Om bij tijd, eens terug te genieten van de plaatsen waar je ooit geweest bent! De wereld in een muisklik http://www.alovelyworld.com/index2.html
OP REIS MET DE BLAUWE VOGEL - Cruise op deNijl -
1.Lezers die het hele REISVERSLAG WENSEN TE LEZEN.... weet dat dit in omgekeerde orde staat.
Het begint met de terugreis 15.09.06 (zie blog vanaf 3december 06) en eindigt met het vertrek op 01.09.06 ( zie blog vanaf 3 oktober 06)
2.Verder wordt deze blog aangevuld met EGYPTE NU:actuele feiten en vondsten...
12-03-2006
Wijsheden, riten en magie
De Egyptenaren geloofden dat het uitvoeren van dagelijkse rituelen essentieel was voor een soepele gang van zaken in het universum en de handhaving van het goddelijke evenwicht. In de tempel voerden de priesters regelmatig riten uit om de goden te eren en te bedanken voor hun nietaf latende zorg voor de mensen en er ontwikkelde zich een schat aan heilige wijsheid om ervoor te zorgen dat zulke riten op correcte en doeltreffende wijze werden uitgevoerd.
Gewone Egyptenaren eerden hun favoriete goden met huisaltaren en riepen hun beschermende krachten af met magische rituelen en de amuletten die ze droegen. Het merendeel van de mensen aanbad de goden ook rechtstreeks in jaarlijkse feesten, wanneer de heilige beelden van de godheden in grote, publieke processie van tempel naar tempel werden gedragen.
Het is voor moderne waarnemers van het Oude Egypte vaak moeilijk om godsdienst te scheiden van magie. Dat is niet vreemd, want voor de Egyptenaren zelf bestond dat onderscheid bijna niet. Ze geloofden dat het mogelijk was de wereld om hen heen te veranderen door de onzichtbare krachten van goden en godinnen te sturen, en vaak verschilde de rol van een magiër weinig van die van een priester of een arts. De door de staat georganiseerde tempelgodsdienst gebruikte dagelijks magische riten. Teksten met bezwering droegen namen als "Het boek om Sekhmet te kalmeren", "Bezwering om het boze oog af te weren" en "Het boek voor het gevangennemen van de vijand". Onder het opzeggen van deze mysterieuze teksten vernietigde de magiër vaak wassen of kleien beelden van een of andere persoon die de heilige orde zou bedreigen, zoals staatsvijanden of tegenstanders van de zonnegod. De combinatie van het gesproken woord en de opvoering van een rite zou de veiligheid van het koninkrijk verzekeren op het evenwicht in het universum herstellen.
Zulke riten konden ook op kleine schaal in praktijk worden gebracht ten behoeve van een enkele persoon, en magie werd door de vele gewone Egyptenaren die geen toegang hadden tot het binnenste van de tempel vaak toegepast in de huiselijke omgeving. Men vereerde de goden en de geesten van de voorouders bij huisaltaren, en op bepaalde momenten in het leven werden specifieke bezwering toegepast. Het werd van bijzonder belang geacht dat de geboorte van een kind gepaard ging met de juiste magische procedures. Een zwangere vrouw zou een beroep doen op de godheden van de magie, zoals Bes, Taweret en Hathor, om haar kind te beschermen tegen kwade geesten en de bevalling te vergemakkelijken, één bezwering voor een voorspoedige bevalling smeekt Hathor om "de zoete noorderwind te sturen". De populaire dwerggod Bes wordt vaak afgebeeld terwijl hij danst en instrumenten bespeelt in zijn rol van beschermer van vrouwen bij de bevalling, muziek en luidruchtig plezier zouden kwaadwillige geesten verjagen.
Op de rol van de goddelijke moeder, Isis, bij de bescherming van haar zoon Horus werd gezinspeeld in bezwering die waren ontwikkeld om Egyptische kinderen te beschermen tegen beten van slangen en schorpioenen, brandwonden en ander onheil. Praktische geneeskundige behandelingen waren vaak tegelijk voorgeschreven met magische spreuken en amuletten die, naar men geloofde, beschermden tegen ziekten.
Waarzegger was een ander aspect van de Egyptische magie. Zo behelsde een ritueel om de God Amun aan te roepen, bijvoorbeeld, het bedekken van een kom water met een dun laagje olie, waarin beelden zouden verschijnen aan het medium. Egyptenaren geloofden ook dat men contact kon opnemen met de doden door middel van brieven die bij hun tomben werden gelegd en waarin de hulp van de overlevende werd ingeroepen en hun werd gevraagd als tussenpersoon op te treden tussen hun nog levende familieleden en de goden.
De beschaving van het oude Egypte was grotendeels het product van zijn ligging, met name zijn Rivier, de Nijl. De Egyptenaren noemden hun land Kemet, "Zwart Land", hetgeen verwijst naar de vruchtbare strook aan de oevers van de rivier, begrensd door Deshret, "Rood Land", de uitgestrekte, dorre woestijn.. de overheersende kleuren van de Egyptische wereld blauwe luchten, gouden zon, rode woestijn, groene rivieroevers, zwarte Nijl vol slib zijn de voornaamste tinten in de Egyptische kunst, die ook de lagen van rivier, veld, woestijn en lucht weerspiegelt. Deze wereld bestond in een toestand van evenwicht, van eindelijk uitgebalanceerde tegendelen: Kemet en Deshret, dag en nacht, leven en dood, orde en chaos.
De functionele, gecodeerde aard van de Egyptische kunst werd versterkt door de zorgvuldige keuze van materiaal en kleur.
Het land Egypte, in de politieke zin gesymboliseerd door de Witte Kroon van Opper-Egypte en de Rode Kroon van Neder-Egypte, werd ook verdeeld in "Zwart Land" (Kemet), waar de planten welig groeiden, en de onherbergzame, rode woestijnen (Deshret);
daarom werden zwart en groen vaak gebruikt in afbeeldingen van Osiris, de god van de vruchtbaarheid en het eeuwige leven, terwijl rood werd gebruikt in afbeeldingen van zijn slechte broer Seth, god van de chaos. Het kalme, ijle blauw van de hemel, dat werd weerspiegeld in de Nijl, klonk door in de keuze voor blauw om goddelijkheid aan te duiden, en het goudgeel van de zon was een beschermende sluier. Gewoonlijk werden mannen en vrouwen met verschillende huidskleur afgebeeld.
Pepermunt en papaver werden door de Oude Egyptenaren onder andere gebruikt om de koorts te verlagen en om te kalmeren.
Pepermunt Pepermuntthee werd gedronken voor de spijsvertering, tegen braken, koorts, winderigheid. Net zoals wij tegenwoordig pepermunt eten voor een frisse adem, zo kauwden de Egyptenaren ook op pepermunt. Door pepermunt te mengen met honing maakten de Oude Egyptenaren een geneeskrachtige zalf.
Papaver Met behulp van papaver werden huilende kinderen gekalmeerd. Ze vermengden wat papaver met bier (Egyptisch bier bevat slechts 1 3% alcohol) en gaven dit aan de kinderen. Papaver werd in zalfjes verwerkt om blauwe plekken en ontstekingen te genezen. Papaver werd gebruikt voor zijn bedwelmende en pijnstillende bestandsdelen. Het was een ideaal middel tegen slapeloosheid, hoofdpijn en ademhalingsproblemen. Ook werd papaver als verdovingsmiddel tegen pijn gebruikt
Als de oude Egyptenaren last hadden van hun spijsvertering en stoelgang, dan ging men de strijd aan met onder andere koriander en vijgen.
Koriander Koriander werd zowel inwendig als uitwendig als genezingsmiddel gebruikt. De Oude Egyptenaren namen gemalen korianderzaden in tegen buikpijn, hoest en winderigheid. Uitwendig werd het in geval van koorts, reuma of een herpesinfectie gebruikt. Bij koorts werd koriander in badwater toegevoegd en bij een herpesinfectie werd een zalf van gegiste honing, mirre en korianderzaden op de aangetaste plek gebracht.
Vijgen De Oude Egyptenaren aten vijgen tegen aambeien, ontstekingen, buikproblemen, longproblemen, hartproblemen en endeldarmproblemen. Het is ook een goed laxeermiddel.
Om aambeien en endeldarmproblemen te behandelen werd een mengsel van vijgen, Egyptisch zout, merg uit een ossenbot en frankincense gebruikt.
Aloë vera en fenegriek waren kruiden die veel gebruikt werden in balsems en zalfjes.
Aloë Vera Aloë vera werd ingenomen tegen wormen en om zweren te genezen. Als zalf/balsem werd het op brandwonden gesmeerd en werd het gebruikt bij huidaandoeningen. Men gebruikte aloë vera ook bij ademhalingsproblemen.
Voor een zalf tegen huidaandoeningen werd aloë vera toegevoegd aan wijn en gemalen, gebakken komkommer. Als balsem tegen slijmvliesontsteking werd een mengsel gebruikt van aloë vera, mirre, honing en stibium (een mineraal) vier dagen lang op de neus gesmeerd.
Fenegriek Dit kruid werd veel gebruikt in balsems en zalfjes. De Oude Egyptenaren gebruikten het om de vruchtbaarheid te bevorderen, voor vermindering van ademhalingsproblemen, tegen zwellingen, vaginale infecties en als anti-rimpelcreme.
Algemene Tuinkruiden Deze kruiden stonden vrijwel in elke Egyptische tuin. Enkele voorbeelden zijn: Cichorei (tegen hoofdpijn en lever- en blaaskwalen) Hennep (tegen oogklachten en vaginale irritatie) Dille (tegen hoofdpijn en werkt als pijnstiller) Komijn (tegen maagpijn, tandvleesaandoeningen en werkt als pijnstiller) Heggenrank (tegen blaasklachten) Peterselie (vochtafdrijvend) Saffloer (tegen giftige beten en steken) Alsem (tegen wormen, hoest en huidinfectie)
Geneeskrachtige Vruchten Deze voedingsmiddelen werden ook als medicijn gebruikt: Bleekselderij (tegen gezwollen ledematen en hoofdpijn) Knoflook (tegen beten, kneuzingen, astma en werd gebruikt als gorgeldrank) Kikkererwten (is lactatiebevorderend bij zogende moeders) Prei (tegen nachtblindheid) Watermeloen (om ziekten te verdrijven en werkt tegen trillende vingers) Komkommer (lactatiebevorderend) Sla (tegen gehoorproblemen en worminfecties)
Planten voor de rijken Deze planten zijn vooral inheems en daarom erg kostbaar. Ze waren uitsluitend voorbehouden aan de rijke mensen. Amandelen (amandelolie voor ontspannende lichaamsmassages) Appels (tegen seksueel overdraagbare aandoeningen) Kaneel (tegen mondzweren) Kardemom (stimulering van de spijsvertering en werkt eetlustopwekkend) Varkenskervel (tegen voetkwalen) Tijm (tegen long- en maagaandoeningen)
Veel kruiden die de Oude Egyptenaren gebruikten worden ook nu nog door kruidengenezers gebruikt. De Oude Egyptenaren gebruikten niet alleen maar de kruiden die in Egypte voorkwamen. Vanwege de grote invloed van Egypte kon via handel over de Nijl kruiden worden geïmporteerd uit een groot gebied. De Oude Egyptenaren gebruikten kruiden in voedsel en drank, in een kompres of zalf, in een stoombad of als wierook. Er werden ook rituelen uitgevoerd met kruiden, om met de hulp van de Goden genezing te bevorderen.
Veel aandoeningen werden door de Oude Egyptenaren zonder arts genezen. Enkele voorbeelden zijn brandwonden, diarree, constipatie, hoofdpijn, insectenbeten en slapeloosheid.
Omdat kruiden zowel werden gebruikt om te koken als om te genezen, was er altijd wel een voorraadje van sommige kruiden in huis. Enkele veelgebruikte kruiden zijn koriander, vijgen en maanzaad. Verse honing werd ook veel gebruikt, onder andere om er een geneeskrachtige zalf van te maken.
Voor de ingewikkelde aandoeningen gingen de Oude Egyptenaren naar een genezer, die hen een middeltje met gebruiksaanwijzing meegaf.
De artsen (Egyptisch woord voor arts of dokter: swnw (spreek uit: soenoe)) in het Oude Egypte werden opgeleid in wat zij "Huizen des Levens" noemden. Hier werden papyrusrollen, geschreven door artsen, door de studenten bestudeerd. Het grootste deel van de opleiding bestond uit het bestuderen van theorie. Kennis werd doorgegeven van arts naar leerling.Iedere arts werd onderwezen in plantenkunde en kruidenkunde, maar er waren ook specialisten die zich hadden gespecialiseerd in een bepaald lichaamsdeel of een bepaalde ziekte.
De Oud-Egyptische dokters hadden een vaste werkmethode. Allereerst stelde hij de patiënt vragen, waarna hij de wond en het lichaamsvocht bekeek. Hij beklopt het lichaam, neemt de polsslag op en aan de hand van dit kleine onderzoek wordt een diagnose samengesteld. De Oud-Egyptische dokters hadden, net als wij tegenwoordig, verschillende geneeskundige termen. Hieronder volgt een kort lijstje:
Aaa - Een moeilijk te herkennen ziekte of giftige substantie Aat - Een zwelling of een tumor Antyw - Hars voor inwendig of uitwendig gebruik Bit - Honing als basis voor kruidenzalfjes Djedfet - Slangen of darmwormen Hayt - Een verbanddoek Kap - De ontsmetting van leefruimtes Kefet - Een snee of een gapende wond Neser - Een ontsteking van een lichaamsdeel
De meest voorkomende kwaal in het Oude Egypte was kiespijn. Dit heeft te maken met de manier waarop de Oude Egyptenaren hun brood maakten. Het werd gemalen tussen twee grote stenen en er kwam vaak zand in het deeg. Je leven lang zulk brood eten heeft hetzelfde effect als je leven lang op schuurpapier kauwen...
De basis van alle maaltijden bestond uit brood en bier. Hiermee betaalde men ook bijvoorbeeld arbeiders in de steengroeve of van grote bouwprojecten. Van twee soorten graan is aangetoond dat deze verbouwd werden: gerst en spelt. Om de verschillende deegsoorten verschillend te laten smaken voegde men vruchten toe en gebruikte men volkoren- of tarwebloem. Een belangrijk onderdeel van de voeding, vooral van de onderste lagen, waren peulvruchten, zoals linzen, tuinbonen, erwten, kikkererwten en hoornklaver.
De menukaart van de rijkere mensen vertoonde meer afwisseling. Hierop vinden we een veelheid van groenten zoals waterkers,postelein, latuw, uien, knoflook en pompoenen maar ook wortelstok, zaadjes van de lotus en delen van de papyrusplant. Geliefde fruitsoorten waren wijndruiven, vijgen en sycomoorvijgen, dadels en noten van de doempalm
De allereerste (gedocumenteerde) staking uit de wereldgeschiedenis.
Deze begon op 14 november 1152 v. Chr.Op die dag in het 29e regeringsjaar van Ramses III legden circa 60 ambachtslieden hun gereedschap neer.
Aangevoerd door de schrijver(klerk) Patwere en 2 voormannen verlieten steenhouwers, timmerlieden en tekenaars het Dal der Koningen. Hun bestemming was de dodentempel van Ramses II, het Ramesseum. (Een andere bron vermeldt dat:"De stakers waren de arbeiders/kunstenaars van Deir el Medina, die de tombes maakten in o.a. de Vallei. De Tempel waar ze heen gingen om te staken was de Tempel van Medinet-Habu en niet het Ramesseum. ") Daar lag het voor hen verantwoordelijke bestuurscentrum met de goedgevulde voorraadschuren. Voor de poort gingen ze zitten en hielden een 'sit-in'-staking. Ze eisten de sinds meer dan een maand uitblijvende verstrekking van levensmiddelen, hun loon maar tevergeefs.
De dag daarop keerden ze weer terug naar de poort en brachten daar ook de daaropvolgende nacht door.Ze bleven op krachten met 55 zoete koeken die de schrijver Patwere voor hen gehaald had. De volgende ochtend verklaarden ze opnieuw met luide stem dat honger en dorst hen hiertoe gedreven hadden. De Nijloverstromingen waren gunstig geweest, zodat de korenschuren goed gevuld waren.De stakers echter verdachten een corrupte bestuursambtenaar ervan dat hij de lonen waar ze recht op hadden in eigen zak had gestoken.Ze wilden zich daarom tot de vizier wenden, aan wie ze allen direct ondergeschikt waren. Deze dreiging had uiteindelijk effect.Hun protesten werden door de tempelambtenaren opgeschreven en de voedselvoorraden uitgedeeld. De mannen kregen hun maandloon van ongeveer 4 zakken tarwe en anderhalve zak gerst per persoon. Ze vertrokken en namen hun werk weer ter hand.De driedaagse staking was ten einde !
Om een zwangerschapstest uit te voeren, goot de specialist(?) de urine van de vrouw uit over twee zakken, een zak gevuld met tarwe en een zak gevuld met gerst. Als ze wortel schieten dan is de vrouw in verwachting. Als de tarwe eerst wortel schiet, wordt het een meisje als de gerst eerst wortel schiet, wordt het een jongen
(mischien om volgende keer zelf uit te proberen ????!!!)
Het cijfer 4 had een belangrijke betekenis bij de oude Egyptenaren
Net zoals het cijfer 7 bij de joden een belangrijke betekenis had. Zo had ook het cijfer 4 bij de oude Egyptenaren enkele zeer belangrijke betekenissen.
Ze geloofden dat de wereld 4 uithoeken had, namelijk zuid, noord, west en oost. De hemel rustte op vier zuilen. De piramide bestond uit 4 zijden. Op de eerste dag van de farao zijn regering stuurde men 4 postduiven naar oost, west, noord en zuid om iedereen te verwittigen dat er een nieuwe koning in Egypte regeerde.
Elke seizoen bestond uit 4 maanden.
In de basis van het scheppingsverhaal waren er 4 goden : Isis, Osiris, Seth en Nephthys.
Tijdens de balseming van het lijk van de overledene werden er 4 aparte vazen gebruikt om de 4 ingewanden (longen ,darm, maag en lever) in te bewaren.
Horus had 4 zonen : Hapy, Imsety, QEBEHSENUEF en DUAMUTEF.
Het antieke Egyptische leger bestond tijdens de oorlog uit 4 delen : voor, achter, links en rechts.
Aan de ingang van de Abu Simbel tempel zijn er 4 zittende beelden van Ramses II te zien en binnen, in de tempel zelf worden er 4 goden afgebeeld (Ra Horachty, Ramses II ,Amon Ra, en Ptah). In de kleine tempel gewijd aan Nefertari, werd Ramses II ook vier maal aan de ingang afgebeeld.
Op de muur van de eerste pyloon van elke tempel zijn er telkens 4 gleuven voor de 4 vlaggen van Egypte aanwezig : de vlag van Opper Egypte en Beneden Egypte, de provinciale vlag en de vlag van het verenigd Egypte.
Om het graf dicht te kunnen maken, hadden de arbeiders telkens 4 balken van steen op elkaar gelegd.
Snijwonden Net als tegenwoordig werden in de tijd van de Oude Egyptenaren snijwonden gewoon gehecht. Als de hechting losraakte werd de wond gereinigd en werd er een laagje vet en honing op de wond aangebracht, om het te beschermen tegen vuil, daarna werd het verbonden met schone doeken.
Brandwonden De behandeling van brandwonden bestond uit een meerdaagse behandeling van smeersels met verschillende substanties. De werking van deze behandeling is in twijfel te trekken, maar schijnbaar werkte een of meerdere van deze smeersels wel.
Op de eerste dag werd een laag van zwarte modder op de wond aangebracht (waarschijnlijk om te koelen). Op de tweede dag werden de uitwerpselen van kleinvee op de wond aangebracht. Op de derde dag werd een zalf van olijfolie, acacia, johannesbrood en gerstdeeg op de wond aangebracht. Op de vierde dag werd een mengsel van olijfolie, was, papyrus en amandel op de wond aangebracht. Op de vijfde dag werd een mengsel van rode oker, johannesbrood, koperschilfers op de wond gesmeerd en werd er een boomblad omheen gevouwen.
Als een farao overleed meenden de Egyptenaren dat hij een reis maakte naar het dodenrijk en daar verder leefde als "Osiris"., de god van dit dodenrijk. Zijn zoon, de nieuwe farao, werd zo de god Horus, de zoon van Osiris. Om te kunnen regeren in het dodenrijk had de farao zijn lichaam nodig. Om te voorkomen dat zijn lichaam zou vergaan, werd er een mummie van gemaakt. De mummie van de farao werd in een aantal in elkaar passende doodskisten of sarcofagen gelegd. De grafkamer van de farao werd gevuld met duizenden voorwerpen, zoals wapens, kleding, sieraden, meubels, muziekinstrumenten, strijdwagens en boten. Veel voorwerpen waren gemaakt van goud (edel)metaal of kostbare houtsoorten. Zo kon een farao ook in het dodenrijk beschikken over prachtige spullen.
Een farao regeerde vanuit zijn paleis dat meestal vlakbij een grote tempel was gebouwd. De Egyptenaren dachten dat de farao de enige was die direct in contact met de goden stond. De farao was daarmee de belangrijkste priester. Hij voerde rituelen uit in de tempel. Wanneer een farao op reis was, liet hij zich vervangen door een priester.
De farao was ook nog opperbevelhebber van het leger en de belangrijkste rechter in het land.
Niet iedere farao was een even goede bestuurder. Sommige waren eigenlijk te jong, zoals Toetanchamon die als negenjarige jongen farao werd. Niet hijzelf maar hoge ambtenaren aan het hof hadden de touwtjes in handen. de hoogste ambtenaar was de vizier of onderkoning.
Als kind kreeg de oudste zoon een speciale opleiding
Het leven van een farao De oudste zoon van een farao kreeg een speciale opvoeding om later zelf ook farao te worden. Samen met de zonen van priesters kreeg hij les in rekenen en het schrijven van hiërogliefen. Ook moest hij alles leren over de Egyptische goden. Een farao had wel vijf namen. In het Egyptische hiëroglyfenschrift werden de laatste twee koningsnamen in een zogenaamde cartouche geschreven.
Aan het hof beschikte de farao over vele dienaren, die elk een aparte taak hadden. Zo was er dienaar die hem iedere dag hielp met het opzetten van zijn pruik en zijn hoofddoek. Een andere dienaar moest de dubbele kroon en de gouden herdersstaf en dorsvlegel bewaken.
Descepter of stafis afkomstig uit het oude Egypte en is wereldwijd het symbool van koninklijk gezag geworden. L'oeas, de scepter, zou ontstaan zijn uit een gevorkte stok waarmee slangen werden gedood. Het voorwerp, dat al uit een zeer ver verleden bekend was, is het goddelijk symbool geworden. De staf, waarop de goden zich verlaten, eindigt onderaan in een kleine gaffel en aan de bovenkant in eHet leven van een farao De oudste zoon van een farao kreeg een speciale opvoeding om later zelf ook farao te worden. Samen met de zonen van priesters kreeg hij les in rekenen en het schrijven van hiëroglyfen. Ook moest hij alles leren over de Egyptische goden. Een farao had wel vijf namen. In het Egyptische hiëroglyfenschrift werden de laatste twee koningsnamen in een zogenaamde cartouche geschreven. Aan het hof beschikte de farao over vele dienaren, die elk een aparte taak hadden. Zo was er dienaar die hem iedere dag hielp met het opzetten van zijn pruik en zijn hoofddoek. Een andere dienaar moest de dubbele kroon en de gouden herdersstaf en dorsvlegel bewaken.en gestileerde hazenkop die doet denken aan de nooit achterhaalde viervoeter, het dier van de god Seth
De farao wordt gewoonlijk afgebeeld met tegen zijn borst de Heka (herdersstok), de scepter, en de nekhekh de gesel (flagellum), symbolen van Osiris, die de god had geleend aan Andjty, "beschermer van de doden", een oergod van Boesiris. zo wordt, op dezelfde manier als de godheid, de farao gezien als de herder van het volk, dat hij leidt met de staf en beschermt met de gesel.