Behalve mijn zoon en onze kat Noewi heb ik nog een man in huis. Om eerlijk te zijn, en mijn
tante zal dit niet graag horen, vertoeft hij meestendeels in de tuin. Hij is
een harde werker en daardoor zeer gespierd. Ik ken hem al lang, van in mijn kindertijd
Ik ben nog een
heel klein meisje en logeer bij bobonne op de Floraliënlaan in Berchem, op de
grens met Wilrijk. Een appartement met glas-in-loodramen aan de straatkant. De
badkamer wordt gedeeld, zo hoor ik ettelijke jaren later, met de huiseigenaar
op het gelijksvloers. Een deal voor de participatie in de installatiekosten. In
de eetkamer, waarin nota bene niet gegeten wordt, is een deur die toegang
verschaft aan de slaapkamer van mijn grootouders. Het heilige der heiligen, ik
heb die kamer bij mijn weten nooit betreden!
Het leven speelt
zich voornamelijk af in de keuken. Op zekere namiddag ontdek ik bobonnes
maquillageset, klim op een krukje, stift mijn lippen met een knalrode stick,
geef mezelf wat blush en bekijk het resultaat in de kleine ovalen wandspiegel.
Een beetje teleurstellend vind ik, het valt geeneens op! Bobonne merkt tot mijn
grote verbazing wel mijn opsmuk en is behoorlijk boos.
In de zitkamer tovert bompa de divan om tot een bed en voor het slapen vertelt hij me een verhaaltje, een mopje eigenlijk. Kareltje vraagt aan de meester op school: Ik moet pipi doen, mag ik naar de W.C.? Meester vindt dit niet beleefd en maant Karel aan in het vervolg te vragen of hij mag fluiten. Wanneer hij s avonds in bed ligt en bompa hem toedekt zegt Karel dat hij eerst nog wil fluiten. Doe dat morgen maar, zegt bompa maar Karel dringt aan en zegt dat hij niet kan wachten. OK, zwicht bompa, maar stillekes dan, hé, in mijn oor
Ik kan het me zo levendig voorstellen en ik geniet
Wanneer ik vanuit
mijn logeerbed de eetkamer inkijk, zie ik scherp afgetekend tegen de lichte
rechthoek van het raam, een man met een hamer. Eng, bedreigend, beklemmend, ik lig verstijfd onder de dekens. Later op de dag beken ik mijn grootmoeder
hoeveel schrik ik heb. Ze is verrast maar begrijpt me kennelijk verkeerd en
neemt het aapje met de groene lichtgevende ogen mee naar haar slaapkamer. Ik
durf niets meer zeggen en de volgende ochtend doemt het dreigende silhouet weer uit de schemering te voorschijn
Wanneer bobonne
vele jaren later bij ons in Gent inwoont, krijg ik het beeld van haar. Ik ben
er zeer aan gehecht. Het noemt La Source du Pactole en is in brons gegoten
door E. Picault. Mijn overgrootvader kreeg het naar aanleiding van veertig
jaren dienst in de Banque de Crédit Commercial. De tijd is rijp om mijn bronzen man in ere te herstellen en binnenskamers een plaatsje voor hem in te ruimen
|