Hier beneden volgt een uitschrift van een dialoog ergens ontdekt in een gelijkaardige Blog (ook van Skynet), die zo uitstekend weergeeft hoe de opvattingen en de manier van denken uitzonderlijk veel kunnen verschillen, zelfs tussen bloedverwante mensen, terwijl hun moeder de laatste strijd van haar leven aan het voeren was.
Vanwege B:
"Zoals eerder geschreven komt Mama zondag terug naar haar appartement, maar dat kan dus alleen als iedereen het zijne bijdraagt om dat mogelijk te maken: ze mag slechts sporadisch en voor kortere tijd alleen zijn. Er zijn zeven dagen in een week en we moeten zowel voor overdag als voor 's nachts voor permanentie zorgen.
- Familiezorg kan van maandag tot zaterdag in de voormiddag voor een hulp zorgen.
- Familiezorg zal ook instaan voor de dinsdagnamiddag, en zou proberen nog één of meerdere andere namiddagen voor een vrijwilliger te zorgen. In afwachting moeten we die namiddagen zelf voor een oplossing zorgen. In uiterste nood kunnen we misschien ook nog een vrijwilliger van Palliatieve thuiszorg krijgen. Nog af te wachten. Probleem voor mij en voor A is dat we ons werk hebben en niet 's namiddags kunnen stoppen...
- voor de nachten zijn we al met drie die een nacht willen inslapen. AA is ook bereid de dinsdagnacht te doen, indien nodig. X kan ongetwijfeld ook iets doen (bv. de zaterdagnamiddag en - nacht bij haar blijven? Indien nodig kan ik eventueel in de namiddag gaan, en kan X dan de avond en de nacht nemen). Voor de woensdagnacht moeten we afwachten of we op palliatieve thuiszorg kunnen rekenen.
- iedere avond komt de verpleegster voor nachttoilet (7 dagen op 7) en ook de zondagmorgen.
Het zou waarschijnlijk aangewezen zijn dat wie overdag bij haar verblijft, ook 's nachts aansluit. Ook voor de zondag (zie beurtsysteem?). Voor X zal dit laatste dan moeilijk zijn en moeten we een oplossing zoeken.
We moeten zo spoedig mogelijk aan Familiezorg en aan Palliatieve meedelen welke gaten openblijven waarvoor we op hen een beroep doen (hun mogelijkheden zijn beperkt). Hieronder een voorstel. Wil eens bekijken of dat gaat.
Graag spoedig antwoord"
Vanwege X:
"We weten (ik incluis) dat ik daar niet volmondig achter sta.
Ik heb daar onlangs met XX een gesprek over gehad, ze is daar zeer bevoegd voor: ze heeft al een paar cruiseschepen vol bejaarden zien doodgaan. Je moet soms de moeilijkste beslissing nemen: niet ingaan op wensen of verlangens van de goegemeente. Professionele begeleiding is beter dan een knarsetandende opgeëiste die met een snak en een beet loopt te vernederen.
'k Wil niet klagen, maar voor C betekent dat dat we ons wekelijks samenzijn opofferen aan mijn opgedrongen meldingsplicht. Voor onbepaalde duur.
Ik heb bovendien de neiging om 's avonds een Grand Cru Bourgeois soldaat te maken, en slaap dan als een steenruit, en 't ziet er dan naaruit dat ik de kreten in het duister niet hoor...."
Vanwege B:
"Ja, het geheugen kan kort zijn.... Misschien hebben ze bij Reiki of hoe je dat ook schrijft, een antwoord op de vraag hoe het komt dat iemand die de eerste in de rij stond om zijn erfdeel op te vragen ook de laatste is om iets terug te doen... Het is wel gemakkelijk om te zeggen dat men best niet ingaat op de wensen en verzuchtingen van de goegemeente, als je zelf maar één keer per maand een inspanning doet. Ik begrijp dus wat je zegt alzo: ga ze zelf maar gaan bezoeken in het rusthuis van Houthulst (want dat was de enige plaats waar ze, voor max. een maand, naar toe kon - ze MOEST weg uit de kliniek): 1,5u rijden heen en 1,5u terug. En dan een uurke bij Mama zijn. Tja, wij moeten niet werken zeker, en wij hebben geen gezin?
Weet ge wat, als het toch om een opoffering gaat die ge u voor die laatste maanden niet wilt of kunt getroosten: drink gerust verder uw Grand Cru. We zullen vreemde mensen voor Mama laten zorgen. Die moeten wel betaald worden (ook als ze in Houthulst zou zitten). Maar daar zult ge ook niet willen in bijbetalen zeker?
Wat mij stoort is niet dat ge de zaterdag een slecht idee vindt, maar wel dat ge er tegen zijt dat Mama haar laatste rechte lijn thuis doorbrengt (wat de dokter zelf had gesuggereerd). Van die zaterdag hadden we nog kunnen klappen (de vrijdag voor u en de zaterdag ook beurtsysteem?) maar uw reactie tekent u ten voeten uit: "ikke en de rest kan stikke". Ik ben benieuwd wat ge er zult van vinden als uw kinderen u bij wijze van opoffering één keer per maand in het rusthuis zullen komen bezoeken, wanneer ze u daar op het einde van uw leven en wegens "te lastig" aan professionelen hebben toevertrouwd."
Vanwege X:
"Ik weet het wel B, dat is het antwoord dat ik verwacht.
Mijn interesse voor Reiki heeft me geleerd dat iedereen verantwoordelijk is voor zijn eigen leven. Het is niet omdat je zatte vent zijn vrouw eens volspuit, en jij daarvan het resultaat bent, dat jij je leven moet opofferen tot ter dood (zoals de clubkes die we oprichtten, indertijd).
We hebben het meest geavanceerd sociaal systeem ter wereld.
Bepaalde mensen kiezen ervoor om stervenden te begeleiden. Ik ken er ook zo, in de Reiki wereld.
Maar ik voel me niet aangesproken, ik wil mijn kinderen dat niet aandoen, en ons moeder wilde dat ook niet, toen ze nog héél was: ik wil nooit dat mijn kinderen het slachtoffer moeten zijn van mij...
We hebben daar nu eenmaal een systeem voor, van sociale voorziening. Ik zeg het, het beste van de wereld. En er komt véél volk op af.
Kijk, het is ons moeder haar beslissing van in Roeselare te blijven. Goed hé!
Wat is het verschil in uitzicht?
Ik ben niet geneigd om mij te plooien naar dominante mensen. Goed, ik kwam in mijn leven in moeilijkheden.
Mijn moeder heeft nooit de broers samengeroepen, met de vraag: laten we X boeten voor zijn stommiteiten, of sleuren we er hem er gezamenlijk doorheen?
Ik heb van A 200.000 bef gekregen, spijtig genoeg te weinig om het probleem op te lossen. Ook van jou (*), ook van Mama, het heeft me alleen een enorm schuldprobleem opgeleverd, géén oplossing.
Ik voel me niet als een 'verplichtige'.
Ik zal volgende maand in een huisje wonen, dat berekend is op mijn inkomen, als ik niets meer heb, dan woon ik dan maar gratis, het befaamde sociale supermodel van onze Vlaamse sociale zorgzaamheid.
Deze bedenking lost Ma haar probleem niet op, dat is waar.
Maar ik werk, voor mijn job, met kinderen die spierziekten en andere aandoeningen hebben en op een professionele manier worden opgevangen, en begeleid. Ik ga die kinderen 's morgens halen, en 's avonds weer afzetten, bij hun ouders, die ook de kans moeten krijgen om een inkomen te verdienen.
Je begrijpt, die ouders voelen zich schuldig, er is iets verkeerds gegaan. Die therapeuten voelen zich helemaal niet schuldig, ze hebben gekoooozen voor zo'n job!
Het is hun inkomen...
Kort nu: vroeger zei Ma altijd: ik zou nooit willen afhankelijk zijn van mijn kinderen.
Nu ze niet meer ten volle bij haar IQ is, kan het haar geen kloten meer schelen.
Ik ga daar niet in mee B, in uw Koning Boudewijn- houding.
De realiteit is dààr, je moet ons niet met een schuldgevoel opzadelen. Dat schuldgevoel is yours, not mine...
Er moet nog iets van mijn ziel, Y leest mee...
Hij schijnt te geloven dat iemand die 'arm' is met plezier zijn vuile commesjes wil doen, tegen een loontje, allez, lager dan ik netto verdien dan met busjes te rijden, waarbij ik géén lumbago riskeer, voor zijnen dwazen brol. Iemand die van nièts afscheid kan nemen...
Weet wat mijn standpunt is?
Laat ons sociaal stelsel, waar wij allemaal voor betalen, zijn werk doen. Doen wij het zelf niet, awel, dan zullen de 'nieuwe' Belgen het met plezier voor ons doen!"
Gelukkig dat het zich om een andere familie betreft, want anders zou ik, met zo'n lawijt in mijn oren, niet kunnen gaan slapen.
(*) NR: Eigenaardig dat, in die verwarde familie, bijna iedereen zijn part van de erfenis, vroegtijdig, heeft opgeëist of zowel, goedhartig, heeft uit gedeeld, zonder ooit maar iets aan de andere bloedverwanten mede gedeeld te hebben.
America Is NOT Broke ...the Madison speech by Michael Moore
Delivered in Madison, Wisconsin on Saturday, March 5th, 2011. Video available here.
America is not broke.
Contrary to what those in power would like you to believe so that you'll give up your pension, cut your wages, and settle for the life your great-grandparents had, America is not broke. Not by a long shot. The country is awash in wealth and cash. It's just that it's not in your hands. It has been transferred, in the greatest heist in history, from the workers and consumers to the banks and the portfolios of the uber-rich.
Today just 400 Americans have the same wealth as half of all Americans combined.
Let me say that again. 400 obscenely rich people, most of whom benefited in some way from the multi-trillion dollar taxpayer "bailout" of 2008, now have as much loot, stock and property as the assets of 155 million Americans combined. If you can't bring yourself to call that a financial coup d'état, then you are simply not being honest about what you know in your heart to be true.
And I can see why. For us to admit that we have let a small group of men abscond with and hoard the bulk of the wealth that runs our economy, would mean that we'd have to accept the humiliating acknowledgment that we have indeed surrendered our precious Democracy to the moneyed elite. Wall Street, the banks and the Fortune 500 now run this Republic -- and, until this past month, the rest of us have felt completely helpless, unable to find a way to do anything about it.
I have nothing more than a high school degree. But back when I was in school, every student had to take one semester of economics in order to graduate. And here's what I learned: Money doesn't grow on trees. It grows when we make things. It grows when we have good jobs with good wages that we use to buy the things we need and thus create more jobs. It grows when we provide an outstanding educational system that then grows a new generation of inventors, entrepreneurs, artists, scientists and thinkers who come up with the next great idea for the planet. And that new idea creates new jobs and that creates revenue for the state. But if those who have the most money don't pay their fair share of taxes, the state can't function. The schools can't produce the best and the brightest who will go on to create those jobs. If the wealthy get to keep most of their money, we have seen what they will do with it: recklessly gamble it on crazy Wall Street schemes and crash our economy. The crash they created cost us millions of jobs. That too caused a reduction in tax revenue. Everyone ended up suffering because of what the rich did.
The nation is not broke, my friends. Wisconsin is not broke. Saying that the country is broke is repeating a Big Lie. It's one of the three biggest lies of the decade: 1) America is broke, 2) Iraq has WMD, and 3) The Packers can't win the Super Bowl without Brett Favre.
The truth is, there's lots of money to go around. LOTS. It's just that those in charge have diverted that wealth into a deep well that sits on their well-guarded estates. They know they have committed crimes to make this happen and they know that someday you may want to see some of that money that used to be yours. So they have bought and paid for hundreds of politicians across the country to do their bidding for them. But just in case that doesn't work, they've got their gated communities, and the luxury jet is always fully fueled, the engines running, waiting for that day they hope never comes. To help prevent that day when the people demand their country back, the wealthy have done two very smart things:
1. They control the message. By owning most of the media they have expertly convinced many Americans of few means to buy their version of the American Dream and to vote for their politicians. Their version of the Dream says that you, too, might be rich some day -- this is America, where anything can happen if you just apply yourself! They have conveniently provided you with believable examples to show you how a poor boy can become a rich man, how the child of a single mother in Hawaii can become president, how a guy with a high school education can become a successful filmmaker. They will play these stories for you over and over again all day long so that the last thing you will want to do is upset the apple cart -- because you -- yes, you, too! -- might be rich/president/an Oscar-winner some day! The message is clear: keep you head down, your nose to the grindstone, don't rock the boat and be sure to vote for the party that protects the rich man that you might be some day.
2. They have created a poison pill that they know you will never want to take. It is their version of mutually assured destruction. And when they threatened to release this weapon of mass economic annihilation in September of 2008, we blinked. As the economy and the stock market went into a tailspin, and the banks were caught conducting a worldwide Ponzi scheme, Wall Street issued this threat: Either hand over trillions of dollars from the American taxpayers or we will crash this economy straight into the ground. Fork it over or it's Goodbye savings accounts. Goodbye pensions. Goodbye United States Treasury. Goodbye jobs and homes and future. It was friggin' awesome and it scared the shit out of everyone. "Here! Take our money! We don't care. We'll even print more for you! Just take it! But, please, leave our lives alone, PLEASE!"
The executives in the board rooms and hedge funds could not contain their laughter, their glee, and within three months they were writing each other huge bonus checks and marveling at how perfectly they had played a nation full of suckers. Millions lost their jobs anyway, and millions lost their homes. But there was no revolt (see #1).
Until now. On Wisconsin! Never has a Michigander been more happy to share a big, great lake with you! You have aroused the sleeping giant known as the working people of the United States of America. Right now the earth is shaking and the ground is shifting under the feet of those who are in charge. Your message has inspired people in all 50 states and that message is: WE HAVE HAD IT! We reject anyone who tells us America is broke and broken. It's just the opposite! We are rich with talent and ideas and hard work and, yes, love. Love and compassion toward those who have, through no fault of their own, ended up as the least among us. But they still crave what we all crave: Our country back! Our democracy back! Our good name back! The United States of America. NOT the Corporate States of America. The United States of America!
So how do we make this happen? Well, we do it with a little bit of Egypt here, a little bit of Madison there. And let us pause for a moment and remember that it was a poor man with a fruit stand in Tunisia who gave his life so that the world might focus its attention on how a government run by billionaires for billionaires is an affront to freedom and morality and humanity.
Thank you, Wisconsin. You have made people realize this was our last best chance to grab the final thread of what was left of who we are as Americans. For three weeks you have stood in the cold, slept on the floor, skipped out of town to Illinois -- whatever it took, you have done it, and one thing is for certain: Madison is only the beginning. The smug rich have overplayed their hand. They couldn't have just been content with the money they raided from the treasury. They couldn't be satiated by simply removing millions of jobs and shipping them overseas to exploit the poor elsewhere. No, they had to have more -- something more than all the riches in the world. They had to have our soul. They had to strip us of our dignity. They had to shut us up and shut us down so that we could not even sit at a table with them and bargain about simple things like classroom size or bulletproof vests for everyone on the police force or letting a pilot just get a few extra hours sleep so he or she can do their job -- their $19,000 a year job. That's how much some rookie pilots on commuter airlines make, maybe even the rookie pilot who flew me here to Madison today. He told me he's stopped hoping for a pay increase. All he's asking for now is enough down time so that he doesn't have to sleep in his car between shifts at O'Hare airport. That's how despicably low we have sunk! The wealthy couldn't be content with just paying this man $19,000 a year. They had to take away his sleep. They had to demean him and dehumanize him and rub his face in it. After all, he's just another slob, isn't he?
And that, my friends, is Corporate America's fatal mistake. But trying to destroy us they have given birth to a movement -- a movement that is becoming a massive, nonviolent revolt across the country. We all knew there had to be a breaking point some day, and that point is upon us. Many people in the media don't understand this. They say they were caught off guard about Egypt, never saw it coming. Now they act surprised and flummoxed about why so many hundreds of thousands have come to Madison over the last three weeks during brutal winter weather. "Why are they all standing out there in the cold?" I mean, there was that election in November and that was supposed to be that!
"There's something happening here, and you don't know what it is, do you ...?"
America ain't broke! The only thing that's broke is the moral compass of the rulers. And we aim to fix that compass and steer the ship ourselves from now on. Never forget, as long as that Constitution of ours still stands, it's one person, one vote, and it's the thing the rich hate most about America -- because even though they seem to hold all the money and all the cards, they begrudgingly know this one unshakeable basic fact: There are more of us than there are of them!
Madison, do not retreat. We are with you. We will win together
Algemeen beschouwd als een verwoedde verzamelaar van lege stylos (vooral die plastieken Bic's, zwart, blauw, groen en rood gekleurd), gebroken vulpennen, gebruikte portemonnees (zonder geld, natuurlijk), oude versleten marbels en "ketters" (juist ?), oude munten van rond de tweede wereldoorlog, kapotte Tv-toestellen, nieuwe en oude "Jacques" prentjes en vuile, gescheurde, besmeerde en bevlekte, seksboekjes.
Jazeker, zoals ik eerder al eens vermeld heb, ik vond er een waar plezier in en als 't ware een reden voor mijn bestaan (in mijn anders leeg leven), verzamelaar te zijn van alles wat maar enigszins als nutteloos of zonder enige echte waarde beschouwd werd door de andere, gewone, mensen.
Voor mij betekenden ze mijn eerste zelf verdiende en veroverde eigendommen die ik zorgvuldig bewaarde en liefkozend koesterde op mijn bed, in mijn slaapkamer, waarna ik ze voorzichtig diep in mijn kleerkast verborg. Het werd een zodanige obsessie dat ik, op het einde, zelfs ook proefbuisjes, glazen kommetjes en pannekes die we, in de vakschool, gedurende de laboratoriums scheikunde-les gebruikten voor de ene of de andere proef en ik ze, nadat ze zonder verder interesse door de meester weg waren gesmeten geweest, terug recupereerde en ze verborg in een reeks Solo-margarine dozen, met de bedoeling ze vroeger of later te gebruiken om er een atoombom mee te ontwikkelen en het huis van de Goedgeluk's in miljoenen stukjes te doen ontploffen. Ook instrumenten en gereedschap voor alle technische doeleinden, verdienden mijn vlijtige aandacht en nodige bescherming.
Ik heb over al diene oude bucht en brol (volgens de oprechte mening van mijn wijze broers) al meerdere keren verklarende woorden gerept in deze blog, maar nooit uitgewijd over de duizenden Jacques prentjes en albums, praktisch allemaal compleet, sommige daterend van de jaren vijftig (auto's en moto's) en zelfs veertig (locomotieven en tanks), die ik toen al, ver vooruitziend, van plan was te bewaren tot in het jaar tweeduizend, ongeveer, wanneer ze, volgens mijn rekening, miljoenen franken zouden waard zijn voor toegewijde en verstaande verzamelaars en ik eindelijk zou kunnen stoppen met werken om mijne eerzame boterham te verdienen, alleen maar met de uitbuiting van deze zeldzame schatten.
Ongelukkig genoeg, toen ik aanstalten maakte naar Brazilië te vertrekken kon ik ze onmogelijk allemaal meenemen en besloot ik ze zorgvuldig te bewaren, samen met al mijn andere pruts, in tientallen dozen, de ene verschillend van de andere in grootte, inhoud en belangrijkheid, in mijn kleerkast, vast gegrendeld door onbreekbare molsloten en verborgen onder verschillende stapels kleren. Nutteloos eigenlijk, want toen mijn moeder besliste ons geliefd huis te verkopen, zonder mijn mening te vragen, hebben mijn gretige broers die duizenden prentjes en albums eerlijk onder elkaar verdeeld en met uitzondering van enkele weinige exemplaren, die ik uiteindelijk toch heb weten te recupereren, jaren later, langs de kinderen van D. om, zijn alle andere, vooral die over auto's en moto's, spoorloos verdwenen.
Aangezien Frankie, den oudsten, tot heden, ellenlange epistels weet te schrijven over alle soorten auto's, maar vooral over "oldtimers", verdenk ik hem ervan mijn eerlijk verdiende collectie (wat mij dagelijks verplichtte een hele reeks chocoladelatten te verslinden, zonder goesting eigenlijk, maar nodig om aan nieuwe prentjes te geraken), in beslag te hebben genomen.
Het verplichtte mij bovendien regelmatig brieven te schrijven, in het Frans, naar de fabriek in Eupen (waar ze nog nooit van het Vlaams hadden horen spreken), met de bedoeling dubbele prentjes uit te wisselen, wat maanden in beslag nam. Ook oneindig veel persoonlijke contacten waren dagelijks de bron van mijn ongerustheid en bekommernis, met diezelfde bedoeling. Klasmakkers en buren, ondermeer Jef, de zoon van de Chef van de Statie, waren daar het slachtoffer van.
Alhoewel zelf eerlijk en oprecht opgevoed, te veel eigenlijk om goed te zijn, had ik toen al te kampen met machtsmisbruik, nijdige en jaloerse aanverwanten (mijn jongste broer J. niet in begrepen en die een ware Engel is) en andere uitbuiters van de onnozelaars...
Over mijn voortdurende pogingen kinderen te scheppen (God heeft daar niets mee te zien natuurlijk, net zoals hij ook niets heeft te maken met de dood, later, van diezelfde schepsels, veroorzaakt door oneindig veel soorten ziektes, natuurrampen, geweld van tientallen oorsprongen, ongelukken, oorlogen omwille van andere, concurrerende, Goden en zelfs in de naam van de liefde), heb ik onlangs een boodschapje ontvangen (van iemand die verkiest, in de toekomst, in de beschermende schaduw te blijven oordelen), waarin ik geleerd wordt hoe precies in het proefbuisje te mikken, gedurende mijn bewuste uitspattingen van ontembare lust.
Hieronder volgen twee suggesties:
I: De patiënt neemt twee stoelen en zet deze op een afstand van ongeveer 1,5 m van elkaar, met de ruggen naar de uiterste einden gedraaid. Vervolgens gaat hij, met de buik naar onderen gekeerd, met zijn onderbenen op stoel I liggen en met zijn kin op stoel II. Hij probeert zich zo horizontaal als mogelijk in die positie, met zijn robuust en onplooibaar lichaam, tussen die twee steunpunten, in rustig evenwicht te blijven houden, zonder dus zijn speklaaggedeelte lager te laten zakken dan zijn schouders en knieën.
Eens daarin geslaagd, zonder aan verdere onwillekeurige bewegingen te bezwijken, treedt een als klinische verpleegster verkleedde landbouwerin de steriele ruimte binnen. Een diep uitgesneden decolleté en een gedurig nonchalant open glijdend wit rokje zijn een optie die mits enige supplementaire euros, vooraf, kunnen besteld worden.
Deze bekwame volksvrouw, die zich van kindsbeen af toegelegd heeft op het melken van geiten (*) stroopt thans de Armani-pantalon tot kniehoogte af, vervolgens de Calvin Klein boxershort, tot onderaan de dijbenen.
Opmerking: deze handelingen gebeuren bij de patiënt en niet bij haarzelf.
De vrijgekomen mosterdfabriek hangt nu doelloos, in het schaars schemerlicht, te schitteren in zijn onweerstaanbare uiteengeplooide volmaaktheid, naar de vruchtbare aarde gericht. Vervolgens neemt de talentvolle, vingervlugge, handstielkundige, ervaren, vakvrouw het dunste van de twee voorhanden zijnde elementen, die zich in het ijle bevinden, en mikt het resultaat van haar deskundige melktechnieken in een in haar andere hand gehouden smal steriel glazen buiske (**). De patiënt moet er zich wel van weerhouden te luid te beginnen klagen, kreunen, zuchten en kwijlen, of andere storende bewegingen te produceren, zoals deze die gebruikelijk zijn bij het starten van een tuinschommel, destijds genoemd: de renne.
(*): tegen meerprijs kan men ook specialistes bekomen die zich bekwaamden in het melken van de bok.
(**): glazen buiske, omdat men zo zou kunnen waarnemen of er zich geen brokken in bevinden die de boel zouden kunnen verstoppen.
II: De patiënt kan, mits meerprijs, ook een comfortabele behandeling verkrijgen. Hiervoor dient hij zich slechts te beperken tot het plaatsnemen in een comfortabele zetel in een aangenaam interieur met gedempt invallend kunstzonlicht en schilderijen van welgevormde exemplaren van weelderige vrouwfiguren in ongeklede toestand. Deze aantrekkelijke kunstwerken zijn te verkrijgen, op aanvraag en kleine meerprijs, geschilderd door talentvolle kunstenaars die uitsluitend naar levende modellen werken.
De ingreep wordt uitgevoerd door een diklippig negerinneke dat minstens acht maal per dag haar blanke tandjes poetst. De patiënt heeft hierbij geen ongemakken, hij kan zelfs gerust, tersluiks, naar Eurosport blijven loeren. Hij hoeft zich verder niet om zijn duurbaar product te bekommeren, want de getrainde en gediplomeerde assistente, kan spekelen gelijk een pruimtoebak kauwende tooghanger in het café van wijlen Schatteman zijne speekbak.
Voor meer inlichtingen, wendt u tot het Internet, afdelingen speekpot, lips and tits en twee stoelen.
Ze zijn bekwaam, tegelijkertijd, protestant te zijn maar toch de aankomst van de Paus in Brazilië luidruchtig te feesten; zichzelf als een uitstekende, bekommerde, huisvrouw en moeder te beschouwen en te gedragen en er toch niet terug voor te deinzen een collega van het werk af te trekken (of zelfs af te zuigen, waarbij een tongkus, integendeel, absoluut is verboden), alleen maar om hem een pleziertje te doen; te zweren dat ze hun geliefde beminnen uit de grond van hun hart, maar er geen twee keren over zouden peinzen te bezwijken aan de uitnodiging een nacht door te brengen in het gezelschap van hun favoriete feuilleton, film- of zangidool; zich zachtaardig voor te stellen in het algemeen, maar toch gemakkelijk een uitnodiging zouden aanvaarden een terechtstelling bij te wonen; bidden voor de vrede, maar toch een oorlogje hier, of een ander daar, goed te keuren; zichzelf super eerlijk te vinden, maar toch bekwaam zijn te liegen zoals Pinoquio...
Zo is mijn mond werkelijk verstomd open gevallen geweest toen ik met mijn eigen ogen vaststelde hoe één van onze Braziliaanse vriendinnen, tezelfdertijd met een bezoekende Belgische vriend (ik zal geen namen noemen) aan het vrijen was, hier in Recife, terwijl ze, over het Internet heen, een man, in het zuiden van het land, had leren kennen, met wie ze bezig was haar huwelijk te regelen en met dat doel zelfs een wettelijke volmacht verstrekt heeft aan één van haar kennissen daar, om het burgerlijk huwelijk, op afstand, mogelijk te maken, terwijl ze hier, ondertussen, er niet aan twijfelde, diezelfde avond nog, na haar splinternieuwe man goede nacht te hebben gewenst, met haar oude vrijer, haar eerste huwelijksnacht door te brengen.
Enkele dagen daarna is dat meisje zich gaan voegen bij haar man in het zuiden, terwijl de ernstige Vlaming terug is vertrokken naar België.
Zelfs mijn vrouw, een overtuigde en pratikerend katholiek mens, heeft daar niets vreemds in vast gesteld en heeft haar voortdurend aangewakkerd zeker niets van dat heerlijk leven te verliezen. Hun vriendschap is daar ook niet van aangetast geweest. Minnaar en minnares zijn gedurende bepaalde tijd nog in contact gebleven, langs het internet om.
Zoals ik het al verschillende keren heb gezegd: Ga met zon lawijt in uw oren gaan slapen...
De volgende correspondentie heeft het meisje vervolgens opgezonden naar haar minnaar in België. Of beter, ze heeft een draft van die brief voorbereid in het Engels, maar beseffend dat hij waarschijnlijk niet helemaal begrijpbaar zou zijn, heeft ze mij nog gevraagd daar eens een revisie van te maken. 't Is wel al vele jaren geleden gebeurd...
(PS: Mijn engels is ook niet perfect. Daarom, verontschuldiging)
Meu velho bruxo" (mijn oude tovenaar? Bruxa betekent heks),
I'm so sorry if I really made you feel confused and disturbed about the recent news you got from me.
What Rudo told you on the phone is true. I did ask him and Ligia to call you and tell you about the feelings I have and still feel for you.
Well, what happened ?
A couple of months ago, I met that guy who is now my husband. I never felt like really being in love with him but I was alone and in need of tenderness. I needed someone to talk about my problems and he brought me peace and comfort. He spent a couple of days with me in Recife and gave me, as a present, a ticket to fly to Florianopolis (a city in the South of Brazil) during my holidays, in order to enable me to meet his family there. We felt fine together and that closeness and the way he behaved and treated me, turned into intimacy.
In my last letter, which by the way you did not interpret correctly, I wrote you that I had become fiancée. When I received your reply, I noticed you hadnt understood it.
A couple of weeks ago, I tried desperately to call you, but you werent home or you didnt attend the telephone.
Please understand that these last weeks have been very embarrassing for me because I felt, and I may say, I still feel, very confused about the relationship with my husband on one side and everything I felt, and still feel for you, on the other side.
In reality, I have always desired a man close to me; to share my life. I was sure that you were that man when we got together, during those unforgettable days in Gent, but you never pronounced a single word about what kind of relationship you expected from me and never mentioned about how to proceed my studies in the University of Gent.
The very day I married him (I did that by power of attorney, because he still lives in the South), I was very much in doubt about accepting it, or not. I have been childish in my acts, I know, but believe me, I never felt so anxious. My heart was beating furiously when I heard your voice through the telephone, because that was the only voice I wanted to hear. I would have given anything to be able to talk to you before (I wasnt even able to sleep that night). I called you on Sunday because I couldnt reach you before, to answer your letter.
Thats why, meu velho bruxo, I beg you for pardon. Its like I wrote you by fax, destine separated us, as did my childish behavior and my loneliness.
Im capable of doing almost everything, if there is still a chance and if you (really) want me. Im sorry if I make you confused with these words. Honest, I feel ashamed about desiring you along my side.
Out of the bottom of my heart, I would adore if you would be able to come to Recife, preferably during August. We would be able to talk it all over and walk along the beach side and clear any doubt. Please dont feel guilty to look after me while I am married, because you are somebody very special to me.
I would love to continue being your close friend for always and if one day we could be more than just friends and spent marvelous moments together, it would be great.
It may be wrong, but I must say you once more: I love you and I miss you.
Many kisses, from your
Bruxa Velha
Beneden volgt de originele versie van deze brief, die zelfs de geïnteresseerde niet in handen heeft gekregen, destijds:
Meu velho bruxo,
I'm writing this for sorry, sorry. I know that you is confuse about I said myself. But is true. Everything that we talked last on Sunday is true. I wanted to show my feelings to you. Well, I tell you what happened.
This my story.
A long time ago I knew a gay and we start a date. After time we married. I don't like him, but I was alone, I needed someone. I was confuse, I had many problems with myself. This gay brought me peace, comfort, tranquility, many good things. He knew my family and everybody liked him. I knew his family too. It was good for us. I'm felt happy.
Once time I wrote to you that I was fiancée and you understood me.
Last weekends I'm embarrass, it's complicate to me about my sentimental life. I'm confuse with my marriage. Everything that I feel to you. Oh! My God. Help me, please.
I always like you and I wanted live all my life with you. I had good times when I was in Gent. I didn't want finished. I was happy. Very, very happy. But you didn't say or do nothing. Tell why? Why?
Pay attention. It's serious.
When I married I was alone. I married by proxy. (my husband lives in South-West of Brazil). Really, I wanted you were there by my side. I thought all the time in you. I miss you. Believe me. On Sunday I was anxious when I called for you, my heart tum, tum... I wished to call to you a long time. I tried and I don't get, and the time passed. Oh!!!
Meu velho bruxo, I'm here. Give me your pardon. The destiny separated me and you, but if I have a chance, if really you want me I can do anything for stay with you. I'm repent of all that I did. I wanted you by my side. I'd that you come to Recife in August. Here we can talk and explain any doubt.
Well, I hope be your good friend for all the life. If some day we can stay together it will marvelous. Maybe I'm wrong, but I say always and once time I LOVE YOU. I MISS YOU.
Ik was gisteren weer bij mama, en ze zei zo: "dierksken, peist er oan dat bijna uwen verjaardag is, en beinst dat ge toch aan 't peinzen zijt, peist eraan dat' Rudo zijne verjaardag is mergen".
En oas ik nu een boterhammeke mee koas zou hebben hé... (ik verstond het onmiddellijk, en fluks ging ik er één klaar maken)... of, njéé, liever mee confiture... (en ik onmiddellijk een andere gaan klaar maken)... Oh dat valt op mijn moage, als ik maar 'nen rolmops zou hebben, mijn moage zou er ne keer van kunnen keren (onmiddellijk een rolmops gehaald). Ghogh, da smokt. Maar ik krijg een beetje 't zuur, een taske melk zou mij goed doen... (en ik maar lopen). "See, 'k krijg ineens goesting naar soepe (gelukkig stond er nog in de frigo. Vlug opwarmen). "Z'es te wjeirme", "z'es te kaad", "z'es te dunne", "z'es te djikke", "t es te vele", "'t es te weinig". En ik maar koersen, en juist toen ik uitgeteld in de divan neerplofte om een beetje te rusten zei ze: "ge moet niet te lange blijven hé dierkske, want mijn bloaze zit vol, en 'k zitte mee wjind in mijn doarmen, en verzekers da Ritaatje zit te waaaacht'n, en 'k ei nu alles wat dak wildege, allee saluut hé prot prot prot".
'k Heb mijne neuze toegenepen maar dat helpt niet als ge ze hoort. En 'k ben dan rap naar Gent gereden. Maar onderweg belde ze mij op: "en vergeet niet dat ge niet moogt vergeten een briefke te schrijven naar Rudootsen veur zijne verjoardag, en doe van eersten keer ook de groeten van Franksken en Killekaatjen". "Alle zei ik, is 't al?". "Ja de kal" zei ze. "En 'k heb percies een lege moage, zijde gij al ver of kunde gij mij een boterhammeke mee koas komen maken?".
Ik kende het vervolg van het verhaal al en 'k gebaarde dat ik haar niet verstond: "Jaja, Rita heeft verse lakens gelegd" en dan "prrrt tuuut, kras kras, 'k heb een slechte lijne en 'k verstoa u nie meer. Tot mjergen".
En zo ben ik kunnen ontsnappen aan een leven als butler (herinner u den tijd dat ik in de St-Amandsstraat boven haar woonde...)
Reacties op mijn wens en inspanning voor meer kinderen
Eerst van Gtje., de meest eenvoudige commentaar en recent:
"Dus, jij gaat weer eens kindjes kopen?
Een geelke, een witje, een echt zwartje, eentje het kan mijn kloten niet schelen, welke?
Een appartementje misschien?
Als het maar een goedkoopke is...
Je bent goed bezig jongen.
Je bent zo dom als de hemel hoog is en de zee zo diep is.
Veel geluk met je 'kindjes'
Zoentje op je gatje
je liefhebbende
Gtje."
En ook van D., de meest objectieve, maar al een paar jaar oud:
"Pas maar op dat het er niet ineens een stuk of 6 zijn. N. heeft een schoon kindje op de wereld gezet. Een braafke, helemaal de peter van zijn moeder zeggen ze. Zo te horen is het de enige die onze stam aan het verder zetten is: van B.: geen nieuws. Van J.: hij is nog aan het uitzoeken waarvoor dat piemeltje eigenlijk dient. C. denkt wel dat ze vrijt, maar dienen jongen weet het nog niet geloof ik. A. oefent alle dagen zegt hij, maar ik begin te vrezen dat hij te kort schiet. F. zit sinds september in Curação op stage. Ik hoop maar dat er daar geen kleine Van Leuventjes achter blijven zonder dat ik het weet. C. is iedere week op nen anderen verliefd en zo gaat dat ook niet. A. ziet al alle dagen vlees in de beenhouwerij van T. liggen, en het zal haar 's avonds worst wezen zegt ze. Die van J., ja, daar spreken we nog niet van zeker, hoewel H. wel een rappe zal zijn geloof ik.
't Zal dus moeten van onze generatie komen denk ik. Maar ja, stel u voor: ziet ge dat nog gebeuren bij F.? Hij zegt dat het "van niet willen" is, maar ik weet het niet zulle! Op H. moeten we ook al niet rekenen: met hekserij, drankskes en zalfkes van de charlatans zal het niet helpen vrees ik: hoedanook moet er een vent aan te pas komen. Ik, wel ja, ik probeer ook iedere dag, maar R. denkt dat mijn chargebuze verstopt zit. 't Is wel waar, maar ik gebare intussen van nieten natuurlijk. G.sen wil alleen maar vogelen zonder kop, en dus daarop moeten we niet rekenen. J. durft hem niet meer riskeren: 4 vrouwen in zijn kot is al meer dan genoeg. Hoe zoudt ge zelf zijn! Blijft nog over: gijzelve. 't Is dus een hele verantwoordelijkheid die gij op uw schouders torst. Denkt er aan iedere keer als ge een donatie doet aan dat potje daar... Erin mikken is de boodschap en goed schudden na gebruik.
Tot daar het gewone nieuws. Nu het minder goede nieuws: misschien weet ge het al van J.: mama is vanmiddag gevallen in het restaurant waar ze een snakske gaan eten was. Haar heup is gebroken en ik heb ze met de ambulance naar de kliniek moeten laten brengen. Morgen woensdag gaan ze een nieuw heupgewricht moeten steken. Ik hoop maar dat ze volledig revalideert en achteraf weer kan rondtjeffelen. Anders wordt het een probleem of ze nog alleen zal kunnen blijven wonen. Het zou natuurlijk niet leuk voor haar zij als ze naar een home of zo zou moeten. Maar ja, vroeg of laat zal het natuurlijk iets in die aard worden. Ik hoop dat dit nog enkele jaren kan uitgesteld worden. Haar moreel is op dit ogenblik goed. Met pijnstillers wordt de pijn wat bestreden in afwachting dat ze dus morgen op de opratietafel moet. Ik hoor dat ge midden juni naar België komt. Hopelijk is ze tegen dan al thuis.
Over de vorige post nog, hier volgt de versie van D.
Jajaat, bijna 53 jaar, hé. We worden oude zakken gelijk dat ze zeggen. 't Haar op onze kop begint al goed uit te dunnen (maar J. is daar al een hele tijd mee bezig - ter compensatie laat hij het groeien ter hoogte van zijn boven- en onderlip - tevens kwestie dat men niet zou zien dat er al fakken uit zijn neus groeien), onze buik begint lichtjes uit te zwalken zodat we, als we gaan pissen, pas kunnen beginnen mikken als we al den helft op onze schoenen gesturt hebben. De oren gaan ook al achteruit bij wijze van spreken en bij wijle hebt ge het gevoel dat ge uwen bril niet op hebt terwijl hij dus pal op dat voorwerp staat dat men gemeenlijk "neus" noemt maar dat meer en meer begint te gelijken op een mislukte patat. Jaja, vroeger waren we schoon en arm, en nu zijn we alleen nog arm...
Natuurlijk niet degenen die boten en zo kopen alwaarop ze hopen jonge bronstige wijvekes te kunnen lokken in de verwachting dat ze dan nog gewillig zullen zijn.
Dromen is ons niet vreemd, en het doet dan ook geen zeer. Hoewel dat ontwaken uit den droom nogal eens durft tegenvallen. Ge gaat u dus samen met J. wagen op de wilde baren der stormachtige zeeën. Zorg maar dat ge plastiek zakskes bij de hand hebt. Wellicht herinnert ge u nog dat ons vader van die papieren zakken meehad toen wij met ons zessen vanachter in de Chevrolet geplooid zaten, en den enen na den andere moest spugen... allemaal in diezelfde zak natuurlijk (vader was nogal profijtig), die dan nog juist zijnen bodem verloor als het mijne keer was. Ik heb altijd de bescheten commissies aan mijn kloten gehad. Ik verdenk er trouwens F. van dat hij, toen hij zijn bijdrage had geleverd en de zak doorgaf, nog rap eens met zijn scherpe nagels een trek gaf aan het gat van diene zak in de hoop dat hij zou scheuren op het ogenblik dat hij over Hilde haren schoot passeerde. Dedju, neejhé! Altijd juist als het aan mij was!
't Was hetzelfde toen dat we eens blaasorkest speelden: we moesten met zijn achten (eerst vader, dan Mama, dan F. en zo verder tot het piepscheetse van G.se) elk op toer een scheet laten op de gewenste toonhoogte zodat er een melodij ontstond. Vader eerst, en ge weet nog wel dat die niet alleen geweldig stonken, maar dat ze meestal ook hééél lang duurden, en intussen trouwens heel den tijd van toon veranderden. Toen was het aan Mama, die ook flinke scheten kon laten, weliswaar met een beetje meer geniepige reuk. Bref, tegen dat F. en Hilde hun beste scheetje hadden voorgezet (of achtergelaten), en dat het mijne toer zou zijn, had ik al zo hevig mijne prot opgehouden dat mijn darmen dachten dat het niet een scheet was die zat te steken, maar een regelrechte kak. Deze dus zonder veel lawaai in mijne broek. Ik van niets gebaren, ge kent mij, maar de geur heeft mij verraden, en vader heeft mij daar een pak voor mijne broek verkocht dat de stront bijna weer langs mijn oren er uit kwam. 'k Ben altijd voor de malchance geboren geweest...
Maar nu genoeg gelachen met mij, ik wens u een prettige verjaardag, en ik hoop dat de beneveling niet van dien aard zal zijn dat ge er u 's anderendaags niets meer van herinnert.
Mama heeft een briefke geschreven en een gedicht gevonden die ik ingescand heb in de hoop dat ge ze kunt lezen. De groeten alvast van het thuisfront, Rita incluis.
Als men jong is heeft men geen enkel benul van wat men allemaal verondersteld wordt te doen, of te voldoen, om de wensen van de macht bezittende ouder te vervullen en dan later, na helemaal op zijn eentje door het leven te hebben geploegd, te ontdekken dat ge zelfs niet beseft wat ge allemaal gedaan hebt om hen die eigenzinnige pleziertjes te gunnen en ge, onder andere raadsels, nooit hebt begrepen wat juist Nonkel Filemon en nog minder, Tante Irmã (zuster, in het Portugees), hebben vertegenwoordigd in uw leeg leven.
Ik herinner me zelfs niet meer waar ze precies woonden (ergens in Oost- of West-Vlaanderen, wie weet Oostakker misschien, wat mij een gepaste naam blijkt te zijn), maar wel dat het zich om een typische zondagsuitstap betrof, ene keer per jaar (zoals het toen paste met afstanden groter dan tien kilometers), wanneer we vriendelijk uitgenodigd werden door onze allerliefste Papa rap op de achterste bank van de auto te kruipen met de bemoedigende woorden allez voorut, smerige duvel, nog niet uitgerust, toen, met veiligheidsgordels en airbags (dat was dan al de tweede keer geweest, datzelfde jaar, terwijl gedurende de eerste trip, naar Laarne, vermoed ik, de auto halsoverkop in de gracht was beland, nadat hij, onverwachts, een bruuske beweging had uitgevoerd, gelukkig zonder ernstige wonden te hebben veroorzaakt, niet in overweging genomen de blauwe bulten op mijn ezelskop), in zijne sjieke zwarte auto dus, met witte banden, eigenlijk uitsluitend bestemd voor de kindjes van de buren en andere geliefkoosde kennissen, waar we, met ons vijven of zessen (J. was toen al uit de klootzak van Fons geraakt?) moesten duwen en vechten om een degelijke plaats te kunnen veroveren.
Door de krampachtige en vast geklemde positie, wanneer alleen maar den oudsten zijn "Paul Anka's" hoofd, gebruik makend van zijne lange nek en zijn grote horens, zich boven de menigte kon uitstrekken en, door de ruit heen, van de voorbij schietende natuurschilderijen kon genieten, duurde het niet lang vooraleer Mama in de gaten kreeg dat we daar verse strognoff aan het prepareren waren en ons rap een papieren zakske overhandigde om er, den enen na den anderen, onze bijdrage in te depositeren.
Frankie had natuurlijk al lang zijn rechten doen gelden de eerste in de rij te zijn en er eerst gebruik van te maken, waarmee hij aanstalten maakte de zak in te huldigen en toen hij, die zak bedoel ik, bij D.ske geraakte, de bodem al doordrenkt was van de kots en de geurige inhoud (op rotte salami gelijkend) eruit begon te sijpelen op zijn kort matroosbroekje we bezaten allemaal zon eender matrooskostuumpje dat we alleen maar mochten gebruiken op speciale gelegenheden, zoals bijvoorbeeld op diene speciale zondag).
Terwijl ik, tot op dat ogenblik, alle pogingen had aangewend en erin geslaagd was het voortdurend opborrelende braaksel, elke keer opnieuw, terug in te slikken, terwijl geduldig mijn beurt afwachtend, werd het onmogelijk, in deze verschrikkelijke fase, verdere pogingen in die zin te blijven gebruiken en trachtte ik, verwoed, mijn opgezwollen hoofd door het venster te wringen om mijn eigen schoot niet te bevuilen. Het tragisch gevolg, nochtans, was dat Hilde en G.je, in de nabije omgeving, door de wapperende tegenwind, hun eigen braaksel moesten vermengen met mijn frisse lading, wat ons moeder verschillende keren deed uitschreeuwen: foert, foert.... en Nonkel Fons verwarde pogingen aanvatte, met zijn naar achteren zwaaiende rechterarm, meerdere muilperen uit te delen...
Toen we dan eindelijk toch ter plaatse arriveerden, aan een afgelegen woning in een eenzaam veldwegeltje, dat zelfs de onfeilbare Nonkel Fons vergeten had onmiddellijk te lokaliseren en waar de bel onmogelijk te vinden was, werden we allemaal uitgenodigd, door Fonske (ziede dat hij ons toch, af en toe, eens nodig had?) ferm in onze handjes te klappen om de Nonkel en de Tante wakker te schudden van hun zondagsdutje in de versleten sofa en meteen, rechtstreeks, naar de WC werden geloodst waar de stinkende plekken er verwoed werden uitgewreven, zonder opmerkbaar resultaat eigenlijk en daarna, eindelijk opgefrist, plaats mochten nemen aan de wankelende tafel, waar tante Irmã ons elk jaar opnieuw verraste met de overschot van de koekskes die ze het jaar ervoren ook weeral uit datzelfde metalen doosje, boven op de kleerkast bewaard, had weten te vissen en die sedertdien nog uitgedroogder bleken te zijn en nog heviger naar verteerde koekjes smaakten, vooral in overweging genomen dat ze toen al hun tweede verjaardag aan het vieren waren en Tante Irma ons er van overtuigde geen enkel stukske over te laten, zodat F. en ook D., de gehoorzaamste van de ploeg, eerst hun mond vol propten om dan vlug, weeral, de richting van de WC in te vluchten.
Wat ze nog niet gebraakt hadden in de auto, voltooiden ze daar, met alle eerbied en zonder daarover te reclameren. t Is daarom dat ze van Papa altijd op eerste plaats van de rij werden geplaatst.
Ik reken er op dat ze beiden, dat oud peetje en meetje, aan de familie van Nonkel Fons toebehoorden, die waarschijnlijk uit was op een wel verdiende erfenis, want ze bleken al lang ver over de negentig te zijn geraakt en hij zich waarschijnlijk besefte, toen al, dat hij zich moest haasten om die aanstrandende boot niet uit het oog te verliezen.
Ik voel me verplicht er hier aan toe te voegen dat ik daar, voor de eerste keer in mijn leven, in levend (riekend) contact ben gebracht met Franse parfum (die door Tante Irmã, uitbundig, rond gesprenkeld was geweest in de woonkamer, om de heersende geur van verdroogd braaksel ietwat te bestrijden), ook een stinkende boel vond ik, die ik me nu, op mijlafstand, herinner, iedere keer dat ik aan een nieuw oud koppel wordt voorgesteld.
Toen ik nog in de Vakschool studeerde (bij manier van spreken), in Roeselare, had ik een klasmakker die ik, op een zekere manier en in een zekere zin, verkoos boven alle andere. Hij woonde in een boerderij in de streek van Staden (veronderstel ik, maar ben er niet zeker van). Hij zag er zo verschrikkelijk gezond uit, met zijn voortdurend roosachtig gekleurde, bolle, wangen en een pittige neus, zodanig zelfs dat ik er jaloers van werd. Een zachtaardige jongen. Hij tierde niet, schold niemand uit, drong zich niet op, was er niet op uit de sterkste, de rapste of de slimste te zijn, vocht niet, speelde ook niet (of weinig) en leunde bijna voortdurend, alleen, tegen een muur, een paal, of ergens anders, in een hoek. En toch had hij niets weg van een onbeschaamde, of zelfs beschaamde, potter. Een rustige brave jongen met een ietwat hese stem, waarvan ik me de naam niet meer herinner. Een typisch stil water met een, waarschijnlijk, diepe grond. Ik had hem graag wel onder mijn beschermende vleugels willen brengen, maar daar streefde hij niet naar, blijkbaar ook omdat hij door niemand gestoord werd. Op den duur en verrast door de vaststelling dat hij niemand nodig had, of anders, absoluut geen behoefte voelde aan vriend- en gezelschap, besloot ik hem te ontwijken. Eigenaardig eigenlijk, mijn reactie, want hij heeft het waarschijnlijk zelfs nooit opgemerkt. Ik begrijp nog altijd niet juist waarom, maar vermoed dat het iets te maken had met oprechte bekommernis, vanwege mijn zijde alleszins.
Ik herinnerde mij deze mens toen ik te weten ben gekomen dat mijn zoon Rudo, enkele maanden vooraleer hij gestorven is (in een auto ongeluk), een vriend had veroverd die ik, op de begrafenis vast heb kunnen stellen, zo enorm veel op die oorspronkelijke jongen geleek. Praktisch hetzelfde fysisch en psychisch voorkomen, dezelfde manier van doen, rustig, zonder de aandacht te trekken, enfin, een waarlijke tweelingbroer, het verschil van leeftijd niet in achting genomen.
Ik vermoed dat de vriendschap die Rudo Jr. koesterde voor deze jongen in Rio, een gelijkaardig gevoelen teweeg had gebracht, dertig jaar eerder, in vergelijking met wat ikzelf had beleefd. En dat dat absoluut niets te maken had met homoseksuele neigingen. Daar ben ik nu van overtuigd, maar besef dat niet iedereen, waarschijnlijk, dat op dezelfde manier zal interpreteren.
Toch heb ik geweigerd zijn hand te drukken en eventueel uit te wijden over hun verhouding, op het Kerkhof, ná de begrafenis van mijn zoon, alhoewel hij me daar verschillende uren heeft staan opwachten, voor dat doel (veronderstel ik), ergens tegen een muur geleund, toen ik aanstalten maakte mij te verwijderen en hij zich discreet kwam voorstellen.
Ik heb hem, met een korte handbeweging, weg gewuifd...
Het was dan, volgens mijn bescheiden (voor)oordeel, te laat voor eender welke beschouwing en vertegenwoordigde geen enkele zin. Om eerlijk te zijn, ik heb zelfs nooit zijne naam willen weten.
Nu begrijp ik echter, beter, wat er in het hoofd van Rudo omging.
Op het werk in Rio had ik dagelijks noodzakelijk en professioneel contact met een wat oudere mens, Lelio C. Pinheiro, de nationale Import Manager die ook, zoals ik, alle dagen graag een dudu (een samensmelting van een cognac van het merk Dubar met, ik herinner me niet meer welke andere component, maar ook van Dubar), rond het middaguur, apprecieerde, in een cafeetje recht voor de firma. Op den duur was het gedoe met een vriendschappelijke en zelfs heilige verhouding te verwarren, want het was op die gelegenheden dat hij mij enkele van zijn (intieme?) geheimen, tussen twee slokken in, begon te onthullen.
Onze gemeenschappelijke directeur, met het oog op ons (voorbeeldig?) gedrag, t.o.v. de andere werknemers, twijfelde er niet aan ons op te zoeken, voor nadere verklaringen, op het moment we het gebouw terug binnen stapten. Onveranderlijk wendde hij zich eerst naar de oudste, mij de gelegenheid verstrekkend eens rap de WC in te glijden om er mijn mond grondig te reinigen en onveranderlijk, trok hij, na het antwoord ontvangen te hebben, een krampachtige tootte, terwijl hij zijn hand voor zijn neus waaide en de veroordeling uitsprak: wat een stank van bier, Lelio! Mijn vriend ontkende onmiddellijk de oorsprong van de stank, hem erop wijzend dat het zich om een onschuldig, kort, drankje betrof, zonder erbij te voegen dat het er eigenlijk twee op één rijtje waren geweest. De volgende keren wendde mijn collega verwoedde pogingen aan de gevraagde uitleg te verstrekken in één enkele teug, zonder adem te halen, of nog beter, de zinnen te trachten te prononceren door zijn samengeperste lippen heen, om vooral geen luchtbeweging te veroorzaken die hem opnieuw zou kunnen verraden, maar het was allemaal geen avance, men kon zijn adem rieken van op vijf meter afstand.
Alles met alles hebben we toch gene dag gemist in dat cafeetje, waar we voortdurend koddige verhaalkes oprakelden en waar hij me, op een zekere middag, heeft toevertrouwd dat hij, toen hij nog jong was, opgepakt was geweest door de Staatspolitie omdat hij toen aan een staking had deel genomen, in de vertrouwelijke functie van gecontracteerde burger, door het Amerikaans leger, waar hij als tolk een job had gevonden, in zijn oorspronkelijke geboortestad Natal, waar de Amerikanen over een luchtbasis beschikten (nog altijd), gebruikt gedurende de tweede wereldoorlog om van daaruit, zonder verdere tussenlandingen, aan het Afrikaans Continent te geraken, waar ze de Duitsers aan het bestrijden waren. De (geheime) Politie verdachte er hem van een communist te zijn, wat hij prompt ontkende en integendeel, absoluut verzekerde daar nooit zelfs geen goesting voor te hebben gevoeld (nu nog minder), maar die staking had niet geholpen zijn redenering te bewijzen. Hij zweerde dat ze hem enkele juist gemikte muilperen hadden toegediend, terwijl hij hardnekkig bleef ontkennen ooit kleine kindjes opgevreten te hebben. Sedertdien haatte hij alles wat maar enigszins met communisme betrekking had, maar toch tastte dat onze vriendschap niet al te erg aan. Ik moet bekennen dat ik hem maar één enkele keer als seu filho da puta heb uitgescholden (onder andere, daarvoor), maar ik heb dat nooit ne meer herhaald, want de tranen sprongen in zijn ogen terwijl hij het, daarna, over zijn moeder had...
Alhoewel zijn vrouw een gediplomeerde verpleegster was had ze nooit ne meer gewerkt, sedert ze met hem gehuwd was, ook omwille van het feit dat zijn wedde ruim voldoende was om het koppel, zonder kinderen, te onderhouden. Hij beweerde eens, op een regenachtige middag (wanneer de mensen wat dichter bij elkaar schuiven om het gezelliger te maken) en geheimzinnig rond glurend om er zeker van te zijn dat niemand ons aan het bespieden was, dat hij in feite alleen maar met haar getrouwd was om zich te wreken van zijn echte liefde, een blondje, waar hij stapelgek van was en dat hem verraden had met één van zijn beste vrienden, een communistisch gezinde intellectueel. Dat was ook de reden geweest van zijn verhuis vanuit Natal, waar hij toen nog woonde, naar Rio. Hij zwoor er zelfs bij dat hij onmiddellijk zou scheiden, dook ze eender waar op, om hun onderbroken liefde te hervatten, alhoewel er al bijna twintig jaren verlopen waren geweest.
Ik heb ooit eens gehoord dat twee mensen totaal verschillend zijn als ze besluiten het leven met elkaar te delen, maar hoe langer ze samen blijven, hoe meer ze op mekaar beginnen te gelijken. Feit is dat ze, na een korte maar hevige, ziekte is overleden. Hij is er nooit ne meer bovenop kunnen van geraken. Zij had, ik herinner me, een ware hekel aan arme mensen, vooral toen er enkele exemplaren zich juist voor haar appartementsgebouw hadden geïnstalleerd en zoals meestal, maar onvermijdelijk, ook daar hun behoeften, lichamelijke en seksuele, bot lieten vieren. Vooral één van die vrouwen ergerde haar uitermate, omdat ze zonder schaamte néér hurkte en de stroom liet vloeien, iedere keer haar man thuis arriveerde. Hij kon er eigenlijk niet naast kijken, beweerde hij, op die natte spleet, bedoelde hij.
Nog een ander oud koppel heb ik ontmoet in de Tertulia, een restaurant hier in Recife, recht voor het strand, waar ik een aandachtige toeschouwer was van al die bruine, naakte, lijven en de vele hoeren die daar als vliegen, op het dak van de buitenlandse toeristen vlogen, vooral als het Belgen waren (die ze al kenden van andere oorlogen), zoals Frederik en zijn troep, waarmee hij zijn eerste geslachtsziekte heeft opgeraapt. Ik had hem nochtans aangeraden, vooraf, wat citroensap op hun xerecas te druppelen, om hun reacties na te gaan (zie een toegepaste beschrijving, eerder in deze blog).
De man bleek al over de tachtig te zijn en de vrouw, amper over de vijftig, wat voor hem, blijkbaar, groen gras betekende. Het werd duidelijk, na enkele ontmoetingen, dat ze in hem aan het investeren was, want zijn kinderen (hij was weduwnaar), wilden absoluut niets met haar te maken hebben, maar ze plakte als een vlieg, opperde voortdurend seksuele suggesties, maar hij kon waarschijnlijk zijne piemel niet meer recht krijgen. Ze woonden, niettegenstaande haar alledaagse suggesties in de omgekeerde zin, in afzonderlijke appartementen en, om hem te bekoren, haalde ze hem alle dagen af aan zijn woning om een pintje, op zijn kosten, te gaan drinken en hem wijs te maken dat ze er op uit was nog meerdere kindjes te baren, van hem natuurlijk, waar hij niet in is gelopen. Vaststellend dat ze, als vrouw, geen onderwerpen genoeg uit haar mouw kon schudden, alle dagen, om hem geen goesting te verschaffen terug naar huis te keren, zat ze iedere keer meer en meer in mijn richting te wijzen, hem ervan overtuigend dat ze bezig was een nieuw vriendje voor hem op te scharrelen, zodat hij daar langer zou verblijven dan hij oorspronkelijk gepland had. Het werd mij onmogelijk deze aanwankelende nieuwe vriendschap te blijven negeren. Alhoewel hij moeilijkheden ondervond in een ferme, besliste, beweging recht te kruipen en kordaat weg te stappen, nam hij op zijn stoel altijd plaats zoals een echte overwinnaar, volledig recht en vertrouwend rond kijkend. We arriveerden daar altijd bijna op hetzelfde uur en van t één kwam t ander en op den duur wilden ze weten of ze aan mijn tafeltje mochten plaats nemen. Het is niet iets waar ik naar verlang of uit op ben, maar er zijn momenten in uw leven dat ge moet bezwijken aan een beleefde druk en uw argumenten opzij moet schuiven om niet onbeleefd te blijken.
Eigenaardig was het toen hij mij vaderachtig begon te behandelen en er mijn aandacht op trok dat ik ook recht in mijn stoel moest zitten. Hij beweerde met alle woorden dat een gebukt mens onmogelijk de aandacht trekt van het vrouwvolk in het algemeen, maar dat een mens, zelfs een oude, die recht zit en stapt, integendeel, onveranderlijk de bewonderende blikken zal ontvangen van alle mensen, maar vooral van de schone meiskes.
Ik heb zijn instructie niet gevolgd, want mijn mond is al helemaal scheef gegroeid van mijn oude pijp en daar is nu niets ne meer aan te veranderen, vooral ook, omdat mijn bedoeling nooit is geweest verse vis te vangen in mijn stamcaféss want daar kennen ze me al lang en het heeft geen zin het vlees proberen te eten waar men zijn brood verdient.
Over de post van gisteren nog, het is nodig te overwegen dat in een gemeenschap, van eender welk type, de overwinning van één, de overwinning is van allen. Ik kan me zo goed voorstellen hoeveel (talloze) keren J. en An, Elena naar de dansles hebben gebracht, hoeveel keren ze andere dingen eigenlijk van plan waren te verrichten, maar toch verkozen Elena op de eerste plaats in de rij te zetten, haar thuis, voortdurend, hebben bewonderd, haar hebben gade geslaan in al haar doeningen, haar hebben geïntensiveerd, beluisterd, raad gegeven, haar gevoelens hebben opgewakkerd, honderd keren hebben herhaald hoe schoon ze wel is, hoe lenig, hoe slim, hoe vastberaden, hoe vooruitstrevend... tot ze zichzelf eigenlijk ook echt belangrijk begon te vinden, bekwaam, beslist, vertrouwend en ze haar eigen grenzen verder begon te zetten dan die waar ze oorspronkelijk oordeelde mogelijk te zijn. Een succesrijk meisje, zonder daarvoor de preutsheid nu te verkiezen, boven de eenvoudigheid....
Het spektakel, dat ik nu al zes keren heb aanschouwd, heeft meer weg van een ballet dan van een dans en heeft me oprecht beroerd. Spijtig dat J. zoveel beefde terwijl hij filmde, maar ik weet precies hoe hij en An zich gevoeld moeten hebben. Kinderen zijn niets anders dan wat wij er zelf van maken en wij zullen, van de andere kant, hun levenslang voorbeeld blijven.
(Beschouwingen vanwege J.: We voelen ons echt bevoorrecht dat we zulke dochters hebben. Het is wel een beetje overdreven wat ge denkt over onze aanmoedigingen ten opzichte van Elena... Het enige wat we gedaan hebben is haar gezegd dat ze beter wat meer aan haar studies moest denken, en dat ze maar 1 avond meer naar de dansles mocht in plaats van drie keer, en dat ze maar 1 avond meer naar de gitaarles mocht in plaats van 2 keer per week. En toch heeft ze het gedaan gekregen om uit eigen initiatief mee te doen aan die wedstrijd, en op veertien dagen tijd dat dansje met zelf gekozen en samengestelde muziek in elkaar te steken, en er iedereen mee te verbazen. Natuurlijk moedigen wij haar aan, maar niet fanatiek. En ik moet zeggen, iedere keer dat ik haar zie en hoor gitaar spelen, zet ik me erbij om met veel plezier te luisteren, en ik denk dat dat haar nog meest stimuleert, weten dat er met veel plezier naar haar geluisterd wordt. Dat dansen hebben we eigenlijk maar gezien als ze er de eerste ronde mee won in Gent. En spijtig genoeg kwam ikzelf dan nog te laat zodat ik het pas op de grote finale heb kunnen zien. (dat filmpje van de finale heb ik dus niet gefilmd, wel dat wat ze de dag erna in de Kopergieterij heeft herhaald). Dus: zulke voorbeeldige ouders zijn we niet, maar wat wel waar is: Elena haalt het allemaal uit zichzelf, en heeft daar zelfs geen aanmoediging voor nodig. Het zit erin en het komt eruit. En ik vermoed dat dat bij Gleicy ook het geval is. Een karakter hebt ge van bij de geboorte, of zelfs van in de moederbuik. Daar kunt ge een beetje aan bijschaven om het in goede banen te leiden, of om de scherpe kantjes eraf te vijlen, maar een karakter veranderen kunt ge onmogelijk. En maar goed ook, anders krijgen we allemaal eenheidsworst. En, nee ik heb Elena nooit naar de dansles gevoerd (wel naar de gitaarles), ze is er altijd zelf met de fiets naartoe gegaan. Dus veel verdiensten hebben we hieraan niet, alleen fierheid, en verdomme bijna een hartstilstand op het ogenblik van de prijsuitreiking...)
Dat was het wat ik allemaal aan het bedenken en herinneren was gedurende onze terugkeer van een zondaguitstap, enkele maanden geleden. We waren ergens gestopt om iets te eten en te drinken (Ligia was thuis gebleven omdat ze zich niet passelijk had gevoeld) en waren vergezeld van Vitoria, Gleicy's jongste zuster, die we uitgenodigd hadden enkele dagen eerder, bij ons thuis door te brengen, vooral ook omdat haar stiefmoeder (of pleegmoeder?) haar hoe langer hoe meer aan het aframmelen was, haar voortdurend uitschold en er onlangs aan toegevoegd had dat ze er nu spijt over koesterde haar geadopteerd te hebben een pijnlijker kaakslag is onmogelijk. Ze is nu ook al tien jaar en door al diene aambras is ze terug in haar bed beginnen te pisschen, wat het nog moeilijker maakt. Ik had al ne keer getracht die moeder ervan te overtuigen mij haar dat kind af te staan, zodat ik voor haar opvoeding zou kunnen zorgen, maar ze beweerde dat Vitoria, onverlet van alles, haar toch beminde (ze, die moeder, is een beetje zoals G., ze vogelt niet, maar ze laat ook niemand anders vogelen). Ze wonen in een krotwoning, minder dan een meter weg van het aanstromend zeewater, als het hoog tij is. Ik begrijp niet waarom ze eigenlijk dat kind heeft willen adopteren. Ze (Vitoria) wordt vooral als "teef" uitgescholden.
Hun oudste zuster (nu bijna 19), die toen ook bij hen inwoonde, nadat ze besloten had terug te keren vanuit Sao Paulo, waar ik ze naar toe had gestuurd om daar een jaar bij de moeder van hun jongste broertje (daar geadopteerd) te verblijven, hadden we uitgenodigd het weekeinde bij ons door te brengen, want ze waren letterlijk (het oudste zusje en de moeder van Vitoria) "handtastelijk" geweest omdat ze het niet meer kon opkroppen haar jonger zustertje mishandeld te zien worden.
Voor het onderhoud van dat oudste zusje help ik die "moeder" financieel en dat was de reden geweest waarom ze, nog niet, de deur was uit gewezen, maar ik heb er voortdurend en ferm op aangedrongen dat ze, terwijl ze nog studeert (ze is nu eindelijk in het middelbaar onderwijs geraakt), ook voor haar eigen inkomen verantwoordelijk moet zijn (ze werkt momenteel als haarkapper en manicure).
Het leven is een strijd, of had ik dat nog niet eerder verwittigd?!
Rap nog ne keer over ons "toekomstig" tweede dochtertje.
Ge zult wel begrijpen dat ik, zoals alle vooruitstrevende vaders, bezorgd ben over de toekomst en de uitbreiding van mijn uiterst klein familietje. Het wordt dringend daar iets aan te verhelpen. Ligia hoopt nog altijd dat onze volgende poging kinderen, door kunstmatige bevruchting, te verwekken, succesvol zal zijn, maar men moet vermijden al de bestaande "troemphen" (is dat juist geschreven?) op één paard te gokken. We zijn van plan onze dokter hier nogmaals (de vijfde keer al) te raadplegen en zullen, op zijn verzoek, zeker weeral een complete batterij examens moeten ondergaan, om de bevruchting mogelijk te maken.
Nochtans hebben we, tegelijkertijd en zoals eerder al eens vermeld, de voorzorgen genomen een ander meisje te adopteren. Liefst een compleet zwart. Om mijn voorkeur voor eens en voor altijd duidelijk te maken. En daarna nog eentje. Eender welke kleur. En dan kan ik gelijkspel spelen met J., mijn jongste broer, die ook met drie kinderen is gezegend (bij mannier van spreken, natuurlijk). t Ene is nog liever dan t andere en ze zijn, alle drie, met de kunstmicrobe besmet (ook bij manier van spreken, weeral), zoals het past in onze familie (ik ben nog altijd aan het pogen beslag te leggen op enkele van de tientallen schilderijen, geproduceerd door mijn tante Georgine). Één van hen, Elena, bezit een speciale voorkeur voor muziek en dans (zie hieronder de prachtige en emotionele voorstelling van de finale van de Kunstbende 2008).
http://nl.youtube.com/watch?v=BF7cOpCCnfs
en
http://nl.youtube.com/watch?v=2JfmNomT5NY
Ik begrijp dat het een beetje onethisch is, maar tja, ge kent dat, de nieuwsgierigheid is één van die ziekten die zo verschrikkelijk jeuken en tegenwoordig, net zoals vroeger tenandere, heb ik er geen enkele belangstelling in als een heilig mens bestempeld te worden (ik verkies nen geiligen te zijn), eens dat ze mijn hielen, voor de laatste keer, tegen elkaar zullen persen.
We hadden, ons drieën, nadat we alle nodige documenten hadden verzameld, ingevuld en voorgelegd aan de kinderrechter, in Recife, op een bepaald ogenblik en op ons eigen initiatief, een ander weeshuis bezocht, waar men voor kindjes zorgt die daar nog maar pas, na hun geboorte, waren beland en daar, meestal, tot en met hun twee/drie jaar verblijven en onmiddellijk toen we daar binnen waren gestapt er ons een zwart meiske in het gezicht viel, ik schat een beetje minder dan twee misschien, dat alleen op een bankje, aan het staren was naar de andere, spelende, kindjes daar en waar ze praktisch niet vanaf is gekomen (van dat bankje bedoel ik), tót we vertrokken zijn. Zijzelf heeft ons geen enkele blik gegund, maar ik moet eerlijk bekennen dat ik er mijn ogen niet wég van heb kunnen slaan. De aanwezige sociale assistenten en verzorgsters zijn echter strikt verboden inlichtingen te verstrekken over gelijk welk, daar aanwezig, kindje (terwijl ze zelf ook een verklaring hebben moeten ondertekenen, dat ze nooit van plan zullen zijn één van die kindjes te adopteren, vooraleer ze definitief aangeworven konden worden) aan eventuele bezoekers, zodat ik er bijna niets van te weten ben gekomen. Blijkbaar is haar juridische toestand nog niet opgelost en waarschijnlijk is ze nog niet vrij voor adoptie.
De kindjes daar allemaal verzameld (misschien dertig/veertig), kunnen zowel echte wezen zijn, of zowel heeft het gerecht hun biologische moeder of vader, of alle twee samen, wegens seksueel misbruik, of ander lichamelijk of geestelijk geweld, hun oudersheidrecht ontnomen, maar is hun dossier nog niet beeindigd, of zowel zijn ze aan het uitzien naar eventuele andere familieleden die de ouders zouden kunnen vervangen, of ik weet niet wat nog allemaal.
Feit is dat wij hier nu zitten te hopen op de toewijzing van Lara (zoals ze genoemd wordt), maar dat kan eventueel nog lang duren, of zowel krijgen we misschien zelfs nog een ander meisje...
Enfin, men moet, zoals altijd immers, geduld hebben. Ik herinner mij een spreekwoord, in die zin, dat beweert dat een West-Vlaming, om succes te hebben in het leven, over twee gaven moet beschikken: geduld en ironie.
Over geduld dus, ik respecteer de enorme doorzettingskracht van mijn vrouw (ik zelf heb, gedurende twaalf jaar, Frans geleerd en ik versta er nog altijd geen kloten van). Zij, mijn vrouw dus, is nu al meer dan twintig jaar Engels aan het studeren, twee/drie keren per week plus thuis, haar huiswerk en als ge haar nu vraagt "How are you?", is ze bekwaam te antwoorden: "What?".
Over ironie, als voorbeeld kan ik gebruiken dat er enorm veel woorden in het Portugees bestaan die niet vermeld staan in de officiële woordenboeken (dat zal wel eender zijn in alle andere talen). Één ervan heb ik al meerdere keren gebruikt in deze blog, maar de lezers hebben, totnogtoe, de kans niet gegrepen te vragen wat het woord "pifaro" betekent. Ik zou dan geantwoord hebben dat "pifaro" het lokaal gebruikt woord is voor die "slappe ring" waaruit somtijds een lange "piiiifff" ontsnapt, vanachteren, aan uw onderrug, vooral bij de wat oudere vrouwen en gij zo, beledigd, mij een les zoudt willen gegeven hebben, om de moraal niet te verliezen, maar wat ge dan toch niet gedaan had, omdat uwen frank niet op tijd was gevallen en er later toch nog wel ne keer op terug zoudt durven gekomen zijn, om verdere uitleg te verkrijgen, waarop ik dan naar uw versleten "knopgat" in uw hemd zou gewezen hebben (de eerste keren schuift de knop er nogal wat haperig in, maar hoe meer het gat gebruikt wordt, hoe gemakkelijker de knop erin glijdt, tot hij er zelfs niet meer in wil blijven) en gij dan zoudt overwogen hebben dat het somtijds beter is uw nieuwsgierigheid te bedwingen, of beter nog, de gelegenheid had verloren uwe mond toe te knijpen, zodat de vliegen er niet meer in kunnen vliegen en dat men vooral moet oppassen op die verleidelijke uitnodigingen te reageren, vooral als die van een "Van Leuven" komen, die altijd méér dan één bedoeling hebben, enzovoort...
Jaja, intussen zijn we goed thuis geraakt, na nog enkele dagen in Lissabon, zoals een troep dwazen, rond getjoold te hebben. De reis zelf en ons verblijf in Europa zijn nochtans perfect verlopen.
Om met de deur direct in het huis te vallen moet ik bekennen dat ik eigenlijk verschrikkelijk geïnteresseerd ben om het vervolg te weten over dat avondje, daar bij G., waarover ge geschreven hebt. Het schijnt dat hij regelmatig en van langs om méér, pornografische filmpjes produceert van zijn seksuele uitspattingen, waarvoor hij zichzelf een hele reeks voorwerpen (vooral, in Sluis, in Holland) heeft aangeschaft, onder andere, meerdere rubberen penissen en ook elektrische vibrators, die hij (ietwat beschaamd) verbergt in het schof van zijn nachttafeltje. Volgens betrouwbare bron zit dat schof nu praktisch vast geklemd, zo stropvol het is. Ik stel voor dat ge dat nekeer heimelijk onderzoekt en mij dat later bevestigt, want dat zal mij dan toelaten op zijn dak te zitten voor enkele maanden.
Op dit moment ben ik bereid verschillende Euros uit te betalen voor iedere bewijzende en verklarende foto, alhoewel het belangrijk is en zelfs noodzakelijk, dat ook zijn aangezicht er, tegelijkertijd, op verschijnt, zodat ontkennen moeilijker wordt.
(Het is hier gepast te vermelden dat in Brazilië de schuld van een rijke mens praktisch onmogelijk te bewijzen is. Heeft hij zelfs een verklaring ondertekent in die zin, vooraleer hij van gedacht is veranderd, dan zal hij, in de eerste instantie, weliswaar, veroordeelt worden; in de tweede echter onschuldig verklaard worden en in de derde zal diegene die voor het papier gezorgd heeft, waar de schuldbekentenis op geschreven is geweest, officieel beschuldigd worden diezelfde misdaad bedreven te hebben. Hetzelfde geldt voor filmopnames, ondertekende ontvangstbewijzen en afgeluisterde telefoongesprekken, allemaal niets waard, in de hogere instanties. In compensatie, een vader van een arme familie die twee eieren gestolen heeft in de supermarkt, om de honger van zijn kinderen te stillen, zal daar op zijn minst drie maanden gevangen voor zitten. De hoogste afgevaardigden van het gerecht zijn blijkbaar ook de meest corrupte en alles wijst erop dat ze effectief toebehoren aan de Braziliaanse mafia-elite)
Die foto's kan ik dan ook op mijn "site" publiceren, zodat, iedere keer dat iemand er op klikt, ik er een halve dollar rijker van wordt. In overweging genomen de hoeveelheid nieuwsgierige mensen, vooral in Gent en Avelgem, die G. in zijne bloten zullen willen appreciëren, ben ik er absoluut zeker van dat mijn aanvankelijke investering, in weinig tijd, aanzienlijke interesten zal produceren.
Als reden van deze plotselinge uitbarsting van onbeheersbare lust op wraak, mag ik aanwenden dat hij mijn keelgat toe heeft gesnoerd met zijn recente maatloze opmerkingen. Ze geraakten dieper, daar in mijn hart, dan ooit tevoren. Ik beken dat ik enkele krampachtige toten heb moeten verbergen om mijn ontreddering en ontgoocheling niet te verraden. En toch was ik alleen thuis. Lígia was voor enkele weken naar Sao Luis vertrokken om daar haar zieke ouders een riem onder het hart te schuiven en tezelfdertijd te profiteren van een verdiende vakantie die ze dringend nodig had, na een jaar lang in ons lekker nestje verbleven te hebben. Het koor, de vriendinnen, het strand, de Shopping, winkelen, vrijheid... in 't kort, weg van Rudo, nieuwe energie opstapelen, vermageren en rond tjolen..
Mijn opinie is dat een mens, in dat opzicht, altijd moet relativeren. Zelfs mijn vrouw, een overtuigd en pratikerend katholiek wezen, deinst er niet voor terug met mijn kloten te zitten spelen terwijl ze aandachtig luistert naar de preek van de paster op de katholieke radio uitzender. Tenandere, dat doet ze ook als ze met haar beste vriendin aan het kletsen is, over koetjes en kalfjes, aan de telefoon. Het verstrekt mij elke keer een onverklaarbare goesting recht te staan, haar benen op te tillen aan de enkels, zoals de handvatten van een kruiwagentje en haar klapperende kaken te gebruiken als een grasmachientje, of misschien zelfs als een stofzuiger(?) om er zo het tapijt van de slaapkamer mee schoon te snoeien.
Over die geheime voorkeuren gesproken, hier beneden volgt een foto van Nonkel Marcel in zijn prille kinderjaren, getrokken door Tante Georgine, die er daarna nooit ne meer bovenop is van gekomen. Deze foto heb ik gevonden in een versleten schoenendoos van Tante Denise, achter de deur van de WC, dicht bij de keuken van Pépé, waar men de "plons" hoorde luiden elke keer de bom uit het gat ontsnapte.
Het is waar, somtijds zit ik hier verschillende minuten naar de juiste woorden te zoeken en de manier waarop ze juist geformuleerd moeten worden. Dat herinnert mij aan een collega van het werk, die alhoewel kantoorchef, niet helemaal perfect de Portugese taal beheerste. Zo is het ene keer gebeurd dat, toen hij zijn secretaresse riep om een brief te dicteren en zij vlijtig bezig was geweest alles nauwkeurig te annoteren, tot op het ogenblik dat ze hem twijfelend raadpleegde over de juiste manier waarop het woord sexta moest geschreven worden: hij had haar gevraagd de volgende zin op te schrijven: zoals afgesproken, ik bevestig dat onze vergadering geprogrammeerd is voor volgende sexta-feira (vrijdag). Ze vroeg of dat woord sexta, met een s (sesta) was of zowel met een xc (sexcta). Hij richtte zijn blik denkend naar het plafond, draaide zijn stylo verschillende keren tussen zijn vingers en beval haar de datum van de vergadering te veranderen naar: de volgende quinta-feira (donderdag)...
Ga nu maar, met zon lawijt in uw oren, gaan slapen.
Nú we toch over Noord-Amerikanen bezig zijn mag ik niet vergeten te vermelden dat ze zichzelf bijna allemaal tot op het niveau "helden" hebben bevorderd, vanwege hun fantastische nood om zó, door ons, gewone stervelingen van de rest van de wereld, aanbeden te worden.
Het betreft zich meestal om bloeddorstige mensen met blauwe ogen, platte poepen en grote borsten, met een niet te verwarren liefde die ze, vanaf hun prille jeugdjaren, koesteren voor alle vreemdelingen in het algemeen, maar in het bijzonder voor deze van Latijnse en Oosterse afkomst, die ze liefkozend als "vuil" bestempelen, terwijl ze een duidelijke afkeer hebben voor alles wat maar enigszins naar geweld stinkt, zoals conflicten, revoluties, onafhankelijkheidsbewegingen, rellen, opstanden, grondbetwisting en dergelijke, in hun eigen land, wel te verstaan, maar absolute voorstanders zijn van diezelfde soort betwistingen in het land van de anderen, aan de andere kant van de wereld en hun eigen voorlaatste strijd, op dat gebied, is geeindigd toen de woeste Indianen resoluut weigerden hun jachtgebied vrijwillig aan hen af te staan en die ze dan met moed en zelfzekerheid definitief hebben weten te verslaan (gemakkelijk eigenlijk; kogels # pijlen); dan nog één enkele keer dicht tegen hun grondgebied, tegen de Mexicanen en weeral gewonnen (op één been, want 't waren praktisch allemaal dronkaards en dieven), vervolgens vertrekkend naar Europa en Azie, tegen de Duitsers en de Japanners en terug gewonnen (met grote onderscheiding, want een atoombommeke hier en een ander daar, helpt, is het niet?), tegen de Koreanen en de Vietnamieten (wat kunde allemaal niet doen met wat napalm bommekes in uw arsenaal, hé?), alle Communisten, die goddeloze beesten, verspreidt over de gehele wereld en die dagelijks, als lievelingsgerecht, meerdere kindjes opvreten, de Iranianen en hun stomme Ayatollahs, vooral dienen Khomeneini, plus nu recenter, diene deugniet Ahmadinejad, de Irakianen en Husseinen, de Libanesen en Kadhafies, de Slovaken en Milosowiszen, de Bosniër's niet vergeten, de Afghanistanezen en de Talibans (vooral Bin, diene smeerlap), die Palestijnen met hun oude Arafats, Castro in Cuba, Noriega in Panama, Ortega in Nicaragua, Chávez met zijn Venezuela, Correa en zijn Equator, Morales in Bolivia, Pyiungpong met zijn Noord-Korea, Putin en Rusland, om niet te spreken van de Martianen en de oorlogen tussen de sterren, plus alle nationale, internationale en inter-"sterren" terroristen, allemaal bedreigd en bezet door de Noord-Amerikanen, met hun oneindig veel en verschillende soorten missils en bommen, de ene indrukwekkender dan de andere, bekwaam veel meer mensen in ene keer te doen ontploffen dan die van de vorige generatie, met chirurgische nauwkeurigheid, allemaal télé-geleid door schone blanke mensen, met edele wezens, getaand door de blakende zon, achter het commando van supersnelle vliegtuigen, met een "Hollywood" sigaret in één kant van de niet te vermurwen strakke mond en een flesje Coca Cola in handbereik, alletwee met de duidelijke smaak van de overwinning, twintig kilometer boven de grond, waar gene enkele steen of revolverschot hen kan bereiken; ware helden dus, die soms de ene of de andere keer, maar nooit minder dan tachtig percent van de keren, het doelwit (niet groter dan 1,50 m) missen, wat wetenschappelijk als "collaterale effecten" wordt genoemd (om het niveau van het algemeen begrip niet te verminderen), meestal gedurende verdachte huwelijksfeesten, wanneer per ongeluk enkele terroristische kindjes het onderspit moeten delven, samen met hun respectieve moeders, toch zonder belangrijke toekomstplannen en die altijd aandringen op het verkeerde moment op de verkeerde plaats rond te staan huppelen, maar die in alle geval toch geen enkele reden bezitten om verder te blijven bestaan en zo, niet alleen hun eigen land, maar de gehele wereld, aan het redden zijn, niet voor het geld of de olie, natuurlijk niet, maar omdat ze dat ideaal nastreven, van kleinsaf aan, toen ze er al gewend aan waren, onder de leiding van de ene of de andere dubbeyou, allemaal intelligente koeboys, de doodstraf, zonder enige blijk van medelijden, niet alleen goed te keuren maar ze ook openbaar te bevorderen, voor de oneindig veel liefhebbers (praktisch 60 % van de bevolking) die rekenen op een extra spektakel, ondermeer "live" op de TV, vooral op de zondagen, na hun geestelijke plicht vervuld te hebben, voorafgegaan door enkele uren "waterboarding" van de verdachten, om zo hun uitspattingen van alomheersende macht te kunnen bewijzen, vooral aan enkele leiders van de verre onderontwikkelde landen, die praktisch nog in de "steen"-tijd leven en die ze weten te overtuigen bereid te zijn een lading bommen, waarvan de geldigheidsdatum toch al dichtbij is, op de stommekoppen van hun eigen bevolking te doen dreunen, terwijl ze hun redders, met stijve nekken, bewonderend aanstaren, want zij zijn niet echt blank en Jezus was duidelijk een uiterst blanke, hun riemen nog wat verder aanspannend en er niet over twijfelend dat één triljoen dollars, die ze zopas hebben kunnen sparen door hun armste, lelijkste, ziekste en domste inwoners (nooit méér dan dertig percent van de gehele massa) wat vroeger naar het graf te sturen, onder de vorm van interest, gerekend over het totaal van de financiële hulp die ze vroeger opgezonden hebben om te vermeiden dat ze hun machinekes zeker niet van de communisten zouden kopen, over te hevelen, via internet, wat hun schuld bijna nog niet aflost, niet gesproken van de originele waarde van de lening, wat ze later wel eens zullen afrekenen, vooral als ze toelaten dat er daar weeral twijfelachtige hoofden opduiken....
Ziezoo, van helden hebben wij niets. En spreek er niet meer van. Het wordt, tenandere, hoog tijd dat ge van kanaal verandert.
Schuchtere verdediging op de voortdurende aanvallen van G.
Ik weet niet of het de moeite waard is op al die verschrikkelijke mail's te antwoorden.
Van de ene kant ben ik ervan overtuigd dat ge de helft van uw slobberige dagen in een complete staat van verdachte dronkenschap doorbrengt (zoals het past aan alle gefrustreerde kunstenaars), terwijl, gedurende de andere helft, als ge dus nuchter zijt, ge nog altijd aan diezelfde staat van "onverantwoordelijke-puber" blijft haperen, zonder bekwaam te zijn een glimpje van gezond verstand op te rakelen... zoals ik al honderd keren eerder heb geschreven.
Ik zal niet beweren dat de eenzaamheid, die ge dagelijks moet trotseren, alleen en op zichzelf, de oorzaak is van uw situatie, want ge zijt altijd pervers geweest, maar dat dat heeft geholpen de toestand te verergeren, dat heeft het.
Het is ongelooflijk, uw capaciteit ne hele hoop losse zinnen, elk met één enkel (on)belangrijk sleutel-woordje (in uw opvatting) uit te braken, zonder ze eerst (de woorden) te bedenken, te overwegen, rond te draaien in uw mond, net alsof ge van een lekker wijntje aan het proeven zijt, om er wel degelijk de juiste betekenis en de waarde van te schatten, te overwegen of ze eigenlijk wel toepasselijk zijn, te analyseren of ze wel geschreven zijn geweest met de bedoeling "een boodschap over te hevelen" of, integendeel, helemaal geen inhoud bezitten en geformuleerd worden met het uitsluitend doel een mens te shockeren.
Probeer toch ene keer in uw leven met mij overeen te komen en beken dat er geen enkele draad van redenering in uw teksten te volgen is, gevormd door kleine totaal onafhankelijke zinnetjes, die plots in uw hoofd schieten en die ge er tezelfdertijd uitspuwt, of, alleen maar ne hele hoop losse woorden op een rijtje zet, die ge zonder aarzelen de pot ingooit, het deksel er op legt, er ne keer goed aan schudt, terwijl ze aan het koken zijn, met de bedoeling ze zodanig onder elkaar te vermengen dat er een hutsepot geschapen wordt en dan verwacht dat er daar een verstaanbare tekst, met reden en boodschap, uit zal vloeien.
Men beweert hier in Brazilië (toepasselijk in uw geval) dat: "ele fala pouco, mas em compensação, ele diz muitas bobagens", wat letterlijk vertaald kan worden als: "hij spreekt weinig, maar in compensatie, hij zegt veel onzin.."
Let ne keer op de volgende reeks kleine zinnetjes, allemaal negatief (of met een negatieve bedoeling), die ge in uw laatste e-mail gebruikt hebt, over uzelf en over mij:
"Ik ben een beelddenker (zever); beelddenkers kunnen 32 beelden per seconde zien (nog grotere zever); ik kan iemand met één zin neerslaan (grootste zever); ik zie 10 keer meer per seconde dan gij (zever); ge zijd een halve homo (nog grotere zever); ik denk dat gij daar geen talent voor hebt (zever); het enige wat gij kunt voortbrengen is de slogan: het leven is een strijd (gene zever); maar neem dat Gleicy gekwetst wordt, dat gebeurt veel in judo, dan is ze al de aandacht en energie van haar vader kwijt (allergrootste zever); zorg er vooral voor dat ge haar niet als uw uithangbord gebruikt (grote zever); ge zijt hopeloos depressief (over diene zever zal ik apart antwoorden); uw wereldje is nog een vierkante centimeter groot (zever); gij probeert uw territorium uit te breiden door Gleicy en haar talenten (nog grotere zever); ge moet oppassen of gij wordt een parasiet op een menselijk wezen (de grootste zever aller tijden); gij stond met foto en al in de krant omdat ge een kind geadopteerd hebt, tja, was het dan over u dat het ging, of over dat kind (wat ne hele hoop zever, allemaal samen); 't Is precies of Uw leven is gelukt, als dat kind lukt (gene zever, pure waarheid, hoe hebt ge dat geraden?); ge hebt nu voldoende gedevalueerde dollars (zever); ga eens in therapie bij een psychiater (nog grotere zever); ik zeg het: ge zijt depressief (ge dringt aan hé, maar t' blijft zever); het zal niet lang nemeer duren vooraleer uw vrouw en kind zullen zeggen: het is tijd dat den ouwen dood gaat, zodat we ons goesting kunnen doen met zijn geld (nog grotere zever, maar 't is niet onmogelijk); ik zie 32 beelden per seconde hé (ik weet het al, maar 't blijft nog altijd zever); ik ben mediamiek (grote zever en waanzin), en gij zijt ziek (dat hoopt gij natuurlijk en dat alleen al is genoeg om u rechtstreeks naar de hel te wensen, eens het zover is)..."
Zeg ne keer eerlijk: wat denkt ge zelf over al diene dwaze onzin?
Over Napoleon, ge hebt natuurlijk niet verstaan wat ik bedoelde. Ik heb nooit interesse gehad over wat hij gedaan heeft of gelaten heeft te doen. Wat er mij altijd geïntrigeerd heeft over hem is dat verhaaltje dat ze er bij gesleurd hebben om hem belachelijk te maken en dat over de gehele wereld bekend is. Wie heeft dat uitgevonden en met welk doel?
Uwen uitleg over de Heilige Geest is zuivere zever, natuurlijk. 't Is daarom dat ik het gepast vond onze lieve, aanhankelijke en oudere broers niet meer te kopiëren.
Wat bedoelt ge eigenlijk als ge beweert dat ge iemand met één zin kunt verslaan?? Hoezo, op welk gebied? Door mij te verzekeren, bijvoorbeeld, dat ik een halve homo ben (zoals een vrouw die half zwanger is)? Zeg ne keer eerlijk: waarde gij, of waarde gij niet dronken, toen ge dat geschreven hebt? Gewoonweg belachelijk.
Ik zou ook graag weleens willen weten waarom gij me altijd zoveel raad wilt geven en voorspellingen wilt maken over mijn toekomst en die van mijn nageslacht. Ik heb daar toch nooit om gevraagd zeker en ik heb mezelf ook nog niet betrapt raad aan u te willen geven. Denkte gij, oprecht, dat ik mijne plan niet kan trekken? Hier zeggen ze het volgende daarover: "Se conselho fosse bom, nao seria dado, seria vendido", wat neerkomt op: "moest een raad goed zijn, men zou hem niet geven, men zou hem verkopen".
Maar laat ons terug keren naar serieuze onderwerpen.
Eerst en vooral, kinderen adopteren: De adoptie van Gleicy was wel degelijk een poging, Rudo Jr. te vervangen en tot mijn complete verrassing is dat volledig gelukt. Ik weet niet goed of gij wel perfect begrijpt wat "liefde" is. Wat ik voor Gleicy voel is zuivere en pure liefde. Zoals ik die ook voel voor Ligia. Ik moet er hier onmiddellijk aan toevoegen, u perfect kennende, dat het zich niet betreft om een "zieke" liefde. Dat is, natuurlijk, om te vermeiden dat gij, in uw volgende post, insinueert, dat ik niet alleen een halve homo ben, maar ook een gehele pedofiel. Ik begrijp volmaakt wat liefde is en deel er meer uit dan ik ontvang, van beiden. Een mens die iemand bemint is voortdurend bekommerd over alles wat die persoon betreft: zijn gezondheid, veiligheid, opvoeding, comfort, toekomst en zelfstandigheid. En wat vraagt men, als vergoeding, terug? Weinig eigenlijk: alleen maar "inspanning".
Ik zal het volgende zeggen, om het gemakkelijker voor u te maken, juist te begrijpen wat liefde is: ik verkies dat elke ernstige ziekte mij eerst aantast dan één van hen. Dan zult gij natuurlijk onmiddellijk antwoorden dat ik deze optie verkies omdat ik te laf ben hun lijden méé te leven. Juist. Ik ben daar te laf voor. Één punt voor u.
(Ik kan hier niet nalaten een ode te brengen aan An, de vrouw van J.. Hoeveel keren heb ik ze gezien, één kind in de korf van voren op haar fiets, één kind vanachter op het passagierszitje en het derde, op haar rug, op weg naar school? In regen, sneeuw en wind. Het zuivere beeld van de oprechte liefde, die geen grenzen kent. Ik probeer hier, met Gleicy, haar (An's), lessen te volgen.)
Gelijkaardige commentaar geldt, in de veronderstelling dat één van hen, of beiden, gelukkiger beweren te zijn met iemand anders, dan eventueel met mij. Ik zal hen, met alle middelen, trachten te overtuigen dat ik nog steeds de beste optie ben, maar moesten ze mij, alle twee zweren dat ik gebuisd ben in mijn opdracht, dan verkies ik alleen verder te ploegen. Zonder haat. Moorden en zelfmoorden, gepleegd uit liefde, zijn NIET te verantwoorden en de daders zullen rechtstreeks naar de hel vertrekken (dat, voor de mensen die in de hemel en de hel geloven).
Mijn zogezegde depressie: Ik kan u verzekeren dat ik niet de gelukkigste mens van de wereld ben, maar ik ben ook niet de ongelukkigste! Heel waarschijnlijk heb ik zelfs genoeg geluk samen gescharreld om er een deel aan u te kunnen schenken. Ik heb veel stoten in mijn buik in gecasseerd, van jongsaf aan en heb daar nooit speciaal over geklaagd. Ik heb mijn eigen leven in mijn eigen handen genomen en heb er het beste van gemaakt, wat enigszins mogelijk was te maken, zonder hulp van eender wie.
Om al mijn herinneringen niet met mij mee te nemen naar het graf, heb ik besloten deze blog te schrijven (mijn eerste idee was een boek, maar een blog past zich beter aan, aan mijn bedoeling). Ik beschrijf alles wat enigszins mijn aandacht heeft getrokken en in staat is geweest mijzelf te doen glimlachen (meerdere keren heb ik zelfs echt hard moeten lachen terwijl ik aan het schrijven, of zelfs iets aan het herlezen, was) of zowel mij verplichtte, een traan, stiekem, weg te vegen (het is hier aangepast te verhullen dat ik méér keren heb geweend van de vreugde dan van het verdriet) en het gevolg is dat er een beetje van alles in staat. Eerlijk en zonder leugens. Realistisch.
En nu vindt gij het nodig daar enkele passages van uit te vissen en ze te bestempelen als "onbelangrijk". Dat was ook de bedoeling, hé! 't Zijn allemaal onbelangrijke anekdoten. De meest belangrijke heb ik er (nog) niet in gezet. Één voorbeeld daarvan: toen gij in Rio De Janeiro gepland was te arriveren, in April 2001, had ik Rudo Jr. gevraagd u op te gaan halen aan de luchthaven. Verbaasd heb ik hem echter wat tegen voelen stribbelen, maar, na een beetje aandringen heeft hij dan toch toe gestemd. Hij had me echter niet gewaarschuwd dat hij op dat uur, het uur van uw aankomst, van plan was geweest naar Belo Horizonte te vertrekken en in plaats van om zes uur 's avonds te reizen, is hij om middernacht vertrokken, na zijn familieplicht vervuld te hebben. Ik zou wel ne keer graag willen geweten hebben, van uw "mediamieke - vriendinnen" of hij daar toch geraakt zou zijn, had hij zes uren vroeger kunnen vertrekken...
Wat me voortdurend door schemert uit uw commentaar is, dat ge die nijd en jaloersheid, die ge vroeger al bezat, nooit ne meer kwijt zijt geraakt. Eigenaardig is dat gij nooit iets positiefs weet te zeggen over F., Hilde, D. en ik. Altijd maar diene zelfde, terugkerende, nijd. Stopt daarmee G., een mens wordt niet groter door de anderen te verminderen. En ook die alomheersende goesting om polemisch te zijn, met de bedoeling de aandacht te trekken, vergeet dat. Hoe eenvoudiger hoe beter.
Dat ge mij "depressief" aan het vinden zijt is toch wel echt belangrijk voor mij. Dat wil zeggen dat ge mij nauwkeurig aan het gade slaan bent om uzelf in de spiegel te herkennen. Goed zo, nog één punt voor u.
En dan moeten vaststellen, in de laatste zin van uw mail, dat ik ziek ben, tja, daar ben ik nog niet zo zeker van, maar in alle geval, ge moet ook gene "mediamiek" zijn om dat uit mijn teksten te kunnen "pluizen" hé. Misschien zijde gij ook ziek! Wie weet? En als 't komt, kan't ineens rap gaan, hé, voor ons beiden....
(Er ne keer goed kunnen mee lachen is toch een reuze geneesmiddel, vindt ge niet?)
Over "mediamieke" mensen gesproken, nog ne keer, herinnert ge u dat ons Hildeke daar ook zo ontzettend veel in geloofde? Het schijnt dat ze al lang aan het trachten is met u op dezelfde golflengte te geraken, om over 't één en 't ander te kunnen... uitwijden... laat het ons zó uítdrukken en waarvoor ze, in 't leven, gene tijd en gene gelegenheid heeft gehad, dat schaap. Zo is ze er niet in gelukt haar ziel, bij u, te reinigen, waar Mama, God zij dank, wél is in geslaagd, vooraleer ze "beslist" heeft te stoppen met ademen.
Op dat gebied, heeft Mama toch wel geluk gehad, vindt ge niet? Die drie maanden wachten hebben uiteindelijk gecompenseerd.
Voelde gij ook een beetje diene "karma" aan uw vel peuteren? Dat jeukt verschrikkelijk hé, om eerlijk te zijn?
Terwijl ge denkt aan een gepast antwoord, speciaal bedoeld om te bewijzen dat "wie de dolk gebruikt, met de sabel zal gekwetst worden" (daarom gebruikte ik, als Kapitein van mijn schip, een sabel in onze zandbak, in Rumbeke, terwijl ik J., de aanvallende piraat, met een dolk voorzag), moet ik, intussen, iets dringends kwijt:
Ik bemin mijn familie, mijn vrouw en mijn dochter en ik zal proberen, mijn volgende dochter, ook zoveel te beminnen.
Eens een mens wat ouder begint te worden komt er zich, elke week, een nieuwe pijn voegen bij de vorige. Ene keer dat ge de vijftig voorbij zijt geschreden moet men aandacht besteden aan uw longen hier, uw tanden daar, uw gezicht dat voortdurend maar waziger wordt, uw oren die niets nemeer horen, tenzij de bekgevechten van uw gebuur van boven, uw nagels, haar en baard die schijnbaar rapper groeien dan ooit tevoren, uw vel dat overal eigenaardige plekken begint te vertonen, uwen bloeddruk die stijgt zonder enige inspanning te doen, uw spieren die slapper en slapper worden met de dag, de nooit eerder opgemerkte rimpels, vooral rond de hals, de afgang die regelmatig stoort (eender wat ge eet of drinkt), de moeite die men begint te ondervinden schoenen en sokken aan en uit te doen, de winden die zich onverklaarbaar opstapelen, de straal van uw pisboogske dat begint te lijken op een leeglopende koffiepot, de oren die tuiten zonder ophouden, het zweet dat zo rap uitbreekt, de vaststelling dat ge uw dochter niet meer zo hoog kunt optillen als ge gewend waart, de weinige blikken die ge nog ontvangt vanwege het gezellig vrouwvolk (terwijl de bedelaars, dronkaards, oude hoeren en homos u nooit uit het oog verliezen) en dienen anderen daar, die zonder blikken noch blozen, met zijn rug naar u toegedraaid, altijd precies voor u plaats gaat nemen, waar ge ook staat of zit, de dokter die zonder medelijden beweert dat het tijd wordt nog eens in uw gat te koteren om de staat van uw prostaat te beoordelen en nu diene andere dokter, specialist in het ontleden en onderzoeken van duizenden asses en arses" in het Engels en "cus", in het Portugees.
Deze laatste dokter vooral, is nieuw in mijn leven. Ik had toevallig eens opgemerkt dat er wat bloed op het Wc-papier was verschenen; de volgende dag ook en de dag daarop nog wat meer en de onrust begon zich aan mij vast te klauwen. Gij, die nooit uw eigen uitwerpselen heeft durven ontleden en zelfs een hekel koestert voor alle mensen die beweren dat zij dat alle dagen gewend zijn te doen, begint zich opeens in noodzaak te voelen nu, op elk moment, opnieuw te gaan verifiëren of er niets veranderd is aan die ingewikkelde situatie, vooral wat de kleur betreft (alles is redelijk met uitzondering van rood en zwart...).
Dus het werd hoog tijd eens een ass specialist (hier proctologista genoemd) op te zoeken, vergezeld van uw vrouw, want ge weet nooit wat hij daar allemaal zal ontdekken en wat al eerder is ontdekt geweest, bij andere leden van de familie...
Speciaal een verse onderbroek aan getrokken, de grote kuis gedaan daar vanonderen en in de nabije omgeving, een bezorgde glimlach geproduceerd om de dokter te laten weten dat ge niet bestand zijt tegen slecht nieuws en zijn onmiddellijke geruststelling dat nee, ge moogt gerust zijn, ge zijt zoals een oude bicha (homo) die niet sterft maar zich verandert in pluimen, of beter nog, zoals onkruid dat niet uit te roeien is; dat ge honderd jaar zult worden en iedereen u voorbij zal streven en hij prompt beslist toch niet uw ass van dichtbij te onderzoeken, wat hij alleen maar suggereert aan knappe jonge meisjes, liefst vanal wanneer ze niet te dik zijn.
Neetje, ge moet onmiddellijk een colonoscopia laten maken van uwen dikke darm, te beginnen daar aan de ingang (uitgang?), tot aan het einde, ongeveer een meter verder weg. Amaai zeg, moet diene zwarte darm daar helemaal in geschoven worden (dat was dan een week daarna, bij een andere specialist)? Hebt ge hem goed gewassen (de darm bedoel ik), want voor u in de rij had ge een oud peetje opgemerkt die gedurig verschillende winden had gelost, sommige luidruchtig, maar zonder stank, terwijl men andere amper kon horen, maar in compensatie, kon rieken tot in de receptiehall) en hij dan vlijtig begon uit te leggen wat precies hij zou doen in uw darmen en men speciaal aandacht moest schenken aan zijn laatste woorden: het is nodig ja, diene rubberen darm, daarin te steken, terwijl hij er bewust en beklemtonend aan toe voegde: "in UW ass". Dat klonk als een donderslag en men geraakt er zelfs van in de war: ik had al vele keren, vele mensen uitgescholden van: vai tomar no cu = take it up your ass en ge dan uzelf een bult verschiet als uwe eigen, beleefde en koelbloedige dokter, nu die vuile woorden aan het toepassen is in daden, met UW eigen ass en nooit, in geen enkel geval, met het zijne...
Goed, ze dienen u een slaapmiddelke toe en vooraleer ge het beseft wordt ge wakker (na ongeveer twintig minuten) met een pijnlijke druk in uw ingewanden, veroorzaakt, beweert de verpleegster (die eerst een grote handdoek voor mij had open gehouden terwijl ik de broek, samen met de onderbroek, naar beneden had geschoven, maar achteraf gezien niet genoeg beschaamd was geweest, mijn uitlaatbuis rechtstreeks en langdurig te bezichtigen, zonder er zelfs rood van te worden), door de lucht die kunstmatig in uw darmen wordt geblazen, zodat ze bol staan en de dokter op het scherm, alles volledig kan nagaan en onderzoeken, vooral wat eventuele poliepen betreft en moest hij wat overdrijven met dat pompje, ge waarschijnlijk zoudt beginnen zweven in de kamer, tot hij besluit dat het genoeg is geweest voor vandaag, hij de knop aflegt en uw darmen ineens slap vallen, net zoals een leeglopende band...
Ik werd terug gezonden naar het receptie bureel om het resultaat af te wachten. Dat oud peetje kreeg het zijne in minder dan tien minuten (het betrof zich om de alom gekende "scheetkwaal") terwijl ik, ongerust, al langer dan een half uur aan het wachten was. Om de minuut werd ik ongeruster, tot de verpleegster eindelijk te voorschijn kwam huppelen; maar zonder resultaat in haar handen. Ik was bekwaam mijn gat nog wat dichter toe te knijpen dan toen het onderzoek was begonnen (wanneer de verpleegster me kalm had gevraagd te ontspannen en vooral daar, te relaxen..) maar ze bracht wel twee bokaaltjes mee met drie stukskes vlees of vet (?) in formol, geen enkel (gelukkig) groter dan één cm (maar één ervan, het grootste, roodachtig gekleurd), met de opdracht ze naar een laboratorium te dragen waar ze een biopse zouden moeten uitvoeren. De diagnose van de darmdokter zal dus afhangen van het resultaat van die biopse en ook van een extra te betalen rekening, want de overeengekomen prijs was voor een simpel onderzoek en niet voor de chirurgische ingreep, nodig geweest om de drie poliepen te verwijderen.
Goed, dat besef ik nu allemaal wel degelijk, maar ik moet nog ne keer terug keren naar diene "assdokter", om daar mijn vonnis te aanhoren. Ik heb wel het resultaat van de twee onderzoeken (colonoscopia plus biopse) al gelezen, maar zijn uitspraak (opinie) ontbreekt eraan. Ik kan het bijna niet geloven dat het iets ernstigs is, maar ik begrijp wel dat, hoe groter de poliepen, hoe groter de kans bestaat, op zijn minst, één ervan, kwaadaardig te zijn, of later te kunnen geworden zijn...
Nu, volgende woensdag zal ik nog ne keer extra goed mijn geheime delen wassen en een verse onderbroek áán trekken...
In de vorige post zijn er, door G., enkele onschuldige woorden gerept geweest over de Palestijnen, enkele maanden terug. Ik kon, toen, niet nalaten te antwoorden.
"Nu ge de Palestijnen erbij hebt betrokken, 't is wél waar dat de Joden, over het algemeen, enorm véél hebben bijgebracht voor de vooruitgang van de wetenschap in het algemeen, vooral op medisch gebied, maar ook in militaire kwesties, zoals het ontwerpen en de ontwikkeling van bijna alle soorten bommen, onder andere de fragmenterende bom, plus de atoombom. Van de andere kant, bijna geen enkele van deze "slimme" Joden wonen, effectief, in Israël. Ze zenden er wel enorm veel geld naar toe, alle dagen, en ene keer per jaar moeten ze aan de lamenteermuur gaan wenen, zonder uitzondering, over hun, gedurende die periode, ontelbaar gepleegde zonden, maar ze begrijpen ook goed dat wie een dak heeft van glas, geen stenen moet werpen op het dak van de buren. De domste Joden werden dus beleefd uitgenodigd dáár te gaan leven, zodat de slimste zouden kunnen vast stellen hoe ver ze eigenlijk wel kunnen gaan met hun uitdagingen. Ze zijn er, op dit moment, al aan gewend geraakt, van jongsafaan, kanonballen te werpen naar alle buren, vooral op de hoofden van de Palestijnen (die stomweg blijven weigeren hun grond áf te staan en tientallen stenen gebruiken om de vijand af te slaan), eigenlijk méér om te oefenen dan om het doel te treffen en ook om dat volkske te tonen dat ze hun koppen niet óp mogen blijven steken. Ze houden daar helemaal geen gewetensprobleem van over en handelen net alsof de Palestijnen geen reële mensen zijn (zoals de Nazi's ook beweerden over de Joden).
Het is duidelijk, voor iedereen die geen Jood is, dat er geen intelligent leven bestaat in Israël en dat de gehele wereld daar, vroeg of laat, de prijs zal voor moeten betalen.
In dat verband herinner ik mij uitstekend hoe onze leraar "Geschiedenis" in de Broederschool van Roeselare (néé, het was onze Fons niet) ons er gedurig wilde van overtuigen dat wij, de Vlamingen, veel dommer waren dan de Hollanders, omdat die op tijd wég waren gevlucht van onze Spaanse en Franse veroveraars en dat wij dus, die onnozel áchter waren gebleven, uiteraard ook de slimste van de ploeg niet waren geweest (dat doet mij weeral herinneren aan ons Fonske).
Hijzelf, die leraar "Geschiedenis" bedoel ik, was weliswaar geen Hollander (dat heb ik toevallig ontdekt door zijn niet te negeren West-Vlaams accent) maar hij was blijkbaar toch van Joodse afkomst en daar bestaat ons basis verschil in met de Hollanders, protestants vanaf hun geboorte en zoals de Engelsmannen (let op de beschrijving "Engels") en de Noord-Amerikanen, uiterst Joods gezind. Zij beweren tenandere over henzelf dat ze tot het Volk behoren, speciaal uitgekozen door God, om de gehele wereld te veroveren. De Ieren en de Schotten ook, natuurlijk, tenware ze Katholiek zijn.
Dus, nogmaals en vooraleer ge het mij opnieuw vraagt, volgens hen zijn zíj de "locomotief" van de wereld en zijn wij de "wagons".
Later heb ik ontdekt dat de schrijvers van geschiedenisboekjes bijna allemaal Joden zijn, net zoals de eigenaars van bijna alle kranten, tijdschriften en televisiekanalen.
Bovendien zijn bijna alle Presidenten van bijna alle grote firma's en bijna alle Presidenten van bijna alle landen, ook van Joodse afkomst en moeten wij voortdurend blijven horen dat bommen werpen op Palestijnse verdachten (of niet) absoluut geen zonde is. Integendeel, een plicht.
Dat allemaal in overweging genomen en voor nog andere, specifieke, redens, zijt gij, G.je, een voorbeeld van Vlaamse onnozelheid en moet uw Hollands vriendinnetje er u voortdurend op wijzen dat ge de regel van "t, d en dt" nog niet kent, zelfs ná bijna zestig jaar geoefend te hebben...
(Ikzelf heb daar toch wel al een excuus voor zeker hé, na praktisch veertig jaar afwezigheid..?)"