2022 Najaars Fietstocht
In Vlaanderen
Met de Bende van Bob
Antoine Robrecht en Bob
Kort en pittig, dit was de najaarstocht 2022. We fietsten langs kanalen, rivieren en stromen met beschermd natuurgebied op de oevers en in de laagte akkers met treurende maïsvelden. Bij de start aan het station van Brugge trok onze outfit van trekkers op de fiets de aandacht van een groepje Indische toeristen. We moesten derhalve eerst even poseren vooraleer we konden starten aan het kanaal Brugge-Gent.
Het bochtige verloop van het kanaal duidt nog steeds op de ontstaansgeschiedenis. Het verloop was ooit de rivier de Reie en die is nog intact in de Brugse binnenstad. Bij het dwarsen van Gent vonden we de Leie waar prachtige gevels zich spiegelen in het water. Buiten Gent kwamen we op de Scheldedijk. Het is een uniek stukje natuur omgetoverd tot een gecontroleerd overstromingsgebied? De ornithologen zijn uiterst tevreden, want de lijst met vogelsoorten groeit gestaag aan.
In de bende van Bob is er een ongeschreven wet die bepaalt dat er drie keren halt wordt gehouden vooraleer de eindbestemming van de dag wordt bereikt. Dus op de middag van de eerste dag hielden we een stop na 26 km aan de Vaart in Bellem in het café De Hert. Die bruine kroeg bestaat al 400 jaar. We werden hartelijk ontvangen door de waardin Liliane voor openingstijd. Robrecht dronk er dikwijls een Leffe samen met zijn fietsvriend, Hubert. Ook Johan Verminnen komt er dikwijls over de vloer en laat er zich inspireren.
De tweede halte was niet ver van de Korenmarkt in Gent voor een appeltaart en een Westmalle en in Schellebelle dronken we een La Trappe vooraleer lekker te gaan tafelen bij het verblijf VOF Martine in Wichelen.
De volgende dag kregen we van Antoine een schat aan informatie tijdens de rit langs de Scheldedijken naar Aartselaar. Hij instrueerde ons over de vele veren, de vele wateringen, elektriciteitscentrales van weleer… Over de Franstalige auteur Emile Verhaeren met zijn nogal wellustige boek “Les Flamandes”.
Over het scheepvaart- en visserijmuseum, over palinggerechten, over Marnix Van Sint-Aldegonde en zijn kasteel in Bornem en gebeurtenissen tijdens den oorlog. Op het eiland tussen zeekanaal en Rupel aan de overzet leerden we van een jonge Zweed enkele woorden Zweeds.
De derde dag fietsten we door de geschiedenis van de steenbakkerijen met duiding van Bob over het hoe en het waarom van de kwaliteit van de pannen en de stenen. Dit erfgoed vulde ons gemoed door oude verhalen en de vele rode tinten van daken en gebogen muren.
Maar wat ons vooral zal bijblijven is de ontvangst door de zoon van Antoine in Korbeek-Lo en ’s anderendaags door Robrechts zus Mieke en schoonbroer Robert in Outgaarden. Alles kreeg voor ons een betekenis door de gastvrijheid. We vonden er weldadigheid en intimiteit.
We genoten van de sensibiliteit van een gesprek dat uitmondt in tevredenheid. Buiten kijf staan ook de ontmoetingen bij de V.O.F. waar het gastvrije verhaal vooral de vrouw is: Martine Deschepper in Wichelen, bij Rudi en Martine Dierckx in Aartselaar, bij Lieve en Bert. Emmers in Leuven en bij Lieve Daelman in Meldert.
De laatste dag reden we door de geboortestreek van Eddy Merckx over heuvels met wijnhellingen en vooral veel fruitboomgaarden. De telers waren aan het oogsten in de gietende regen, terwijl wij hen voorbijfietsten in regenkledij.
We dokkerden langs kasseihellingen over robuuste kasseien met hun typische roestbruine kleur. Ze lagen te blinken in de regen en werden glad door het natte leem. We zwoegden door holle wegen. Het zijn diepe geulen met begroeiing op de flanken. Ze werden geboetseerd door erosie van het regenwater en het vele gebruik van mens en dier. Bij het passeren van het kasteel van Horst waanden we ons in de middeleeuwen en op de markt van Tienen konden we genieten van het vakmanschap van het brouwen van bier in de vele brouwerijen van het Hageland.
Lang konden we er niet vertoeven, want tussen 4u en 5u werden we verwacht bij Mieke en Robert in hun vierkant hoeve in Outgaarden. We hoorden er dat zij een afspraak hadden gepland voor ons met hun dochter Saar en Geert in hun nieuwe woonst. Robrecht beweerde dat hij Saars preferente oom is en toonde aan waarom en hoe de hoeve voor hem een knooppunt is van verleden en toekomst. Het is typerend voor Robert om op de proppen te komen met een archief waarmee hij aantoont de spiritualiteit van Robrechts vader: “Alles voor Vlaanderen en Vlaanderen voor Christus”.
Toen de duisternis viel wipten we binnen in Houthem bij Saar en Geert en hun twee lieve kinderen vertederden ons, wij drie ouwe knarren. Onze trektocht eindigde die dag in Meldert. Het was donker en zonder de gps van Bob hadden we nooit, Overhemstraat, 24, gevonden. In het gastenhuis stonden de deuren wagenwijd open en een brief heette ons welkom, want de gastvrouw was bijlange nog niet thuis.
Zaterdagmiddag namen Bob en Robrecht in Leuven de trein naar Brugge en Antoine spoorde naar Antwerpen. Thuis in Sint-Andries kreeg Robrecht de hartverwarmende telefoon van zijn zus: “Je hebt twee toffe vrienden! Hou ze in ere”. We danken de Vrienden op de Fiets logeergezinnen, want op ieder adres werd ons een wereld aangeboden met verhalen over reizen, schone kunsten, kinderen en kleinkinderen, proeverijen naar ieders wens.
|