Twaalf uur, op de noen, en de telefoon geeft een onnozel rinkeltje. Een flauw protest, ten teken dat er geen elektriciteit meer is. Tegelijkertijd verdwijnt het beeld op het televisiescherm. Dit voorspelt weinig goeds voor de visschotel die in de oven te pruttelen staat.
Een eerste blik op de schakelkast wijst niets abnormaals aan, alle schakelaars staan omhoog. Ik steek mijn hoofd om de voordeur: geen commotie op straat. Misschien zijn mijn buren niet aan t koken. Of ze rennen niet meteen in paniek de straat op.
Leven zonder stroom, daar opeens een mouw aan passen, het is geen evidentie. Zelfs een kop koffie hoort niet meer tot de mogelijkheden, toch niet als ik deze zelf wil zetten. Niet dat we van honger dreigen om te komen, er zijn legio toepassingen voor koude bereidingen. Met een barbecue kan ik de maaltijd nog redden, bepeins ik. Maar eerst de zekeringen nog eens dubbelchecken. En ja, wat blijkt, ik heb de verliesstroomschakelaar over het hoofd gezien!
Ettelijke minuten later constateer ik dat de oven weliswaar warm is, maar de vis niet wil garen. Een verhuis naar de magnetron en de maaltijd is gered.
Maar mijn oven, die is naar de Fillistijnen. Hij sukkelde al een tijdje met een gebrekkige thermostaat, eentje die tilt sloeg. Hij produceerde een onstuitbare warmte, het ging hoger, en hoger, en hoger tot ik hem op nul zette.
Er waart een toestelonvriendelijke demon in mijn huis. Het ene na het andere apparaat geeft de geest.
Nu ik het drogen aan de lijn een beetje onder de knie krijg, dien ik een alternatieve bakwijze te zoeken voor pizza.
Op houtskool gewarmde stenen? Of gewoon op het barbecuerooster?
Strijken? De haardroger? De microwave?
In de pan? Mijn wafelijzer! De broodrooster?
De oven van de buren?
Een bunsenbrander? (maar die heb ik niet) Een kaarsenvlam?
Wellicht is een fruitdieet veel eenvoudiger
We zitten heel erg vooraan bij het Groot Podium aan Sint-Jacobs. Een waaier aan authentieke Afrikaanse instrumenten brengt ons een boodschap van verdraagzaamheid, vrede en vriendschap. Dat is ook de naam van de groep: boodschap betekent likalo in het Bassa, één van de vele talen uit Kameroen. Plots zegt Bietje: Heeeei, is dat niet Jolien? Ze wijst ergens achter mij.
Ik zie niemand toch niet mijn eigen dochter - en begrijp er niets van.
Jolien hoort momenteel achter of tussen de coulissen te staan.
Maar ze is het echt. In jeans. En helemaal te laat. Ze reed met iemand anders mee en die vond geen parkeerplaats. Langs de artiesteningang binnensluipen, ze had immers een pasje, wil ze niet. Met de uitvlucht dat haar outfit nog in haar vaders auto ligt, lacht ze haar plankenkoorts weg.
Gisteren was ze nog wild enthousiast en reageerde ze verontwaardigd omdat het misschien niet zou doorgaan. Ze had al heel wat reclame gemaakt. Eerst examen doen, grapte haar papa. s Avonds, tijdens mijn nachtdienst sms-te ze me dat ze niet één maar vier dansjes ten beste moest geven. Blijkbaar is ze geslaagd in haar proef...
We zijn nog maar net ondergedompeld in exotische ritmes of we worden overvallen door een regenbui, helaas zonder tropische temperatuur, wat een pak toehoorders doet wegvluchten. De nattigheid is gelukkig niet van al te lange duur. Straks, na de pauze, zal ze haar act doen, maakt ze zichzelf vol branie wijs. Maar ik weet, dat er vanavond géén twee delen zijn... Ze heeft wel zin, maar ook schrik. Ach, ze is nog zo jong ook...
Nadien slenteren we nog heel even rond. Beh trakteert ons op een schoteltje Senegalese hapjes. Afrikaanse gastvrijheid vertaalt zich immers eerst en vooral in het aanbieden van voedsel. Lang mag het allemaal niet duren, want samen met mij op de Gentse Feesten flaneren is helemaal niet cool. Met haar papa, dat kan er nog mee door, die is hip!
Een kinderloze nacht later rijd ik de parking aan de Yachtdreef op, om mijn jongste na een week vakantie op te halen. Het is er abnormaal rustig. Ik wandel langs de schaars geparkeerde wagens maar er is geen kat te zien. Een monovolume maakt een rondje en verdwijnt.
Het begint me te dagen: heb ik een fout uur gememoriseerd? Ik liet inderdaad na een blik op die laatste richtlijnen te werpen. Onze aankomsturen zijn normaal gezien gegarandeerd, het staat in mijn geheugen gebeiteld. Heb ik een telefoontje gemist? Meteen constateer ik dat mijn gsm hoe is het mogelijk nog thuis ligt.
De terugroute lijkt eindeloos. Telefoonconsult: niemand heeft me gebeld. Victorie! De bus wordt inderdaad verwacht om 8 uur in de morgen. Zonder uitroepteken weliswaar, zoals bij het vertrekuur... stipt...
Je kan steeds het aankomstuur (24u op 24u) raadplegen op tel.nr...., dit was aan mij voorbij gegaan... Die van de Ardèche blijken een vertraging van twéé uur te hebben. Het dringt maar langzaam door, het gaat om hààr en niet om de Ardennen!
Een tiental minuten voor tienen bereikt me haar bericht. Ze is gearriveerd.
Het was reuze en volgend jaar wil ze naar Kroatië. Zo hebben ze afgesproken.
Even synchroniseren naar het nieuwe ritme... Ze is een beetje jaloers op de kat die rond mij floddert. Ze vindt het niet eerlijk dat hij zich zo maar mijn aandacht toeeigent. Dat maakt haar dubbel zo aanhankelijk...
Ja, kamperen is een mooie zomersport, waardoor je steeds maar jonger wordt, je trekt... maar het dringt niet meteen tot hem door dat hij dan een tent nodig heeft. Zijn eerste bekommernis is mijn zegen met de daaraan gekoppelde aanschaf van een ticket. Op de website staat vermeld dat er nog slechts een luttele vierduizend beschikbaar zijn. Méér nog, vorig jaar moesten ze dagelijks vijftienduizend bezoekers afwimpelen. Met een snuifje zout te interpreteren, denk ik.
Hij stelt zelf voor het goud in de mond van de ochtendstond te aanschouwen en voor dag en dauw op te staan middels een vooraf ingestelde wekker. En dat in volle vakantietijd! Maar uren op voorhand voor een gesloten winkeldeur staan rampetanten heeft geen zin.
Vorig jaar wel, toen was ik zo gek om ruim vóór middernacht te staan aanschuiven voor de laatste Harry Potter. Dat was zonder het Britse uur gerekend! Maar het had wel wat, die aangroeiende massa, en bovendien waren het Gentse Feesten...
De volgende morgen, in het centrum van de stad, tast ik naar mijn geldbeugel voor parkeergeld. Sapperloot, ik heb hem niet bij! Vliegensvlug aller-retour naar huis. Mijn oudste wordt niet zenuwachtig, maar ik moet niet treuzelen...
In de Fnac wordt prompt zonder probleem het combi-ticket aangemaakt, geen spoor van schaarste! Met een gerust hart kan hij de verloren slaap alsnog inhalen...
Voor hem is hiermee de kous af.
Trein, tent, eten... het zal zichzelf wel regelen. En ziedaar de volgende dag mag hij in een tuin oefenen in het opzetten van een nachtverblijf, hij zal een dak boven zijn hoofd hebben.
Alvorens hem aan het station te deponeren, slaan we nog wat mondvoorraad in. Een must, want hij is altijd hongerig.
Zie dat je je favoriete groepen niet mist, hé, geef ik nog mee. Dàt zou hij pas erg vinden!
Hij heeft me al geseind dat hij een enorm goeie kampeerplek heeft, dichtbij alle faciliteiten, het toilet, het eten, de podia, en bij wijze mensen. Ik ben benieuwd, ik zou allicht geen oog dichtdoen, met al die passage, maar hij stelt andere prioriteiten, vast en zeker...
Woehahaaah...!
Als een duiveltje uit een doosje springt hij uit de duistere keuken te voorschijn. Ik kan een schrikreflex niet bedwingen, een waaah ontspruit aan mijn lippen en ik zet een huppelpas opzij in lijfbehoud.
Hij glundert van oor tot oor.
Dat had je niet verwacht hé dat ik zo sneaky uit die hoek ging komen!
Ik kan het alleen maar beamen.
We hebben een actie-thriller besteld, niet direct my piece of cake, maar hij mocht kiezen. Geen film dus waarbij je gezellig achterover leunt met een drankje en een portie chips binnen handbereik. Om het geheel nog spannender te maken klettert de regen gewelddadig neer. Onze kat Noewi is net bijtijds komen binnentrippelen en nestelt zich behaaglijk op mijn schoot. Een troost voor als het te eng wordt, mijn schakel naar de realtiteit...
Die bliksem en donderslagen, ze zijn geen fictie. Ze accentueren de benijpende sfeer. Het is niet continu griezelen, maar het onverwachtse van sommige gebeurtenissen laat me bijwijlen verstijven in mijn zetel.
De slechterik gaat op het einde dood en de goeie wordt in ere hersteld, dus een nachtmerrie zal ik er niet aan overhouden.
De meester in het creëren van suspense vind ik echter nog steeds Hitchcock, die me louter door suggestie het bloed in de aderen doet stollen. Nu nog geeft een veld vol kraaien me een onbehaaglijk gevoel!
Hoe dikwijls heb ik niet verzucht, had ik maar een handleiding! Een richtlijn, een baken, een boei, een...
Vijf minuten, het lijkt een uur.
Ik probeer mezelf tot kalmte te manen, maar mijn oren zijn gespitst.
En plots ontspan ik. Hoor ik daar geen gestommel in de kelder?
Het vermeende geluid wordt niet gevolgd door een behoedzaam openen van de koelkast, gerommel in de keuken en gekraak op de trappen. Het blijft stil. Loos alarm dus, maar eer ik daarvan overtuigd ben!
Binnen een half uur, maximum drie kwartier ben ik daar, had hij me geseind. Ik had daar nog een marge bij gerekend, maar geen zoon te bekennen.
Het is midden in de nacht en er is niemand die ik kan raadplegen. Een verdieping hoger vertoeft mijn dochter in dromenland. Geen haar op mijn hoofd dat er aan denkt om haar deelgenoot te maken van mijn ongerustheid. Ik kan alleen maar wachten.
Of slapen. Dat ware het meest verstandige, ware het niet dat een zenuwachtig fladderende mot pendelde tussen mijn maag en mijn hoofd.
Traag sleept de tijd zich voort en gaandeweg neemt mijn angst toe. Of is het boosheid? Kan hij zich niet houden aan een afspraak die hij nota bene zelf heeft gemaakt? Ik had hem immers mijn fiat gegeven. Hoe komt het dat hij plots niet meer te bereiken is? GSM plat? Of doelbewust uitgezet?
Hij is zeventien, binnen enkele maanden achttien. En het is vakantie uiteraard.
Dus geen schoolplichten die dwingen.
En ondertussen is het drie uur in de nacht, en hij had al ruim een uur geleden thuis zullen zijn, volgens zijn sms althans.
Doemscenarios spelen zich voor mijn ogen af. Hij is aangereden door een auto. Ligt zieltogend op het asfalt.
Ik kwel mezelf, hoor de piepende remmen van zijn fiets vóór hij uitbundig de deurbel bespeelt en bedenk dat ik dit nooit meer zal horen.
Wie weet belandde hij in een vechtpartij en werd neergestoken. In Londen zijn dergelijke gruwelverhalen helaas realiteit.
Om half vier kan ik het niet meer houden en besluit op verkenning te gaan. Aan de ingang van een parkje ligt een fiets maar ik kan niet detecteren of het de zijne is. Aan het station maakt mijn hart een overslag. De flikkerende lichten horen echter bij gemeentewerkers. De fiets aan het park blijkt ook niet de zijne. Enigszins gerustgesteld keer ik naar huis.
Daar rijgen de minuten zich eindeloos aan elkaar. Om mijn onrust te delen stuur ik om halfvijf een bericht naar de papa, wetende dat deze vroeg uit de veren moet. Dan ontvang ik niet lang daarna het volgende van mijn zoon : Jo mam gsm wrk ni goe mr, kan nix ontvangen of sture, ma als ge dit eindyk vrneemt kblyf by M. pitn. Kga gsm afzetn x
Ontlading. Oef, ontspanning, euforie. Terstond een nieuw bericht naar de papa gestuurd. Alles OK.
Maar het laatste woord is nog niet gezegd. Het lijkt erop dat hij graag onbereikbaar bleef! Voor mij geen probleem indien hij bij zijn vriend blijft slapen, maar zonder tegenstrijdige berichten graag!
De volgende dag, en na veel nadenken besef ik dat ik me verder moet bekwamen in het loslaten. Voorwaar, voorwaar, ik zeg u, geen gemakkelijke opdracht...
Bel is
De boodschap bereikt me op Knokke strand alwaar een milde laatnamiddagzon me zalig koestert.
Ze vindt haar fiets niet meer aan het station. De rekken zijn verdwenen. Een eindje verder staat een camionette. Twee werklieden hijsen tweewielers in de laadbak. Ik opper dat ze daar eens haar licht kan opsteken. Plots ontdekt ze haar broers vehikel. Te laat om deze terug uit te laden, het hele zootje wordt naar het Depot gevoerd. In de Voskenslaan, juist om de hoek. Aan haar oor gekluisterd ga ik mee op zoek, doch tevergeefs.
Terug thuis ga ik samen met haar poolshoogte nemen. Maar in die immense zee van fietsen vinden we de hare niet terug. Fietspunt is al uren gesloten, we moeten wachten tot de volgende dag.
Na enkele telefoontjes komen we te weten dat we ons moeten reppen naar de vroegere brandweerkazerne. Halverwege attendeert mijn zoon me erop dat hij geen sleuteltje heeft. Dit heeft hij de vorige dag bij zijn vriend laten liggen.
Rechtsomkeert dan maar, tot grote frustratie van zijn zus die zo vlug mogelijk naar de Blaarmeersen wil.
Ik moet madam GPS ter hulp roepen, mijn ruimtelijk inzicht is namelijk abominabel. Ik maak steeds gigantische omwegen via mij bekende punten. t Is voor mij evenwel een nuttig instrument, zo leer ik mijn stad tenminste kennen.
Vijf minuten scheidt ons slechts van ons doel, maar dat is buiten de files gerekend.
Ik parkeer me noodgedwongen dubbel op de parking voor het gebouw. Enkel Joliens fiets blijkt ginds gestald. Die van mijn zoon moeten we algelijk aan de achterkant van het station ophalen.
Ze dient haar naam en adres op te geven, een papier te tekenen en eindelijk kunnen we weg, haar stalen ros in de kofferruimte. Zelfs met mijn plaatsbepalingsysteem slaag ik erin verkeerd te rijden, maar geen nood datzelfde apparaat zet me binnen de kortste keren terug op het juiste pad.
We passeren de gevangenis, dwarsen de ring en slaan een hobbelige straat in. Net wanneer we een rondpunt oprijden horen we achter ons een onrustwekkend metalig gekletter. Ik heb toch niemand...? Tot mijn verbijstering staat het achterportier omhoog en is de fiets verdwenen. Die ligt midden op het kruispunt. Precies het onderwerp van een zwaar accident.
Pas achteraf besef ik dat ik me gelukkig mag prijzen dat hij niet op een auto is getotterd. Mijn engelbewaarder was alert.
Richtlijnen om gevrijwaard te blijven van een kampioenstitel.
Zorg er vooreerst voor dat je de nationale ranglijsten aanvoert. Indien mogelijk breek je het clubrecord in de betreffende discipline. Dat schept bij iedereen de nodige verwachtingen.
Programmeer enkele feestjes vóór het kampioenschap.
Neem het er na de examens eens goed van zodat je echt in vrijetijdsstemming komt: shoppen, een pretparkje, chatten... Mis vooral geen enkel sms-berichtje. Zeker deze nà 22.oou kunnen belangrijk zijn. Denk eraan meteen te antwoorden.
Negeer eventuele signalen van vermoeidheid.
Gooi het werptuig op de laatste training zo veel mogelijk buiten de sector.
Verlaat die training voortijdig voor een andere min of meer verplichte activiteit.
Laat het goed tot je doordringen dat een reporter van het Nieuwsblad met jou contact zal opnemen. Pieker erover wat je zal verzinnen mocht je de verwachtingen niet inlossen.
Voel de zenuwen door je heen razen wanneer je vreest voor een herexamen al zegt je verstand dat de kans bijzonder klein is. Je weet maar nooit, fluistert je gevoel je in.
Ervaar de euforie na de proclamatie. Besef dat je overgaat naar het vierde jaar ASO. Op school zullen er dus méér jongere dan oudere leerlingen zijn.
Beperk de tijd die je noodgedwongen thuis moet doorbrengen om inderhaast je tas met benodigdheden voor het klassenfeestje te pakken. Reserveer een slaapzak bij je vriendin zodat je deze niet zelf moet meezeulen. Hopelijk heeft je moeder een lijstje klaar met de dienstregeling voor de juiste bus naar je bestemming. Ga nog eens uitgebreid winkelen. Met die bikini van vorig jaar kan je echt het zwembad niet in!
Haal het uiterste uit die laatste uren met je klas. Samen de nacht doorbrengen in een tent is te verkiezen boven het comfort van je eigen bed.
Protesteer niet wanneer iemand anders je gereserveerde slaapzak in beslag neemt. Doe de hele nacht geen oog toe maar verzwijg dit voor je ouders.
Laat je naar huis brengen net voor je naar een familiefeest moet vertrekken. De kans dat je nog even kan recupereren van de wilde nacht is nihil.
Doe na het feestmaal een siësta in een hete auto en laat je voortijdig wekken door een afgunstig familielid voor een dessert dat nog een tijdje op zich zal laten wachten.
Gedoog dat je moeder reeds om 20.00u de festiviteiten afbreekt om je een lange nachtrust te kunnen garanderen. Eens thuis dien je echter nog enkele belangrijke mails te beantwoorden. Je neemt ruimschoots de tijd om alles in orde te maken voor de volgende dag. Op het laatste moment bedenk je dat je graag je vaders laatste cédeetje op je mp3-speler wilt copiëren.
Voorzie slechts één uur om je klaar te maken. Rek het ontbijt, kijk uitgbreid naar je favoriete ochtendprogramma op televisie. Na het kampioenschap is er nog een gewone werpmeeting. Je wordt eraan herinnerd dat je speerspikes nog bij Luc liggen. Regel dat hij ze voor je meebrengt voor de wedstrijd begint.
Kam omstandig je haar, en tracht je helemaal niet voor te stellen hoe je moeder zenuwachtig in de rij staat bij de bakker om de picnic voor deze middag in te slaan. Sluit je af voor de idee dat je wellicht in tijdsnood komt.
Installeer je op de achterbank van de auto om tijdsbesparend aldaar je schoenen aan te trekken...
En dan ben je op het terrein.
Laat de stress tot jou komen. Er is nog geen kat. Enkel de voorbereiding tot een of ander feest van de jeugdbeweging. Het is toch de juiste dag, de juiste plaats, het juiste uur? Pffft, er staat een speer aan de cafetaria, gelukkig... Kaartje invullen. Afgeven. Grapje van een jurylid incasseren.
Een beetje chillen met twee leeftijdsgenootjes aan de hamerstand. Waar blijft de trainer? Stress. Alvast opwarmen dan maar.
Om het spannend te houden arriveert hij later dan gewend. Het werptuig moet nog gewogen worden dus is hij alweer uit beeld voor je terug bent.
Voel je zenuwachtig worden wanneer de scheidsrechter meedeelt dat er tijdig gestart zal worden. Nog tien minuten.
Sta in de rij en werp met een hamer van de inrichtende club, ver beneden je normale prestatie. Verlies je vertrouwen in jezelf. Vraag je angstig af waar je trainer blijft. Stuur je moeder op zoek naar hem.
Nog vijf minuten, verwittigt het jurylid en hij begint de namen en wedstrijdnummers te controleren. Laat de adrenaline stromen.
Dan is het zo ver. Jij bent als eerste aan de beurt.
Je concentreert je, probeert alle aanwijzingen die je ooit kreeg in gedachten te houden. Je voelt dat je niet in vorm bent. Je trainer is niet tevreden. Jij wordt nog nerveuzer. Je wilt het zo goed doen dat het niet meer lukt. Je vertrouwen smelt als sneeuw voor de zon, al is dit voor niemand zichtbaar.
De zesde poging, de laatste kans. Je probeert de perfecte draai te vinden. En herbegint. En herbegint. Pas op dat je niet over je tijdslimiet gaat, zegt de scheidsrechter. Ten langen leste gooi je. Buiten.
Je schreit bittere tranen. Niet om de gemiste titel, of omdat je maar zilver hebt in plaats van goud, maar om je slechte prestatie.
Ach, het is een les, maar je bent jong, er komen nog vele kampioenschappen. Ondertussen kan je werken aan het opbouwen van je zelfvertrouwen en het beteugelen van je zenuwen.
En ik troost je, en knuffel je, mijn lieve sportieve dochter...
Juich en jubel want mijn tweekoppig kroost heeft unaniem een A gescoord. Mijn oudste zegt het middelbare schoolleven definitief vaarwel en rondt een nieuwe kaap in zijn leven. Welke richting hij uitwil is nog niet helemaal duidelijk, psychologie en criminologie zijn geschrapt, rechten of pol en soc, daar wil hij nog over nadenken... Maar wie weet komt er nog iets heel anders uit de bus...
Mijn jongste staat dan weer pal in het midden van datzelfde schoolse bestaan, halverwege de tweede graad dus. Geen nieuwe keuzes te maken dit keer, toch niet op dit vlak.
En ik kijk aan tegen een slinkende beroepsloopbaan en ben van plan te genieten van de resterende actieve jaren, levenslang leren en keuzes maken incluis...
Ik had nooit gedacht dat ik ooit met argusogen de lucht zou afspeuren en blij zou wezen met een flinke wind. Een lekker zonnetje, weliswaar af en toe verstoppertje spelend met de wolken, en dan die wind. Zzzzoeff ffww ffww. Hoe meer beweging er in de lucht zit, hoe minder kreukels, vermoed ik. Mijn parasol kleppert, deuren slaan toe. Maar dat neem ik erbij. Jammer dat ik mijn wasspelden kwijt ben, om mijn wasgoed in te tomen. Af en toe slaan de lichtgewichten, de gedrogeerden, tijdens het droogproces op de vlucht, om in de goot te belanden. Dan dien ik het zuiveringsproces te hernemen en moet ik het wellicht stellen zonder winderige zon.
Het was de technieker die het doodvonnis tekende. Ik had hem in huis gehaald om mijn droogkast weer beter te maken. Deze draaide nog steeds gezwind zijn toeren, doch produceerde enkel koele lucht. Elf jaren oud, en van het soort dat een leven lang mee zou gaan, en reeds ten dode opgeschreven? De prijs voor de herstelling oversteeg deze van een nieuwe aankoop. Je ziet van hier dat ik nog transplantaten ging bestellen!
Ik tastte eens diep in mijn buidel en bespeurde enkel rosse centen. Niet één rooie! Ik keek in mijn gereedschapskoffer. Geen nagel om ... je weet wel... Ik zou me tevreden moeten stellen met een droogrek. Ik gaf me over aan ingewikkelde berekeningen van drooglengte versus aankoopprijs in verhouding tot de beschikbare oppervlakte. Ik woon namelijk klein.
Hoe ik het vroeger, in het prérenovatietijdperk, klaar speelde is me een raadsel. Ik experimenteerde met uittrekbare lijnen, die na verloop van ultrakorte - tijd immens uitrekten. Ik koos daarna voor oerdegelijke, zij het ontiegelijk lelijke, waslijnen die ik van de ene naar de andere muur spande, boven de gasconvector. In de onverwarmde logeerkamer duurde het drie keer langer eer ik de strijkbout mocht hanteren om de plooien glad te strijken. Wanneer de weergoden me gunstig gestemd waren kon ik uitwijken naar buiten, naar mijn ommuurd minituintje, alwaar ik tussen de klimrozen en de klimop oogvijzen had gedreven, trekpleister voor mijn nieuwe wasdraden. In de beslotenheid van mijn patio weigerde mijn was te wapperen en werd ik alzo verstoken van de alomprezen frisheid van het openluchtdrogen.
Ik was dan ook de koning te rijk toen mijn familie me een droogkast cadeau deed, ter gelegenheid van de op handen zijnde geboorte van mijn eerste troonopvolger. Gat geboord, rooster en buis geplaatst, klaar was Kees. Mijn broers eigenlijk, schoon plus echt. Zeven jaar geneugte. Daarna vond ik dat ik het waard was. Voor het betere merk.
Na de verbouwingen was ik multiple gelukkig dat ik èn wasmachine èn droogkast èn oven èn kookfornuis èn stofzuiger èn dampkap èn strijkijzer èn diepvries èn koelkast èn ventilator èn haardroger èn zovele andere apparaten gelijktijdig kon bezigen zonder dat de zekering smolt. Voordien moest ik me behelpen met porseleinen plombs , ik had een hele voorraad aangelegd, want ze waren moeilijk verkrijgbaar. In een antieke elektro-winkel in het centrum vond ik echter nog vervangstukken. De aan/uit-knop bestond uit een soort ijzeren vork die ik omhoog of omlaag moest duwen, waaruit dan vonken sprongen.
Momenteel bevind ik me dus weer in een ecologische periode waarbij ik gebruik maak van natuurlijke hulpbronnen. Ik kan hier echter, naast de positieve, ook enige negatieve aspecten aanvoeren. Binnenshuis verandert mijn was tijdens een moeizaam droogproces in stijve kartonnen borden. De vochtigheid blijft hangen wat niet bevorderlijk is voor de gezondheid van lijf, leden en huiselijk onderkomen. Onze poes wandelt onder het droogrek door en is in volle zomerruif. Een bijzonder onkies idee. Wat anders in de pluizenzeef belandt, blijft aan de kledij hangen. Dat drogen in huis is een slordige boel!
Nog even besparen op kilowatt-uren, maar straks, dan wil ik toch weer zon energievretende droogmachine!
Het komt aan als een donderslag bij heldere hemel. Ik sta perplex, hoor de woorden maar kan ze niet vatten. Maar het moet wel waar zijn, anders hadden ze me niet gebeld.
Krak, doet het in mijn hoofd. Een levensdraad gebroken. Hoe fragiel is een mensenleven.
Enkele fracties van seconden, en de weg naar de toekomst is afgesneden.
Er gaat veel door mijn hoofd op dit moment.
Hij was gestopt met roken, de zoveelste poging, maar nu leek het te lukken. Hij was gemotiveerd want hij wilde zijn kleinkinderen zien opgroeien. Voorlopig was er nog enkel Marthe, nog geen vier maanden oud, en hij genoot met volle teugen, van haar kleine en grote vorderingen, van het babysitten, de dagdagelijkse praatjes met zijn dochter.
Zijn oudste zoon in Frankrijk, net getrouwd, koesterde ook een kinderwens, dus waarom niet samen de sigaretten afzweren?
Het zette hem aan t dromen en hij begon te plannen. In gedachten richtte hij een bijgebouwtje in als gastenverblijf. Een ideale bestemming voor de meubeltjes van zijn moeder.
Knip, doet het in mijn hoofd. En het licht gaat uit.
Zeventwintig juni zou de tweede zoon trouwen. Het zou de mooiste dag van diens leven worden. Wat nu?
Ik denk aan de vele berekeningen en de veelvuldige uiteenzettingen die ik en ik niet alleen! - keer op keer moest aanhoren. Hij wou landen en deeltijds werken. Immers, hij mocht het niet gedroomd hebben dat het wel eens kon gedaan zijn als je net op pensioen was. Net op het moment dat je van het leven kon genieten! Zoveel ging hij uitsparen door niet meer te roken, zoveel zou hij winnen door konijnen te kweken en zijn zelfgemaakte wijn te verkopen.
Aai, doet het in mijn hoofd, precies of hij het voorvoeld heeft.
Zaterdag zou hij zesenvijftig worden. Zijn foto hangt op het bord. We grapten laatst nog dat er bij de aanwervingen rekening moest gehouden worden met de verjaardagen zodat ze wat beter gespreid zouden zijn. Vorige maand werd er bijna meer gesnoept dan vergaderd!
Mijn collega, waarmee ik zoveel jaren lief en leed heb gedeeld, is verongelukt. Een aantal jaren bestond ons team slechts uit drie. De peter van mijn zoon, hij en ik. We waren toen meer dan collegas. Voor mijn geestesoog danst het beeld van de kleurrijke taarten die hij bakte voor Jorams doopfeest. Onder andere een Afrikaanse hutten-koek. De ruiten van de vergaderruimte versierd in de kleuren van Kameroen.
Ik zie ons weer vertrekken op sneeuwvakantie, met de hele leefgroep. Een hele week haar papa missen, het leek de ene dochter, toen nog klein, ondraaglijk en prompt begon ze te huilen. Van de weersomstuit moest ook de jongste schreien!
Zo veel gaat er door mijn hoofd. Maar tranen laat ik niet. Nog niet.
Overdag wisselen emoties elkaar af, boosheid, onmacht, verdriet...
Wanneer ik slapen ga, en het licht uit is, vullen beelden mijn hoofd. Maar een traan laat ik niet. Nog niet.
Na zes dagen is er de begrafenis.
Midden in de week.
De zon schijnt. Een zee van volk.
Hij zou content geweest zijn.
Hij was zo graag onder de mensen.
Het wordt een serene, mooie dienst, gedragen door zijn kinderen, alle vier. Hij liet zo dikwijls uitschijnen hoe fier hij op hen was. Terecht!
Rouwen mag en tranen komen. Een scala aan emoties en gedachten passeert de revue. Te snel gereden wellicht, efkes niet opgelet misschien, verdorie toch. De hond! De volgende ochtend kwam hij thuis. Mocht hij kunnen spreken!
Zal je ... Je zal er niet meer zijn op momenten dat we het zo vanzelfsprekend vonden. Je kastje, je plaats aan de vergadertafel, je zelfgemaakte kaarsen (met de mottige kleuren die ik nu wel schoon zal vinden), je... Domme toch...
Met collegas en bewoners hebben we nadien nog een stil moment in het bos op ons domein. Een stille ruimte in het bos we vonden het niet meteen, zo stil afgeschut, een herinneringsplaats voor hen die ons hier ontvielen. Het is er zalig. Binnen de pallissade een boom, gelidtekend door de jaren, majestueus naar de hemel reikend. Naamplaatjes aan de omheining. Rust.
Samen aan de koffietafel, bewoners en begeleiding. Daarna is het ons tweewekelijkse vergadermoment.
We krijgen ruimte om herinneringen op te halen.
Hoe hij samen met een collega zat te huilen in een Oostenrijks bos: Help, help! Veel te vroeg, we waren nog lang niet op de afgesproken plaats! Tussen ons een diep dal, duisternis, sneeuw en bossen en één van onze discipelen die niet te houden was en ter hulp wou snellen!
Een ander moment, aan de toog met enkele prominenten. Waar het toilet was? Zoooo ver, dat haalde hij niet. Dus tapte hij discreet, en opgelucht, bekertjes en placeerde deze op de toog.
Hoe hij zijn baard verloor in de nacht en zelfs de barbier de volgende ochtend van niets wist.
Hoe hij de douchekop vulde met inkt en je vergastte op een kleurrijke douche...
We zullen onze grappenmaker missen!
En ondertussen weet ik,
Ondervind ik nog maar eens,
In welk een schitterende groep ik werk.
Met ruimte
Voor het leven
Zoals het is.
Hoe zou jij je voelen als jij je droomprinses zou verliezen? schrijft ze hem.
Ze laat er geen twijfel over bestaan dat hij haar droomprins is.
En of hij wel wist wat Aisha allemaal over hem vertelt?
Hij rangschikt het onder vrouwelijke jaloezie.
Het leven gaat niet altijd over rozen, zelfs al ben je tien.
Zijn zesjarige zus zet dan weer de werkelijkheid naar haar hand.
In haar poëzie mogen de vriendjes, evenals de vriendinnetjes, een lijstje wetenswaardigheden over zichzelf neerpennen.
Op wie ben je verliefd? is één van de vragen.
Schrijft haar vlam van het moment toch wel Ava zeker!
Prompt wordt die naam geschrapt en vervangen door Sara.
Met veel plezier degusteer ik de verhalen over het papa-weekend
Mijn stoute schoenen stonden al een poosje klaar. Maar vóór ik daar in zou stappen, had ik nog het een en t ander te overwinnen. Mijn angst om achter het stuur in slaap te vallen, bijvoorbeeld. Zeker als de zon schijnt vraagt het soms het uiterste van mijn concentratie om mijn blik alert op de weg vóór mij gericht te houden. Maar ook regen schrikt mij af. Als het bij bakken uit de hemel valt, verandert een autoweg alras in een glijbaan en verdrinken de witte bakens die me op het rechte pad moeten houden in de plassen. Kramp in de tenen of een slapend been kan behoorlijk enerverend zijn. En dan zwijg ik nog over de camions, die grote mastodonten die o zo dikwijls als het hen uitkomt zonder verpinken naar links uitwijken. Ik heb ogen te kort, ik heb er namelijk maar twee.
Ik roep mezelf tot de orde, ik lijk wel een neurotische tachtigjarige, en verstrek mezelf de nodige inwendige peptalk. Ik negeer mijn GPS die me steevast naar een andere oprit stuurt. Met een half oog anderhalf hou ik op de baan bestudeer ik de afgeprinte route en merk tot mijn groot ongenoegen dat ik al enkele flitspalen aan ruim honderd per uur gepasseerd ben. Als daar maar geen vodden van komen!
De aanwijzingen beginnen maar te tellen vanaf het grote groene dak van het Sportpaleis, dat is dus nog vijftig kilometer te vroeg. Aan de windmolens ter hoogte van Kruibeke krijg ik het gevoel toch al aardig te zijn opgeschoten. Na de tunnel hou ik links aan op de ring, naar het Noorden, dat is ver weg van de aangekondigde onweders in het oosten, hoop ik. De geschreven richtlijnen blijken veel accurater dan de gesprokene van de navigatormadame. Vooral het rechts voorsorteren maar toch rechtdoor langs de treurwilg rijden, heeft me behoed voor vele kilometers omweg. Door een bos, over een eenzame verkeersdrempel, de derde zijstraat in, bereik ik mijn bestemming. Dat denk ik toch, aan de geparkeerde autos te zien is hier toch een feestje aan de gang. Wat is het hier rustig en groen! Maar ik sta blijkbaar bij de buren...
Wanneer ik de lange overschaduwde oprit opwandel krijg ik kriebels. In mijn buik zowaar! Ik sta op het punt mijn entrée te maken bij mij totaal onbekende mensen, althans van gezicht. Een blonde nimf met springerige, ondeugende lokken met aan haar zijde een warmogige Moose, heten me hartelijk welkom.
Eén van mijn ondeugden is te laat komen en dat is nu niet anders. Ik tel nog dertien gasten. Het duizelt me bij alle nick-, voor- en blognamen, die haal ik straks vast door elkaar, temeer daar we nog lang niet voltallig zijn.
We konden de dagen voordien de voorbereidselen bijna in real-time volgen. Alle beschikbare mannen, groot en klein, waren indertijd ingezet om de hardnekkige grootbladige bamboe een kopje kleiner te maken. De beloofde zandbak waarvoor ik mijn ponderkes meebracht, is niet meer. Er ligt nu een gestroomlijnd terras van grote houten tegels, zestien vierkante meter ruim. Niet te geloven, hoe kan je dat in den donker zo kaarsrecht leggen! Bovendien is het zo groot als mijn voormalige living in mijn arbeidershuisje! Daarop troont een tot buffet omgeturnde pingpongtafel met een keure aan lekkernijen. Een lumineus idee voor mijn toekomstige feestjes zo komt het er misschien ooit van - om iedereen zijn proviand te laten meenemen... dat is méér en béter dan ik zelf kan bekokstoven! Chips, nootjes, groenten, dipsausjes, heerlijke kazen, zelfs Pata Grega mmm, pasta-, tarwe-, couscous- en Waldorfslaatjes, vlees op stokjes, sandwiches, warme pasta, brood, taarten in alle soorten en maten, het stond allemaal feestelijk uitgestald. Moose en Zap zorgden voor een waaier aan drankjes, van wijn, water en softdrinks tot een groen, wellicht verraderlijk, in elkaar geknutseld tongstrelend goedje, dat ik eerst voor muntsiroop hield. Het doet me nu nog watertanden en verdorie waarom heb ik me toch onthouden van de zoete lekkernijen!
Ik had me neergevlijd in een solide teakhouten tuinzetel, een ander was met zijn klapstoel gekapseisd, naar ik dacht om het gazon aan een nader onderzoek te onderwerpen. Of was het om stekedingen te verjagen? Die waren er namelijk in groten getale, we werden ervoor gewaarschuwd en mijn inderhaast aangeschafte stick waarmee ik mijn ledematen had ingewreven hield hen helaas niet op afstand. Nochtans flakkerden de citroenkaarsjes dat het een lieve lust was maar ook de wijfjesmuggen fladderden wellustig rond mijn aangezicht. Pas de volgende dag zou ik me onnozel krabben.
Ongemerkt was de zon ondergegaan en liet de kilte zich voelen. Er werd me een deken geoffreerd, helemaal alleen voor mij! Heerlijk! Maar het werd wel wat ingewikkelder om van mijn glas te nippen.
Ik was gemakkelijk te overhalen om de boekenschat te monsteren, neen... ik diende deze niet alfabetisch te rangschikken! Opmerkelijk, heel wat titels staan ook in mijn kasten en een aantal onbekende noteerde ik voor een volgend bezoek aan de bib.
Er werd wat afgekletst die dag en wat me opviel was dat ieder was zoals hij schreef. Ik genoot met volle teugen, op mijn manier, kijkend en luisterend.
Ik mocht zelfs blijven slapen, maar ik moest de volgende dag spinazie maken voor dochterlief, grapte ik. Met een licht gemoed en zonder schriftelijke handleiding keerde ik gezwind via onbekende wegeltjes huiswaarts. Gelukkig was de madam van de GPS nog wakker en werd mijn avontuur in goede banen geleid.
Zap en Moose, bedankt voor deze heerlijke, honderd procent geslaagde dag.
Ik wil het graag nog eens overdoen!
Na ettelijke weken loop ik haar vandaag bij de slager tegen het lijf. We wisselen wat ditjes en datjes en ik vervolg mijn weg naar de automatische deur.Tot morgen, hé! voegt ze er ten afscheid toe.
Mijn geheugen werkt op volle toeren. Tot morgen? ??? Eink? Euh?
Het was me compleet ontschoten dat we ik weet niet hoe lang geleden - in kwartet toneelplannen smeedden. Ik verneem dat we afslankten naar een triootje. We hebben nog tijd zat om concreet af te spreken, een slordige vijfentwintg uur.
Het enthousiasme op het moment van de reservatie was groot. Een avondje cultuur met ons vieren, in het verleden bleek dit reeds een voltreffer. Maar op dit eigenste moment bekoort het me slechts matig.
Om alsnog in de sfeer te komen zoek ik info over het stuk, de videofragmentjes vijzelen mijn appetijt echter niet op. Ach, ik zie wel, misschien valt het wel mee.
We willen verkeersopstroppingen en parkeermoeilijkheden te vlug af zijn en arriveren alzo véél te vroeg. De poort staat gastvrij open maar er is nog geen kat te zien en dat zwengelt de giechelstemming maar aan. Lang hoeven we niet te wachten voor er iemand verschijnt en weer verdwijnt om kassa en tickets op te halen.
Noodgedwongen breken we onze geanimeerde conversatie af om het inwendige van de Kazematten te betreden. We kiezen een centrale plaats, onzeker of het hier te doen is. Centraal hangt een gigantische ronde tafel, wat verder een zaag- of boortuig. We bevinden ons in een voormalige schrijnwerkerij. Boven ons hoofd oefent een orkest, toetsen, viool, blazer, het klinkt wat jazzy en free maar we ontdooien in een culturele mood. Een wijntje kan de stemming alleen maar ten goede komen. We zitten immers in het voorgeborchte van de theaterzaal, de cafetaria.
Langzaamaan druppelen de andere gasten binnen. Wanneer enkelen de affiches aan de toegangsdeur al te lang en nadrukkelijk blijven bestuderen, beseffen we dat we mogelijk onze bevoorrechte positie van eerstkomers er zijn namelijk geen genummerde plaatsen - aan het verliezen zijn. Mijn kompanen besluiten de posters van nabij te bekijken en Vera ontdekt welke kant het eerst zal opendraaien... daar waar de anderen staan! Deze wetenschappelijke benadering loont echter niet, want wanneer uiteindelijk de rechterkant opendraait, stroomt de alerte linkerhelft de zaal in. Maar niet getreurd, we zitten toch nog op de eerste rij...
Van dan af is het degusteren. Theater van de bovenste plank. Figurentheater dan nog wel, een spel tussen mensen en poppen. Drie acteurs, drie bedrijven die eigenlijk drie volwaardige voorstellingen vormen. We volgen Gomaar in zijn kindertijd, adolescentie en volwassen leven. Tussendoor, dus tijdens de pauze, worden we vergast op een Breugheliaans buffet, een muzikaal intermezzo en een cocktail, rood of onbestemd groen.
Paletten, snelbouwstenen en houten rekken, opeenvolgend tekenen ze de achtergrond. Wat fantasie met dode materie kan doen, het grenst aan het ongelooflijke. De in een halve kring opgestelde witte blokken vallen na een tikje als dominostenen om, geven een naar mijn gevoel niet te evenaren visueel effect en verbeelden even later een trap. De Ikeakasten suggereren een boortoren of de zuilen in een kerk.
Ik vind dat er wat te veel gezeuld wordt met het decor, een extra fysieke belasting voor de spelers, maar dat is wat mij betreft de enige dissonante noot.
Niet onbelangrijk vind ik tevens de tijdsgeest waarin het stuk zich afspeelt, de zestiger en zeventiger jaren. Gomaar groeit op in een boerendorp, waar de zoon van de kruidenier trekjes vertoont van de slager en de boerendochter wat weg heeft van de timmerman, ik zeg maar wat. Alleen Gomaar en zijn moeder, zij zijn anders. Hij vindt vriendschap bij de knecht Gaspard die op elke vraag een antwoord weet of is het omgekeerd? Hij droomt zijn eigen wereld, ergens halfweg tussen hemel en aarde en ontdekt wie zijn echte vader is en dat is niet Godfried, de man waarmee zijn moeder getrouwd is.
Wanneer Gomaar het dorp inruilt voor de stad belandt hij in de flower-power-beweging, maakt kennis met de rebellie tegen de burgerij, tegen kapitalisme en materialisme, met jongeren- en dokwerkersbetogingen, maar... make love no war!
Vele jaren later keert hij met dochter Sara terug naar zijn plattelandsdorp en mijmert aan de doodskist van zijn moeder over wat voorbij is. Beetje bij beetje wordt zijn levensverhaal ontrafeld.
Opmerkelijk vind ik hoe de acteurs afstand nemen van hun personage door afwisselend in de rol van de figuur te kruipen en er nadien commentaar over te geven of het verhaal verder te vertellen en zich hiermee rechtstreeks tot het publiek wenden. Ze spelen elk ook verschillende karakters, dit is zelfs sekseoverschrijdend. Veel wordt overgelaten aan de verbeelding van de toeschouwer, die door de suggestie van decor, figuren en acteerspel, het verhaal compleet moet maken.
Wie na mijn relaas goesting heeft om zich in dit theaterspel onder te dompelen, reppe zich zaterdag aanstaande tijdens het Paletfestival naar Het Paleis in Antwerpen of de week daarop naar De Werft in Geel, tenminste als niet alles is uitverkocht...
Ik neem mijn hoedje af voor de vertolkers, de verzinners, de muzikanten, de vormgevers; dit was kunst met een grote K. Wij waren doodop na deze marathon, een middernachtdroom, zij puurden kracht uit een verdiende staande ovatie...
Tot mijn ontzetting ben ik weeral eens bezig te laat aan t komen. Ik had me nochtans goed voorbereid: de route uitgeprint, alles op voorhand klaar gelegd, tijdig uit de veren. Oponthoud in de badkamer door mijn jongste die ze te lang bezet houdt terwijl mijn oudste voor de deur staat te trappelen. Zijn aansporingen wekken niet op tot spoed, integendeel! Op zijn beurt baddert hij ook uitgebreid en vooral het onderhoud van zijn haardos is een tijdrovend karwei.
Aan het tankstation is het na herhaalde pogingen onmogelijk om mijn Visakaart in te lezen. Mijn gewone bankkaart wordt wel aanvaard maar de pomp weigert dienst. Nul komma nul liter diesel sijpelt er uit de slang, ik mag wriemelen wat ik wil. Snel naar een andere pomp, maar daar is iemand me te vlug af. Aanschuiven in een andere rij dan maar. Een dame getaxeerd op bijna klaar, het blijkt een foute inschatting. In achteruit en in volle vaart naar de volgende pomp.
Deze bevoorradingsprocedure kost me twintig minuten extra. Nog koester ik hoop het traject tijdig af te werken. Hoe ijdel! Terwijl ik de oprit naar de autostrade oprijd, bots ik op een file. Stilstaand, wel te verstaan. In grote haast verlaat ik dus de snelweg, deze naam momenteel niet waardig en probeer in mijn hoofd een alternatieve route te berekenen. Ruimtelijke oriëntatie is niet meteen mijn sterkste punt. Drongen ligt een stuk op weg naar de kust, redeneer ik, en daar besteed ik de volgende twintig minuten aan.
Het is er druk maar ik kan probleemloos invoegen. Volle snelheid haal ik echter niet. Bovendien stropt het verkeer bij elke mogelijke op- of afrit.
De radio meldt wateroverlast in Oostkamp, en dat kunnen we meteen aan den lijve ondervinden, we passeren daar net. Het uitspansel dreigt inktzwart. Met een ei in mijn broek en in het schriele licht van de koplampen zoek ik me een weg tussen opzwiepend nat en immense plassen die de wegmarkeringen maskeren. De loodzware lucht loost zijn ingehouden nattigheid. Mijn ruitenwissers vliegen driftig heen en weer. Ik vind de knop voor de achterruit niet meer. Proefondervindelijk lukt het uiteindelijk gelukkig wel.
Een half uur later dan vooropgesteld arriveren we in De Kinkhoorn. De maaltijd is al halverwege...
Het wordt een heel plezierige namiddag. Een feest in beperkte familie, zeventien personen, maar toch heel biezonder. Om te beginnen vier generaties, in vrouwelijke lijn. Leeftijden van twee tot plus negentig. Twee gescheiden koppels. Een weerzien met een uit het oog verloren familielid. Veelkleurig. En toch harmonie.
In de kelder van het complex is een kinderparadijs met fietsjes, pingpongtafels, minigolf en nog veel meer. Ik poog dit alles op de gevoelige plaat te leggen, geen sinecure met zon kwikzilvers. De zesjarige feestelinge staat wàt graag in de schijnwerpers en laat zich met plezier vereeuwigen in allerlei gewaagde poses, van tong uitsteken tot pure acrobatie.
Als de zon uiteindelijk doorbreekt zakken we af naar de dijk en leven de jongsten zich uit op de go-carts. Sara kan haar geluk niet op wanneer ze boven verwachting toch een elektrische step mag. Met duizelingwekkende snelheid zoeft ze heen en weer, in haar kielzog, grote broer Maarten. Ukkepuk Mateo krijgt gaandeweg het trappen onder de knie.
Kers op de taart is een rit op een vierwieler, met papa en Joram aan het stuur, Jolien en Maarten aan de pedalen en de jongsten als passagier.
Een ijsje, een drankje, ronden de dag mooi af en ongehaast en zonder file vatten we de terugreis aan. In een aureool van zacht avondlijk zonlicht...
Vandaag stond ik oog in oog met een tsunami.
Terwijl ik deze woorden intoets schiet de bliksem hels over mijn scherm, gevolgd door een ratelende donderslag en kletterende regenval, de prijs voor een weekendje zomerse temperatuur. Mijn roodgetinte huid de voorbode van mokkabruin, de twintigplusser in Celsiusgraden een belofte naar méér, naar véél meer...
Om de weergoden zand in de ogen te strooien had ik me een veelkleurig extra large regenscherm aangeschaft en dit grijpensklaar in mijn automobiel geborgen. Met afgunstige blik op de gigantische vissersuitrusting, zocht ik de afgelopen weken beschutting onder mijn aftands minuscuul exemplaar met geknakte baleinen, resultaat van het verloren duel met de wind. Door piepkleine gaatjes in de impermeabele stof sijpelde het hemelvocht onbarmhartig op mijn hoofd.
In het meervoud eigenlijk, want we deelden de paraplu, mijn jongste en ik...
Heden ben ik uitgerust met zonneglazen, gemonteerd op mijn bril. Meer zelfs, een witte zonneklep siert mijn hoofd. Potsierlijk, vermoed ik, maar zeer doeltreffend, want hoe zonminnend ik wel mag wezen, achter het stuur heb ik Laura niet graag in het vizier. Ze kan me immers danig vermoeien.
Aan de rand van het tartanovaal geniet ik van de prestaties van de Racingers. Ze lopen, springen, werpen dat het een lieve lust is. Acht kampioentitels op dag één en tien op dag twee, schitterend toch! Een veelbelovend aanloopje naar de nakende Bekers van Vlaanderen...
De tsunami van vandaag heeft echter geen uitstaans met dit sportief gebeuren.
Na mijn nachtdienst geniet ik van een heel aangename, rustige ochtend. Mijn pappenheimers zijn om het allerliefst. Sooi vertrekt welgemoed samen met mijn collega naar het station, Merci en haar compagnon worden tijdig opgehaald voor een familiefeest, Flup laadt zijn flessen wijn voor de verjaardag van zijn mama zonder brokken in de koffer van de chauffeur, Riebe en Abel vertrekken te vroeg naar de kerk en arriveren toch te laat, want het is Plechtige Communie en de mis duurt lang maar daarom niet getreurd want het is plezant.
Ik kan één van de kerkgangers moeiteloos warm maken voor een tripje per fiets naar de buurtwinkel. Ik heb sla noch tomaten in huis, en die staan op het menu. Ik maak een overheerlijke salade, met pijpajuin en rucola en kruidige dressing.
Ondertussen staat de soep te pruttelen.
Zou de soep moeten staan pruttelen.
De soep van gisteren.
Die vandaag nog rijker van aroma zou wezen.
Tiens, er broebelt niets. Echt niets.
Staat het vuur wel aan?
Ik roer.
Geen spoor van verhittingsactiviteit.
Ik roer nogmaals.
Plots spuit het hete groentenat wild in t rond.
Inderhaast verplaats ik de pot naar een ander kookvlak.
De inhoud bruist over de rand.
Ik verhuis naar een ander vlak.
Gulpen tomaat vliegen in het rond. Op het fornuis, de muur, de vloer...
Precies een vulkaanuitbarsting.
Ik blus met een geut koud water.
Er komt terug rust in de ketel.
Maar de soep met vermicelli van gisteren blijkt oneetbaar.
Aangebrand.
Het navenante liedje spookt door mijn hoofd....
En de troostprijs is: een dubbele portie saté plus dessert.
Het leed is geleden, de spetters weggeschrobd, de tsunami verleden tijd...
Ontbijt op bed, met croissantjes, dat zou me wel aanstaan...
Ik werp een heel klein balletje op, een klein suggestietje. Meteen voeg ik eraan toe: Ach, laat maar, ik moet vroeg werken morgen, t zal niet lukken...
... Veertien over zeven schiet ik wakker, die dekselse wekker... en ik merk dat ik deze een uur te laat afstelde. t Is vuilbakkendag zakken eigenlijk en ze staan dit keer nog niet klaar. Dat wordt stressen. Dochterlief zit heel ontspannen met een kom cornflakes voor de televisie. Ik ben een beetje gepikeerd, en verongelijkt, kon ze me niet wekken dan? In zeven haasten douchen, kattenbak uitkuisen, was bijeenzoeken, vuilbakjes verzamelen, lege flessen bij de PMD, zakken dichtknopen... mijn ochtendmaal schiet erbij in...
Op de parking waaien de felicitaties me vrolijk tegemoet. Ons Merci roept me van op de schommel toe of ik haar kaartje reeds gelezen heb. Ruim twee weken geleden deponeerde ze het in mijn correspondentiebakje met de waarschuwing het niet te openen. Ze houdt het allemaal nauwgezet bij, in haar hoofd, de planning van de dagbesteding, de dienstroosters, de regels en afspraken (en o wee diegene die zich daar niet aan houdt), de evenementen, wat iemand ooit gezegd of gedaan heeft, hoe ze het doet is me een raadsel. Ze is dan ook héél prikkelbaar als iets niet loopt zoals gepland. Maar een verjaardag, dat is een honderd procent vaststaand gegeven.
Op zon dag kan ik echt niet incognito blijven, het gonst door de gangen, jarig, jarig, jarig... Mijn collegas heffen een Happy Birthday aan en aan de middagdis krijg ik zalm in plaats van kabeljauw. Ze kennen hier wat van graag zien!
Via sms stuurt mijn zoon een gelukswens in één adem met de verzuchting dat hij al veel geld kwijt is. Donderdag vertrok hij met alle zesdejaars voor drie dagen naar Parijs. Ook die dag prees ik mijn gelukkig gesternte. Mijn wekker weigerde dienst, en mijn oudste sliep doodgemoedereerd door de zijne heen, maar gelukkig werd ik bijtijds om twintig over vijf wakker, zodat de bus niet zonder hem vertrok...
Van Koekske lees ik het volgende: Alleluja! Twee 5-jes netjes naast elkaar... Vijf en vijftig... Deze verjaardag komt volgens mij volledig tegemoet aan zowel je (al dan niet nog verborgen) talenten (zoals je gevoel voor symmetrie en orde) als aan je (al dan niet reeds gekende) eigenschappen (zoals jeugdige speelsheid en waardige rijpheid)! Van ganser harte een toffe verjaardag toegewenst. X
Deze zus kent me van binnen en van buiten: mijn huishoudelijke gaven, mijn gestroomlijnd gevoel voor netheid, mijn opruimwoede, mijn huiver voor chaos, mijn totaal gebrek aan rimpels en mijn immense wijsheid.
Bieke heeft iets ingezongen op mijn voicemail en kondigt de volgende zussendag aan. Steentje zendt een berichtje, Sesje een digitaal, en Boontjes kaartje is onderweg.
Ik ben een rijk mens...
Tot dat besef kwam ook mijn zoon na zijn onvergetelijke driedaagse. New York moet even plaats ruimen voor Parijs. De nieuwe stad van zijn dromen. Met volle teugen genoot hij van brede boulevards, majestueuze monumenten, gezellig keuvelen met jongeren onder de bruggen aan de Seine, genoeglijke maaltijden samen, de metro, le stade de France (het gras is altijd groener aan de andere kant...), le quartier latin... Zere voeten, een kleine prijs voor al het beziens- en belevenswaardige. Bijna de helft van zijn budget spendeerde hij die eerste dag, maar zo leerde hij doseren voor de volgende. Onze provinciehoofdstad verzinkt in het niets bij zijn lofrede over het expansionisme van de lichtstad...
De eerste steen is ondertussen gelegd, van wat de grootste van ons land moet worden.
Maar vóór het tot de bevalling van die eersteling kwam, passeerden we nog eens het vertrouwde filiaal in Ternat. Een uitstapje, volgens mijn dochter, en ze wilde héél vroeg vertrekken om het uiterste uit de dag te halen. Gaandeweg ondervond ze dat de toonzaal niet zo immens was als gesaved in haar memorie. Het minutieus onderzoek van de uitgestalde koopwaar ten spijt, naast het nuttigen van een namiddagmaal van Zweedse balletjes met een saus die ze niet lustte voor haar en een pepersteak voor mij had ik maar de zalm gekozen waren we veel te rap rond naar haar goesting.
Het is gelukkig ook the place to be om wat bekend volk tegen het lijf te lopen. België is klein. En de instelling waar ik werkzaam ben is groot, getuige het aantal collegas dat ik daar trof. Van het toeval een deugd makend, hielp ik bij de keuze van glaasjes voor de kaarsengieterij. We werken namelijk samen met een middelbare school die onze producten verkoopt in een minionderneming, nota bene tot beste verkozen van de provincie. Aanstaande zaterdag nemen ze deel aan de Vlaamse finale.
Aangezien de sightseeing wat tegenviel in tijd trachtte ze het te compenseren met het forceren van een aankoop. Indien ik haar vrij spel zou geven stond onze living vol niet bij elkaar passende kasten! Eens terug thuis inspireerde het haar tot het maken van een plan. Binnenhuisarchitectuur. Ze zou zelf iets maken.
Ik wou haar niet direct ontmoedigen, gezien onze gebrekkige schrijnwerkeroutfit, dus opperde ik dat renovatie van het huidige meubilair ook creatief kon zijn. We konden de spiegelkast misschien afschuren en voorzien van kippengaas? Of het middenpaneel invullen met zwartwitfotos achter vensterglas? Een strandtafereel schilderen op de badkamerdeur?
Mijn dochter is erg daadkrachtig. En impulsief. Dus demonteerde ze meteen de kastdeur en ging ze in de weer met schuurpapier. Proefondervindelijk leerde ze dat ze om te beginnen beter iets met een grovere korrel hanteerde. Het bleef bij die ene deur, languit op de tuintafel. De rest nam de mama ikke dus onder handen. Ik ben er heel wat uren, en dàgen, zoet mee geweest. Vooral de versiering in halfreliëf was prutswerk. Maar het resultaat mocht er zijn, onze kast stond er blank te blinken.
Dus waagde ik me aan het uiteindelijke doel: het inwrijven met witte olie. Edoch! In plaats van bleker werd mijn meubelstuk donkerder, in feite hetzelfde als ervoor! Ik had het kunnen weten!
Ten overvloede had mijn zoon in de gauwigheid een en ander meegegraaid uit de laden, die ik in het kader van de werkzaamheden had geleegd en in zijn sporttas gemoffeld. Dat bespaarde hem namelijk een verre, vermoeiende verplaatsing naar de badkamer. Groot was de hilariteit bij zijn kameraden, toen hij zich na de basketbaltraining en een verkwikkende douche, diende af te drogen met een aantal slabbers. Van een flink formaat weliswaar, vervaardigd door onze bewoners, met een opgestikt motief, en zo oerdegelijk dat ik er geen afstand kon van doen. Voilà, zo kwamen ze nog eens van pas.
En ik hoop stilletjes dat bij het ochtendgloren mijn kast alsnog in een witte satijnglans mag oplichten...
Vorige week had ik het gemist. Het overgrote deel toch. Ik had weliswaar nog net gezien hoe de Nederlandse oogarts te voet door de onherbergzame Nepalese bergen trok, vergezeld van een lange stoet dragers, schijnbaar moeiteloos het zware medische materiaal torsend. In uiterst primitieve omstandigheden voerde ze jarenlang operaties uit, trekkend van het ene naar het andere oogkamp, tot haar leven in gevaar was en ze noodgedwongen naar Europa terugkeerde. Door haar opgeleide mensen namen haar werk over. Voor de plaatselijke bevolking leken het welhaast mirakels: blinden die terug konden zien!
Veertig jaar geleden onderging mijn moeder ook een aantal oogonderzoeken. Er was een sprankje hoop dat ze heel misschien het zicht terug kon krijgen. Alhoewel ik even verwachtingsvol was, knaagde het toch bij me dat mijn vader die mogelijkheid niet had. Ik probeerde me voor te stellen welke impact dit op ons leven zou hebben.
Het samenwonen met blinde ouders was voor ons heel gewoon. Pas véél later zou ik me afvragen hoe ze het in s hemelsnaam allemaal klaar gespeeld hadden. De verzorging van een baby, niet één, maar zes. Het huishouden. Koken. Een huis bouwen. Op uitstap gaan. Reizen. Les geven. Spelen en ravotten. Lessen opvragen, euhm de catechismus eigenlijk.
Ik herinner me mijn angst toen ik als veertienjarige moest brillen. Niet omdat ik dacht dat ik erfelijk belast was en bezig was blind te worden, maar omdat anderen dat eventueel misschien mogelijks wel eens zouden kunnen denken. In bepaalde lessen vertikte ik het mijn bril op te zetten, omdat ik meende dat de leerkracht me na een oudercontact raar bekeek. En mijn zussen maar jaloers zijn!
Het was een hele verademing toen ik na jàren contactlenzen liet aanmeten. Zalig zonder glas voor mijn ogen! Geen bewasemde entrée tijdens de winter, moeiteloos kijken in de regen, zelfs tijdens het zwemmen een klare blik. Helaas kon ik ze uiteindelijk niet meer verdragen...
Een citytrip naar Istanboel en ondertussen mijn ogen laten laseren, een droombeeld!
Maar ondertussen heb ik me vanavond tijdig voor de televisie geïnstalleerd voor de volgende aflevering van Ladies first, over de veertien koninginnen uit Swaziland. Afrika, altijd klaar om mij te boeien, al prefereer ik de onbevangenheid en open geest van interactieve reportages van Bruce Parry.
Koning Mswathi III hij wordt aanstaande zaterdag veertig - regeert reeds meer dan twintig jaar als een absoluut monarch, wat betekent dat rechterlijke, wetgevende en uitvoerende macht hem toebehoren. Politieke partijen zijn vooralsnog verboden. Swaziland heeft een parlement met enkel adviserende bevoegdheden. Er is een traditioneel kiesstelsel waarbij op een individu een loyaal aanhanger van de koning zijn is een must! - en niet op een partij gestemd wordt. De koning benoemt zelf een flink aantal senatoren en parlementsleden.
De reportage is gedraaid ten tijde van de Reed Dance, een jaarlijks ritueel waarbij duizenden maagden riet aanbrengen voor de palissade van de koning.
De eerste twee koninginnen werden uitgezocht door de adviseurs, dit zijn leden van de koninklijke familie, vertegenwoordigers van het leger, stamoudsten en traditionele genezers. De kinderen van deze vrouwen kunnen hem nooit opvolgen. De volgende vrouwen mag hij vrij kiezen. Dit gebeurt geregeld tijdens deze rietdans, er worden fotos genomen van de mooiste meisjes. Helaas kan je niet néé zeggen wanneer je uitverkoren wordt, al hebben twee echtgenotes hem toch verlaten. Bruid worden ze pas nadat ze een kind gebaard hebben, tot zolang zijn ze verloofd.
Jammer genoeg stelt de koning of juister zijn entourage zijn veto voor een interview met enkele koninginnen, sommige journalisten hebben zich niet aan de afspraken gehouden. Pas op het laatste nippertje wordt een gesprek met koningin LaMbikiza toegestaan. Ze vertelt hoe ze als schoolmeisje werd uitgekozen, haar secundair onderwijs mocht afmaken en via schriftelijk onderwijs rechten studeerde. Ze is voorzitster van het Aidsbestrijdingscomité.
De koninginnen leiden een luxueus leven, elk in haar paleis, maar volledig afgesloten van de wereld.
Het liet Annemie niet los, hoe zat het nu met die polygamie. Een duidelijk antwoord kreeg ze niet. Maar toen Dlamini naar voren bracht dat in Frankrijk het houden van een maîtresse officieel is, hoorde ik het toch in Keulen donderen. Doelde hij nu op president Sarkozy? Of verwees hij naar Madame De Pompadour???
Een bejaarde koninklijke raadgever stelde dat je zelf kiest of je mono- of polygaam bent, maar je moet de verantwoordelijkheid nemen voor je keuze. Of er geen gebrek aan meisjes was dan? Er waren er volgens hem veel te veel! Pure noodzaak dus, polygamie....
Wat zit ik me zorgen te maken over uit de pan swingende consumptieprijzen! Het leven is inderdaad duurder geworden. Mijn favoriete smeerboter kostte laatst twintig cent meer, een stijging van welhaast tien procent. In de oude Belgische valuta betekent dit een meerkost van acht frank.
Vorige week kreeg ik de afrekening voor elektriciteit en gas. Je gelooft het niet, maar er werd drieëntwintig euro terug gestort. Je zou verwachten dat de volgende afrekeningen lager zijn. Fout! Op jaarbasis zal ik ruim driehonderdvijftig euro meer neertellen, dat is bijna een kwart erbij... Ik wil me hierin nu niet verliezen, maar het is toch vermeldingswaard dat die factuur voor mij bijna chinees is. Vorig jaar werd een forfait aangerekend voor twee maanden verbruik na de meteropname, en nu... ik moet het nog uitzoeken. De vrije markt heeft het leven voor de doodgewone burger alvast niet simpeler, en zeker niet goedkoper, gemaakt.
Ik moet niet zeuren, ik heb het nog goed. Vandaag hoorde ik op de radio dat onder andere Filippinos, Haïtianen, Indonesiërs en veel Afrikanen het een pak slechter stellen. Doordat de prijs voor rijst verdubbeld is, eten zij genoodzaakt minder. Zij zijn immers afhankelijk van import. Rijst is voor de helft van de wereldbevolking het basisvoedsel. Er moeten al mirakels gebeuren om deze situatie recht te trekken. Enerzijds zou het te maken hebben met een toename van de vleesconsumptie, door de groter wordende middenklasse in Indië en China bijvoorbeeld. Vee heeft nood aan voedergewassen. En dit gaat ten koste van de teelt van andere graangewassen.
Anderzijds moet men veld ruimen voor de opkomst van de bio-energie. Investeerders zien groot geld in het telen van biogewassen. Uiteraard is het zinvol te zoeken naar alternatieven voor olie maar dit mag, volgens mij, nooit ten koste gaan van de productie en betaalbaarheid van primaire voedselgewassen.
Wat kan ik zelf verhelpen? Niet zoveel, denk ik. Voor de fiets kiezen, waar mogelijk, in plaats van de auto bijvoorbeeld. Ik constateer dat ik een beetje lui ben. Voor streekproducten kiezen, dat scheelt een hoop op de exportkosten. Maar we houden van ananas. Ik ben niet zo groen als ik zou willen...
Ik ben Lieve
Ik ben een vrouw en woon in Gent () en mijn beroep is woonbegeleider bij volwassenen met een mentale handicap.
Ik ben geboren op 18/04/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, computeren, muziek....
Ik ben een laatbloeier wat maakt dat ik me nog jong voel! Mijn kinderen (17 en 15) zijn mijn lust en mijn leven, maar toch werd het tijd dat ik
iets helemaal voor mezelf deed. Mijn zoon vond dat ik mijn droom moest
waarmaken, dat gaf hem namelijk hoop voor ZIJN droom. Dus waarom zou ik
de draad uit mijn tienerjaren niet weer opnemen en een blogje schrijven
hé!