Eigenaardig, maar ik kan het niet nalaten een episode te onthullen die bewijst dat de mensen die het meeste lawijt maken, tegelijkertijd hun eigen, grotere, vuilnis zorgvuldig onder het tapijt verbergen. Hun aanhoudend blaffen doet hun slachtoffers erover twijfelen diezelfde tactiek aan te wenden om zichzelf efficiënter te kunnen verdedigen en de gestichte verwarring bevoordeelt de waw-waw die het luidst, hoogst en langdurigst kan en mag blaffen.
Kranten (en ook radio en Tv-stations, vanzelfsprekend) zijn daar uiteraard specialist in en spartelen, logisch, zoals een duivel in een wijwaterkom, verwoed rond om zichzelf NIET in de negatieve kijker te zetten. Maar de eigenaars, tegenwoordig meer dan vroeger, zijn praktisch allemaal van hetzelfde type: geslepen misdadigers, bandieten, smokkelaars, lafaards, valsaards, leugenaars, afpersers, uitbuiters, bedriegers en onbeschaamde dieven.
Ze weten precies hoe van elke gelegenheid gebruik te maken om altijd maar stediger macht en invloed te veroveren, gepaard met zwart geld en besmette prestige en gebruiken de zelfcensuur uitsluitend in hun voordeel en voor hun onopbiechtbare interesses.
Een typisch voorbeeld daarvan kan men afleiden uit een gebeurtenis die in geen enkele krant te lezen stond of er ooit in zal staan, in overweging genomem dat ze allemaal ergens met hun staart vast geklemd zitten en die bewijst hoe ze hun bestaand kapitaal in een oogwenk kunnen doen verdubbelen, zonder de minste uiting van wroeging en spijt te hebben veroorzaakt bij de verantwoordelijken daarvoor, waaronder sommige kranten, die er gewend zijn aan geraakt, alle dagen, de naam van hun eventuele vijanden door de modder te sleuren...
Enkele jaren geleden bereikte de inflatie twee cijfers, per maand, wel te verstaan. Één van de onmiddellijke gevolgen was dat de lokale munt twee koersen volgde, zijnde de eerste de officiële koers, artificieel over-gevalueerd door de regering, om zo, beweerden ze, de heersende inflatie onder controle te trachten te krijgen en de andere, de zwarte markt koers, onwettelijk, maar overal in voege en in praktisch alle toestanden aangewend, omdat die de reële waarde van de locale munt weerspiegelde.
In andere woorden en om het simpel te maken, terwijl de dollar aan de officiële koers bijvoorbeeld één eenheid van de locale munt vertegenwoordigde, was de zwarte markt koers twee eenheden van diezelfde munt waard.
Een bepaalde krant, die zichzelf als de grootste van Latijns Amerika bestempelt, enkele jaren geleden, plande een nieuwe offset drukpers in te voeren, zonder daar één frank voor te moeten neerleggen. Alles wat ze daarvoor nodig hadden was het beginkapitaal en de medeplichtigheid van enkele directeurs die de leveranciersfabriek vertegenwoordigden.
De eenvoudige truc, meerdere keren toegepast, terwijl de werkelijke verhouding van de locale munt ten opzichte van de dollar bijvoorbeeld, toen een sterke munt, praktisch het dubbel was, bestaat erin twee machines te bestellen, maar er in werkelijkheid maar één echt in te voeren. Om die twee machines (zogezegd, weeral) aan de leverancier (MAN, bijvoorbeeld) te betalen werden ze veroorloofd door de financiële overheden van het land hier, de officiële koers van de dollar te gebruiken. Eenmaal officieel betaald eisten ze dan van de leverancier, in het buitenland natuurlijk, de waarde van één van de twee bestelde machines terug, want ze hadden van tevoren al afgesproken, met diezelfde fabriek, dat ze in feite maar één machine nodig hadden, zodat de helft, officieel teveel betaald (de officiële koers van de dollar daarvoor gebruikend), aan hen terug moest gekeerd worden, in dollars, daar in het buitenland. Eenmaal de handen gelegd op die bepaalde hoeveelheid "groentjes", was het een pure kwestie van een opdracht aan een zwarte markt onderhandelaar te verstrekken, om dat contant geld naar de oorsprong te leiden, waar het in een oogwenk, omgewisseld werd in de locale munt, twee eenheden verkrijgend voor elke verkochte dollar. Ze ontvingen dus het geïnvesteerd geld helemaal intact terug en de bestelde machine arriveerde, automatisch, gratis.
Het enige fysisch probleem daarmee betrokken was één machine door de locale douane te loodsen, waar er op de importdocumenten twee machines vermeld stonden en daar komt de onnozelheid van veel douaneambtenaren bij van te pas. We zijn namelijk aan het spreken over een type van machine dat niet als een "eenheid" ingescheept wordt. Dat betekent dat elke drukpers van dat model, in verscheidene containers wordt ingepakt, bestaande uit somtijds honderden kisten, kistjes en dozen, met een totaal gewicht dat gemakkelijk vijfhonderd tons kan overschrijden en die een niet gespecialiseerde douane ambtenaar onmogelijk kan verifiëren voor hoeveelheid. Geef dan nog een goede fooi aan de arme mens, dan openen ze zelfs de kisten niet meer, om iets, of eender wat, te proberen te tellen..
Het toeval, in dit bepaald geval echter, bestond erin dat de pas afgestudeerde zoon van de eigenaar van de krant, die onlangs de directie in zijn handen had gekregen en duidelijk verblind was door de veroverde macht, zich niet vooraf met zijn industrieel departement had bekommerd en de verkeerde drukpers had besteld, die onmogelijk de specifieke nodigheden van de krant kon vervullen. Het gevolg was dat die bepaalde machine (Uniman 4/2 S) niet diende voor de job en gewoon opzij is geschoven geweest, na zijn aankomst (een zaak die praktisch tien miljoen dollars bedroeg). Ze is bewaard geweest, volledig ingepakt, zoals origineel door de fabriek is gedaan geweest, gedurende verschillende jaren, in een vreemd warenhuis, om niemands aandacht te trekken; een deel ervan is later verkocht geweest aan een krant/collega in het noorden van het land (een waarlijk "batje"), een ander deel is in het buitenland beland (allemaal zogezegd splinternieuw) en nog een ander deel is gewoon spoorloos verdwenen...
Eigenaardig (nogmaals) niet?
Nu verwijt diene duivelse krant, als t ware alle godsgeliefde dagen, dat de huidige regering corrupt is, maar ze vergeten beleefd onder hun eigen tapijt te gluren, rot van de opgestapelde stront..
Één van mijn eerste appartementen in de wijk van Grajaú, in de Rua Olegarinha, toen ik nog in Rio De Janeiro woonde, had ik splinternieuw gekocht. Het was ongeveer honderd vierkante meter groot, uitstekend afgewerkt binnenin en ik had een magnifiek uitzicht op een groot part van de stad, plus een geprivilegieerde kijk op de "Grajaú Country Club" waarvan ik erelid was (bij manier van spreken, alleszins). Met de verrekijker, vanuit mijn slaapkamervenster, was ik zelfs bekwaam het aantal sproeten te tellen op het achterwerk van de vrouw van één van mijn kennissen. Maar dat komt hier niet ter zake.
Ik heb daar verscheidene jaren door gebracht en de prille peuterjaren van mijn zoon meegemaakt. Tot het mij beu begon te worden en ik besloot dat toch ietwat klein appartement te verwisselen voor een groter huis, met zwemkom erbij, noodzakelijk om het schoon vrouwvolk aan te trekken.
Na de verhuis stond het appartement leeg voor een tijdje en ik was niet van plan er onmiddellijk iets mee aan te vangen. Toch passeerde ik daar ene keer per maand, om mijn correspondentie op te halen. Zo vond ik daar ineens een handgeschreven briefje van een vrouwelijke buur die op hetzelfde verdiep woonde (er waren maar twee appartementen per verdiep, maar ik had ze nog nooit eerder ontmoet) waarin ze aankondigde dat ze geïnteresseerd was in de huur van mijn appartement. In overweging genomen dat ik echt niet van plan was deze optie als een oplossing te beschouwen voor deze leegstaande woning, heb ik niet geantwoord. Nochtans lag er een nieuw briefje onder mijn voordeur, de maand daarop en doordat ik alleen maar aan hun aanpalend appartement hoefde te bellen om hen van mijn beslissing deel te laten nemen, besloot ik geen verdere tijd te verliezen.
De vrouw opende de deur (Lia was haar naam en ze leek me al verre over de zestig te zijn), maar riep onmiddellijk haar man erbij om zo tesamen, mij terstond te trachten te overtuigen van mening te veranderen. Hij geleek me al over de tachtig, zodat zij, zijn vrouw, door hem, oude bok, waarschijnlijk als zijn laatste groen blaadje beschouwd werd. Ze liet ogenblikkelijk weten dat ze advocaat was en hij, Dr. Mariano, één van de eerste Procurators van de Staat van Rio de Janeiro. Praktisch een museumstuk, dus.
Ze waren beiden och zo vriendelijk en liefkozend, zodanig beleefd en hartverscheurend, mij zelfs geluk wensend van Belgische oorsprong te zijn, land dat ze tenandere beweerden heel goed te kennen, vooral Manneken Pis in Brussel en ook de Langestraat in Oostende (waar er eertijds meer hoeren per vierkante meter rond sukkelden dan in de Kuiperskaai van Gent), zodat ze niet langer dan een uur nodig hadden om mij ervan te overtuigen hen te helpen verhuizen, want ze waren op punt uit hun appartement gestoten te worden door de eigenaar die het terug eiste voor eigen gebruik. Zoals verwacht waren ze slecht te been en de meubels zwaar en ouderwets. Enfin, ze wisten het zodanig goed aan boord te leggen dat ik door medelijden en mijn gevoelens overrompeld werd, alhoewel ik vroeger ooit eens gezworen had dat de reden altijd mijn gevoel zou overwinnen. Ik heb het nochtans ogenblikkelijk duidelijk gemaakt dat ik echt niet van plan was een huurcontract aan te gaan en dat ik er op rekende dat ze daar op zijn maximum één jaar zouden verblijven, wanneer ze het mij leeg en proper, terug zouden moeten schenken. Allez, t was allemaal koek en ei, diene gezellige dag...
Het duurde amper een week vooraleer zij mij terug belde, erop aandringend dat ik toch beter een huurcontract zou moeten ondertekenen, want zo bepaalde de Braziliaanse wet het en dat ik als buitenlander toch het voorbeeld moest geven, wat allemaal niet genoeg was om mij te doen wankelen, tot ze me nog ne keer belde, twee weken daarna en dan probeerde mijn vrouw te overtuigen, na de eerste maand, toen ze het huurgeld ging ophalen (wat ik ook toegegeven had, want normalerwijze is het juist omgekeerd, de huurder wendt zich naar de eigenaar, zoals Mohammed zich naar de Berg begeeft en als Mohammed niet naar de Berg wil gaan, dan gaat de Berg naar Mohammed) en ik diene druk op den duur beu werd en ik besloot dat onnozel contract, tegen mijn goesting in, toch te ondertekenen en dan pas besefte dat ik nu voor mijn leven lang vastgeklonken zat aan dat plakkend koppel...
Het moest juist passen dat de nieuwe President van het land (José Sarney), in al zijn simpelheid, eenvoudig gedecreteerd had dat de inflatie vanaf dat ogenblik afgeschaft was en dat het strikt verboden was ´t een of t ander (en gelijk wat anders, overigens) te indexeren aan een sterke munt of aan goud bijvoorbeeld, vooral en in het bijzonder wanneer het zich om huurcontracten begaf, waarvan zelfs de vooraf gedrukte formulieren, beschikbaar in papierwinkels, duidelijk aangepast werden en er geen sprake meer was van jaarlijkse correctie, laat staan, maandelijkse...
En zo werd Rudo voor de tweede keer in een oogwenk verrast en terwijl ineens, de inflatie grote bokkensprongen begon te maken (maandelijks in de buurt van tien percent) en de afgesproken huurprijs dus elke maand tien percent smolt onder de werking van deze vreselijke wet, waarin de werknemers elke maand dachten te beginnen met een zekere wedde, maar na dertig dagen vast stelden dat die wedde intussen tien percent in waarde had verloren.
Het echt ongelooflijke gebeurde maar toen de huurperiode juist een jaar voltooide, wanner ik, met mijn verhuurprijs geslonken tot minder dan tien percent van de originele waarde (terwijl de maandelijkse inflatie intussen al gestegen was naar bijna twintig percent), besloot het smerig koppel op te zoeken om mij, zoals afgesproken, het appartement terug ter mijne beschikking te stellen, wat ze beiden absoluut en prompt weigerden en waarna ik dan, vreselijk teleurgesteld en trillend van de ellende, toch nog de moed opgebracht heb voor te stellen dat, in dat geval, de huurprijs gecorrigeerd moest worden volgens de officieuze indexnummers, waarmee ze ineens steigerend hun stem ophoffen en ze mij, zonder over hun woorden te struikelen, eisten dat ik als buitenlander de Braziliaanse wet stipt moest volgen, terwijl ze ook wilden weten of ik niet beschaamd was van mijn doening, onder andere door te trachten een oude koppeltje te tergen en uit te buiten en ik rood werd tot achter mijn oren, niet alleen van de schaamte maar ook en vooral van de ergernis en de woede en bedacht hoe ik ooit bekwaam was geweest mij te laten verleiden door twee van die versleten wolven (maar toch nog snugger genoeg om een uil in de luren te leggen) in het vel van twee schapen en ik vanaf dat ogenblik vijf keren naar het gerecht ben getjoold om het appartement terug te eisen voor eigen gebruik, maar wat zij iedere keer net konden vermijden, want ze kenden alle advocaten van het forum en ook alle procurators en ook alle rechters van de stad en ik op den duur helemaal alleen stond, zonder dat iemand mijn standpunt wilde begrijpen, terwijl de huurprijs, na twee jaar foltering, al zodanig ineen was geschrompeld dat hij zelfs de prijs van de bus (om de huur te gaan halen) niet meer betaalde en ik zelfs mijn vrouw verbood die enkele muntjes te gaan afhalen, waarmee zij, die twee vrekken, mij ook een proces hebben aangedaan, nogmaals om te voorkomen dat ik het appartement terug zou kunnen pleiten wegens gebrek aan betaling en zij dus het geld in het gerecht, op een rekening door de rechter daarvoor speciaal aangewezen, zijn beginnen te storten en ik tot vandaag, recht heb op twee franks en vijf centiemen, corresponderend aan zes maanden huur en ik iedere keer dat ik op hen peinsde, inwendig vloekte en praktisch moest overgeven van de walging, want er waren al zeven jaar verstreken sedert ik diene kemel had begaan en sedert ik de kleur van de wanden van mijn geliefd appartementje nog had terug gezien..
Om een lange historie kort te maken, ik ben verplicht geweest meerdere advocaten te contracteren om mijn rechten te trachten te doen gelden, maar ze (die twee krengen) hebben ze allemaal omgekocht met hun charme en ook hun kennis van de wet en op de duur zijn ze zodanig oud geworden dat ze alleen hunne plan niet meer konden trekken en zijn ze verhuisd naar het appartement van hun dochter, daar dichtbij en hebben ze de sleutel bij de portier achter gelaten, zonder één verder woord te reppen, zoiets als bedankt voor zes jaar gratis leven, maar nee, dat is teveel geweest voor dat duivels koppel, dat ik hoop, nu allang in hun "all, but Palestine's" Kerkhof ligt te verrotten..
"Haven't I seen you before?" = "Nice ass." "I'm a Romantic." = "I'm poor." "I need you." = "My hand is tired." "I am different from all the other guys." = "I am not circumcised." "I want a commitment." = "I'm sick of masturbation." "You're the only girl I've ever cared about." = "You are the only girl who hasn't rejected me." "I really want to get to know you better." = "So I can tell my friends about it." "It's just orange juice, try it." = "3 more shots, and she'll have her legs around my head." "She's kinda cute." = "I wouldn't kick her out of bed but a pillow over the head might be necessary." "I don't know if I like her." = "She won't sleep with me." "I miss you so much." = "I am so horny that my male roommate is starting to look good." "Was it good for you?" = "I'm insecure about my manhood." "How do I compare with all your other boyfriends?" = "Is my penis really that small?" "I had a wonderful time last night." = "Who the hell are you?" "Do you love me?" = "I've done something stupid and you might find out." "Do you 'really' love me?" = "I've done something stupid and you're going to find out sooner or later." "How much do you love me?" = "I've done something really stupid and someone's on their way to tell you by now." "I have something to tell you." = "Get tested." "I'll give you a call." = "I'd rather have my nipples torn off by wild dogs than see you again." "I've been thinking a lot." = "You're not as attractive as when I was drunk." "I think we should just be friends." = "You're ugly." I've learned a lot from you." = "Next!!!!" I'm on a long distance call, can you call me later?" = "I gotta turn on my answering machine."
Deze firma, toebehorend aan de Staat van Alagoas en beheerd door vertrouwelingen en afgevaardigden van de plaatselijke regering, drukt de Officiële Gazet. Ik werd voorgesteld aan de toen algemene directeur, Z. S., in de late jaren zeventig. De wereldberoemde playboy (veronderstelde hij over zichzelf, wel te verstaan) FCM, zoon van de eigenaar van de krant Gazeta de Alagoas (waarover ik het al ne keer eerder heb gehad) is eerst als Gouverneur van deze kleine Staat, maar later ook als President van het gehele land, verkozen geweest. Ze waren uiteraard goede vrienden (type: heer en knecht) en hij, de directeur van het staatsbedrijf, is in zijn functie behouden geweest gedurende verschillende mandaten van de Chef en zijn bende, tot hij (de Chef), door het nationaal congres, verwijderd is geweest (het eerste "impeachment" van een President, hier).
De Staat van Alagoas, met als hoofdstad Maceió, is bekend door zijn hoge graad van misdaad, waaronder moord en corruptie de eerste plaatsen innemen, niettegenstaande de smakelijke ligging van de stad aan de kust en de prachtige gebouwen en stranden in en dichtbij gelegen. Elke heilige dag worden er tientallen moorden gepleegd zonder veel lastige vragen gesteld te worden en ze kosten allemaal praktisch niets (men kan ze zelfs bestellen in een aantal maandelijkse, zachte, afbetalingen), want de moordenaars (beroeps- en amateurs) beminnen waarlijk hun job. Soms zijn ze zelfs bereid voor minder dan de kost van de kogels die daad te voltooien, gewoon voor het genoegen dat het hen verstrekt. Het is eigenaardig, maar het is merkwaardig te vermelden dat de misdadigers, in compensatie, hier redelijk gemakkelijk aanslagen tegen henzelf overleven, somtijds met tien, of meer, schoten in hun pezig en taai lijf (net zoals de straathonden), terwijl wij, de sterfbare mensen (ietwat kwetsbaarder), niet meer dan een halve kogel nodig hebben om uitleg te moeten gaan verstrekken aan onze alomaanwezige Meester in de Hemel die nooit tussenbeide komt hier op de aarde, maar toch meent recht te hebben op veel vragen en de toepassing van voorbeeldige straffen coördineert, daarna.
Terwijl men in de andere Staten van Brazilië ook moet oppassen over wat men precies zegt en aan wie, is een scheve blik in Alagoas al ruim voldoende om voortijdig vaarwel te mogen wuiven.
Terugkerend naar diene directeur, alhoewel corrupt tot over zijn oren betrof het zich om een brave mens die zonder veel tegenstand eventueel abrupte prijsverhogingen aanvaardde, alles kocht wat we aanboden en gretig meerdere dosis whisky inslurpte, zonder overvloedig te boeren, vooral wanneer hij, ene keer per maand, aan onze deur in Recife (ongeveer vier uren rijden met de auto, met chauffeur) verscheen om zijn tien percent commissie van een maand werk te komen afhalen, resultaat van de aankoop van papier.
Eigenaardig was ook de hoeveelheid vrouwen die daar werkten, negen op de tien uitgerust met verlokkende minirokjes en fel gedecolleteerde bloesjes, waaronder en waarin alles te bespeuren was terwijl ze de trap opstegen naar het bureel van de manager, of zich naar voren bukten om de boeken samen te scharrelen. Soms bleef ik daar verschillende minuten haperen, zonder bijbedoelingen natuurlijk, maar wel om mijn zonnebrilglazen te reinigen van die schetterende en schitterende natuurmanifestaties, nog altijd onbegrijpelijk verboden voor onschuldige mannenogen...
A young female teacher was giving an assignment to her Grade 6 class one day. It was a large assignment so she started writing high up on the chalkboard. Suddenly there was a giggle from one of the boys in the class.
She quickly turned and asked, "What's so funny Pat?"
"Well teacher, I just saw one of your garters."
"Get out of my classroom," she yells, "I don't want to see you for three days."
The teacher turns back to the chalkboard. Realizing she had forgotten to title the assignment; she reaches to the very top of the chalkboard. Suddenly there is an even louder giggle from another male student.
She quickly turns and asks, "What's so funny Billy?"
"Well miss, I just saw both of your garters."
Again she yells, "Get out of my classroom!" This time the punishment is more severe, "I don't want to see you for three weeks."
Embarrassed and frustrated, she drops the eraser when she turns around again. So she bends over to pick it up. This time there is an burst of laughter from another male student. She quickly turns to see Little Johnny leaving the classroom.
"Where do you think you are going?" she asks.
"Well teacher, from what I just saw, my school days are over."
Why is the space between a woman's breasts and her hips called a "waist?" Because you could fit another pair of tits there.
Harry goes up to a whore and says, "How much for a blow job?" She says, "A hundred bucks." He says, "Okay," and he starts to jack off. She says, "What are you doing that for?" He says, "For a hundred bucks, you don't think I'm gonna give you the easy one, do you?"
Monica Lewinsky's lawyer hands a picture of her to Bill Clinton and says, "Mr. President, do you recognize this woman?"
Clinton says, "I think I've come across her face a couple of times."
A guy reaches out of his apartment window to see if it's raining, and a glass eye falls into his hand. He looks up and sees a woman looking down. He yells, "Is this yours?" She says, "Yes... could you please bring it up?" He goes up, walks into her apartment, hands her the eye, and she says, "I'm about to have dinner. Please join me." After dinner, she says, "Want to go to bed?" He says, "Are you this friendly to every guy you meet?" She says, "No. Only the ones who catch my eye."
Hillary Clinton says, "Bill, now the press is saying you lent money to that Monica Lewinsky for plastic surgery." He says, "You see how they twist things? What I said was that I blew a wad on her face.
What's worse than a male chauvinist pig? A woman that won't do what she's told.
Why do women have smaller feet than men? So they can stand closer to the sink.
Women are like guns. Keep one around long enough and you're going to want to shoot it.
Mijn vrouw is typisch van het exotisch type en houdt dus helemaal niet van eender welke dagelijkse sleur. Ze verkiest, zonder enige twijfel, altijd maar andere plaatsen op te zoeken en nieuwe, spannende avonturen te wagen, elke keer dat er zich een alternatief aanbiedt. Meestal (om niet te zeggen altijd) wordt dat dan een rond fiasco, vanzelfsprekend, want avonturen lopen zelden goed af. Hetzelfde gebeurt met de keus van haar eten, in een restaurant bijvoorbeeld. Ze vist de meest eigenaardige namen uit in het menu om te weten te komen over wat het zich precies betreft en negen keren op de tien, als ze haar tanden in de pruts plaatst, krijgt ze er dadelijk spijt van die alledaagse biefstuk met frieten niet verkozen te hebben...
...en zo gebeurde het, toen we op een middag een recent ingehuldigd restaurantje uitgekozen hadden in een andere wijk om de honger van onze dochter te stillen, terwijl we daar toch juist passeerden en waar ze regionale gerechten aanboden, de meeste voorzien van, voor mij, totaal onbekende namen. Terwijl ze samen de grote ogen over de opties lieden glijden, bestelde ik gerust mijn fles bier en een gewone portie frieten, met mayonaise erbij.
De namen varieerden van buchada, rabada, arrumadinho, chambaril, mocotó, acarajé, tapioca, bode guisado, moqueca, galinha cabidela tot en met sarapatel en dat laatste was juist iets wat ze wilden experimenteren...
Toen het bestelde eten eraan kwam viel het onmiddellijk op dat het zich om iets heel speciaal's betrof en waarlijk, na die eerste vlugge blik op een zwartachtig gekleurde pap met brokken erin vast gesteld te hebben, kon ik niet nalaten de kelner terug te roepen om te weten te komen over wat het zich juist betrof. De man legde onbeschaamd en zonder geen enkel vooroordeel uit dat het een gerecht was bestaande uit gekookt koeienbloed, met enkele stukjes lever erin. Meteen begon mijn dochter te walgen van de afkeer en werd haar middagmaal, mijn frieten.
Mijn vrouw, integendeel, besloot de zwarte boel langzaam en met een lang aangezicht in te zwelgen, zodat het er met pollepels op lag dat het niet echt smakelijk was, maar aangezien ze voortdurend uit is op avonturen, aanvaardde ze dat, eens het puntje bij het paaltje komt, het daarna moeilijk is terug te krabbelen.
Enkele dagen later bracht ik mijn dochter naar de judotraining en alhoewel ik verkies alleen en bij mezelf de doening gade te slaan, kwamen er twee vaders van andere atleten, ongeveer van mijn eigen leeftijd, naast mij zitten, duidelijk met de bedoeling indruk op mij te maken, wat niet gemakkelijk is. De ene stelde zich voor als advocaat en de andere als eigenaar van een winkel met medische boeken en tijdschriften. En van ´t één kwam t ander en op den duur geraakten ze in China en de doodstraf die daar met een bepaalde gemakkelijkheid toegepast wordt, vooral aan de corrupten. De advocaat begon meteen uit te leggen wat iedereen al lang wist en weet en dagelijks in alle kranten herhaald wordt, hier en in de rest van de westerse wereld, met de bedoeling te wijzen op het ROOD gevaar dat China representeert. En hij maar uitleggen dat alles van de veroordeelden, onmiddellijk na hun dood, of zelfs een beetje juist daarvoor, al een nieuwe bepaalde bestemming ontvangt vanwege de regering: hun ogen, lever, hart, nieren, longen, haar, vet, huid, tanden, enfin, alles, beweerde hij, terwijl hij er geheimzinnig aan toevoegde dat zelfs hun bloed niet verspild wordt. De eigenaar keek verrast op en vroeg, ineens wreed geïnteresseerd...
...om er mijn lievelingsgerecht sarapatel van te maken zekers??
Komt ge ooit naar Brazilië, pas dan op voor de volgende uitspraken, beloften en termen, die de mensen hier, met merkwaardige overtuiging, alsmaar herhalen:
- Qualquer hora, vamos marcar um encontro (laat ons een afspraak maken, eender welke van de volgende dagen). Deze belofte mag gewoonweg vertaald worden als: ik wil u nooit ne meer zien, ge steekt me tegen en ik hoop dat ge naar de hel gaat;
- Pode deixar comigo (ge moogt gerust zijn, ik zal daarvoor zorgen). Let op, diene mens is absoluut niet te vertrouwen en hij is u vierkant aan het bedriegen, terwijl ge zelfs, onnozel, naar hem staat te kijken;
- Confia em mim (vertrouw mij). Ge zult het uw leven lang beklagen als ge hem vertrouwt. Hij tracht een klimaat te scheppen van genegenheid en vriendschap, maar als ge in zijn val loopt zijt ge definitief verloren.
- Vou chegar na hora combinada, sem falta (ik zal stipt zijn, zonder twijfel). Zeker en vast een leugen. Hij weet al van tevoren af dat hij op zijn minst een half uur te laat zal opdagen, indien mogelijk;
- Se Deus quizer en Graças a Deus (als God het belieft en dankzij God). Die termen worden alleen maar gebruikt wanneer alles op wielekes loopt. Als er iets mis gaat of een ongeluk gebeurt, of zelfs een ramp (vooral wanneer er veel kinderen omkomen), mogen die termen absoluut niet aangewend worden, tenzij de dader geëxcommuniceerd wil worden van de Kerk en verkiest rechtstreeks naar de hel gezonden te worden, zonder tussenlandingen;
- Daqui a pouco estarei de volta (binnen een paar minuutjes ben ik terug). Ge moogt er op wedden dat hij nooit ne meer terug zal keren;
- Dá para me emprestar um dinheirinho aí, amanha sem falta eu devolvo (leen mij een beetje geld, want morgen zal ik het, zonder twijfel, terug geven, geloof me). Hier bestaat het woord "lenen" niet. Gegeven is gegeven en punt, andere lijn.
- Pode tirar o seu cavalinho da chuva (ge moogt uw paardtje uit de regen trekken). Ik heb er geen enkel benul van waar deze uitspraak vandaan komt, maar het betekent dat hij de waarheid aan het zeggen is en dat ge niet op hem moogt rekenen...
Zoals gewoonlijk wendde ik mij beslist naar mijn geliefd tafeltje in mijn stamcafé waar, normalerwijze, niemand zich in de omgeving bevind. Bevredigd (eindelijk) van mijn verdiende rust te kunnen genieten, bestelde ik mijn ijskoud biertje en na even de voorbij passerende, alleen maar vrouwelijke, achterwerken gade te hebben geslagen, dreven mijn gedachten zich geleidelijk af naar een punt aan de horizon, waar ik meende mijn toekomst te kunnen onderscheiden.
Het ontging me nochtans niet toen twee koppels ineens de deur binnen tuimelden en, net alsof vooraf besteld, zich onmiddellijk naar het tafeltje begaven, grenzend aan het mijne.
Niet iets waar ik hevig naar verlang natuurlijk, onder meer omdat ik zo onmogelijk mijn opgestapelde scheetjes, geniepig, kwijt kan geraken, maar enfin, dat is eigenlijk ook nooit de originele bedoeling geweest, maar wel een pluspunt voor de plaats, of zoals het hier uitstekend uitgedrukt wordt, een toegevoegde waarde.
Ze gedroegen zich echter nogal wat luidruchtig en verbroken de gezellige stilte die ik meestal verkies. De vrouw die op de stoel, dichtst bij de mijne zat, besloot een sigaret op te steken en om de verse lucht die over hun eigen tafel heerste niet te besmetten blies ze de rook, over haar schouder heen, daarvoor een scheve mond gebruikend, regelrecht in mijn richting. Ik heb oneindig veel gerookt wanneer ik jonger was, maar sedert ik daarmee gestopt ben kan ik diene stank, minder en minder elk jaar, uitstaan. Bovendien bewoog ze haar stoel verder en verder weg van de tafel, bekommerd dat ze blijkbaar was met de gezondheid van haar collegas, maar tezelfdertijd dichter en dichter bij mij belandend, tot ze zelfs praktisch tegen mijn rug aanleunde. Verergerd stond ik op en sleurde mijn tafel, samen met de vier stoelen, wég van hun tafel.
Een minuutje later werd mijn rust weeral verstoord door een nieuw koppel dat eveneens het café binnen stapte en verheugt ontdekte dat ze de aanwezigen aan mijn buurtafel herkenden. In een oogwenk werden er twee additionele stoelen bij hun tafel gerukt zodat de kring, naargelang iedereen zich wat van de tafel verwijderde, groter werd. De zuigende en puffende vrouw stootte meteen terug in mijn ribben en ik werd nogmaals verplicht recht te staan om mijn tafel, samen met de vier stoelen, verder weg te slepen, terwijl de nerveusheid mij te pakken kreeg. Amper zat ik terug neer, al een beetje aangetast door het derde bier en ik stelde verbijsterd vast dat een nieuw koppel hun neus binnen stak. Weeral slaakten ze een kreetje van geluk en verrassing terwijl ze zich opgewekt naar de verzamelde vrienden begaven, maar in overweging genomen dat een gewaarschuwde vent er twee waard is, rechtte ik mij ongeduldig op en nu al bijna kokend van de haat besloot ik onmiddellijk meer plaats vrij te laten voor meer stoelen rond hun tafel, terwijl ik ondertussen al geklemd begon te geraken tegen de lege tafel die zich voor de mijne bevond.
Ik kon niet vermeiden binnensmonds een vloekwoord te uiten, overtuigd dat ik er van was dat het vandaag mijn dag niet was. De rust intussen was al gone with the smoke en het bier was lauw aan het worden terwijl de kelner, ietwat verlegen, want hij kende mij van vorige oorlogen, zich in mijn richting bewoog met de vraag of ik misschien bereid zou willen zijn mijn tafeltje op te offeren zodat ze er één lange tafel van zouden kunnen maken en ik geoorloofd werd een beter tafeltje uit te kiezen, tussen tientallen andere, nog onbezette...
k Hebbekik helemaal geen ander tafeltje willen uitkiezen, miljartedju, want ik haat reizen, verhuizen en vooral "andere" tafeltjes en ik heb, in een oogwenk, mijn rekening betaald en ben verdwenen van diene dwaze café, met al die opdringerige, zuigende, puffende en kletsende klanten die altijd maar meer en meer plaats nodig hebben voor hun onbelangrijke vergaderingen.
Onlangs ontving ik een mail van een gewezen buur in de Spanjestraat van Rumbeke die toevallig op deze blog is gebotst, met name Pierre Goetgeluck, geïnteresseerd in het heropnemen van het contact met zijn klasmakker en mijn broer F., wat ik meteen heb gedaan.
Wat ik me het best herinner van de familie Goetgeluck (ik zou durven gezweerd hebben dat het Goedgeluk was, maar ze hebben me dat nooit geleerd in de Vakschool van Roeselare), is dat ze verzot waren op verse paling. Ik kreeg er de kriebels van. De visman die ze verkocht arriveerde altijd op een zware vrouwenfiets met een aquarium van voren, in een korfje, geïnstalleerd, waarin er een hele hoop levende palingen krioelden. De moeder van de Goetgelucks en ook de dochter, vlogen als t ware uit hun huis om er de schoonste en dikste palingen uit te kunnen vissen, die de visman meteen, levend, ontpelde...!!
Ik was daar zodanig van geaambeteerd (vind dat nog altijd het maximum van wreedheid in een alledaagse straat van een alledaagse gemeente) dat ik vermeed contact te blijven onderhouden met die eigenaardige familie, uitzondering gemaakt voor Anne Marie, die ons elke zaterdag een spektakel aanbood achter de ruit van haar badkamer..
Terwijl ik het toch over F. heb, ik herinner mij hoe hij, om mij in slaap te doen geraken in onze gemeenschappelijke slaapkamer, zodat hij wat later, zonder schrik gestoord te worden, het laken ritmisch op en neer kon laten wapperen, mij luid meerdere sprookskes vertelde. Toen was ik nog jong en had geen enkel besef over hoe juist het leven in elkaar steekt en schonk ik de grootste aandacht aan zijn machtige verhalen waarvan ik durfde zweren dat ze helemaal uit zijn hoofd kwamen, zoals Klein duimpje en zijn reuze laarzen, Roodkapje en de zeven lelijke dwergen, De drie dikke zwijntjes en de zwarte wolf en weet ik nog veel, maar het belette mij wel degelijk vroegtijdig aan mijne harde piemel te liggen wrijven, zodat ik daar pas later last van heb gehad.
We stoeiden geregeld in onze kamer waar F. altijd het onderspit moest delven, want zoals in mijn vorige post vermeld, bezit ik een voorhoofd van ijzer, reden waarom F. daar één van zijn schoonste tanden kapot aan heeft geslagen en er een grote brok vanaf is gevallen, zodat hij verplicht is geweest zich een vals gebit aan te schaffen langs de Ziekenbond om..
Toen ik deze krant voor het eerst bezocht, dan nog gevestigd in het centrum van de stad, dicht bij de wereldberoemde Av. São João en de Praça Da Republica (equivalent van Copacabana in Rio, in diene tijd en beiden, tegenwoordig, fel gedaald in prestige), zag ik in twee parallelle rijen de enorme drukpersen daar geïnstalleerd die me definitief hebben beïnvloed in het begrijpen van welke machines ik juist verondersteld was te verkopen, vanaf dat ogenblik.
Ik was vergezeld van een collega van de firma, toen nog zijn cursus van mechanisch ingenieur aan het beëindigen en die verantwoordelijk was voor het dagelijks contact met de klant. Hij klaagde erover dat alle leveranciers verplicht waren een commissie uit te moeten betalen van een ronde tien percent, voor eender welk materiaal en machines die de krant zich aanschafte, persoonlijk aan de industriële directeur, P.P., en hij vermoedde dat die commissie verdeeld werd tussen de aanverwanten van één van de vennoten van de krant, regelrecht verlies betekenend voor de overige. Dat heeft er niets mee te zien natuurlijk, maar het kost niets te vermelden dat de eigenaars Joden zijn.
Eigenaardig was wel dat blijkbaar iedereen daar van wist, menos de meest geïnteresseerde mens, de tweedde vennoot. Na verscheidene jaren heeft iemand toch zijn mond niet kunnen houden en is hij, P.P., vierkant ontslagen geweest en hebben ze, de eigenaars, besloten het geval onder het tapijt te verbergen..
Nu zijn ze volop bezig andere mensen te verwijten dat ze er zwart uitzien..
Méér over deze eigenaardige krant in één van mijn volgende posts (hier noemen ze dat een assunto cabeludo, wat overeen komt met een harig onderwerp, of zowel: zware tabak, waardoor uw oren zullen tuiten..).
Zoals ik in de vorige post heb vermeld, ik was een trouwe en gelukkige klant van het restaurant Zé Bodinho, in Recife, waar ik mij altijd wat afzonderde om lekker en alleen van mijn ijskoud biertje te kunnen genieten en te mijmeren en te piekeren over mijn verleden, heden en toekomst, maar ook over problemen, oplossingen en verwachtingen. Op een zekere dag werd ik ineens uit mijn toestand van afwezigheid wakker gebonsd door twee vrouwen die, enkele tafels verder, heftig, met behulp van houten hamertjes, op de magere pootjes van gekookte krabben aan het slaan waren. Die nieuwe toestand drong tot me door nadat ik opgemerkt had dat de eigenaar van de plaats een affiche had gespijkerd aan de muur waarin hij aankondigde dat vanaf diene dag verse krabben en kreeften beschikbaar zouden zijn voor onmiddellijk verbruik door zijn lekbekkende klanten. Bovendien kocht hij zijn lieve beestjes levend, zodat ze, zijn perverse klanten, hun toekomstige slachtoffers gretig konden aanwijzen in het aquarium waar ze, vooraleer gekookt te worden, tentoon werden gesteld. De beestjes die het dikst waren en toch het meest actief, werden uiteraard meteen verkozen door de vreselijke wijven, die door de opwinding rode blossen op hun wangen verkregen, terwijl ze gretig naar hun ferme borsten en stevige dijen staarden. Die van de krabben, bedoel ik. Gelukkig zijn wij, mannen, pezig, taai en ietwat traag in onze reacties, zodat we minder rap opvallen..
Eerlijk, dat aandringerig bonzen, slaan en hameren op de fijne pootjes van die arme beestjes, plus de gulzigheid die ze onmogelijk konden verbergen, de wijven bedoel ik, wanneer ze de gebroken, gebarsten en vernietigde pootjes met een tuitende mond uitzogen en met hun flikkerende tong bewerkten (wat mijn gedachten aan andere tuitende monden deed herinneren), stond me helemaal niet aan, om weinig te zeggen. Ik kon zelfs niet vermijden een walgende tote te produceren, die de smerige wijven onmiddellijk constateerden terwijl ik recht wankelde en mij naar een ander tafeltje begaf, zo ver als enigszins mogelijk en mezelf zelfs achter een pilaar verborg, zodat zij terstond door hadden dat hun gebonk op de tafel uiterst verstorend was geweest en zelfs belachelijk, hun besmeerde en bepotelde muilen en heksenneuzen in beschouwing genomen.
Ik heb het altijd beweerd, de vrouwen zijn duidelijk wreedaardiger dan de mannen. Verschillende scientisten hebben nog altijd niet kunnen bewijzen (??) dat krabben (en gelijkaardige beesten) ook pijn hebben terwijl ze geduldig gekookt worden, maar ze hebben wel bewezen dat een levend en gezond beestje drie lange minuten nodig heeft om deze wereld te verlaten en definitief hun plaats in de hemel te veroveren (ze worden, gedurende dat proces, vurig rood omdat ze proberen, nutteloos, hun adem in te houden). Ik ben er absoluut zeker van en zelfs volledig overtuigd dat dat voor die wijven absoluut geen verschil uitmaakt, te weten of niet, of de beestjes afzien, of niet, want belangrijker dan dat is hun perverse wens te vervullen en te zuigen tot ze er nat van worden in hun onderbroek. Ongelukkig genoeg is het vlees van één beestje, net zoals dat van een vogeltje, niet genoeg om hun oneindige lust te stillen en moeten ze er tien of meer verslinden om hun goesting te voldoen. Later, in de hel, zullen ze ook gebraden worden, of alternatief, gekookt, tot ze er rood zullen van uitslaan....
De onverschilligheid in verband met het lijden van praktisch alle dieren, wanneer ze bestemd zijn om als menselijk voedsel te dienen, gaat zelfs zo ver dat ze, de mensen, nijverig machines ontwerpen om meer beestjes te kunnen ontwrichten in minder tijd. Een Duitse Jood die in mijn gebouw woont en al op pensioen is (gelukkig) vertelt mij alle dagen (hij vergeet constant dat hij me dat verhaal al verschillende keren heeft herhaald) hoe hij, toen hij jong was, een machine had uitgevonden die alle poten van de kreeften in één enkele ruk áf trok. Jaja, hij verkoos wel degelijk de poten eraf te trekken, dan ze eraf te snijden, wat de aanwezigheid van een scherp voorwerp veronderstelde en dus ook een grotere kost, alhoewel dat, voor het beestje, waarschijnlijk op hetzelfde neer kwam..
Iemand had me uitgenodigd voor een rondetafel vergadering en ik bewoog me, zonder aarzeling, naar de enige overgebleven, lege, stoel. Toen ik hem doelbewust achteruit trok om er langs van voren plaats in te nemen, merkte ik op dat er zich een sacoche op het zitvlak bevond, heel waarschijnlijk toebehorend aan de vrouw die er juist naast zat. Aangezien ze geen aanstalten maakte haar eigendom te verwijderen pikte ik, zonder medelijden, de sacoche op en zette hem achter haar stoel, op de grond. Ze steigerde, in een bokkesprong, op en dook daarna, als t ware over haar schat neer, die ze meteen optilde, net alsof hij daar onvermijdelijk besmet aan het geraken was. Ze richtte mij een afkeurende blik toe, maar het kon me geen barst schelen. Indien ze haar eigendommen echt wilde beschermen had ze beter de ruime plaats tussen haar kromme benen daarvoor aangewend. De heks. Later hebben ze mij ingelicht dat er hier een mythe bestaat dat, als een handtas op de grond wordt gezet, dat financieel ongeluk zal meebrengen aan de eigenaar ervan. Waanzin, natuurlijk.
Over bokken gesproken, een bok wordt hier als bode vertaald. Iemand die gebruikt wordt door de andere mensen om de schuld op zijne rug te schuiven, wordt dus de bode expiatório genoemd, wat overeen komt met testa de ferro (ik veronderstel, iemand die, net zoals een bok, een voorhoofd bezit van ijzer). Ik begrijp niet juist het waarom van deze ingewikkelde termen, maar t zal waarschijnlijk te maken hebben met een kudde bokken die een steile berghelling óp willen stijgen. De eerste moet de veiligste weg uitkiezen om de andere ongekwetst naar boven te leiden, maar als hij een stap in het valse zet en naar beneden tuimelt zal geen enkele andere bok daar over treuren. De volgende bok in de rij zal dan proberen een nieuwe en betere weg in te slaan. Eigenaardig is dat de algemene leider nooit opdaagt gedurende zon gelegenheden (een ezel struikelt geen twee keren over dezelfde steen, zegt men, maar aangezien we het over bokken hebben..??!!).
Het vlees van een bok wordt hier, in het noordoosten van Brazilië, uiterst geapprecieerd. Ik ben nochtans een (bijna) doorwinterde niet-vleeseter aan het worden en daarom werd één van mijn stamcafé's daar naar genoemd, i.e. Zé (van José) Bodinho (een klein bokje).
Een bok herinnert mij terstond aan de Staat van Paraiba (ze beweren dat alle mensen afkomstig van die Staat een plat hoofd hebben en t is eigenaardig, maar dat komt wel degelijk overeen met de waarheid, heb ik persoonlijk kunnen vast stellen). Feit is dat ge daar, in João Pessoa, hoofdstad van de Staat van Paraiba, niet kunt geraken, of ervan vertrekken (op de hoofdbaan, wel te verstaan), zonder verplicht te worden een bijdrage te leveren aan de verzamelde politie daar. Eerst vragen ze beleefd of ge misschien een rechter zijt (ik geef waarschijnlijk diene indruk, wanneer ze diep in mijn ogen kijken), of een officier van het leger, of misschien zelfs een politiecomissaries van een andere Staat en indien negatief op alle vragen, dan wordt ge, al wat ruwer, bevolen uit de auto te stappen, terwijl ze beweren dat ze drugs en wapens aan het zoeken zijn. In werkelijkheid zoeken ze de ene of de andere onnozelheid om te dreigen dat ze u naar het politiebureel zullen slepen, zodat ge uw reis (vakantie of werk) zult moeten onderbreken, tot ge bereid zijt hen een bijdrage te betalen om toch uw belangrijke reis voort te kunnen zetten. De politiemacht over het gehele land (militaire, burgerlijke, federale en autostrada politie), kunnen elkaar niet rieken, maar daar, in João Pessoa, zijn ze allemaal vriendjes onder elkaar en verdelen ze, in gelijkwaardige stukken, broederlijk, alles wat er op een dag verzameld is geweest...
Heel in het begin van mijn verblijf, hier in Brazilië, was ik wel ietske gevoeliger voor het probleem van de bedelaars, vergeleken met nu en was ik vlugger bereid, vrijwillig, enkele centjes voor dat goede doel op te offeren. Ze zijn, de bedelaars bedoel ik, net zoals God, overal aanwezig en ge verschiet uzelf bijna een bult als ze u onverwachts bij de elleboog grijpen. Ze kunnen zowel eenzame bedelaars zijn, meer op parias gelijkend (die eigenlijk niemand lastig vallen, verkiezend uit de vuilnisbakken hun eten te peuteren, terwijl ook verschrikkelijk vervuild, niet beschaamd zijn met een half ontbloot achterwerk rond te tjolen, overmeesterd door de vlooien, luizen en andere bloedzuigers, overal verspreid over hun mager lijf), of zowel leven ze in benden, waar er voortdurend nieuw leven, aan de lopende band, wordt verwekt, gereed om dat zalig beroep, voor eeuwig lang voort te blijven garanderen.
Vooral die laatste, in groepen van twintig/dertig personen verzameld, zijn professioneel gevormd en durft ge, net zoals met de dronkaards of de hoeren, er naar loeren dan zijde meteen hun nieuwste slachtoffer. Zoals in onze eigen gemeenschap worden ze geleid door de sterkste, de onmeedogenlooste en de valste van de mannen, die ook altijd de nuchterste is om geen onverwachte aanvallen te hoeven te vrezen. Hij laat niet toe dat andere mannen zijn vrouwen bepotelen, tenzij hij al bevredigd is.
Ze doen alles om indruk en compassie te verwekken en sommige bezitten zelfs geen enkel fysisch gebrek, maar doen net alsof. Vooral de moeders gebruiken hun eigen kinderen en ook die van de anderen, waarvoor ze huurgeld betalen, om medelijden te kunnen verwekken. Ze verzamelen zich ' s avonds ergens onder een markies van een gebouw, pissen, kakken, vogelen en poepen in overvloed, slapen, meestal, op een stuk van de krant Financial Times en ´s morgens vroeg wenden ze zich naar hun werkplaats, een kruispunt, ook gehuurd, waar ze hun masker van "triestig gezicht" aantrekken, zelfs proberend enkele traantjes te produceren, maar laten niet na hun eigendom met handen en tanden (weinige) te verdedigen, andere bedelaars verdrijvend en daarvoor luid scheldwoorden aanwendend.
Eenmaal ge iets gegeven hebt bekomen ze, wat ze hier noemen verovert recht wat betekent dat ge vanaf dat ogenblik verplicht zijt alle dagen uw handen in de zak te steken en doet ge dat niet, dan mag hij terstond een vieze tote trekken, zijn tong uitsteken en u nawijzen, om aan iedereen te tonen dat ge niet vertrouwbaar zijt. Ik herinner mij een oud madammeke dat jaren lang, dagelijks, met een traan in haar ogen, een aalmoes heeft overhandigd aan een bedelaar op een kruispunt, waarvan ze durfde zweren dat hij lam was (hij bewoog zich voort op een plankske, met rollewielekes), tot ze hem, op een bepaalde dag, ontmoet heeft in een café, rond huppelend op één been terwijl hij het andere over zijn schouder had gezwaaid, vloekend en drinkend tot het bier uit zijn oren stroomde. Sedertdien heeft ze hem niets ne meer gegeven en sedertdien, nog ne keer, wenst hij haar naar de hel, iedere keer ze passeert aan zijn kruispunt...
For nearly six years, I have been a faithful drinker of MGD. For these past years, I have come to expect certain things from Genuine Draft. I expect that whenever I see that gold can of MGD, I am about ready to enjoy a great, smooth brew. But wait! Sometime around the first of the year, my beloved MGD changed colors, so to speak. That familiar gold can was no longer gold!
Knowing that I am, by nature, somewhat resistant to change, I forced myself to reserve judgment on the new can design. Gradually, I grew to appreciate the new label. That was until about May of this year. That was when I discovered (empirically) that I really didn't like the new design. Further investigation of the cause of my distress resulted in the following observations:
Your cans are made of aluminum.
Aluminum is a great conductor of energy.
Your beer is commonly consumed outside, and thus, the container may be exposed to sunlight.
Sunlight striking the can causes radiant warming of the surface of the can.
The resultant heat (energy) is transferred through the aluminum, by conduction, to the contents of the can (the beer).
Warm beer sucks.
This is a process that can be observed in just about any beer. However, this process is significantly accelerated in MGD because you painted the damn can.... black!!!
Who was the rocket scientist that designed the new graphic for the can and implemented the change right before summer? Granted, this process may not be real evident up there in Wisconsin, but down here in Oklahoma where the summers are both sunny and hot, this effect is quite a problem. There's no telling what the folks in Texas and Arizona are having to put up with. Knowing that you would probably not address this issue unless you had firm evidence of a problem, I and several other subjects conducted extensive experimentation. The results of these experiments are listed below.
The experiments were conducted over two days on the deck next to my pool. The study included seven different types of beer (leftovers from a party the previous weekend) that were initially chilled to 38 (and then left exposed to sunlight for different lengths of time.) These beers were sampled by the test subjects at different intervals. The subjects, all normally MGD drinkers, were asked at each sampling interval their impressions of the different beers.
The length of time between the initial exposure to sunlight and the point where the subject determined the sample undrinkable (the Suck-point) was determined. The average ambient temperature for the trials was 95 degrees F.
Beer Type
Average Suck-point (minutes)
Miller Lite (white can)
6.2
Bud (white can)
5.5
Bud Lite (silver can)
5.2
Ice House (blue and silver can)
4.4
Coors Lite (silver can)
4.1
Miller Genuine Draft (black can)
2.8
Coors (gold can)
0.1
It was evident that the color of the can directly correlates to the average suck point, except for Coors which was pretty much determined to suck at any point. It is to be hoped that you will consider re-designing your MGD cans. All beer drinkers that are not smart enough to keep their beer in the shade will thank you.
Sincerely,
Bradley Lee Beer-drinker
The Miller response appears below. They have had a lot of fun with this guy's letter. Enjoy. . .
Dear Bradley Lee,
Thank you for your letter and your concern about the MGD can color as it relates to premature warming of the contents. Like you, we at Miller Beer take beer drinking very seriously. To that end, we have taken your letter and subsequent experiment under serious consideration.
Outlined below are our findings and solution to your problem. May we add that we have had similar letters from other loyal beer drinkers, mostly from the Southern United States.
First, let us congratulate you on your findings. Our analysis tends to agree with yours regarding Coors. It certainly does suck at about any temperature. Now, it was our intentions when redesigning the MGD can to create better brand identity and brand loyalty. Someone in marketing did some kind of research and determined we needed to redesign the can. You will be pleased to know, we have fired that idiot and he is now reeking havoc at a pro-gun control beer manufacturer. The design staff working in cahoots with the marketing idiot was also down-sized. However, once we realized this mistake, to undo it would have been even a bigger mistake. So, we took some other actions. From our market research, we found a difference between Northern beer drinker and Southern beer drinkers.
Beer drinkers in the South tend to drink slower than beer drinkers in the North. We are still researching why that is. Anyway, at Miller Beer, it was never our intentions to have someone take more than 2.5 minutes to enjoy one of our beers. We pride ourselves in creating fine, smooth, quick drinking beers and leave the making of sissy, slow sipping beers to that Sam guy in Boston.
However, it is good to know that you feel our Miller Lite can last as long as 6 minutes. However, may we suggest in the future you try consuming at least two in that time frame. From your letter, we had our design staff work 'round the clock to come up with a solution that would help not just MGD but all our fine Miller products. We hope you have recently noticed our solution to your problem. We found that the hole in the top of the can was not big enough for quick consumption. So, we have now introduced the new "Wide Mouth" cans. We hope this will solve all your problems.
Might I also suggest that if you want to get the beer out of the can even faster, you can poke a hole on the side near the bottom, hold your finger over it, open the can, tip it to your mouth and then pull your finger off the hole. This is a common way to drink beer at parties and impress your friends. This technique is known as "shot-gunning". You should like the name.
Again, thank you for your letter and bringing to our attention that there might be other beer drinkers taking more that 2.5 minutes to drink our beers. Let me assure you that I am having our advertising department work on campaign to solve this problem, too.
Op het werk hier in Recife had ik een collega waarmee ik redelijk goed overeen kwam. Alhoewel we politiek gezien antagonistische opinies koesterden vonden we allebei genoegen in onze vriendschappelijke verhouding. We passeerden uren discussiërend over ne hele hoop voorvallen, situaties en vergaderingen gedurende onze vele reizen, samen, in het noordoosten van het land, wanneer we bekwaam waren verschillende zaken af te sluiten. Een uitstekende verkoopsman, intelligent en boeiend. We schrokken er niet voor terug uren te zitten drinken in een café of een restaurant, na ons middagmaal verslonden te hebben, meestal bestaand uit een half, simpel, kieken, zonder verdere onnodige ingrediënten, broederlijk gedeeld, terwijl we het te weinig voedsel compenseerden met overvloedige drank. Gelukkig was hij nog lelijker dan ik, zodat ik me in de leidende positie bevond. Het enige wat me nogal tegen stak was het feit dat hij na het eten zijn tanden zorgvuldig reinigde, één na één, met een houten tandenkotertje dat naargelang het werk vorderde, alsmaar natter en vuiler werd en wat verschillende minuten in beslag nam, waar hij zich absoluut niet voor geneerde, alhoewel het mij de kriebels gaf, vooral waneer er enkele verwijderde brokken in mijn bord belandden.
Het betrof zich om een typische afgevaardigde van dit part van het land waar de mensen meestal mager zijn en taai en soms zelfs onverteerbaar. De gemiddelde grootte van de mensen hier is kleiner dan die van de rest van het land (er bestaat hier ook veel meer honger en de bijbehorende ondervoeding) maar de ietwat grotere exemplaren beschikken meestal over kameelvriendelijke benen, terwijl de kleinere gediend zijn met bokaardige exemplaren. Ze zijn allemaal, nochtans, uiterst vriendschappelijk en bereidwillig als het er op aan komt. Misschien een beetje te traditioneel en te ouderwets, voor mijn vooruitstrevende opvatting.
Feit is dat ik me langzamerhand aan het hechten ben geweest aan zijn aanwezigheid en zijn aandacht, want hij kon zowel argumenteren als luisteren. Zoals de meeste afgevaardigden van dit part van het land worden de ziekte en de dood met minder bezorgdheid behandeld en waarlijk zijn gezondheid begon, na enkele jaren zonder zorgen, rap af te takelen, terwijl hij toch nooit tekens gaf van ontreddering en wanhoop.
Eens het filiaal van de firma hier opgedoekt werd, zodat ik helemaal alleen ben achter gebleven, werd ons contact met de tijd schaarser en op den duur ontmoetten we elkaar alleen maar, somtijds, terwijl hij lange wandelingen ondernam op het strand. Hij begon te lijden van diabete, werd geopereerd aan zijn hart, leed van zijn ogen en had hoge bloeddruk, maar bleef glimlachen terwijl hij, bewust, beweerde dat het leven nu eenmaal zo was. Zoals altijd gebeurt in zon gevallen, blijven de ietwat gezondere mensen afwezig wanneer de vrienden hen het meest nodig hebben en zo is het ook gebeurd met mij. Vooraleer ik mij schuldig begon te voelen kreeg ik het nieuws van zijn vrouw dat hij, opeens, gestorven was.
Op de begrafenis (ik kan op één hand tellen hoeveel keren ik in mijn leven naar een begrafenis ben geweest, inclusief diegene van mijn eigen zoon, waar ik niet bekwaam ben geweest één enkele traan te laten vallen) ben ik in de eerste rij gaan staan als postume huldiging, terwijl mijn dochter naast mij plaats nam. De heersende stilte is maar verbroken geweest toen ze opeens luid schreeuwde, zodat iedereen zich naar mij omdraaide: Pa, ge zijt aan het schreien!
Ik heb me geduldig naar haar gewend en heb haar uitgelegd dat ik helemaal niet aan het schreien was, maar dat ik een valling had en dat de wind strak in mijn ogen waaide, wat ze deed wateren..
De dood is niet gemakkelijk nee, maar schreien is nog moeilijker...
1) "I was kidding about being sterile, you know." 2) "Do you always fart like that when someone shoves it in?" 3) "How come it's so BIG in there?" 4) "You've done this with a lotta guys before---right?" 5) "Next time I come over, don't bother with the underwear, OK?" 6) (Sniff, sniff) "Is that CAT food?" 7) (Yelling) "OK guys, it's a wrap, cut, and print it!!" 8) "You are great in bed, but your sister gives better head!" 9) "My first wife was prettier, but you can screw a lot better." 10)"Do you know what a 'douche' is?" 11)"Maybe if you did some pushups, your boobs would grow." 12)"I want you to try some of MY deodorant." 13)"I'm not into relationships. Can't we just screw, like every Tuesday night or something?" 14)"Maybe if you lost some weight, I could get it all the way in!" 15)"I never saw a girl with hairy tits before!" 16)"I've been getting these little blisters lately-------" 17)"You wanna do those dishes before you leave?" 18)"You should go wash that, the cabbie will think something DIED in there!"
A young lady in the maternity ward just prior to labour is asked by the midwife if she would like her husband to be present at the birth.
"I'm afraid I don't have a husband" she replies. "O.K. do you have a boyfriend?" asks the Midwife. "No, no boyfriend either." "Do you have a partner then?" "No, I'm unattached, I'll be having my baby on my own."
After the birth the midwife again speaks to the young woman.
"You have a healthy bouncing baby girl, but I must warn you before you see her that the baby is black." "Well," replies the girl. "I was very down on my luck, with no money and nowhere to live, and so I accepted a job in a Porno movie. The lead man was black." "Oh, I'm very sorry," says the midwife, "that's really none of my business and I'm sorry that I have to ask you these awkward questions but I must also tell you that the baby has blonde hair." "Well yes," the girl again replies, "you see I desperately needed the money and there was this Swedish guy also involved in the movie, what else could I do?" "Oh, I'm sorry," the midwife repeats, "that's really none of my business and I hate to pry further but your baby has slanted eyes." "Well yes," continues the girl, "I was incredibly hard up and there was a little Chinese man also in the movie, I really had no choice."
At this the midwife again apologises collects the baby and presents her to the girl, who immediately proceeds to give baby a slap on the bum. The baby starts crying and the mother exclaims, "Well thank god for that!"
"What do you mean?" says the midwife, shocked. "Well," says the girl extremely relieved, "I had this horrible feeling that it was going to bark."
Vooral mijn directeur had, gedurende verscheidene jaren (we waren toen nog in de vroege jaren zeventig), geïnsinueerd aan zijn vriend en bridgecollega (waarin hij, mijn directeur, ooit eens kampioen is geweest) Roberto Marinho, eigenaar van de krant O Globo, in Rio (plus andere belangrijke communicatiemiddelen, verspreid over het gehele land) dat hij eindelijk de knoop moest doorhakken en definitief beslissen offset te gaan. Deze beslissing is er maar gekomen gedurende een reis naar São Paulo, waar Octavio Frias, eigenaar van de krant Folha De São Paulo hem trots zijn recente offsetinstallaties had getoond en daarna, in zijn zetel zakkend, nonchalant zijn schoenen had uitgetrokken en ze over zijn schouders geslingerd, natuurlijk met de bedoeling indruk te maken, terwijl hij uitschaterde dat hij, Roberto Marinho (een stijve mens die vooral van discretie en behoorlijk gedrag hield), moest stoppen zich alsmaar te masturberen.
En waarlijk, diene laatste uitspraak heeft hem, juist op tijd, op de beste weg gezet.
Terug in Rio bepaalde hij meteen een vergadering om over zijn nieuw project te spreken met onze directie. Die besliste, voor alle geval, mij mee te sleuren, om technische twijfels te kunnen beantwoorden. Aanwezig ook, op die vergadering (in de loop van de volgende maanden zijn er meerdere gebeurd) was de industriële manager van O Globo, Luiz Antônio De Sa Brandão, die toevallig ook de kozijn was van onze directeur, wat niet belette de eigenschappen van machines aangeboden door onze concurrenten (vooral MAN) aan te halen. We werden ontvangen in een piepklein wachtzaaltje waarin er zich geen enkel meubel bevond en waar men er zeker van was aandachtig bespied te worden, om bewust naar eigenaardige bulten en bubbels in de zakken, onder de oksels en onder de broekriem van eventuele bezoekers te zoeken, want hij, Roberto Marinho, officiële afgevaardigde van de rechts gezinden en vierde "macht" van het land, ferme verdediger van het Amerikaans regime, fel geïnteresseerd in het omverwerpen van linksgezinde bewegingen en aanstoter van de militaire machtsgreep, enkele jaren daarvoor, voelde zich wel een beetje bedreigd. Ik had geen enkele vreemde bult meegebracht, maar wederkerig zoekend naar vreemde bulten in zijn kostuum stootte ik onverwacht op een bult in ZIJN broek. Toen hij zichzelf neerzette in zijn ruime zetel viel het mij dadelijk op dat hij geen onderbroek gebruikte en dat zijn klootzak, daardoor, tot midden in zijn dij was neer gezakt. Allez, ik vond het echt eigenaardig dat diene klootzak zo laag was gevallen, terwijl ik, van de andere kant, zelfs geen glimp van zijn instrument opmerkte...
Die eerste vergaderingen leidden wel duidelijk naar een aankoop van een enorme (toen toch) machine (Goss Metroliner), uitgerust met achttien drukeenheden en drie vouwmachines, alles op een rij van ongeveer zestig meter geinstalleerd, terwijl twaalf meter hoog en drie meter breed, maar vooraleer we daar geraakt zijn is er nog een incident gebeurd, te wijten aan een misverstand over wat er juist allemaal en wat er niet, in de prijs was inbegrepen. Op dat bepaald moment had Roberto Marinho ineens zijn beesten los gelaten (soltou os bichos, in t Portugees) op onze lieve oude Harry Andree (Internationale Verkoopsdirecteur van Rockwell/Goss) die blijkbaar een beetje vals aan het spelen was, tot groot ongenoegen van Roberto...
Op dat ogenblik heb ik iets geleerd van mijn directeur, dat mij mijn eigen leven lang heeft blijven vergezellen (het betreft zich om een gevaarlijke fout, die één van mijn jongere broers, nog altijd, begaat). Hij, mijn directeur, had opgemerkt dat Roberto, zijn persoonlijke vriend, in zijn groeiende opwinding, op het punt stond iets verschrikkelijks naar het hoofd te slingeren van Harry. Meteen stond hij dus beslist recht en vroeg die vergadering onmiddellijk stop te zetten en ze s anderendaags, indien mogelijk, te hervatten, vooraleer hij, Roberto, iets zou zeggen wat hij niet echt bedoelde en er later, waarschijnlijk, spijt van zou koesteren, maar onmogelijk zijn eigen braaksel terug zou kunnen inzwelgen.
Deze intelligente aanpak is beslissend geweest voor de conclusie van de zaak en ik heb die waarschuwing in mijn eigen hoofd geprent, om zeker nooit iets dergelijks te begaan.
Mijn dwaze broer nochtans, heeft die les nooit geleerd en bedrijft ze (de fout) nog alle dagen, vooral als hij dronken is..