Mijn zoon verafschuwt de ochtend en naarmate de Gentse Feesten vorderen breidt zijn aversie zich zelfs uit tot een stuk na de noen.
Wij zitten reeds aan het dessert wanneer de heer des huizes aan de dis verschijnt. We eten op het terras want het is mooi weer. Hij verwijdert het aluminiumfolie van zijn bord. Een opgeschrikte vlieg kiest het hazenpad.
Ze had geen schoon geweten, had duidelijk wat uitgevreten.
Op de salade vinden we een pakje witte staafvormige eitjes.
De rijst deelt hetzelfde lot.
De appetijt is weg. Het middagmaal belandt in de vuilbak.
Ten zijnen behoeve had ik een gigantische portie varkenshaasje in huis gehaald en de overschot in de koelkast geplaatst. Zo kan hij toch nog iets recupereren.
Maar hij die spinnen en ander klein grut buitenzet, en alzo hun leven spaart, heeft de oorlog aan de vliegen verklaard.
En ik bekijk ze met andere ogen. Eerstens omdat ik geen facetten heb waarmee ik alle richtingen kan uitkijken, maar tweedes om de zwangere van de maagdelijke te proberen onderscheiden. Hoe kan zon klein vliegenlijf zon massa eitjes produceren? Wanneer ze hier rondtrippelen, over meubilair, muren en plafond, lijken ze weinig op voortplanting gericht. Ik mag er niet aan denken waar ze nog hun poten aan bezoedelen, hun voorkeur voor mesthopen kennende.
Twaalf uur, op de noen, en de telefoon geeft een onnozel rinkeltje. Een flauw protest, ten teken dat er geen elektriciteit meer is. Tegelijkertijd verdwijnt het beeld op het televisiescherm. Dit voorspelt weinig goeds voor de visschotel die in de oven te pruttelen staat.
Een eerste blik op de schakelkast wijst niets abnormaals aan, alle schakelaars staan omhoog. Ik steek mijn hoofd om de voordeur: geen commotie op straat. Misschien zijn mijn buren niet aan t koken. Of ze rennen niet meteen in paniek de straat op.
Leven zonder stroom, daar opeens een mouw aan passen, het is geen evidentie. Zelfs een kop koffie hoort niet meer tot de mogelijkheden, toch niet als ik deze zelf wil zetten. Niet dat we van honger dreigen om te komen, er zijn legio toepassingen voor koude bereidingen. Met een barbecue kan ik de maaltijd nog redden, bepeins ik. Maar eerst de zekeringen nog eens dubbelchecken. En ja, wat blijkt, ik heb de verliesstroomschakelaar over het hoofd gezien!
Ettelijke minuten later constateer ik dat de oven weliswaar warm is, maar de vis niet wil garen. Een verhuis naar de magnetron en de maaltijd is gered.
Maar mijn oven, die is naar de Fillistijnen. Hij sukkelde al een tijdje met een gebrekkige thermostaat, eentje die tilt sloeg. Hij produceerde een onstuitbare warmte, het ging hoger, en hoger, en hoger tot ik hem op nul zette.
Er waart een toestelonvriendelijke demon in mijn huis. Het ene na het andere apparaat geeft de geest.
Nu ik het drogen aan de lijn een beetje onder de knie krijg, dien ik een alternatieve bakwijze te zoeken voor pizza.
Op houtskool gewarmde stenen? Of gewoon op het barbecuerooster?
Strijken? De haardroger? De microwave?
In de pan? Mijn wafelijzer! De broodrooster?
De oven van de buren?
Een bunsenbrander? (maar die heb ik niet) Een kaarsenvlam?
Wellicht is een fruitdieet veel eenvoudiger
We zitten heel erg vooraan bij het Groot Podium aan Sint-Jacobs. Een waaier aan authentieke Afrikaanse instrumenten brengt ons een boodschap van verdraagzaamheid, vrede en vriendschap. Dat is ook de naam van de groep: boodschap betekent likalo in het Bassa, één van de vele talen uit Kameroen. Plots zegt Bietje: Heeeei, is dat niet Jolien? Ze wijst ergens achter mij.
Ik zie niemand toch niet mijn eigen dochter - en begrijp er niets van.
Jolien hoort momenteel achter of tussen de coulissen te staan.
Maar ze is het echt. In jeans. En helemaal te laat. Ze reed met iemand anders mee en die vond geen parkeerplaats. Langs de artiesteningang binnensluipen, ze had immers een pasje, wil ze niet. Met de uitvlucht dat haar outfit nog in haar vaders auto ligt, lacht ze haar plankenkoorts weg.
Gisteren was ze nog wild enthousiast en reageerde ze verontwaardigd omdat het misschien niet zou doorgaan. Ze had al heel wat reclame gemaakt. Eerst examen doen, grapte haar papa. s Avonds, tijdens mijn nachtdienst sms-te ze me dat ze niet één maar vier dansjes ten beste moest geven. Blijkbaar is ze geslaagd in haar proef...
We zijn nog maar net ondergedompeld in exotische ritmes of we worden overvallen door een regenbui, helaas zonder tropische temperatuur, wat een pak toehoorders doet wegvluchten. De nattigheid is gelukkig niet van al te lange duur. Straks, na de pauze, zal ze haar act doen, maakt ze zichzelf vol branie wijs. Maar ik weet, dat er vanavond géén twee delen zijn... Ze heeft wel zin, maar ook schrik. Ach, ze is nog zo jong ook...
Nadien slenteren we nog heel even rond. Beh trakteert ons op een schoteltje Senegalese hapjes. Afrikaanse gastvrijheid vertaalt zich immers eerst en vooral in het aanbieden van voedsel. Lang mag het allemaal niet duren, want samen met mij op de Gentse Feesten flaneren is helemaal niet cool. Met haar papa, dat kan er nog mee door, die is hip!
Een kinderloze nacht later rijd ik de parking aan de Yachtdreef op, om mijn jongste na een week vakantie op te halen. Het is er abnormaal rustig. Ik wandel langs de schaars geparkeerde wagens maar er is geen kat te zien. Een monovolume maakt een rondje en verdwijnt.
Het begint me te dagen: heb ik een fout uur gememoriseerd? Ik liet inderdaad na een blik op die laatste richtlijnen te werpen. Onze aankomsturen zijn normaal gezien gegarandeerd, het staat in mijn geheugen gebeiteld. Heb ik een telefoontje gemist? Meteen constateer ik dat mijn gsm hoe is het mogelijk nog thuis ligt.
De terugroute lijkt eindeloos. Telefoonconsult: niemand heeft me gebeld. Victorie! De bus wordt inderdaad verwacht om 8 uur in de morgen. Zonder uitroepteken weliswaar, zoals bij het vertrekuur... stipt...
Je kan steeds het aankomstuur (24u op 24u) raadplegen op tel.nr...., dit was aan mij voorbij gegaan... Die van de Ardèche blijken een vertraging van twéé uur te hebben. Het dringt maar langzaam door, het gaat om hààr en niet om de Ardennen!
Een tiental minuten voor tienen bereikt me haar bericht. Ze is gearriveerd.
Het was reuze en volgend jaar wil ze naar Kroatië. Zo hebben ze afgesproken.
Even synchroniseren naar het nieuwe ritme... Ze is een beetje jaloers op de kat die rond mij floddert. Ze vindt het niet eerlijk dat hij zich zo maar mijn aandacht toeeigent. Dat maakt haar dubbel zo aanhankelijk...
Ja, kamperen is een mooie zomersport, waardoor je steeds maar jonger wordt, je trekt... maar het dringt niet meteen tot hem door dat hij dan een tent nodig heeft. Zijn eerste bekommernis is mijn zegen met de daaraan gekoppelde aanschaf van een ticket. Op de website staat vermeld dat er nog slechts een luttele vierduizend beschikbaar zijn. Méér nog, vorig jaar moesten ze dagelijks vijftienduizend bezoekers afwimpelen. Met een snuifje zout te interpreteren, denk ik.
Hij stelt zelf voor het goud in de mond van de ochtendstond te aanschouwen en voor dag en dauw op te staan middels een vooraf ingestelde wekker. En dat in volle vakantietijd! Maar uren op voorhand voor een gesloten winkeldeur staan rampetanten heeft geen zin.
Vorig jaar wel, toen was ik zo gek om ruim vóór middernacht te staan aanschuiven voor de laatste Harry Potter. Dat was zonder het Britse uur gerekend! Maar het had wel wat, die aangroeiende massa, en bovendien waren het Gentse Feesten...
De volgende morgen, in het centrum van de stad, tast ik naar mijn geldbeugel voor parkeergeld. Sapperloot, ik heb hem niet bij! Vliegensvlug aller-retour naar huis. Mijn oudste wordt niet zenuwachtig, maar ik moet niet treuzelen...
In de Fnac wordt prompt zonder probleem het combi-ticket aangemaakt, geen spoor van schaarste! Met een gerust hart kan hij de verloren slaap alsnog inhalen...
Voor hem is hiermee de kous af.
Trein, tent, eten... het zal zichzelf wel regelen. En ziedaar de volgende dag mag hij in een tuin oefenen in het opzetten van een nachtverblijf, hij zal een dak boven zijn hoofd hebben.
Alvorens hem aan het station te deponeren, slaan we nog wat mondvoorraad in. Een must, want hij is altijd hongerig.
Zie dat je je favoriete groepen niet mist, hé, geef ik nog mee. Dàt zou hij pas erg vinden!
Hij heeft me al geseind dat hij een enorm goeie kampeerplek heeft, dichtbij alle faciliteiten, het toilet, het eten, de podia, en bij wijze mensen. Ik ben benieuwd, ik zou allicht geen oog dichtdoen, met al die passage, maar hij stelt andere prioriteiten, vast en zeker...
Woehahaaah...!
Als een duiveltje uit een doosje springt hij uit de duistere keuken te voorschijn. Ik kan een schrikreflex niet bedwingen, een waaah ontspruit aan mijn lippen en ik zet een huppelpas opzij in lijfbehoud.
Hij glundert van oor tot oor.
Dat had je niet verwacht hé dat ik zo sneaky uit die hoek ging komen!
Ik kan het alleen maar beamen.
We hebben een actie-thriller besteld, niet direct my piece of cake, maar hij mocht kiezen. Geen film dus waarbij je gezellig achterover leunt met een drankje en een portie chips binnen handbereik. Om het geheel nog spannender te maken klettert de regen gewelddadig neer. Onze kat Noewi is net bijtijds komen binnentrippelen en nestelt zich behaaglijk op mijn schoot. Een troost voor als het te eng wordt, mijn schakel naar de realtiteit...
Die bliksem en donderslagen, ze zijn geen fictie. Ze accentueren de benijpende sfeer. Het is niet continu griezelen, maar het onverwachtse van sommige gebeurtenissen laat me bijwijlen verstijven in mijn zetel.
De slechterik gaat op het einde dood en de goeie wordt in ere hersteld, dus een nachtmerrie zal ik er niet aan overhouden.
De meester in het creëren van suspense vind ik echter nog steeds Hitchcock, die me louter door suggestie het bloed in de aderen doet stollen. Nu nog geeft een veld vol kraaien me een onbehaaglijk gevoel!
Hoe dikwijls heb ik niet verzucht, had ik maar een handleiding! Een richtlijn, een baken, een boei, een...
Vijf minuten, het lijkt een uur.
Ik probeer mezelf tot kalmte te manen, maar mijn oren zijn gespitst.
En plots ontspan ik. Hoor ik daar geen gestommel in de kelder?
Het vermeende geluid wordt niet gevolgd door een behoedzaam openen van de koelkast, gerommel in de keuken en gekraak op de trappen. Het blijft stil. Loos alarm dus, maar eer ik daarvan overtuigd ben!
Binnen een half uur, maximum drie kwartier ben ik daar, had hij me geseind. Ik had daar nog een marge bij gerekend, maar geen zoon te bekennen.
Het is midden in de nacht en er is niemand die ik kan raadplegen. Een verdieping hoger vertoeft mijn dochter in dromenland. Geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt om haar deelgenoot te maken van mijn ongerustheid. Ik kan alleen maar wachten.
Of slapen. Dat ware het meest verstandige, ware het niet dat een zenuwachtig fladderende mot pendelde tussen mijn maag en mijn hoofd.
Traag sleept de tijd zich voort en gaandeweg neemt mijn angst toe. Of is het boosheid? Kan hij zich niet houden aan een afspraak die hij nota bene zelf heeft gemaakt? Ik had hem immers mijn fiat gegeven. Hoe komt het dat hij plots niet meer te bereiken is? GSM plat? Of doelbewust uitgezet?
Hij is zeventien, binnen enkele maanden achttien. En het is vakantie uiteraard.
Dus geen schoolplichten die dwingen.
En ondertussen is het drie uur in de nacht, en hij had al ruim een uur geleden thuis zullen zijn, volgens zijn sms althans.
Doemscenarios spelen zich voor mijn ogen af. Hij is aangereden door een auto. Ligt zieltogend op het asfalt.
Ik kwel mezelf, hoor de piepende remmen van zijn fiets vóór hij uitbundig de deurbel bespeelt en bedenk dat ik dit nooit meer zal horen.
Wie weet belandde hij in een vechtpartij en werd neergestoken. In Londen zijn dergelijke gruwelverhalen helaas realiteit.
Om half vier kan ik het niet meer houden en besluit op verkenning te gaan. Aan de ingang van een parkje ligt een fiets maar ik kan niet detecteren of het de zijne is. Aan het station maakt mijn hart een overslag. De flikkerende lichten horen echter bij gemeentewerkers. De fiets aan het park blijkt ook niet de zijne. Enigszins gerustgesteld keer ik naar huis.
Daar rijgen de minuten zich eindeloos aan elkaar. Om mijn onrust te delen stuur ik om halfvijf een bericht naar de papa, wetende dat deze vroeg uit de veren moet. Dan ontvang ik niet lang daarna het volgende van mijn zoon : Jo mam gsm wrk ni goe mr, kan nix ontvangen of sture, ma als ge dit eindyk vrneemt kblyf by M. pitn. Kga gsm afzetn x
Ontlading. Oef, ontspanning, euforie. Terstond een nieuw bericht naar de papa gestuurd. Alles OK.
Maar het laatste woord is nog niet gezegd. Het lijkt erop dat hij graag onbereikbaar bleef! Voor mij geen probleem indien hij bij zijn vriend blijft slapen, maar zonder tegenstrijdige berichten graag!
De volgende dag, en na veel nadenken besef ik dat ik me verder moet bekwamen in het loslaten. Voorwaar, voorwaar, ik zeg u, geen gemakkelijke opdracht...
Bel is
De boodschap bereikt me op Knokke strand alwaar een milde laatnamiddagzon me zalig koestert.
Ze vindt haar fiets niet meer aan het station. De rekken zijn verdwenen. Een eindje verder staat een camionette. Twee werklieden hijsen tweewielers in de laadbak. Ik opper dat ze daar eens haar licht kan opsteken. Plots ontdekt ze haar broers vehikel. Te laat om deze terug uit te laden, het hele zootje wordt naar het Depot gevoerd. In de Voskenslaan, juist om de hoek. Aan haar oor gekluisterd ga ik mee op zoek, doch tevergeefs.
Terug thuis ga ik samen met haar poolshoogte nemen. Maar in die immense zee van fietsen vinden we de hare niet terug. Fietspunt is al uren gesloten, we moeten wachten tot de volgende dag.
Na enkele telefoontjes komen we te weten dat we ons moeten reppen naar de vroegere brandweerkazerne. Halverwege attendeert mijn zoon me erop dat hij geen sleuteltje heeft. Dit heeft hij de vorige dag bij zijn vriend laten liggen.
Rechtsomkeert dan maar, tot grote frustratie van zijn zus die zo vlug mogelijk naar de Blaarmeersen wil.
Ik moet madam GPS ter hulp roepen, mijn ruimtelijk inzicht is namelijk abominabel. Ik maak steeds gigantische omwegen via mij bekende punten. t Is voor mij evenwel een nuttig instrument, zo leer ik mijn stad tenminste kennen.
Vijf minuten scheidt ons slechts van ons doel, maar dat is buiten de files gerekend.
Ik parkeer me noodgedwongen dubbel op de parking voor het gebouw. Enkel Joliens fiets blijkt ginds gestald. Die van mijn zoon moeten we algelijk aan de achterkant van het station ophalen.
Ze dient haar naam en adres op te geven, een papier te tekenen en eindelijk kunnen we weg, haar stalen ros in de kofferruimte. Zelfs met mijn plaatsbepalingsysteem slaag ik erin verkeerd te rijden, maar geen nood datzelfde apparaat zet me binnen de kortste keren terug op het juiste pad.
We passeren de gevangenis, dwarsen de ring en slaan een hobbelige straat in. Net wanneer we een rondpunt oprijden horen we achter ons een onrustwekkend metalig gekletter. Ik heb toch niemand...? Tot mijn verbijstering staat het achterportier omhoog en is de fiets verdwenen. Die ligt midden op het kruispunt. Precies het onderwerp van een zwaar accident.
Pas achteraf besef ik dat ik me gelukkig mag prijzen dat hij niet op een auto is getotterd. Mijn engelbewaarder was alert.
Ik ben Lieve
Ik ben een vrouw en woon in Gent () en mijn beroep is woonbegeleider bij volwassenen met een mentale handicap.
Ik ben geboren op 18/04/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, computeren, muziek....
Ik ben een laatbloeier wat maakt dat ik me nog jong voel! Mijn kinderen (17 en 15) zijn mijn lust en mijn leven, maar toch werd het tijd dat ik
iets helemaal voor mezelf deed. Mijn zoon vond dat ik mijn droom moest
waarmaken, dat gaf hem namelijk hoop voor ZIJN droom. Dus waarom zou ik
de draad uit mijn tienerjaren niet weer opnemen en een blogje schrijven
hé!