We zijn net eigenaar geworden van een bonsai. Daarbij stel je je natuurlijk iets klein voor. Wij vervoeren echter een uit de kluiten gewassen plant. Een mini-boom die het in onze living uitstekend zal doen Maar eer het zover is We rammen een hoogteadvertentie en daar sneuvelen de eerste blaadjes. Bij de kassa verliezen we wat potaarde. We kunnen ook niet door de deur. Bereidwillige handen schieten ons te hulp. En zo aanschouwt ons adoptiekind de Ternatse zon op de stoep bij Ikea.
Aangezien ik zonder hoogteoverstijgende hulpmiddelen het dak van mijn nieuwe auto niet kan wassen, ben ik ervan overtuigd dat ik over een gigantische kofferruimte beschik. Mooi niet dus. In één oogopslag zie ik het al, rechtop gaat niet Liggend dan maar, steunend op een solide sierpot. Hopelijk gaat het hele zootje niet rollen, denk ik als mijn GSM plots zijn nocturne laat horen. Of we komen eten. Ja natuurlijk, geef ons een halfuur dan zijn we terug in Gent.
Dat we thuis ook nog een poes hebben die dol is op planten, t is te zeggen, op de ààrde van die planten, ben ik uit het oog verloren. Onbekommerd installeren we de nieuwe aanwinst. We hebben onze rug nog niet gedraaid of Noewi zit al boven op de nieuwe pot, jeeeee een verse krabpaal! Bij deze hebben wij een nieuwe opvoedkundige uitdaging!
Maar eerst worden we verwacht voor het avondmaal
Wanneer we na een gezellig avondje huiswaarts willen keren start het vuurwerk op het nabijgelegen Sint-Pietersstation. We kunnen auditief genieten, maar visueel blijven we in de kou staan. Voor we het beseffen is het spektakel voorbij. Op de Blaarmeersen wacht ons echter iets groots. Het kost me bijna een uur eer ik besef dat we nooit een veilige parkeerplaats zullen bemachtigen. Van heinde en ver komen ze aangestapt, de toeschouwers. Maar ik zit met een auto die ik niet kwijt geraak! Ten langen leste vinden we een plaatsje waar we van verre de vuurwerkshow kunnen aanschouwen. Het oog wordt verwend, maar het oor niet!
Hij is zeven
wanneer hij voorgaande emotie neerpent en het raakt me diep. Voelt hij niet dat
de liefde voor mijn beide kinderen evenwaardig is, dat ik hem even graag zie
als zijn zus? Indertijd vond ik het zo bijzonder om zwanger te zijn van een
jongen. Wonderbaarlijk een mini-man groeit in mij Dat hij mij tot
boef en sul promoveert, euhm eigenlijk degradeert, leg ik even terzijde, ik zie
alleen zijn pijn, zijn droefheid, zijn onmacht. En die zijn echt. Toch op dàt
moment.
Ze zijn allebei anders.
Hij is recht door zee, heel loyaal en trouw, impulsief, luidruchtig, wat
gemakzuchtig en met een groot gevoel voor humor. Zij is
sociaalvoelend, hulpvaardig, muzikaal, aanhankelijk en blij. Dit zijn maar
enkele facetten, zonder waardeoordeel, ze zijn zo veel meer dan dàt.
Ik vind het soms
moeilijk te hanteren, dat gehakketak,gekibbel en verbaal geweld naar elkaar... Had ik maar een afstandsbediening zodat ik
naar een vredelievender programma kon zappen! Naar mijn eigen jeugd
bijvoorbeeld.
Ook daar stralen
dezelfde gevoelens me tegemoet. Sesje, 18 maanden jonger, en ik hebben dezelfde
privileges, maar niet dezelfde verantwoordelijkheden. Ik ben de oudste, dus
Ik ga babysitten
en de verdiensten worden gedeeld tussen Sesje en mij. Op zekere dag heb ik er
echt helemaal geen zin in: die verre afstand fietsen, de franstalige kindjes,
slapen in een vreemd bed Sesje mag voor mijn part. OK, zegt mijn moeder, maar
dan houdt je zus het hele bedrag! Ik vind dit waanzinnig oneerlijk en kies dus
eieren voor mijn geld.
Nochtans neem ik
het mijn moeder niet kwalijk. Vandaag niet. Destijds was ik kwaad. Maar mamas
mogen fouten maken. Hoop ik, want nu ben ik zelf moeder, en handel naar best
vermogen, maar daarom nog niet juist!
Tussen Koekske en
Steentje is het ook niet altijd koek en ei. Op voorhand spreken ze af wie
wanneer de boodschappentas zal dragen. Steentje kiest steevast voor de
terugweg. Maar eens zo ver, laat ze de zak gewoon staan, midden op het voetpad en
wandelt naar huis. Er zit voor Koekske niets anders op dan keer op keer met de
volle tas te sleuren, aangezien zij erop aangesproken wordt
PS Ik heb
van mijn kinderen carte blanche gekregen om over hen te schrijven, een waar geschenk
Chia kaartte
een onderwerp aan waardoor mijn gedachten linea recta naar de verleden tijd
vlieden Ik ben zestien.
Mama ligt in het
ziekenhuis wanneer ik een ongeadresseerde omslag in de bus vind. Waarom weet ik
niet, maar ik meen dat het een brief van een aanbidder is. Ik hang tussen hoop
en vrees. Ik leid immers naast mijn publieke school- en familieleven ook een
geheim leven, waarin ik in stilte verliefd ben op een jongen die me dagelijks
kruist op mijn weg naar school. Hij zit op hetzelfde college als mijn broer.
Mijn hoop is niet helemaal uit de lucht gegrepen want maanden geleden stopte
hij me een brief in de handen, met de liefelijke woorden: Hier!. De aanhef
Arm schaap kan je niet echt amoureus noemen, maar de uitnodiging voor een optreden
van Jacques Dutronc houdt toch een belofte in Dagen zit ik te fantaseren over
een eventuele ontsnappingsmogelijkheid naar het Casino om elf uur
zaterdagavond, maar ik berust in het feit dat ik van die glitter en glamour
verstoken zal blijven, op zijn minst momenteel
Het is bij ons
thuis ten strengste verboden brieven te openen, zonder deze eerst aan onze
ouders voor te leggen. Ik huiver bij de idee dat een persoonlijk schrijfsel hen
in de handen kan vallen, hiermee al mijn zieleroerselen blootleggend. Voor hen
ben ik immers nog een onschuldig kind, de poppen net ontgroeid, en dat ik
aangetrokken word door het andere geslacht, zo mysterieus, zo ongekend, zal ik
hen zeker nooit bekennen
De bewuste
enveloppe blijkt echter zon kettingbrief te bevatten. Wanneer ik hem
doorstuur naar x aantal mensen zal een groot geluk me toelachen, zoniet zal
dood en verderf mijn deel zijn. Daar sta ik dan
met een waardeloze, tot mijn grote spijt, reeds geopende brief. Ik kan hem niet
terug in de brievenbus steken. Ik durf het niemand zeggen want dan moet ik t
een en t ander uitleggen. Ik gooi hem dus
weg.
Jaren zal ik daar
een groot schuldgevoel aan overhouden, want niet lang daarna sterft mama, en
stèl nu eens ook al weet ik met mijn verstand dat het niet kàn - dat het door
die veronachtzaamde brief komt?
Kanker heeft nog
niet die onheilspellende klank, ik heb daar enkel in vage termen over gehoord.
Wanneer de idee naar boven borrelt Mama, zal toch niet sterven? sla ik mezelf
figuurlijk rond de oren. Wat dènk ik nu, moeders sterven immers niet, toch niet
als je zestien bent. Argeloos vertel
ik aan een klasgenootje dat mijnheer pastoor zal komen met het sacrament der
zieken. Dat klinkt veel hoopgevender dan het Heilig Oliesel bedenk ik. Hierdoor
staan een aantal vrienden uit de gezinsgroep, waarvan mijn ouders deel
uitmaken, s avonds thuis aan haar ziekbed, zij realiseren zich terdege de
ernst van de situatie. Ik ben me ook bewust van mamas kritieke toestand,
alleen denk ik niet aan de dood, maar eerder aan een eindeloze, moeilijk te
genezen ziekte.
Ze heeft veel
pijn en krijgt valium (of is het morfine?) Aan haar bed is een touw bevestigd
waarmee ze zich met veel moeite in zittende houding kan hijsen. Op 8 november
verhuist bobonne naar mijn tante in Brussel, want papa wil haar het aftakelend
ziekteproces van mama besparen, hoor ik achteraf. De volgende dag
wordt ons Bietje zes jaar en dit zal de laatste verjaardag worden die we samen
vieren. Op maandag komt
de ziekenwagen mama halen. Twee ziekenbroeders willen haar in een rolstoel
zetten, maar ik word erbij geroepen, volgens haar kan ik dit met gepaste
zachtheid, waardoor ze minder pijn lijdt. Dit snijdt me door het hart, haar
hulpeloosheid, haar pijn, haar machteloosheid Ik wil met haar mee, maar mag niet
Allengs
verglijden de dagen tot routine. Naar school. Thuiskomen. Per fiets naar het
ziekenhuis. Eten. Werken voor school. De jongste zusjes kunnen
maar eens in de week naar haar toe. De dagen worden
weken en ik fantaseer over kerstbomen in de ziekenkamer en hoe we dit feest
alsnog samen kunnen vieren. We zoeken
compensatie in zaken die eigenlijk niet mogen, zoals het zondagse servies
dagelijks gebruiken, in een poging het thuis gezellig te maken Verre nichten
komen op bezoek en hun verzuchting hoe ik toch op ons Zabrila gelijk, laat ik
me vreemd genoeg welgevallen. Ik heb er geen flauw benul van dat ze afscheid
komen nemen.
Het is alsof mama
het voorvoelde, maar die laatste zomer zocht ze mensen op die ze in jaren niet
meer had ontmoet
De dag dat kozijn
Peter zijn derde verjaardag viert en achterneef Jean-Marc drie maanden oud is
krijgen we bericht uit het ziekenhuis. Het loopt op zijn einde, weet mijn
vader. We treffen elkaar bij mama, en voor het laatst knuffel ik haar. Alleen
besef ik niet dat dit de laatste warme omhelzing is
s Avonds als
papa bij haar is, studeren Sesje en ik in bobonnes oude kamer. Het is examentijd. We draaien oude
bandjes op de bandopnemer. En plots is
het alsof de hele kamer gevuld is met mama. Ze ligt weliswaar in het ziekenhuis
maar ze voelt zo nabij Het is negen uur
Later horen we
dat ze op dat uur gestorven is.
Papa is thuis gekomen
en barst in snikken uit. Ons mama is niet meer. We merken op hoe het hele huis
treurt, het ene na het andere ging de laatste dagen stuk Maar we vinden elkaar
rond de tafel waar gesprekken over vroeger gaandeweg troost bieden. Allerlei
anekdotes vervullen ons met blijheid.
En diep in ons
hart weten we dat, zolang we aan haar denken, mama altijd dicht bij ons zal
blijven
Ik heb mijn chocoprins afgezet en bij thuiskomst worden de wolken dreigend grijs en plenzen hete tranen. Het is làng geleden dat ik hem met dit troetelnaampje kon kozen. Het dateert uit zijn prille jeugd, de tijd dat ik hem ongestraft bolleke en zoeteke noemde.
Haar daarentegen mag ik overladen met honderden dergelijke verbale liefkozingen: mijn krokodil, piepemuisje, konijn, mijn poppemieke, lienemienemutte, prutsemie, olifantje (haar lievelingsdier), trotteke zij laat het zich nog steeds welgevallen. Ik op mijn beurt dien dan wel Mamossa piepossa, moedre tamara,mamooft, moekedie enzoverder te incasseren maar dat doe ik met innig plezier. Wanneer ze geen uitdrukking kan geven aan haar gevoel of gedachte dan vindt ze gewoon een woord uit, en raar genoeg, ik begrijp de nuance. Zo is er de kloeterkesbiefsteak, een gemarineerd stuk rund bestrooid met kruiden, bovendien erg pikant, dat meestal op de barbecue geroosterd wordt.
Wanneer ze me welterusten wenst dan gaat dit gepaard met een Sliependepèllenderèllendezèl en de poes moet het stellen met een Noedelaruu of Noekedie al luistert hij gek genoeg enkel naar de naam Noewi! Dan geeft hij een soort kirrend geluid, maakt een kromme wenteling en gaat vol overgave op zijn rug liggen, klaar om aangehaald te worden. We hebben het uitgetest met allerlei gelijkende klanken, maar zijn naam haalt hij er steeds uit!
Maar ondertussen is hij dus onderweg naar Nederland, samen met zijn vriendin en haar ouders. Daar gaan ze diepzeeduiken, en hij mag dat ook eens proberen om alzo te ontdekken wat voor moois de Oosterschelde onder water te bieden heeft. Het was een heus complot want zijn deelname hoorde een verrassing voor haar verjaardag te zijn. En oooh wat is die verliefdheid pril en zo aandoenlijk om van nabij te volgen!
Zijn dreadlocks wassen is iets wat ik slechts hoogst sporadisch mag ondernemen. Daar dient geen derde aan te pas te komen, dat doet hij zelf! Tot zij ten tonele verschijnt en gewapend met tuinslang en shampoo zijn haardos onder handen neemt. Hij trekt er ook voor het eerst zelf op uit om kleren te kopen. De oogst is schamel: één T-shirt en één korte broek. Het budget wordt verder gespendeerd aan bioscoop en ijs, wat hij achteraf uiteraard uit eigen zak dient te bekostigen. Maar kom, het is een begin, en alle begin is moeilijk. Deze middag zijn we samen inkopen wezen doen en op een mum van tijd ben ik ettelijke euros kwijt. Hij kiest vlug en zeker
Morgen komt mijn piepemuisje terug van de atletiekstage. En s avonds ga ik weer aan t werk, twee nachten maar tot 14.00u dan is t weer vakantie!
Ter ere van Steentjes verjaardag houden we zussendag aan zee. De ligbedmatrassenenparasollenuitbatercomplimenteert haar met de dubieuze vraag: Toch nog met een drie?! Kijk, dat is voor velerlei uitleg vatbaar. Onze fantasie neemt hoge vluchten en er ontspint zich een gevatte conversatie.
Vier dames van middelbare leeftijd installeren zich niet meer met een strandlaken op het hete zand. Ze sleuren niet meer met allerlei attributen om het zich comfortabel te maken. Neen, zij huren een ligbed en laten zich begeleiden naar hun zonplaats alwaar een parasol in het zand gepoot wordt. Dit zonnewerend stuk is er helemaal alleen voor mij. Niet dat ik een afkeer heb van zonnestralen. Integendeel! Ik koester mij zo graag in die warmte! Ik word ook graag bruin. Maar ik wil ook geenpijnlijke roodheid, jeuk en blazen achteraf.
Trouwens de parasol is gratis, meen ik. Er staat een streepje op de prijslijst. Een misvatting zo blijkt even later. Het streepje staat voor vier euro, dat is meer dan de helft van een ligbed. Maar kom, ik zal genieten van mijn investering.
Even later kom ik tot de vaststelling dat ik een heel eigenzinnig exemplaar bezit. Een windvlaag en hup de baleinen gaan de verkeerde kant uit. Ik ben even in de weer om alles in de juiste stand te zetten. De volgende windstoot en daar gaat mijn zonnewering terug in de rebellie. Een schuinse blik op de omringende blauwe zonneschermbezitters. Geen één kampt met hetzelfde probleem. Ik voel me al lichtelijk achteruit gesteld.
Bovendien word ik belaagd door de stok die als maar meer naar mij overhelt. Is het mijn gebrek aan technisch inzicht? Dien ik windsnelheden en positie van parasol te berekenen om alzo de perfecte stelplaats te vinden? Geen idee maar ik vind een compromis door het boveneinde opzij te knikken. Toch enkele minuten rust. Er is ook geen wind
Een peutertje wankelt in het zand rond en klautert bij zijn mama op het ligbed. Geeft zoentjes. Ramt een rijstkoek in haar mond. Oooh wat is het lang geleden die pampertijd. Maar zo herkenbaar!
En dan begint het hele scenario opnieuw. En oef, ik merk een lotgenot, en ginds zelfs ene die wegvliegt! (niet de lotgenoot maar de parasol) Dat is toch een riem onder het hart!
Ik besluit mijn recalcitrante parasol toch te gaan aangeven en ik krijg een stevige nieuwe. Luxe! Heerlijk! Het doet me prompt in slaap vallen!
Om zeven uur moeten we ophoepelen. Het strand sluit. Althans de zaak met de ligbedden. En nu hoop ik maar dat mijn zussen niet beledigd zijn omdat ik hen bij de middelbare leeftijd catalogeer. Ze ogen nog jong. Ik ben namelijk de oudste .
En dat herinnert me aan een uitje waarbij men niet kon geloven dat we zussen waren. Want wie was dan de oudste? En dat ze me er toen niet uitgehaald hebben, daar geniet ik nu nog van! Tja, dat moest ik even kwijt!
In de badkamer wordt er gegorgeld en
geproest en even later komt hij mij de hand schudden: Zeer vereerd: Dr
Zack Hij kijkt me glimlachend aan en verduidelijkt: Dr Claude Zack Bandiet, denk ik als mijn frank valt en hij
verdwijnt naar het toilet.
Daar heeft hij blijkbaar nog iets kunnen
brouwen want ik krijg hetzelfde scenario met deze tekst: Pleased to meet you.
Doctor Whole En omdat ik raar kijk: Doctor Ash Whole
Ik ben Lieve
Ik ben een vrouw en woon in Gent () en mijn beroep is woonbegeleider bij volwassenen met een mentale handicap.
Ik ben geboren op 18/04/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, computeren, muziek....
Ik ben een laatbloeier wat maakt dat ik me nog jong voel! Mijn kinderen (17 en 15) zijn mijn lust en mijn leven, maar toch werd het tijd dat ik
iets helemaal voor mezelf deed. Mijn zoon vond dat ik mijn droom moest
waarmaken, dat gaf hem namelijk hoop voor ZIJN droom. Dus waarom zou ik
de draad uit mijn tienerjaren niet weer opnemen en een blogje schrijven
hé!