"En, heeft het deugd gedaan bij de kinesist?" vraag ik hem wanneer hij iets na vijven thuiskomt. Nee, want hij was te laat omdat zijn fiets weer verstek liet gaan: versnelling, ketting en tandrad zijn stuk. Inwendig kreun ik, hij zal weer nonchalant geweest zijn, zeker? Gisteren zag ik hem ook al toekomen met zijn vriendin op de bagagedrager
Maar de kinesist had nog een gaatje, hij mag straks om acht uur terugkeren.
Hij is te moe om naar de fietsenmaker te gaan, een eindje verder in onze straat, maar laat zich toch overreden.
Nadien moet hij ontstressen van zijn intensieve schooldag: een hapje eten, wat drinken, zijn favoriete programma op de buis bekijken en vertellen over wat hem momenteel bezighoudt. En nu denk ik, wat heerlijk dat ik halftijds beginnen werken ben, een goed half jaar geleden. Mijn tieners kunnen écht thuiskomen! Ik ben heel blij dat ik van het georganiseer van de babysits en het nablijven op school af ben! Maar dat is een verhaal apart
Na de ontspanning volgt de inspanning voor schoolwerk en dan is het tijd om de herstelde fiets op te halen. Een pak van mijn hart, de panne was te wijten aan pure slijtage. Zevenentwintig euro moet ik neertellen, vorige week waren het er tweeëntwintig
Mijn dochter en ik hebben ons net in de zetel geïnstalleerd wanneer hij furieus terugkomt van de kinesitherapie. Zijn fiets is gestolen!
In zijn haast had hij niet de moeite genomen zijn fiets op slot te doen, wat een uitnodiging voor gauwdieven! Ik slik mijn preek halverwege in, besluit in de omgeving een kijkje te nemen, je weet maar nooit In een ver verleden hebben ze mijn tweewieler eens honderden meters verder te vondeling gelegd, waardoor ik hem kon recupereren. Helaas
Hij is er het hart van in, zon goeie fiets vindt hij niet meer
Ook ik ben er niet goed van, vooral omdat hij drie maand geleden hetzelfde presteerde met mijn eigen fiets!
Ik heb nog een ganse nacht om over de te treffen maatregelen na te denken (allé, eigenlijk niet, want straks ga ik werken). Maar het staat nu al vast dat een andere occasie van zijn spaar- en/of zakgeld zal komen.
Hoe ga je morgen naar school? vraag ik.
Met de bus zeker?
Ok. Je weet dat je dan op tijd moet opstaan, hé!
Van mijn hart een steen maken, en de verleiding weerstaan toe te stemmen in het uitlenen van mijn vehikel, het zal niet gemakkelijk zijn
Noewi is in de tuin op ontdekkingstocht. Een voorschoot groot slechts, maar rondom begroeid met klimplanten, struikjes en bloemen, waar het voor een poes heerlijk rondstruinen is. Plots stormt hij de living binnen, zwevend over stoelen en tafel, met overeind staande haren en dubbeldikke staart. Ik ritsel met de krant en verschrikt maakt hij een huppelsprongetje en kijkt schichtig om zich heen. Zijn gat in de hoogte en met gestrekte achterpoten loopt hij behoedzaam rond. Eén stap in zijn richting en hij verschanst zich onder de zetel waar hij me argwanend aankijkt.
Na veel vijven en zessen slaag ik erin hem uit zijn schuilplaats te lokken, maar relaxed wordt hij er niet van, hij blijft een opgespannen veer. Wat heeft hem angst aangejaagd? Waart daarbuiten de geest van Milo? Of een of ander beest? Groot kan het niet wezen, want ik zie niks.
Ik vergeet het hele voorval wanneer een vriendin langskomt, om e-mailkes te verzenden. Ik ben een poosje in de weer om mijn laptop middels een lange kabel met het internet te verbinden, want mijn draadloze aansluiting doet het niet meer. En de instellingen van mijn router controleren lukt niet, mijn paswoord is blijkbaar verkeerd! Miserie, miserie!
Het is stralend weer (heerlijk, zalig, waaw, mmmmm) dus verhuis ik mijn activiteiten waar mogelijk naar buiten, ik weet niet hoe lang de zonnegarantie loopt. Eén dag, één week?
Noewis vreemde gedrag zakt nog verder weg in de vergetelheid, naarmate de uren verstrijken.
Twee dagen later zit ik aan mijn terrastafel. Koffie, croissants, de krant, alles om het genoeglijk te maken dus. Mijn kat sluipt weer door mijn bloemetjes. Voor ik helemaal groen aanloop uit sympathie voor mijn groene vriendjes, nietwaar valt het me op dat hij uit zijn normale doen is. Iets onder die blaadjes houdt zijn aandacht gevangen. Maar wat?
Ik speur dus mee met Noewie. Veiligheidshalve plaats ik mijn voeten wat hoger dan grondniveau, ge weet maar nooit, hé! Hij loopt nu eens hier, dan daar, snuffelend, behoedzaam, hij ziet meer dan ik.
En dan, hoor ik het voor ik het zie. Een tjirpend geluid. Een sprinkhaan, een krekel, denk ik, en zie hem achter iets lopen, een kikker?
Een muis!
Ik dacht dat muizen, piepten! Daar lijkt het niet op!
De bodembedekkers trillen in de windstille lucht. Noewi houdt zijn pootje in de aanslag, trekt weer terug, wacht af. Neust, plots pats, getjilp.
Wat later zie ik iets bewegen, een staartstompje meen ik, ai heeft Noewi ? Dan zie ik dat het een muizensnoetje is, heel lang en spits, sapristie das geen gewone muis
Ambivalente gevoelens razen door me heen. Ik wil geen muizen in mijn huis. Waar er één zit, zijn er meer. Maar misschien verricht zon spitsmuizeke wel nuttig werk, slakken opeten bijvoorbeeld.
Zonder scholing gaat Noewi op jacht, niemand die t hem voordeed Wonderlijk
Ongestoord en onbevreesd genieten van de avondlucht op mijn terras zit er momenteel niet in. De romantiek van het getjirp in het donker krijgt ineens een andere dimensie, het waren toen wellicht géén concerterende zuiderse krekels
"Mag ik ne keer een vraag stellen, verzoekt Ward terwijl ik na mijn laatdienst op weg ben naar de auto. Ja, natuurlijk, maar in een rapke, hé, want alles is weer eens uitgelopen, in tijd dan. Hij denkt even na. Ziede gij mij nog geiren? Spontaan schiet ik in een lach. Ik verwachtte voor de elfendertigste keer een Is het donderdag dagcentrum?, en een Wie gaat er mij voeren? Maar dit? Neen, ik kan hem wel opeten, zo op dit moment, al zou ik daar een serieuze boterham aan hebben. En natuurlijk zie ik hem nog graag. Alleen, platonisch, maar dat zeg ik er niet bij, want dan sta ik hier nog tot morgenvroeg uit te leggen en wellicht gaat hij hiermee niet eens akkoord ook. In elk geval, deze avond keer ik lichtvoetig naar huis.
Vandaag, twee dagen later, staan we klaar om met de hele groep naar het kasteel te vertrekken. Ons Mercy is vuur en vlam aan t spuwen. Ze is boos. En dat hoor je al van verre. In gedachten had ze zich reeds een plaatsje in de auto toegeëigend, maar in de bittere realiteit is dit door anderen ingenomen. Nu moet ze dus mee met de bus, en dat zint haar niet. En dat mogen we allemaal weten, vooral de eigenaar van de auto. Die is kop van Jut.
Met dat boze busje, want de furieuze stemming heeft zijn tentakels inmiddels tot in alle uithoeken van het interieur gestrekt, vertrek ik als eerste. Het duurt gelukkig niet lang voordat ik het tij kan keren, en mijn passagiers worden ronduit vrolijk, wanneer ik vergeet bijtijds linksaf te slaan. Waar zijn mijn gedachten! Honderden keren deed ik reeds die rit!
In mijn spiegeltje zie ik dat mijn collega me trouw volgt. Ha!
Of we Gonda eens zullen foppen? Daar hebben ze wel oren naar. Dus fantaseren we er duchtig op los welke reden we kunnen opdissen om deze omleiding te rechtvaardigen. Een nieuwsflash op de radio berichtte ons over een ingestorte brug een eindje verder, of het leger houdt daar manoeuvres, of de koeien zijn uit de wei losgebroken Ambiance troef
Aan de ingang van de tent wordt ons een sticker opgeplakt. Twee kikkers staan symbool voor het thema van dit jaar: een opkikker voor iedereen Links en rechts, enthousiaste begroetingen. Hartverwarmend, zon welkom. We zingen en wuiven ons door de viering, geen gêne hier. Ik start als sopraan, probeer dan bariton, pater Godfried heeft blijkbaar zijn gitaar niet aan mijn stemhoogte aangepast. Ik denk, enfin ik hóóp, dat ik niet al te erg opval in het algemene gekweel. Hoe we dit thema gestalte kunnen geven in de loop van dit werkjaar, wordt aan de hand van sketches uitgebeeld.
We eindigen met de nummer één uit de plaatselijke kerkelijke hitparade: Halleluja!
En dan is het tijd voor de traditionele frieten met frikadellen, een must om krachten op te doen voor de diverse wandelingen die deze namiddag op het programma staan.
Mijn deel van het feestprogramma zit er op. Ik moet Adam en Jobbe terugbrengen naar huis. Onderweg vertelt Jobbe honderduit over de baby van zijn zus. Hij is nu namelijk grootvader, of is het peter? Nonkel bedoelt hij eigenlijk. En zijn mama staat op de lijst voor de verkiezingen. Ze wordt vast Burgemeester, hij is namelijk een grote fan van die man uit Samson en Gert. Aan hoge snelheid passeert ons een moto, voorwiel in de lucht. Waaw, wat ne zot, zo rijdt mijn vader niet, zenne! En hij beschrijft hoe ze samen in de bochten liggen, met helm en motorjack. Ach, wat geniet ik van die ontboezemingen
Wanneer ik een hele tijd later met mijn auto wil vertrekken, vind ik een papier onder mijn ruitenwisser. Jobbe heeft me een boete gegeven. Ik sta fout geparkeerd, voor de voordeur, en dat mag niet
De boekenkafterij bij het begin van september, een gratis service aan mijn schoolgaande kinderen, is een ideaal moment om mijn gedachten de vrije loop te laten gaan. Het enige probleem voor mij bestaat erin die ideeën te vangen en onder woorden te brengen. Ze zijn dikwijls zo vluchtig en voor ik het weet is alles in het niets vergaan
Bij het einde van het atletiekseizoen moest ze haar keuze voor volgend jaar kenbaar maken. Mij had ze reeds toevertrouwd dat ze zich liever op speerwerpen zou toeleggen. Waarom geen discus of kogelstoten? Neen, daar had ze geen zin in, ze had het gevoel niet veel bij te leren op training, omdat ze wel geattendeerd werd op fouten, maar niet hoe ze die dan moest verbeteren. Bovendien, en dat hoorde ik achteraf, wil ze niet zon dubbeldikke spierbundel worden.
Ze legde dit voor aan haar trainster en die adviseerde haar toch voor de drie werpdisciplines te gaan.
Een prioriteit voor mij is dat ze gaat voor de dingen die ze grààg doet, dus niet enkel deze waarin ze uitblinkt. Ze is dol op hoogspringen en al heeft ze niet direct een elegante stijl, voor mij mag ze zich daar verder in bekwamen, zonder dat ze het tot topprestaties moet brengen. Hetzelfde geldt voor de sprintnummers.
Uiteraard stimuleer ik ook dat ze haar talenten ontwikkelt. Want dat ze een gave heeft voor kogel/discus/speer staat buiten kijf.
Hoe kwam ik zo bij die gedachten?
Vorig weekend ging in Herve het Belgisch kampioenschap meerkampen door. Liesbeth van onze club haalde goud bij de juniores. Als Belgisch Kampioen kreeg ze voor deze zeven proeven 25 euro prijzengeld. Ik denk dat dit nèt de verplaatsingskosten dekt Betekent dit dat een Belgisch Kampioen op de 100m bijvoorbeeld slechts 4 euro verdient?
Voor alle duidelijkheid, noch Liesbeth, noch haar ouders, beklagen zich over dit honorarium, alleen ìk heb deze bedenkingen
Hij noemt me een stresskip. Nu moet ik eerlijk toegeven dat dit bij tijd en wijle wààr is, zo ook deze avond. En dan is het ècht gedaan met de rust die ik op ontspannen momenten uitstraal.
Na zijn tiendaagse in het Franse Vézénobres laat hij zich ontvallen dat hij graag met die en die naar Waregem Koerse wil. Ik ben zeer verbaasd, want hij heeft nooit interesse laten blijken voor paarden, laat staan voor de rennen. Beetje bij beetje achterhaal ik dat het niet om die sport gaat, waar zijn mijn gedachten! maar om al die festiviteiten die daarmee gepaard gaan. In mijn eigen denk ik dan dat zelfs die feesten hem gestolen kunnen worden, en dat het meer om het samen-zijn gaat. Socializing heet dat.
Hij laat het zich s ochtends - alhoewel, zijn ochtend begint tegenwoordig op de noen - geregeld ontvallen: hij mist dit Zuid-Franse kamp. De vrienden, de vrijheid, de zon, de gezelligheid en wat al meer
Dus gun ik het hem van harte, dit uitstapje. Maar ik wil toch enige zekerheden. Of de slaapgelegenheid geregeld is, bijvoorbeeld.
Waar ik me zorgen om maak! Een tentje in een of andere tuin natuurlijk. Hij weet weliswaar niet precies waar, maar hij heeft er alle vertrouwen in. Ik heb visioenen van zon twee-of-drie-personen-inkruipertje waarin een achttal tieners samengeperst liggen terwijl de regen genadeloos binnensijpelt en alles in een modderpoel herschapen wordt. In een ander visioen zie ik hem s nachts op de dool in Waregem, want een slaapplaats, daar was nooit sprake van
Ik herinner me bijtijds mijn eigen tienerjaren, waar ik met een vriendin en mijn jongere zus mocht kamperen aan zee, tot ons geld op was. Een waar staaltje van loslaten voor mijn vader, aangezien mijn moeder enkele maanden voordien overleden was. En uiteraard deden we geen domme dingen.
En dat zal hij ook niet doen, zo veel vertrouwen heb ik wel in hem. En met die argumenten, en de belofte haar alle beschikbare details te briefen, kan ik Sabine geruststellen. Zo gaat Kaat, zijn vriendin ook mee
Dus daar gaat die stress vanavond helemaal niet om. Hij heeft deze namiddag een afspraak met de orthodontist, want tijdens de vakantie is hij zijn beugel kwijtgespeeld. Ik vind dus dat dit zeker moet doorgaan, ook al vertrekt de rest van het gezelschap reeds om 14.00u. Bovendien heeft hij om 17.30u basketbaltraining. De afspraak is dus dat hij de trein neemt om 20.09u naar Waregem waar ze hem rond halfnegen zullen oppikken.
Kaat zou om zeven uur bij ons zijn. Om 19.35u is ze er nog niet. Joram belt haar op mijn aandringen - om rechtstreeks door te rijden naar het station. Om 19.40u besluit hij nog een douche te nemen. Het nieuwe doosje met de nieuwe nachtbeugel tottert de trap af. Doosje stuk
Kijk, dat is stress voor mij. Daar kan ik niet rustig bij blijven. Dus maan ik tot spoed aan. Ongelooflijk maar waar, maar tien minuten later zitten we in de auto. De stress is er nog altijd, vooral omdat hij even later meldt dat hij zijn GSM vergeten is. En hierdoor het nummer van zijn contactpersoon.
Ik drop hem dus aan het station met de boodschap dat als ik om 20.05u niet terug ben hij alvast naar het perron moet.
De terugweg naar huis verbijt ik mijn ergernis achter een pikdorser waar ik niet voorbij kan. Voor mijn voordeur staat de fietsenmaker. Hij kan de fiets van mijn dochter niet maken wegens het ontbreken van een onderdeel. Ik bezorg hem iets dat ik onder de fiets vond en verontschuldig me voor mijn haast. Ik grits de GSM van de tafel en vraag zus mee te rijden voor ingeval ik geen parkeerplaats vind. De duivel is ermee gemoeid, nu zit ik achter een leerling chauffeur. Het werkt op haar lachspieren.
Op het Sint-Pietersplein staat hij me al op te wachten, het ticket in de hand.
Zekerheidshalve snel ik toch naar perron 5. Ze zijn nergens te bekennen! En net als de trein binnenrijdt merk ik ze van verre op. Uitzwaaien
Terug thuis duurt het nog enige tijd eer ik wat bekomen ben, het stressmonster bedwongen. Ach, ik hoop dat mijn kroost het mij vergeven kan
Lief klein konijntje
heeft een vliegje op zijn neus zing ik uit volle borst mee, tot groot plezier
van mijn pappenheimers op mijn werk, want jaaaaaaaaa ik (her)ken dit liedje al
van op het blog. De sfeer zit er goed in, ik voel het: dit wordt een leuke dag!
Ik krijg veel
spontane hulp bij de voorbereiding van de maaltijd. Even later regent het
pijpenstelen, dus zullen we noodgedwongen in de keuken barbecuen. Aan diegenen
die niet graag afwijken van wat gepland is stel ik de vraag of ze goesting
hebben om met dit strontweer buiten te eten. Neen, luidt het antwoord. Oef
Na de middag
bestuderen we nauwgezet de affiche van de Paardenhappening in de Bevegemse
Vijvers. Nergens een inkomprijs te bekennen, dus besluiten we dat het gratis
is, wat voor een aantal gegadigden toch wel van belang is! Met mijn GPS ga ik
onverschrokken dit avontuur aan
Mij kan niets
gebeuren, de weg wordt voor mij uitgestippeld! Ik heb de keuze tussen de
snelste of de kortste route. Ik kies voor het vluggertje, kwestie van het
uiterste uit de beschikbare uren te halen!
Zonder problemen
raken we in Zottegem, er staan daar warempel wegwijzers naar het gebeuren.
Plots geen pijlkens meer, en mijn GPS instrueert mij linksaf. Ik heb alle
vertrouwen in de techniek, dus sla ik de smalle straat in. Geen tegenligger te
bekennen, gelukkig. De weg kronkelt omhoog en gaandeweg zie ik geparkeerde
wagens. Hier moet het zijn, denk ik, en probeer ons busje in een leeg gat te
wurmen. De plaats is te steil en te modderig. Ofwel kan ik niet parkeren, denk
ik in mezelve. En ik denk ook aan collega Alisa waarbij hulptroepen dienden
uit te rukken om het busje en zijn inzittenden uit hun benarde te bevrijden. Na
een interventie van de VAB moest ze indertijd namelijk een poosje rijden om de
platte batterij op te laden. Inderhaast had ze wat kandidaten geronseld voor
dit ritje. Een fluitje van een cent immers, dus vertrokken ze op pantoffels.
Van de nood een deugd makende, koos ze voor pittoreske landelijke wegeltjes,
het oog wil ook wel wat, hé! Tot ze een doodlopend pad opreed, wou draaien en
alzo de bus vastreed. Geen nood, ze zou wel helpen duwen. Zette het contact
uit. Dat had ze niet mogen doen, want het contact gaat niet meer aan! Batterij
plat, nietwaar! In geen velden of wegen is een huis te zien. Gelukkig is er GSM
en ze belt mij. Ik bestel hulptroepen
Dit wil ik dus
vermijden! Dus rijd ik met samengeknepen billen die hele weg achteruit. Pfft,
vooruit is toch gemakkelijker en lijkt het minder smal. Uiteindelijk kan ik
draaien en vind ik een parkeerplaats. Een wandeling, het hoort erbij hé!
Wanneer we, via
een zijweg, het terrein willen opgaan krijgen we te horen dat dit 3 euro per
persoon kost. Aan de hoofdingang
geraken we toch kosteloos binnen. Met dank!
De festiviteiten
zijn ten voordele van Hippoc, een vereniging die paardrijden als therapie voor
minderbegaafden promoot. We kennen de
organisatie uiteraard, enkele bewoners nemen regelmatig lessen.
Hey Lieve,
ghebt ons nu niet zien rijden! Ik ben aangenaam verrast bij de ingang Wigbert
met enkele bewoners aan te treffen. Hun act zit er al op en ik wist er niet
van. Er resten nog genoeg celebrities, allé eentje minder nu, knipoogt hij.
Remi herkent een
minister. Ik zie niks. In de verte bemerk ik iemand die zich links en rechts
handenschuddend een weg baant naar the place to be.
Van achteren kan
ik niet zien welke minister het is. Er zijn er zo vele en ik ken ze niet
allemaal, troost ik mezelf.
Het spektakel is
prachtig, ontdekken we gaandeweg. We kunnen ons in een circus wanen waarbij
halsbrekende toeren op paarden worden uitgehaald. Een bekende stem voorziet
hetspektakel,van commentaar. Jaak
Pijpen! Ik hoor hem wel maar ik zie hem niet. Ik meen ook nog De Croo te horen,
maar misschien is dat inbeelding. We zien in elk geval Markske van De
Kampioenen met een brede lach in een rijtuig voorbijrazen. Mijn gasten speuren
vergeefs naar Boma en Carmen We hebben ons geïnstalleerd aan de inkompoort van
het veld. Telkens een nieuw land word geïntroduceerd, wordt de versperring
opzij geschoven, dendert een ruiter het veld op en dienen wij mee op te
schuiven
Voor we het weten
is het tijd om naar Ronse te spurten om ons Mercy op te halen, die op
kraamvisite is bij haar zus. Mijn GPS voorspelt 24 km. Er is geen knopje voor
toeristisch reizen, toch rijden we op onooglijk kleine baantjes. Dit is echt
kunstwerk! Bibberend daal ik via boswegeltjes de berekende weg af. Een sliert
geparkeerde autos markeert een
trouwfeest. Halleluja, daar ben ik schadevrij gepasseerd!
Dit kan echt niet
de kortste weg naar Ronse zijn! Al die kleine straatjes! Mooi is het wel, maar
gerust ben ik er niet in! Uiteindelijk bereiken we het ziekenhuis in Ronse. Ik
bel dat we gearriveerd zijn. Waar? Aan de voorkant uiteraard, de straat met de
bomen.De voorkant blijkt de achterkant te zijn dus heeft het heel wat voeten in
de aarde eer we Mercy hebben opgehaald!
Eind goed, al
goed, en veel te laat rijden we huiswaarts, mijn dienst is officieel al
voorbij
Kwart over twaalf
in de nacht verneem ik dat haar speertraining de volgende ochtend niet
doorgaat. Nondeku! Had ik dàt geweten dan waren we deze avond reeds vertrokken
naar Oostende! Een nachtje in
eigen bed, een brunch en menige stressvolle minuten later zijn we dan toch op
weg. Mijn dochter en ik.
Zoonlief hebben we
drie dagen eerder uitgezwaaid, die zit nu in het zuiden van Frankrijk. Op het
laatste moment komt hij te weten dat zijn vriend zich in de verkeerde periode heeft ingeschreven. Stom, vindt hij. Maar hij laat
het niet aan zijn hart komen en op de verzamelplaats is hij al het middelpunt
van een groepje Allemaal rokers, helaas, ik hoop dat hij zijn principes trouw
blijft
Zaterdag, op de
noen, en ik dien mijn zonnebril uit te halen. In Jabbeke wordt de lucht grijs
en wanneer we de koninginnestad binnenrijden is het asfalt kleddernat. Uuuuh!
Zeg niet dat ik de zon heb ingeruild voor een regenbad hé!
Dit weekend zal
in het teken staan van zuiderse muziek. De Gentse Feesten gingen aan mij voorbij, niet éénmaal waagde ik me in het centrum van de stad. Shame on me! Ik
had er echt geen zin in, die voeten van mij waren er vierkant tegen Nu willen we
dus naar het Afro-Caribbean-festival in Bredene. Het weer is druilerig, de
kinderen zijn er vlug uitgekeken En tot overmaat
van ramp: ik liet mijn regenvest in Gent liggen Ik zal die méér dan nodig
hebben!
Uren later laten
we de kinderen achter bij Jim Carrey, Pet Detective, en we beleven allemaal een
leuke avond. Eigenlijk kon het voor mij voordien al niet stuk, want we
giechelden als jonge meiden om de stomste en onnozelste zaken, en dat heeft
deugd gedaan!!!
Of dit plastic
bakje weg mag? Neen, t kan misschien nog dienst doen voor Mickey, de hond, als
voederbakje. Komaan zeg, ze
is toch geen Duitse Herder! (Bakje is nogal groot) Vele minuten
later trapt voorgaande spreker in het oorspronkelijke bakje, véél te klein voor
zijn voet. Gniffel
gniffel
De trend wordt s
avonds voortgezet, met een Dronken Noorderbuur, die in het Polderland woont.
Hij beweert dat hij in de kruipruimte van zijn huis slechts een luik dient te
openen om een visje te kiezen! Het optreden van
Kékélé is subliem. Ik moet twee keer kijken, maar die prachtige hoge stem
behoort onmiskenbaar een man. En de danseressen die na elke act van outfit
wisselen, raken bij mij een gevoelige snaar. Zo vertrouwd, deze dansen, waar is de
tijd
Zondag starten we
met koffiekoeken. In de namiddag kunnen we Nelson ter plaatse toch overtuigen
dat het echt geen surfweer is. Het dondert en bliksemt, slechts twee tellen scheiden beide. Hij is nauwelijks te houden, hij popelt en smacht, de uitdaging is groot, de golven
prachtig. De volgende dag vernemen we dat er in Blankenberge iemand van zijn
plank is gebliksemd.
s Avonds zijn er
Paulusfeesten in Oostende. Kris Joris staat op het programma. Vele jaren
geleden volgde ikwekelijks
conga-lessen bij hem in Mechelen, later in Haacht. Ik vond het nòg leuker dan
dansen. Het genre,
free-jazz, kan me niet echt bekoren, het neemt niet weg dat hij echt een
meneer is. Ik hou meer van de Afrikaanse ritmes In de spiegeltent
vinden we een plaatsje achter zijn rug. Mijn gezelschap smiest er vandoor. Ik
volg als laatste. Wanneer we véél later terug langskomen is het optreden past
tense. Verdiende loon
Bij het groot
podium worden we gerookt door het vuurwerkspektakel The Wall van Compagnie
Doedel. Een metalen constructie en acts die utopisch en tegelijkertijd
middeleeuws aandoen.
De organisator
moedigt ons aan vele worsten en pinten te consumeren want het slechte weer nekt
de nering. Rond middernacht
banen we ons moeizaam een weg door de massa op het Petrus- &
Paulusplein.De populaire
vissersliederen van Lucy Loes begeleiden onze aftocht naar onze vakantiestudio.
(Nog eens hartelijk dank aan Martin en Rita, voor de genoten
gastvrijheid!)
Maandag is het
weer van datte: regen en nog eens regen. Voor de golfsurfer is dit niet echt
een probleem, nat ben je so wie so. Nog voor ik de meisjes kan inschrijven
heb ik geen droge draad meer aan mijn lijf, allé bijna toch, mijn geleende
regenscherm is een speelbal voor de wind. De planken zijn uitverkocht, want
gebezigd door het sportkamp, dus besluiten ze te kanoën. Uitgerust met
wetsuit en reddingsvestje kiezen ze het wijde sop om enkele minuten later te
stranden. De branding is heftig. De wind haalt dertig knopen. Een hele tijd
later zie ik hen worstelen met hun plank. Aan land stuurt de wind hen de ene
kant op, in zee drijft de stroming hen naar de andere kant. Eens ik hen uit het
oog verlies lukt het mij niet meer ze van de anderen te onderscheiden. De
spanning vloeit bij me weg wanneer ze het voor bekeken houden en een warme
douche gaan nemen.
Het hoeft geen
betoog: ik hou oneindig veel meer van de zon!
Ik ben immens
trots op mezelf want ik heb mijn handwerk voleindigd. Een wit gehaakt kleed.
Het is zo mooi (jaja!) dat ik er reeds onmiddellijk een afnemer voor heb. De
oudste dochter van mijn stiefmoeder wil het kopen voor 900 frank! Een bom geld
in mijn ogen. Het brengt paardrijlessen binnen mijn bereik
Het is een
turbulente tijd geweest. Papa schreef zich maanden geleden in het relatiebureau
Schakel in en leerde zo Simone kennen. En ondertussen zijn ze getrouwd. Een vrouw met
vijf kinderen. Drie ervan zijn reeds volwassen, of toch zo goed als, twee komen bij ons wonen. Marie is
dan 11 en haar broer Luc is 8. We vinden het best spannend, een nieuwe wereld
gaat voor ons open.
De televisie doet
zijn intrede, en hiermee ook de salon, het tapijt Voordien hadden wij namelijk
geen zithoek. Dat was ook niet nodig. Wanneer we wilden zitten, dan was dat aan
tafel. Die was speciaal voor ons gezin gemaakt. Voor 8 personen en uittrekbaar
voor 14. Een cigaretteproof tafelblad. Solide eiken poten. Ze heeft de tand
des tijds doorstaan en staat nu, anno 2006, bij Steentje en ziet er zelfs
stijlvol uit!
Wij hadden nog
dergelijke tafels in een kleiner formaat en bij mooi weer zat ik buiten, in de
tuin, mijn lessen te leren. Dat was vorig jaar, in 1969. Mijn moeder stond dit
glimlachend toe, vond dat ze al een grote dochter had die graag wou zonnen.
De ware reden was dat ik uit de tuin een vrij zicht had op de kamer van mijn
vlam van het ogenblik, de oudste broer van Karin. En studeren ontaardde meestal
in mijmerend verlangen
Maar kom, door
deze transactie kan ik af en toe naar manège Minne in Deurle. Ik bereid daar
Vantard, hoog, maar zo zacht als een zetel, Godiva, kleiner maar vinniger,
Goldie een braaf ouwke. Het is een hele trip met de fiets en we zijn er een
ganse namiddag zoet mee.
Behalve het
rijden in grote en kleine voltes in de manège trekken we er ook op uit in de
bossen. Door mijn geringe ervaring en mijn gebrek aan gezag knabbelt mijn paard
onderweg ongestoord aan de blaadjes wanneer het hem zo invalt om dan plots een
galop in te zetten in navolging van zijn voorgangers. Ho paardje kalm, zeg ik,
maar dat is niet het geschikte jargon. Ook mijn zweepje en teugels durf ik
nauwelijks hanteren, dus blijft mijn paard baas. Toch steek ik zonder problemen
de drukke Kortrijkse Steenweg over en even later bestellen we, hoog te paard
gezeten, een ijsje bij een crèmekar.
Ik draag Karins
tok, dat is een helm, maar op een zeker moment tijdens de rit vraagt ze hem
terug. Wat een geluk want even later tottert ze van haar rijdier! Ik ben er nooit
afgedonderd, ook niet bij de eerste jumpingoefeningen. Dat stelde niet zo veel
voor, maar kom, Goldie diende toch over een boomstammetje laag bij de grond te
springen. Ook wanneer mijn paard de staart van zijn voorganger in zijn neus
krijgt en steigert, jawel dus, op zijn achterpoten danst, blijf ik
in het zadel zitten, zij het niet koelbloedig.
Eigenlijk hou ik er meer
van op het manègeterrein rond te struinen en alles te observeren
Behalve mijn zoon en onze kat Noewi heb ik nog een man in huis. Om eerlijk te zijn, en mijn
tante zal dit niet graag horen, vertoeft hij meestendeels in de tuin. Hij is
een harde werker en daardoor zeer gespierd. Ik ken hem al lang, van in mijn kindertijd
Ik ben nog een
heel klein meisje en logeer bij bobonne op de Floraliënlaan in Berchem, op de
grens met Wilrijk. Een appartement met glas-in-loodramen aan de straatkant. De
badkamer wordt gedeeld, zo hoor ik ettelijke jaren later, met de huiseigenaar
op het gelijksvloers. Een deal voor de participatie in de installatiekosten. In
de eetkamer, waarin nota bene niet gegeten wordt, is een deur die toegang
verschaft aan de slaapkamer van mijn grootouders. Het heilige der heiligen, ik
heb die kamer bij mijn weten nooit betreden!
Het leven speelt
zich voornamelijk af in de keuken. Op zekere namiddag ontdek ik bobonnes
maquillageset, klim op een krukje, stift mijn lippen met een knalrode stick,
geef mezelf wat blush en bekijk het resultaat in de kleine ovalen wandspiegel.
Een beetje teleurstellend vind ik, het valt geeneens op! Bobonne merkt tot mijn
grote verbazing wel mijn opsmuk en is behoorlijk boos.
In de zitkamer tovert bompa de divan om tot een bed en voor het slapen vertelt hij me een verhaaltje, een mopje eigenlijk. Kareltje vraagt aan de meester op school: Ik moet pipi doen, mag ik naar de W.C.? Meester vindt dit niet beleefd en maant Karel aan in het vervolg te vragen of hij mag fluiten. Wanneer hij s avonds in bed ligt en bompa hem toedekt zegt Karel dat hij eerst nog wil fluiten. Doe dat morgen maar, zegt bompa maar Karel dringt aan en zegt dat hij niet kan wachten. OK, zwicht bompa, maar stillekes dan, hé, in mijn oor Ik kan het me zo levendig voorstellen en ik geniet
Wanneer ik vanuit
mijn logeerbed de eetkamer inkijk, zie ik scherp afgetekend tegen de lichte
rechthoek van het raam, een man met een hamer. Eng, bedreigend, beklemmend, ik lig verstijfd onder de dekens. Later op de dag beken ik mijn grootmoeder
hoeveel schrik ik heb. Ze is verrast maar begrijpt me kennelijk verkeerd en
neemt het aapje met de groene lichtgevende ogen mee naar haar slaapkamer. Ik
durf niets meer zeggen en de volgende ochtend doemt het dreigende silhouet weer uit de schemering te voorschijn
Wanneer bobonne
vele jaren later bij ons in Gent inwoont, krijg ik het beeld van haar. Ik ben
er zeer aan gehecht. Het noemt La Source du Pactole en is in brons gegoten
door E. Picault. Mijn overgrootvader kreeg het naar aanleiding van veertig
jaren dienst in de Banque de Crédit Commercial. De tijd is rijp om mijn bronzen man in ere te herstellen en binnenskamers een plaatsje voor hem in te ruimen
Je voeten vegen,
hé!, maant Karin als we op weg gaan om haar nieuwste aankoop te bewonderen.
Euhm, moeten we onze voeten vegen om de strààt op te gaan? verwonder ik me,
want we staan in haar gang. Dan valt de consequentie van wat ik uitkraam mij te
binnen en ik krijg een onbedaarlijke lachstuip
Het voorwerp van
haar netheid staat even verder in de straat: een motorhome Fiat Ducato. Een
druk op de knop en een treetje springt uit en vergemakkelijkt het beklimmen van
het inwendige. Een kleine woning op wielen, met alles erop en eraan. Een
twijfelend tweepersoonsbed, een douche-toilet-lavabo-in-één, een fornuis, een
koelkast, een gootsteen, slimme kasten in de hoogte en in de vloer, een
muggenraam je zou zó op reis vertrekken. Dat is natuurlijk ook de bedoeling,
maar helaas niet met mij
Ooit was het
anders! We draaien de
klok zesendertig jaar terug. Ik ben zeventien en mag samen met Seske en Karin
kamperen aan zee. Haar ouders voeren ons naar een camping in Klemskerke en
helpen ons met het opzetten van de tent. Diezelfde avond keert haar vader nog
terug met stormpiketten, want het waait behoorlijk en we dreigen met tent en al
het luchtruim te kiezen. Als voorzorgsmaatregel graven we rondom greppeltjes,
dat moet het water uit ons vakantieverblijf houden. We hebben elk 1.000 fr,
heden ten dage vertegenwoordigt dit 25 euro, en we mogen blijven tot ons geld
op is.
Het hoeft geen
betoog dat we hiermee zuinigjes omspringen! We leven op boterhammen met
confituur en het omruilen van ons leeggoed levert ons nog een extra dagje op. Vooral mijn rug
kleurt mooi bruin daar in de duinen, voor het eerst in mijn leven! Twee maal in de
week trekken we naar het Torenhof, de plaatselijke dansgelegenheid, en
verbruiken daar telkens één drankje. Een nieuwe wereld gaat open voor mij: de
bamba, slowkes en rock en roll. Hopen dat die knappe gast me komt halen. En
help, ik moet iemand afwimpelen die ik helemaal niet zie zitten!
Karins broer komt
op bezoek en tijdens het dansen slaat het plots toe: ik ben op slag smoorverliefd!
Ik loop op wolkjes, mijn hart bonst zo hard dat ik vrees dat iedereen het kan
horen, ik voel me verward, want eigenlijk was het de andere broer die me
aantrok! De storm woedt uitsluitend in mij, een buitenstaander ziet enkel een
meisje en een jongen kwinkslagen uitwisselen, met elkaar dansen en plezier
maken.
Gelukkig vaar ik
tegenwoordig in minder woelig emotioneel water Maar t kan verkeren
Noewi heeft vijf
dagen lang zijn gang kunnen gaan. Hij had het rijk alleen. Ik stel me voor hoe
hij ongegeneerd over de eettafel kuiert en even later met opgerichte staart
richting keuken schrijdt, met een
elegante sprong op het aanrecht belandt om het straatleven te aanschouwen
Onze nieuwste
huisgenoot de bonsai oogt nog struis en groen wanneer we de living
betreden. Dan wordt mijn blik naar beneden getrokken: een tapijt van aarde en
blaadjes omkranst de pot! De gieter en het vuilblik, door buurvrouw Lilian strategisch rond de stam geplaatst, hebben
niet kunnen beletten dat Noewi zijn graafwerkzaamheden verderzette. En owee, daar
merk ik verscheidene afgekraakte takken, goed voor negen nieuwe boompjes! Nondesapperdebollekes!
Dat Noewi duchtig
in onze kamerboom heeft geoefend merken we wanneer hij voor het eerst de hort
op is. Zijn belletje weerklinkt over de daken en hij is niet zinnens meteen
naar huis te komen, hij geniet van zijn vrijheid, hij laat zich niet paaien.
Mijn dochter staat duizend angsten uit, want stel eens dat hij voorgoed uit haar
leven verdwijnt? Een ondraaglijk idee! Ik troost haar,
dit is nu eenmaal het poezenleven, hij komt wel terug! Een nieuwe les in
loslaten en vertrouwen!
Daarna installeer
ik mij met mijn laptop aan de tuintafel en wacht geduldig af. Uren later pas
slaag ik erin meneer van de muur te plukken, al heb ik een sterk vermoeden dat
hij dit zelf wel kan, maar dat de goesting hem ontbreekt!
Voor ik slapen ga
neem ik me ernstig voor een manier te zoeken om Noewi uit mijn planten te
houden. Ik kan er toch moeilijk mijn bed bij maken, hé!
Awel, sta jij
hier zo dicht bij mijn deur? èssèmmès ik Koekske. Ik ben op boodschappenronde
in de buurt en plots valt mijn oog op iets ongewoons. Een vertrouwde
nummerplaat waar ik het niet verwacht,
mijn zus op pad in t stad! Pas voor mijn
deur merk ik het tegenberichtje: Ik heb nu een buitenverblijf in de stad,
hihi! Tasso zit in Griekenland en wij doen dus aan house-sitting. Kom gerust
eens langs!
Dat is niet aan
dovemansoren gezegd, euhm geschreven eigenlijk (moet het dan ook blindemanogen
zijn?) want ik heb al zo veel lovende woorden over Tassos terras gehoord, dat
ik dat wel eens wil zien! En ja, het overtreft mijn verbeelding. De patio is
beslist niet groter dan de mijne, maar het lijkt wel zo. Tegen de muren staan
grote kunstzinnig beschilderde blikken vol bloemen. Op een richel op twee verschillende hoogtes prijken
tuinkabouters tussen fleurige bakken. Zij torsen lampen op zonne-energie.Via
een ingenieus kabelsysteem kunnen de bloembakken besproeid worden zonder dat je
zelf, of de buurman, een koude douche krijgt.
Rieten matten
tegen de ene muur, de andere kant in zonnig geel. Boven mijn hoofd slingeren
groene ranken, hun krullerige hechtwortels om de steundraad gedraaid, met
kalebassen in verscheidene grootten en vormen. Het voelt exotisch aan, geeft
een vakantiegevoel. Ik zie er al het toekomstig gebruiksvoorwerp in: een
pollepel, ronde en langwerpige nappen en kommen, een percussie-instrument in
een kralennet, takketakketàktak hoor ik reeds
Maar nu moet ik
eerst naar huis: kokkerellen en mijn zoon aansporen om zijn reistas te maken,
want hij vertrekt onverwacht naar Nederland, voor een tweede sessie kamperen
aan de Oosterschelde. Scampis met look, staat er op het menu, daar zijn ze
beiden dol op, de gemengde salade nemen ze er noodgedwongen bij. En, o gruwel,
een helgroene rups heeft de driedubbele spoelbeurt overleefd en belandt tot
mijn dochters afgrijzen in haar bord Stel, dat we een hàlf beest ontdekten, mijn
nekharen gaan erbij overeind staan. Elke hap wordt vanaf nu minutieus op clandestiene
verstekelingen gecontroleerd!
De tijd
verglijdt in gezelligheid en als vanouds moeten we ons alsnog reppen om zoonlief
tijdig af te leveren bij zijn vriendin. En je zal het zien, dan overkomen
ons steevast tijdrovende voorvallen. De sla- en de rijstkom kletteren tegen de
grond en scherven en smurrie liggen verspreid op onze beuken trap. Waar is die
portefeuille in s hemelsnaam? Op de valreep krijg ik nog een telefoontje, maar
dan zijn we echt weg
Even binnenwippen
nog voor de laatste afspraken en met een grijns komt hij iets in mijn nek
deponeren, iets harig met een kale lange staart. Jekkes, een ràt! Tam
weliswaar, maar dat lange, naakte aanhangsel is er voor mij toch te veel aan
Dochterlief mag een
vriendinnetje uitnodigen want ik ga even de deur uit: zussendrink bij Tasso,
twee straten verder. Ook bij avond is het heerlijk toeven op zijn terras. Her
en der staan kleurige olielampjes en walmende kaarsjes. Met een wijntje en wat
hapjes kan de sfeer echt niet stuk. Nino, een Zuid-Amerikaanse vijftiger, komt
aangewaaid, de voertaal wordt aangepast en we neuzelen verder in het Engels.
Hoe lang ken ik hem al, vraag ik me af. Alhoewel, kennen is een groot woord
voor iemand die geregeld in mijn vizier komt, aan de zijkant van mijn leven.
Toch al zeker vijfentwintig jaar. Via Joris de bioloog, de Epibrant, de Spaanse
les, Claudine of zo, squashen in de Ucon, badmintonnen in de Passage, via Inge,
mijn zussen, de Gentse Feesten, restaurant de Griek tot in Tassos huis De
gastvrije Griek wordt dagelijks telefonisch gebrieft over het reilen en zeilen
in Gent en krijgt te horen dat hij simultaan vijf vrouwen op bezoek heeft, dat
hij dàt moet missen!
Schone liedjes
blijven evenwel niet duren en een regenbui verdrijft ons naar het afdak. Met
het vooruitzicht op een barbecue binnen de drie dagen op dezelfde locatie, keer
ik tevreden huiswaarts
We zijn net eigenaar geworden van een bonsai. Daarbij stel je je natuurlijk iets klein voor. Wij vervoeren echter een uit de kluiten gewassen plant. Een mini-boom die het in onze living uitstekend zal doen Maar eer het zover is We rammen een hoogteadvertentie en daar sneuvelen de eerste blaadjes. Bij de kassa verliezen we wat potaarde. We kunnen ook niet door de deur. Bereidwillige handen schieten ons te hulp. En zo aanschouwt ons adoptiekind de Ternatse zon op de stoep bij Ikea.
Aangezien ik zonder hoogteoverstijgende hulpmiddelen het dak van mijn nieuwe auto niet kan wassen, ben ik ervan overtuigd dat ik over een gigantische kofferruimte beschik. Mooi niet dus. In één oogopslag zie ik het al, rechtop gaat niet Liggend dan maar, steunend op een solide sierpot. Hopelijk gaat het hele zootje niet rollen, denk ik als mijn GSM plots zijn nocturne laat horen. Of we komen eten. Ja natuurlijk, geef ons een halfuur dan zijn we terug in Gent.
Dat we thuis ook nog een poes hebben die dol is op planten, t is te zeggen, op de ààrde van die planten, ben ik uit het oog verloren. Onbekommerd installeren we de nieuwe aanwinst. We hebben onze rug nog niet gedraaid of Noewi zit al boven op de nieuwe pot, jeeeee een verse krabpaal! Bij deze hebben wij een nieuwe opvoedkundige uitdaging!
Maar eerst worden we verwacht voor het avondmaal
Wanneer we na een gezellig avondje huiswaarts willen keren start het vuurwerk op het nabijgelegen Sint-Pietersstation. We kunnen auditief genieten, maar visueel blijven we in de kou staan. Voor we het beseffen is het spektakel voorbij. Op de Blaarmeersen wacht ons echter iets groots. Het kost me bijna een uur eer ik besef dat we nooit een veilige parkeerplaats zullen bemachtigen. Van heinde en ver komen ze aangestapt, de toeschouwers. Maar ik zit met een auto die ik niet kwijt geraak! Ten langen leste vinden we een plaatsje waar we van verre de vuurwerkshow kunnen aanschouwen. Het oog wordt verwend, maar het oor niet!
Hij is zeven
wanneer hij voorgaande emotie neerpent en het raakt me diep. Voelt hij niet dat
de liefde voor mijn beide kinderen evenwaardig is, dat ik hem even graag zie
als zijn zus? Indertijd vond ik het zo bijzonder om zwanger te zijn van een
jongen. Wonderbaarlijk een mini-man groeit in mij Dat hij mij tot
boef en sul promoveert, euhm eigenlijk degradeert, leg ik even terzijde, ik zie
alleen zijn pijn, zijn droefheid, zijn onmacht. En die zijn echt. Toch op dàt
moment.
Ze zijn allebei anders.
Hij is recht door zee, heel loyaal en trouw, impulsief, luidruchtig, wat
gemakzuchtig en met een groot gevoel voor humor. Zij is
sociaalvoelend, hulpvaardig, muzikaal, aanhankelijk en blij. Dit zijn maar
enkele facetten, zonder waardeoordeel, ze zijn zo veel meer dan dàt.
Ik vind het soms
moeilijk te hanteren, dat gehakketak,gekibbel en verbaal geweld naar elkaar... Had ik maar een afstandsbediening zodat ik
naar een vredelievender programma kon zappen! Naar mijn eigen jeugd
bijvoorbeeld.
Ook daar stralen
dezelfde gevoelens me tegemoet. Sesje, 18 maanden jonger, en ik hebben dezelfde
privileges, maar niet dezelfde verantwoordelijkheden. Ik ben de oudste, dus
Ik ga babysitten
en de verdiensten worden gedeeld tussen Sesje en mij. Op zekere dag heb ik er
echt helemaal geen zin in: die verre afstand fietsen, de franstalige kindjes,
slapen in een vreemd bed Sesje mag voor mijn part. OK, zegt mijn moeder, maar
dan houdt je zus het hele bedrag! Ik vind dit waanzinnig oneerlijk en kies dus
eieren voor mijn geld.
Nochtans neem ik
het mijn moeder niet kwalijk. Vandaag niet. Destijds was ik kwaad. Maar mamas
mogen fouten maken. Hoop ik, want nu ben ik zelf moeder, en handel naar best
vermogen, maar daarom nog niet juist!
Tussen Koekske en
Steentje is het ook niet altijd koek en ei. Op voorhand spreken ze af wie
wanneer de boodschappentas zal dragen. Steentje kiest steevast voor de
terugweg. Maar eens zo ver, laat ze de zak gewoon staan, midden op het voetpad en
wandelt naar huis. Er zit voor Koekske niets anders op dan keer op keer met de
volle tas te sleuren, aangezien zij erop aangesproken wordt
PS Ik heb
van mijn kinderen carte blanche gekregen om over hen te schrijven, een waar geschenk
Chia kaartte
een onderwerp aan waardoor mijn gedachten linea recta naar de verleden tijd
vlieden Ik ben zestien.
Mama ligt in het
ziekenhuis wanneer ik een ongeadresseerde omslag in de bus vind. Waarom weet ik
niet, maar ik meen dat het een brief van een aanbidder is. Ik hang tussen hoop
en vrees. Ik leid immers naast mijn publieke school- en familieleven ook een
geheim leven, waarin ik in stilte verliefd ben op een jongen die me dagelijks
kruist op mijn weg naar school. Hij zit op hetzelfde college als mijn broer.
Mijn hoop is niet helemaal uit de lucht gegrepen want maanden geleden stopte
hij me een brief in de handen, met de liefelijke woorden: Hier!. De aanhef
Arm schaap kan je niet echt amoureus noemen, maar de uitnodiging voor een optreden
van Jacques Dutronc houdt toch een belofte in Dagen zit ik te fantaseren over
een eventuele ontsnappingsmogelijkheid naar het Casino om elf uur
zaterdagavond, maar ik berust in het feit dat ik van die glitter en glamour
verstoken zal blijven, op zijn minst momenteel
Het is bij ons
thuis ten strengste verboden brieven te openen, zonder deze eerst aan onze
ouders voor te leggen. Ik huiver bij de idee dat een persoonlijk schrijfsel hen
in de handen kan vallen, hiermee al mijn zieleroerselen blootleggend. Voor hen
ben ik immers nog een onschuldig kind, de poppen net ontgroeid, en dat ik
aangetrokken word door het andere geslacht, zo mysterieus, zo ongekend, zal ik
hen zeker nooit bekennen
De bewuste
enveloppe blijkt echter zon kettingbrief te bevatten. Wanneer ik hem
doorstuur naar x aantal mensen zal een groot geluk me toelachen, zoniet zal
dood en verderf mijn deel zijn. Daar sta ik dan
met een waardeloze, tot mijn grote spijt, reeds geopende brief. Ik kan hem niet
terug in de brievenbus steken. Ik durf het niemand zeggen want dan moet ik t
een en t ander uitleggen. Ik gooi hem dus
weg.
Jaren zal ik daar
een groot schuldgevoel aan overhouden, want niet lang daarna sterft mama, en
stèl nu eens ook al weet ik met mijn verstand dat het niet kàn - dat het door
die veronachtzaamde brief komt?
Kanker heeft nog
niet die onheilspellende klank, ik heb daar enkel in vage termen over gehoord.
Wanneer de idee naar boven borrelt Mama, zal toch niet sterven? sla ik mezelf
figuurlijk rond de oren. Wat dènk ik nu, moeders sterven immers niet, toch niet
als je zestien bent. Argeloos vertel
ik aan een klasgenootje dat mijnheer pastoor zal komen met het sacrament der
zieken. Dat klinkt veel hoopgevender dan het Heilig Oliesel bedenk ik. Hierdoor
staan een aantal vrienden uit de gezinsgroep, waarvan mijn ouders deel
uitmaken, s avonds thuis aan haar ziekbed, zij realiseren zich terdege de
ernst van de situatie. Ik ben me ook bewust van mamas kritieke toestand,
alleen denk ik niet aan de dood, maar eerder aan een eindeloze, moeilijk te
genezen ziekte.
Ze heeft veel
pijn en krijgt valium (of is het morfine?) Aan haar bed is een touw bevestigd
waarmee ze zich met veel moeite in zittende houding kan hijsen. Op 8 november
verhuist bobonne naar mijn tante in Brussel, want papa wil haar het aftakelend
ziekteproces van mama besparen, hoor ik achteraf. De volgende dag
wordt ons Bietje zes jaar en dit zal de laatste verjaardag worden die we samen
vieren. Op maandag komt
de ziekenwagen mama halen. Twee ziekenbroeders willen haar in een rolstoel
zetten, maar ik word erbij geroepen, volgens haar kan ik dit met gepaste
zachtheid, waardoor ze minder pijn lijdt. Dit snijdt me door het hart, haar
hulpeloosheid, haar pijn, haar machteloosheid Ik wil met haar mee, maar mag niet
Allengs
verglijden de dagen tot routine. Naar school. Thuiskomen. Per fiets naar het
ziekenhuis. Eten. Werken voor school. De jongste zusjes kunnen
maar eens in de week naar haar toe. De dagen worden
weken en ik fantaseer over kerstbomen in de ziekenkamer en hoe we dit feest
alsnog samen kunnen vieren. We zoeken
compensatie in zaken die eigenlijk niet mogen, zoals het zondagse servies
dagelijks gebruiken, in een poging het thuis gezellig te maken Verre nichten
komen op bezoek en hun verzuchting hoe ik toch op ons Zabrila gelijk, laat ik
me vreemd genoeg welgevallen. Ik heb er geen flauw benul van dat ze afscheid
komen nemen.
Het is alsof mama
het voorvoelde, maar die laatste zomer zocht ze mensen op die ze in jaren niet
meer had ontmoet
De dag dat kozijn
Peter zijn derde verjaardag viert en achterneef Jean-Marc drie maanden oud is
krijgen we bericht uit het ziekenhuis. Het loopt op zijn einde, weet mijn
vader. We treffen elkaar bij mama, en voor het laatst knuffel ik haar. Alleen
besef ik niet dat dit de laatste warme omhelzing is
s Avonds als
papa bij haar is, studeren Sesje en ik in bobonnes oude kamer. Het is examentijd. We draaien oude
bandjes op de bandopnemer. En plots is
het alsof de hele kamer gevuld is met mama. Ze ligt weliswaar in het ziekenhuis
maar ze voelt zo nabij Het is negen uur
Later horen we
dat ze op dat uur gestorven is.
Papa is thuis gekomen
en barst in snikken uit. Ons mama is niet meer. We merken op hoe het hele huis
treurt, het ene na het andere ging de laatste dagen stuk Maar we vinden elkaar
rond de tafel waar gesprekken over vroeger gaandeweg troost bieden. Allerlei
anekdotes vervullen ons met blijheid.
En diep in ons
hart weten we dat, zolang we aan haar denken, mama altijd dicht bij ons zal
blijven
Ik ben Lieve
Ik ben een vrouw en woon in Gent () en mijn beroep is woonbegeleider bij volwassenen met een mentale handicap.
Ik ben geboren op 18/04/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, computeren, muziek....
Ik ben een laatbloeier wat maakt dat ik me nog jong voel! Mijn kinderen (17 en 15) zijn mijn lust en mijn leven, maar toch werd het tijd dat ik
iets helemaal voor mezelf deed. Mijn zoon vond dat ik mijn droom moest
waarmaken, dat gaf hem namelijk hoop voor ZIJN droom. Dus waarom zou ik
de draad uit mijn tienerjaren niet weer opnemen en een blogje schrijven
hé!