Vandaag is het weer zover. Op 31 december, oudejaarsdag, trekken honderden kinderen al zingend door de straten van onze drie deelgemeenten. Een mooie traditie die hier nog in eer gehouden wordt!
Waar ligt de oorsprong van ‘Nieuwjaarke zoete’ ?
Het nieuwjaarszingen is één van de vele ‘bedelzangtradities’ die plaatsvinden tussen 24 december en 8 januari. De oorsprong ervan is niet volledig te achterhalen en is bovendien sterk geografisch gebonden.
Er is voor het eerst sprake van nieuwjaars- of bedelzingen in de dertiende eeuw. Zowel kinderen als volwassenen uit minder gegoede bevolkingsgroepen gingen toen in de eindejaarsperiode bedelen om een gift; mensen werden dan immers geacht vrijgeviger te zijn. In ruil voor een cent, zongen ze voor hen een lied. Als gevolg van de grotere welvaart gingen volwassenen vanaf de twintigste eeuw minder vaak mee. De oudste kinderen namen de jongste mee op sleeptouw. En waren het in het begin nog vooral arme kinderen die gingen zingen, dan trokken na verloop van tijd alle kinderen de straat op met hun engelengezang. In plaats van geld kregen ze ook vaker snoep, waardoor er van bedelzingen in de strikte zin van het woord helemaal geen sprake meer was.
Op heel wat plaatsen is het nieuwjaarszingen intussen, ook bij de kinderen, uitgestorven. In de Kempen is het echter een gekende traditie gebleven. Muts op, handschoenen en sjaal aan en de speciaal daarvoor bestemde knapzak - met een apart ingenaaid zakje voor het geld - rond de nek. Zo staan honderden kinderen de ochtend van 31 december vertrekkensklaar en blijkbaar komen ze zelfs van de grote stad naar hier om deel te nemen aan dit gebeuren…!
De meeste nieuwjaarsliedjes zijn nooit erg lang zijn. Hoe korter het liedje, hoe meer plaatsen de kinderen immers kunnen bezoeken en hoe meer snoep en geld ze kunnen ophalen.
Gekende korte liedjes zijn:
‘Nieuwjaarke zoete,
ons varken heeft vier voeten,
twee oren en ne steert.
Is dat dan geen centje weerd?’
Of:
‘Oud jaar, nieuw jaar,
ik wens u een zalig Nieuwjaar.
Echt waar, tot volgend jaar!’
Af en toe zit er ook een iets langer liedje tussen:
‘Hier woont nog wel een goede vrouw,
die nog wel wat geven zou.
Veel mag ze geven, lang mag ze leven.
Honderd jaar na dezen dag,
hoop ik dat ze leven mag.
Jaja, ’t is waar,
ik wens u een zalig en gelukkig Nieuwjaar.’
Blijft de deur toe , dan klinkt wel eens een “ wraaklied”. Het blijft echter kort omdat de kinderen zo weinig mogelijk tijd willen besteden aan mensen die niets willen geven . Ik liet me vertellen dat men dan soms zingt :
Hoog huis, laag huis,
hier zit een gierige pin in huis!
Dat nieuwjaarke zoet zingen is een gewoonte die we in West Vlaanderen niet kennen…
Hier staat het mandje met mandarijntjes al klaar voor als de zangertjes langskomen...
|