We schrijven half
september 1970.
Ik ben immens
trots op mezelf want ik heb mijn handwerk voleindigd. Een wit gehaakt kleed.
Het is zo mooi (jaja!) dat ik er reeds onmiddellijk een afnemer voor heb. De
oudste dochter van mijn stiefmoeder wil het kopen voor 900 frank! Een bom geld
in mijn ogen. Het brengt paardrijlessen binnen mijn bereik
Het is een
turbulente tijd geweest. Papa schreef zich maanden geleden in het relatiebureau
Schakel in en leerde zo Simone kennen. En ondertussen zijn ze getrouwd. Een vrouw met
vijf kinderen. Drie ervan zijn reeds volwassen, of toch zo goed als, twee komen bij ons wonen. Marie is
dan 11 en haar broer Luc is 8. We vinden het best spannend, een nieuwe wereld
gaat voor ons open.
De televisie doet
zijn intrede, en hiermee ook de salon, het tapijt
Voordien hadden wij namelijk
geen zithoek. Dat was ook niet nodig. Wanneer we wilden zitten, dan was dat aan
tafel. Die was speciaal voor ons gezin gemaakt. Voor 8 personen en uittrekbaar
voor 14. Een cigaretteproof tafelblad. Solide eiken poten. Ze heeft de tand
des tijds doorstaan en staat nu, anno 2006, bij Steentje en ziet er zelfs
stijlvol uit!
Wij hadden nog
dergelijke tafels in een kleiner formaat en bij mooi weer zat ik buiten, in de
tuin, mijn lessen te leren. Dat was vorig jaar, in 1969. Mijn moeder stond dit
glimlachend toe, vond dat ze al een grote dochter had die graag wou zonnen.
De ware reden was dat ik uit de tuin een vrij zicht had op de kamer van mijn
vlam van het ogenblik, de oudste broer van Karin. En studeren ontaardde meestal
in mijmerend verlangen
Maar kom, door
deze transactie kan ik af en toe naar manège Minne in Deurle. Ik bereid daar
Vantard, hoog, maar zo zacht als een zetel, Godiva, kleiner maar vinniger,
Goldie een braaf ouwke. Het is een hele trip met de fiets en we zijn er een
ganse namiddag zoet mee.
Behalve het
rijden in grote en kleine voltes in de manège trekken we er ook op uit in de
bossen. Door mijn geringe ervaring en mijn gebrek aan gezag knabbelt mijn paard
onderweg ongestoord aan de blaadjes wanneer het hem zo invalt om dan plots een
galop in te zetten in navolging van zijn voorgangers. Ho paardje kalm, zeg ik,
maar dat is niet het geschikte jargon. Ook mijn zweepje en teugels durf ik
nauwelijks hanteren, dus blijft mijn paard baas. Toch steek ik zonder problemen
de drukke Kortrijkse Steenweg over en even later bestellen we, hoog te paard
gezeten, een ijsje bij een crèmekar.
Ik draag Karins
tok, dat is een helm, maar op een zeker moment tijdens de rit vraagt ze hem
terug. Wat een geluk want even later tottert ze van haar rijdier! Ik ben er nooit
afgedonderd, ook niet bij de eerste jumpingoefeningen. Dat stelde niet zo veel
voor, maar kom, Goldie diende toch over een boomstammetje laag bij de grond te
springen. Ook wanneer mijn paard de staart van zijn voorganger in zijn neus
krijgt en steigert, jawel dus, op zijn achterpoten danst, blijf ik
in het zadel zitten, zij het niet koelbloedig.
Eigenlijk hou ik er meer
van op het manègeterrein rond te struinen en alles te observeren
|