Noewi heeft vijf
dagen lang zijn gang kunnen gaan. Hij had het rijk alleen. Ik stel me voor hoe
hij ongegeneerd over de eettafel kuiert en even later met opgerichte staart
richting keuken schrijdt, met een
elegante sprong op het aanrecht belandt om het straatleven te aanschouwen
Onze nieuwste
huisgenoot de bonsai oogt nog struis en groen wanneer we de living
betreden. Dan wordt mijn blik naar beneden getrokken: een tapijt van aarde en
blaadjes omkranst de pot! De gieter en het vuilblik, door buurvrouw Lilian strategisch rond de stam geplaatst, hebben
niet kunnen beletten dat Noewi zijn graafwerkzaamheden verderzette. En owee, daar
merk ik verscheidene afgekraakte takken, goed voor negen nieuwe boompjes! Nondesapperdebollekes!
Dat Noewi duchtig
in onze kamerboom heeft geoefend merken we wanneer hij voor het eerst de hort
op is. Zijn belletje weerklinkt over de daken en hij is niet zinnens meteen
naar huis te komen, hij geniet van zijn vrijheid, hij laat zich niet paaien.
Mijn dochter staat duizend angsten uit, want stel eens dat hij voorgoed uit haar
leven verdwijnt? Een ondraaglijk idee! Ik troost haar,
dit is nu eenmaal het poezenleven, hij komt wel terug! Een nieuwe les in
loslaten en vertrouwen!
Daarna installeer
ik mij met mijn laptop aan de tuintafel en wacht geduldig af. Uren later pas
slaag ik erin meneer van de muur te plukken, al heb ik een sterk vermoeden dat
hij dit zelf wel kan, maar dat de goesting hem ontbreekt!
Voor ik slapen ga
neem ik me ernstig voor een manier te zoeken om Noewi uit mijn planten te
houden. Ik kan er toch moeilijk mijn bed bij maken, hé!
|