer de slappe lach. Hij niet. Mààr ... Ik laat hem ...
|