Tja, wie kent het madeliefje niet? Wie heeft als kind geen madeliefjes geplukt om, geklemd in een smoezelig kinderknuistje, vol trots aan mama aan te bieden, of om er prachtige halskettingen en haarkransjes mee te maken en je helemaal een bloemenfee te wanen?
Hoewel het schijnt dat er mensen zijn die madeliefjes ten allen prijze uit hun gazonnetje willen weren (ik niet dus, ik heb ze eigenhandig in mijn grasveld geplant), toch kan ik me nauwelijks voorstellen dat iemand het ‘echt’ als een onkruid beschouwt.
Meizoentjes of madeliefjes zie je overal in het gras en in bermen weer verschijnen. Een mooi plaatje maar er zit meer achter dit bloemetje.
Je kunt zowel de bloemetjes als het blad eten; ze bevatten veel goede stoffen. Wel opletten waar je ze plukt!
Het blad is onder andere te gebruiken om bloed te stelpen (je kneust het blad en legt het op de wonde). De Romeinse soldaten wisten dat al en gebruikten de plant daarvoor.
Je kunt een schaafwond, kneuzing of blauwe plek ook met een aftreksel (= een sterke thee) van deze planten behandelen.
Madeliefjesbloemen die nog in de knop zitten of slechts gedeeltelijk zijn geopend, smaken nootachtig. Een geopende bloem smaakt wat bitter. Er zitten dan ook veel bitterstoffen in de plant die de spijsvertering ondersteunen.
Van de bloemknoppen kun je een soort kappertjes maken als je ze in het zuur inlegt. De bloemen sluiten zich zodra je ze plukt, maar als je ze daarna in een hete soep gebruikt, gaan ze weer open door de warmte. De inhoudsstoffen van het madeliefje worden ook gebruikt om problemen met de huid te behandelen, zoals huidontstekingen met jeuk en eczeem.
Maar of wij met onze moderne geneesmiddelen nog naar die tips luisteren.. ik denk weinig al wisten onze voorouders beter!
|