Twee weken geleden was hij nog eens in Oostende om te golfsurfen. Hij kwam de studio binnen, snoof eens diep en verkondigde: "Ha, ik ruik de vakantie weer!" Hij heeft echt heimwee naar die zomermaanden waarin hij met volle teugen genoot. Zijn Afrikaanse naam is hem op het lijf geschreven: Kunde, en dat betekent VRIJHEID...
Dit vond ik, van zijn hand, tussen mijn documenten:
Eindelijk vakantie 2 maand lekker chillen,
En we doen alles wat we willen!
BUITEN MET DIE WEKKER!!!
Geef eens de tv stekker
Ik ga 3 weken niet in bad
Zwerf uren rond int stad
Ik blijf ongezond laat op
En loop rond met een mottige kop
Met mijn wiskundeboeken stook ik de open haard
Dan zijn ze tenminste nog wat waard
Ik loop elke dag op straat
Tot s avonds heel laat
En doe heel wat mensen kwaad
Ik veeg mijn voeten aan de regels
En spuw op de livingtegels
Want het is vakantie, de twee maand waar je alles mag
Ja jaaa vakantie elke dag!
Huh?! MILJAARDE MILJAAAAAAR, 't is nie waar, t is weer een nieuw schooljaar...
Tja, die vakantie is ondertussen een herinnering... Hij is een meester in het koesteren en opdiepen van zijn wedervaardigheden.
Ik laat hem zelf vertellen over zijn eerste woordje Engels:
"Het is misschien maar een belachelijke herinnering maar ik vind deze speciaal en het is iets wat nog scherp in mijn geheugen zit.
Ik was 2 jaar en mijn papa had me net in mijn bedje gestopt. Ik bleef meestal niet in mijn bed maar deze keer wel omdat mijn papa thuis was en ik was een beetje bang van papa omdat hij streng kon zijn.
Er was een vriend van mijn papa, een Afrikaan en Afrikanen onder elkaar zijn nogal luidruchtig, dus ik kon het hele gesprek van op mijn kamer volgen. Maar ik snapte er toch niets van omdat het in het Engels was, ik verstond alleen Frans en een beetje Nederlands. En toen ving ik een woordje Engels op: pipo eigenlijk people en ik keek toen onmiddellijk naar mijn knuffel clown en ik viel daarna in slaap.
Ik herinner mij ook iets cool uit de derde kleuterklas.
We waren op de speelplaats, jongens en meisjes, aan het praten en ineens ontstond er gekibbel. Iedereen stond gelijk in een kring maar ik stond er buiten. Toen op een gegeven moment werd het me teveel en wou ik de ruzie stoppen maar ik werd altijd uit de kring geduwd. Dus ik dacht ik spring erover, en dat was geen droom hoor want ik ken iemand die het zich ook nog herinnert. En het was me gelukt om over de mensen te springen en zo midden in de kring te landen en doordat ik gelijk uit de lucht kwam vallen is de ruzie gestopt. Voilà."
Ze kijkt om nadat we afscheid hebben genomen aan de uitgang. En nog eens. En nog Ik blijf wachten en zie haar verdwijnen, een stip uiteindelijk.
Het is finale van de Beker van Vlaanderen en zowel de jongens als de meisjes zijn geselecteerd na een spannende halve finale. Het was làng geleden dat de meisjes er nog eens bij waren.
De ochtend is grijzig, de zon is nog niet van de partij. Picknick, drankjes en dergelijke zijn ingeladen, de GPS meldt: Rij voorzichtig, het signaal is te zwak en dat doen we ook tot onze eerste halte, het benzinestation. Of in mijn geval: de dieselpomphouder. Zalig mijn Berlingo na die zuipschuit van een Omega!
Mijn sprekende wegwijzer instrueert mij een dik half uur later om de afrit Berchem/Wilrijk te nemen, in stomme tegenspraak met mijn afgeprinte route. Maar ik heb een blind vertrouwen in mijn computergids, die me de stad in- en uitloodst. Ik heb wel bedenkingen bij de snelste weg maar allé, we arriveren toch bijtijds in Lier.
Het wordt een stralende dag in verschillende opzichten.
Vooreerst de zon die inmiddels is opgedoken en ons de hele dag verlicht, verwarmt en opvrolijkt.
De jeugd zet schitterende prestaties neer, die bevestigd worden bij de prijsuitreiking. Jongens en meisjes halen allebei de tweede plaats, vreugde alom. Ze sprokkelde bij de werpnummers heel wat punten, maar het siert haar dat ze hierdoor geenszins naast haar schoenen loopt, net zo min als haar collega-sprokkelaars.
Het programma is serieus uitgelopen en het wordt sprinten om op tijd te zijn voor mijn nachtdienst
Maar wat de dag bijzonder maakt voor mij is het bezoek van mijn zus. We zien haar zo zelden en ik was ronduit blij dat ze op mijn uitnodiging inging, samen met haar dochter, mijn petekind. We kunnen wat bijpraten, zijn blij met elkaars gezelschap, al wordt mijn aandacht voordturend afgeleid naar het atletiekgebeuren. Wat lijkt ons Padelleke uiterlijk op mijn andere zus! Die is er natuurlijk ook samen met mijn schone broer en hun jongste die de eer van de pupillen verdedigt. Zij slaagt erin als eerstejaars 8 punten bijeen te rijven met een vijfde plaats bij kogelstoten. De nichtjes zijn aan elkaar gewaagd!
Wanneer het afscheid nadert wandel ik met haar mee naar de parking om mijn vouwstoeltje uit de auto te halen. Een ganse dag hangen en staan laat zijn sporen na, ik wil wel eens zitten.
We zijn geen kussende familie, dus scheiden onze wegen verbaal en met een intens oogcontact Ik blijf kijken en zij kijkt om en om
"En, heeft het deugd gedaan bij de kinesist?" vraag ik hem wanneer hij iets na vijven thuiskomt. Nee, want hij was te laat omdat zijn fiets weer verstek liet gaan: versnelling, ketting en tandrad zijn stuk. Inwendig kreun ik, hij zal weer nonchalant geweest zijn, zeker? Gisteren zag ik hem ook al toekomen met zijn vriendin op de bagagedrager
Maar de kinesist had nog een gaatje, hij mag straks om acht uur terugkeren.
Hij is te moe om naar de fietsenmaker te gaan, een eindje verder in onze straat, maar laat zich toch overreden.
Nadien moet hij ontstressen van zijn intensieve schooldag: een hapje eten, wat drinken, zijn favoriete programma op de buis bekijken en vertellen over wat hem momenteel bezighoudt. En nu denk ik, wat heerlijk dat ik halftijds beginnen werken ben, een goed half jaar geleden. Mijn tieners kunnen écht thuiskomen! Ik ben heel blij dat ik van het georganiseer van de babysits en het nablijven op school af ben! Maar dat is een verhaal apart
Na de ontspanning volgt de inspanning voor schoolwerk en dan is het tijd om de herstelde fiets op te halen. Een pak van mijn hart, de panne was te wijten aan pure slijtage. Zevenentwintig euro moet ik neertellen, vorige week waren het er tweeëntwintig
Mijn dochter en ik hebben ons net in de zetel geïnstalleerd wanneer hij furieus terugkomt van de kinesitherapie. Zijn fiets is gestolen!
In zijn haast had hij niet de moeite genomen zijn fiets op slot te doen, wat een uitnodiging voor gauwdieven! Ik slik mijn preek halverwege in, besluit in de omgeving een kijkje te nemen, je weet maar nooit In een ver verleden hebben ze mijn tweewieler eens honderden meters verder te vondeling gelegd, waardoor ik hem kon recupereren. Helaas
Hij is er het hart van in, zon goeie fiets vindt hij niet meer
Ook ik ben er niet goed van, vooral omdat hij drie maand geleden hetzelfde presteerde met mijn eigen fiets!
Ik heb nog een ganse nacht om over de te treffen maatregelen na te denken (allé, eigenlijk niet, want straks ga ik werken). Maar het staat nu al vast dat een andere occasie van zijn spaar- en/of zakgeld zal komen.
Hoe ga je morgen naar school? vraag ik.
Met de bus zeker?
Ok. Je weet dat je dan op tijd moet opstaan, hé!
Van mijn hart een steen maken, en de verleiding weerstaan toe te stemmen in het uitlenen van mijn vehikel, het zal niet gemakkelijk zijn
Noewi is in de tuin op ontdekkingstocht. Een voorschoot groot slechts, maar rondom begroeid met klimplanten, struikjes en bloemen, waar het voor een poes heerlijk rondstruinen is. Plots stormt hij de living binnen, zwevend over stoelen en tafel, met overeind staande haren en dubbeldikke staart. Ik ritsel met de krant en verschrikt maakt hij een huppelsprongetje en kijkt schichtig om zich heen. Zijn gat in de hoogte en met gestrekte achterpoten loopt hij behoedzaam rond. Eén stap in zijn richting en hij verschanst zich onder de zetel waar hij me argwanend aankijkt.
Na veel vijven en zessen slaag ik erin hem uit zijn schuilplaats te lokken, maar relaxed wordt hij er niet van, hij blijft een opgespannen veer. Wat heeft hem angst aangejaagd? Waart daarbuiten de geest van Milo? Of een of ander beest? Groot kan het niet wezen, want ik zie niks.
Ik vergeet het hele voorval wanneer een vriendin langskomt, om e-mailkes te verzenden. Ik ben een poosje in de weer om mijn laptop middels een lange kabel met het internet te verbinden, want mijn draadloze aansluiting doet het niet meer. En de instellingen van mijn router controleren lukt niet, mijn paswoord is blijkbaar verkeerd! Miserie, miserie!
Het is stralend weer (heerlijk, zalig, waaw, mmmmm) dus verhuis ik mijn activiteiten waar mogelijk naar buiten, ik weet niet hoe lang de zonnegarantie loopt. Eén dag, één week?
Noewis vreemde gedrag zakt nog verder weg in de vergetelheid, naarmate de uren verstrijken.
Twee dagen later zit ik aan mijn terrastafel. Koffie, croissants, de krant, alles om het genoeglijk te maken dus. Mijn kat sluipt weer door mijn bloemetjes. Voor ik helemaal groen aanloop uit sympathie voor mijn groene vriendjes, nietwaar valt het me op dat hij uit zijn normale doen is. Iets onder die blaadjes houdt zijn aandacht gevangen. Maar wat?
Ik speur dus mee met Noewie. Veiligheidshalve plaats ik mijn voeten wat hoger dan grondniveau, ge weet maar nooit, hé! Hij loopt nu eens hier, dan daar, snuffelend, behoedzaam, hij ziet meer dan ik.
En dan, hoor ik het voor ik het zie. Een tjirpend geluid. Een sprinkhaan, een krekel, denk ik, en zie hem achter iets lopen, een kikker?
Een muis!
Ik dacht dat muizen, piepten! Daar lijkt het niet op!
De bodembedekkers trillen in de windstille lucht. Noewi houdt zijn pootje in de aanslag, trekt weer terug, wacht af. Neust, plots pats, getjilp.
Wat later zie ik iets bewegen, een staartstompje meen ik, ai heeft Noewi ? Dan zie ik dat het een muizensnoetje is, heel lang en spits, sapristie das geen gewone muis
Ambivalente gevoelens razen door me heen. Ik wil geen muizen in mijn huis. Waar er één zit, zijn er meer. Maar misschien verricht zon spitsmuizeke wel nuttig werk, slakken opeten bijvoorbeeld.
Zonder scholing gaat Noewi op jacht, niemand die t hem voordeed Wonderlijk
Ongestoord en onbevreesd genieten van de avondlucht op mijn terras zit er momenteel niet in. De romantiek van het getjirp in het donker krijgt ineens een andere dimensie, het waren toen wellicht géén concerterende zuiderse krekels
"Mag ik ne keer een vraag stellen, verzoekt Ward terwijl ik na mijn laatdienst op weg ben naar de auto. Ja, natuurlijk, maar in een rapke, hé, want alles is weer eens uitgelopen, in tijd dan. Hij denkt even na. Ziede gij mij nog geiren? Spontaan schiet ik in een lach. Ik verwachtte voor de elfendertigste keer een Is het donderdag dagcentrum?, en een Wie gaat er mij voeren? Maar dit? Neen, ik kan hem wel opeten, zo op dit moment, al zou ik daar een serieuze boterham aan hebben. En natuurlijk zie ik hem nog graag. Alleen, platonisch, maar dat zeg ik er niet bij, want dan sta ik hier nog tot morgenvroeg uit te leggen en wellicht gaat hij hiermee niet eens akkoord ook. In elk geval, deze avond keer ik lichtvoetig naar huis.
Vandaag, twee dagen later, staan we klaar om met de hele groep naar het kasteel te vertrekken. Ons Mercy is vuur en vlam aan t spuwen. Ze is boos. En dat hoor je al van verre. In gedachten had ze zich reeds een plaatsje in de auto toegeëigend, maar in de bittere realiteit is dit door anderen ingenomen. Nu moet ze dus mee met de bus, en dat zint haar niet. En dat mogen we allemaal weten, vooral de eigenaar van de auto. Die is kop van Jut.
Met dat boze busje, want de furieuze stemming heeft zijn tentakels inmiddels tot in alle uithoeken van het interieur gestrekt, vertrek ik als eerste. Het duurt gelukkig niet lang voordat ik het tij kan keren, en mijn passagiers worden ronduit vrolijk, wanneer ik vergeet bijtijds linksaf te slaan. Waar zijn mijn gedachten! Honderden keren deed ik reeds die rit!
In mijn spiegeltje zie ik dat mijn collega me trouw volgt. Ha!
Of we Gonda eens zullen foppen? Daar hebben ze wel oren naar. Dus fantaseren we er duchtig op los welke reden we kunnen opdissen om deze omleiding te rechtvaardigen. Een nieuwsflash op de radio berichtte ons over een ingestorte brug een eindje verder, of het leger houdt daar manoeuvres, of de koeien zijn uit de wei losgebroken Ambiance troef
Aan de ingang van de tent wordt ons een sticker opgeplakt. Twee kikkers staan symbool voor het thema van dit jaar: een opkikker voor iedereen Links en rechts, enthousiaste begroetingen. Hartverwarmend, zon welkom. We zingen en wuiven ons door de viering, geen gêne hier. Ik start als sopraan, probeer dan bariton, pater Godfried heeft blijkbaar zijn gitaar niet aan mijn stemhoogte aangepast. Ik denk, enfin ik hóóp, dat ik niet al te erg opval in het algemene gekweel. Hoe we dit thema gestalte kunnen geven in de loop van dit werkjaar, wordt aan de hand van sketches uitgebeeld.
We eindigen met de nummer één uit de plaatselijke kerkelijke hitparade: Halleluja!
En dan is het tijd voor de traditionele frieten met frikadellen, een must om krachten op te doen voor de diverse wandelingen die deze namiddag op het programma staan.
Mijn deel van het feestprogramma zit er op. Ik moet Adam en Jobbe terugbrengen naar huis. Onderweg vertelt Jobbe honderduit over de baby van zijn zus. Hij is nu namelijk grootvader, of is het peter? Nonkel bedoelt hij eigenlijk. En zijn mama staat op de lijst voor de verkiezingen. Ze wordt vast Burgemeester, hij is namelijk een grote fan van die man uit Samson en Gert. Aan hoge snelheid passeert ons een moto, voorwiel in de lucht. Waaw, wat ne zot, zo rijdt mijn vader niet, zenne! En hij beschrijft hoe ze samen in de bochten liggen, met helm en motorjack. Ach, wat geniet ik van die ontboezemingen
Wanneer ik een hele tijd later met mijn auto wil vertrekken, vind ik een papier onder mijn ruitenwisser. Jobbe heeft me een boete gegeven. Ik sta fout geparkeerd, voor de voordeur, en dat mag niet
De boekenkafterij bij het begin van september, een gratis service aan mijn schoolgaande kinderen, is een ideaal moment om mijn gedachten de vrije loop te laten gaan. Het enige probleem voor mij bestaat erin die ideeën te vangen en onder woorden te brengen. Ze zijn dikwijls zo vluchtig en voor ik het weet is alles in het niets vergaan
Bij het einde van het atletiekseizoen moest ze haar keuze voor volgend jaar kenbaar maken. Mij had ze reeds toevertrouwd dat ze zich liever op speerwerpen zou toeleggen. Waarom geen discus of kogelstoten? Neen, daar had ze geen zin in, ze had het gevoel niet veel bij te leren op training, omdat ze wel geattendeerd werd op fouten, maar niet hoe ze die dan moest verbeteren. Bovendien, en dat hoorde ik achteraf, wil ze niet zon dubbeldikke spierbundel worden.
Ze legde dit voor aan haar trainster en die adviseerde haar toch voor de drie werpdisciplines te gaan.
Een prioriteit voor mij is dat ze gaat voor de dingen die ze grààg doet, dus niet enkel deze waarin ze uitblinkt. Ze is dol op hoogspringen en al heeft ze niet direct een elegante stijl, voor mij mag ze zich daar verder in bekwamen, zonder dat ze het tot topprestaties moet brengen. Hetzelfde geldt voor de sprintnummers.
Uiteraard stimuleer ik ook dat ze haar talenten ontwikkelt. Want dat ze een gave heeft voor kogel/discus/speer staat buiten kijf.
Hoe kwam ik zo bij die gedachten?
Vorig weekend ging in Herve het Belgisch kampioenschap meerkampen door. Liesbeth van onze club haalde goud bij de juniores. Als Belgisch Kampioen kreeg ze voor deze zeven proeven 25 euro prijzengeld. Ik denk dat dit nèt de verplaatsingskosten dekt Betekent dit dat een Belgisch Kampioen op de 100m bijvoorbeeld slechts 4 euro verdient?
Voor alle duidelijkheid, noch Liesbeth, noch haar ouders, beklagen zich over dit honorarium, alleen ìk heb deze bedenkingen
Ik ben Lieve
Ik ben een vrouw en woon in Gent () en mijn beroep is woonbegeleider bij volwassenen met een mentale handicap.
Ik ben geboren op 18/04/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, computeren, muziek....
Ik ben een laatbloeier wat maakt dat ik me nog jong voel! Mijn kinderen (17 en 15) zijn mijn lust en mijn leven, maar toch werd het tijd dat ik
iets helemaal voor mezelf deed. Mijn zoon vond dat ik mijn droom moest
waarmaken, dat gaf hem namelijk hoop voor ZIJN droom. Dus waarom zou ik
de draad uit mijn tienerjaren niet weer opnemen en een blogje schrijven
hé!