We zijn net eigenaar geworden van een bonsai. Daarbij stel je je natuurlijk iets klein voor. Wij vervoeren echter een uit de kluiten gewassen plant. Een mini-boom die het in onze living uitstekend zal doen Maar eer het zover is We rammen een hoogteadvertentie en daar sneuvelen de eerste blaadjes. Bij de kassa verliezen we wat potaarde. We kunnen ook niet door de deur. Bereidwillige handen schieten ons te hulp. En zo aanschouwt ons adoptiekind de Ternatse zon op de stoep bij Ikea.
Aangezien ik zonder hoogteoverstijgende hulpmiddelen het dak van mijn nieuwe auto niet kan wassen, ben ik ervan overtuigd dat ik over een gigantische kofferruimte beschik. Mooi niet dus. In één oogopslag zie ik het al, rechtop gaat niet Liggend dan maar, steunend op een solide sierpot. Hopelijk gaat het hele zootje niet rollen, denk ik als mijn GSM plots zijn nocturne laat horen. Of we komen eten. Ja natuurlijk, geef ons een halfuur dan zijn we terug in Gent.
Dat we thuis ook nog een poes hebben die dol is op planten, t is te zeggen, op de ààrde van die planten, ben ik uit het oog verloren. Onbekommerd installeren we de nieuwe aanwinst. We hebben onze rug nog niet gedraaid of Noewi zit al boven op de nieuwe pot, jeeeee een verse krabpaal! Bij deze hebben wij een nieuwe opvoedkundige uitdaging!
Maar eerst worden we verwacht voor het avondmaal
Wanneer we na een gezellig avondje huiswaarts willen keren start het vuurwerk op het nabijgelegen Sint-Pietersstation. We kunnen auditief genieten, maar visueel blijven we in de kou staan. Voor we het beseffen is het spektakel voorbij. Op de Blaarmeersen wacht ons echter iets groots. Het kost me bijna een uur eer ik besef dat we nooit een veilige parkeerplaats zullen bemachtigen. Van heinde en ver komen ze aangestapt, de toeschouwers. Maar ik zit met een auto die ik niet kwijt geraak! Ten langen leste vinden we een plaatsje waar we van verre de vuurwerkshow kunnen aanschouwen. Het oog wordt verwend, maar het oor niet!
Hij is zeven
wanneer hij voorgaande emotie neerpent en het raakt me diep. Voelt hij niet dat
de liefde voor mijn beide kinderen evenwaardig is, dat ik hem even graag zie
als zijn zus? Indertijd vond ik het zo bijzonder om zwanger te zijn van een
jongen. Wonderbaarlijk een mini-man groeit in mij Dat hij mij tot
boef en sul promoveert, euhm eigenlijk degradeert, leg ik even terzijde, ik zie
alleen zijn pijn, zijn droefheid, zijn onmacht. En die zijn echt. Toch op dàt
moment.
Ze zijn allebei anders.
Hij is recht door zee, heel loyaal en trouw, impulsief, luidruchtig, wat
gemakzuchtig en met een groot gevoel voor humor. Zij is
sociaalvoelend, hulpvaardig, muzikaal, aanhankelijk en blij. Dit zijn maar
enkele facetten, zonder waardeoordeel, ze zijn zo veel meer dan dàt.
Ik vind het soms
moeilijk te hanteren, dat gehakketak,gekibbel en verbaal geweld naar elkaar... Had ik maar een afstandsbediening zodat ik
naar een vredelievender programma kon zappen! Naar mijn eigen jeugd
bijvoorbeeld.
Ook daar stralen
dezelfde gevoelens me tegemoet. Sesje, 18 maanden jonger, en ik hebben dezelfde
privileges, maar niet dezelfde verantwoordelijkheden. Ik ben de oudste, dus
Ik ga babysitten
en de verdiensten worden gedeeld tussen Sesje en mij. Op zekere dag heb ik er
echt helemaal geen zin in: die verre afstand fietsen, de franstalige kindjes,
slapen in een vreemd bed Sesje mag voor mijn part. OK, zegt mijn moeder, maar
dan houdt je zus het hele bedrag! Ik vind dit waanzinnig oneerlijk en kies dus
eieren voor mijn geld.
Nochtans neem ik
het mijn moeder niet kwalijk. Vandaag niet. Destijds was ik kwaad. Maar mamas
mogen fouten maken. Hoop ik, want nu ben ik zelf moeder, en handel naar best
vermogen, maar daarom nog niet juist!
Tussen Koekske en
Steentje is het ook niet altijd koek en ei. Op voorhand spreken ze af wie
wanneer de boodschappentas zal dragen. Steentje kiest steevast voor de
terugweg. Maar eens zo ver, laat ze de zak gewoon staan, midden op het voetpad en
wandelt naar huis. Er zit voor Koekske niets anders op dan keer op keer met de
volle tas te sleuren, aangezien zij erop aangesproken wordt
PS Ik heb
van mijn kinderen carte blanche gekregen om over hen te schrijven, een waar geschenk
Chia kaartte
een onderwerp aan waardoor mijn gedachten linea recta naar de verleden tijd
vlieden Ik ben zestien.
Mama ligt in het
ziekenhuis wanneer ik een ongeadresseerde omslag in de bus vind. Waarom weet ik
niet, maar ik meen dat het een brief van een aanbidder is. Ik hang tussen hoop
en vrees. Ik leid immers naast mijn publieke school- en familieleven ook een
geheim leven, waarin ik in stilte verliefd ben op een jongen die me dagelijks
kruist op mijn weg naar school. Hij zit op hetzelfde college als mijn broer.
Mijn hoop is niet helemaal uit de lucht gegrepen want maanden geleden stopte
hij me een brief in de handen, met de liefelijke woorden: Hier!. De aanhef
Arm schaap kan je niet echt amoureus noemen, maar de uitnodiging voor een optreden
van Jacques Dutronc houdt toch een belofte in Dagen zit ik te fantaseren over
een eventuele ontsnappingsmogelijkheid naar het Casino om elf uur
zaterdagavond, maar ik berust in het feit dat ik van die glitter en glamour
verstoken zal blijven, op zijn minst momenteel
Het is bij ons
thuis ten strengste verboden brieven te openen, zonder deze eerst aan onze
ouders voor te leggen. Ik huiver bij de idee dat een persoonlijk schrijfsel hen
in de handen kan vallen, hiermee al mijn zieleroerselen blootleggend. Voor hen
ben ik immers nog een onschuldig kind, de poppen net ontgroeid, en dat ik
aangetrokken word door het andere geslacht, zo mysterieus, zo ongekend, zal ik
hen zeker nooit bekennen
De bewuste
enveloppe blijkt echter zon kettingbrief te bevatten. Wanneer ik hem
doorstuur naar x aantal mensen zal een groot geluk me toelachen, zoniet zal
dood en verderf mijn deel zijn. Daar sta ik dan
met een waardeloze, tot mijn grote spijt, reeds geopende brief. Ik kan hem niet
terug in de brievenbus steken. Ik durf het niemand zeggen want dan moet ik t
een en t ander uitleggen. Ik gooi hem dus
weg.
Jaren zal ik daar
een groot schuldgevoel aan overhouden, want niet lang daarna sterft mama, en
stèl nu eens ook al weet ik met mijn verstand dat het niet kàn - dat het door
die veronachtzaamde brief komt?
Kanker heeft nog
niet die onheilspellende klank, ik heb daar enkel in vage termen over gehoord.
Wanneer de idee naar boven borrelt Mama, zal toch niet sterven? sla ik mezelf
figuurlijk rond de oren. Wat dènk ik nu, moeders sterven immers niet, toch niet
als je zestien bent. Argeloos vertel
ik aan een klasgenootje dat mijnheer pastoor zal komen met het sacrament der
zieken. Dat klinkt veel hoopgevender dan het Heilig Oliesel bedenk ik. Hierdoor
staan een aantal vrienden uit de gezinsgroep, waarvan mijn ouders deel
uitmaken, s avonds thuis aan haar ziekbed, zij realiseren zich terdege de
ernst van de situatie. Ik ben me ook bewust van mamas kritieke toestand,
alleen denk ik niet aan de dood, maar eerder aan een eindeloze, moeilijk te
genezen ziekte.
Ze heeft veel
pijn en krijgt valium (of is het morfine?) Aan haar bed is een touw bevestigd
waarmee ze zich met veel moeite in zittende houding kan hijsen. Op 8 november
verhuist bobonne naar mijn tante in Brussel, want papa wil haar het aftakelend
ziekteproces van mama besparen, hoor ik achteraf. De volgende dag
wordt ons Bietje zes jaar en dit zal de laatste verjaardag worden die we samen
vieren. Op maandag komt
de ziekenwagen mama halen. Twee ziekenbroeders willen haar in een rolstoel
zetten, maar ik word erbij geroepen, volgens haar kan ik dit met gepaste
zachtheid, waardoor ze minder pijn lijdt. Dit snijdt me door het hart, haar
hulpeloosheid, haar pijn, haar machteloosheid Ik wil met haar mee, maar mag niet
Allengs
verglijden de dagen tot routine. Naar school. Thuiskomen. Per fiets naar het
ziekenhuis. Eten. Werken voor school. De jongste zusjes kunnen
maar eens in de week naar haar toe. De dagen worden
weken en ik fantaseer over kerstbomen in de ziekenkamer en hoe we dit feest
alsnog samen kunnen vieren. We zoeken
compensatie in zaken die eigenlijk niet mogen, zoals het zondagse servies
dagelijks gebruiken, in een poging het thuis gezellig te maken Verre nichten
komen op bezoek en hun verzuchting hoe ik toch op ons Zabrila gelijk, laat ik
me vreemd genoeg welgevallen. Ik heb er geen flauw benul van dat ze afscheid
komen nemen.
Het is alsof mama
het voorvoelde, maar die laatste zomer zocht ze mensen op die ze in jaren niet
meer had ontmoet
De dag dat kozijn
Peter zijn derde verjaardag viert en achterneef Jean-Marc drie maanden oud is
krijgen we bericht uit het ziekenhuis. Het loopt op zijn einde, weet mijn
vader. We treffen elkaar bij mama, en voor het laatst knuffel ik haar. Alleen
besef ik niet dat dit de laatste warme omhelzing is
s Avonds als
papa bij haar is, studeren Sesje en ik in bobonnes oude kamer. Het is examentijd. We draaien oude
bandjes op de bandopnemer. En plots is
het alsof de hele kamer gevuld is met mama. Ze ligt weliswaar in het ziekenhuis
maar ze voelt zo nabij Het is negen uur
Later horen we
dat ze op dat uur gestorven is.
Papa is thuis gekomen
en barst in snikken uit. Ons mama is niet meer. We merken op hoe het hele huis
treurt, het ene na het andere ging de laatste dagen stuk Maar we vinden elkaar
rond de tafel waar gesprekken over vroeger gaandeweg troost bieden. Allerlei
anekdotes vervullen ons met blijheid.
En diep in ons
hart weten we dat, zolang we aan haar denken, mama altijd dicht bij ons zal
blijven
Ik heb mijn chocoprins afgezet en bij thuiskomst worden de wolken dreigend grijs en plenzen hete tranen. Het is làng geleden dat ik hem met dit troetelnaampje kon kozen. Het dateert uit zijn prille jeugd, de tijd dat ik hem ongestraft bolleke en zoeteke noemde.
Haar daarentegen mag ik overladen met honderden dergelijke verbale liefkozingen: mijn krokodil, piepemuisje, konijn, mijn poppemieke, lienemienemutte, prutsemie, olifantje (haar lievelingsdier), trotteke zij laat het zich nog steeds welgevallen. Ik op mijn beurt dien dan wel Mamossa piepossa, moedre tamara,mamooft, moekedie enzoverder te incasseren maar dat doe ik met innig plezier. Wanneer ze geen uitdrukking kan geven aan haar gevoel of gedachte dan vindt ze gewoon een woord uit, en raar genoeg, ik begrijp de nuance. Zo is er de kloeterkesbiefsteak, een gemarineerd stuk rund bestrooid met kruiden, bovendien erg pikant, dat meestal op de barbecue geroosterd wordt.
Wanneer ze me welterusten wenst dan gaat dit gepaard met een Sliependepèllenderèllendezèl en de poes moet het stellen met een Noedelaruu of Noekedie al luistert hij gek genoeg enkel naar de naam Noewi! Dan geeft hij een soort kirrend geluid, maakt een kromme wenteling en gaat vol overgave op zijn rug liggen, klaar om aangehaald te worden. We hebben het uitgetest met allerlei gelijkende klanken, maar zijn naam haalt hij er steeds uit!
Maar ondertussen is hij dus onderweg naar Nederland, samen met zijn vriendin en haar ouders. Daar gaan ze diepzeeduiken, en hij mag dat ook eens proberen om alzo te ontdekken wat voor moois de Oosterschelde onder water te bieden heeft. Het was een heus complot want zijn deelname hoorde een verrassing voor haar verjaardag te zijn. En oooh wat is die verliefdheid pril en zo aandoenlijk om van nabij te volgen!
Zijn dreadlocks wassen is iets wat ik slechts hoogst sporadisch mag ondernemen. Daar dient geen derde aan te pas te komen, dat doet hij zelf! Tot zij ten tonele verschijnt en gewapend met tuinslang en shampoo zijn haardos onder handen neemt. Hij trekt er ook voor het eerst zelf op uit om kleren te kopen. De oogst is schamel: één T-shirt en één korte broek. Het budget wordt verder gespendeerd aan bioscoop en ijs, wat hij achteraf uiteraard uit eigen zak dient te bekostigen. Maar kom, het is een begin, en alle begin is moeilijk. Deze middag zijn we samen inkopen wezen doen en op een mum van tijd ben ik ettelijke euros kwijt. Hij kiest vlug en zeker
Morgen komt mijn piepemuisje terug van de atletiekstage. En s avonds ga ik weer aan t werk, twee nachten maar tot 14.00u dan is t weer vakantie!
Ter ere van Steentjes verjaardag houden we zussendag aan zee. De ligbedmatrassenenparasollenuitbatercomplimenteert haar met de dubieuze vraag: Toch nog met een drie?! Kijk, dat is voor velerlei uitleg vatbaar. Onze fantasie neemt hoge vluchten en er ontspint zich een gevatte conversatie.
Vier dames van middelbare leeftijd installeren zich niet meer met een strandlaken op het hete zand. Ze sleuren niet meer met allerlei attributen om het zich comfortabel te maken. Neen, zij huren een ligbed en laten zich begeleiden naar hun zonplaats alwaar een parasol in het zand gepoot wordt. Dit zonnewerend stuk is er helemaal alleen voor mij. Niet dat ik een afkeer heb van zonnestralen. Integendeel! Ik koester mij zo graag in die warmte! Ik word ook graag bruin. Maar ik wil ook geenpijnlijke roodheid, jeuk en blazen achteraf.
Trouwens de parasol is gratis, meen ik. Er staat een streepje op de prijslijst. Een misvatting zo blijkt even later. Het streepje staat voor vier euro, dat is meer dan de helft van een ligbed. Maar kom, ik zal genieten van mijn investering.
Even later kom ik tot de vaststelling dat ik een heel eigenzinnig exemplaar bezit. Een windvlaag en hup de baleinen gaan de verkeerde kant uit. Ik ben even in de weer om alles in de juiste stand te zetten. De volgende windstoot en daar gaat mijn zonnewering terug in de rebellie. Een schuinse blik op de omringende blauwe zonneschermbezitters. Geen één kampt met hetzelfde probleem. Ik voel me al lichtelijk achteruit gesteld.
Bovendien word ik belaagd door de stok die als maar meer naar mij overhelt. Is het mijn gebrek aan technisch inzicht? Dien ik windsnelheden en positie van parasol te berekenen om alzo de perfecte stelplaats te vinden? Geen idee maar ik vind een compromis door het boveneinde opzij te knikken. Toch enkele minuten rust. Er is ook geen wind
Een peutertje wankelt in het zand rond en klautert bij zijn mama op het ligbed. Geeft zoentjes. Ramt een rijstkoek in haar mond. Oooh wat is het lang geleden die pampertijd. Maar zo herkenbaar!
En dan begint het hele scenario opnieuw. En oef, ik merk een lotgenot, en ginds zelfs ene die wegvliegt! (niet de lotgenoot maar de parasol) Dat is toch een riem onder het hart!
Ik besluit mijn recalcitrante parasol toch te gaan aangeven en ik krijg een stevige nieuwe. Luxe! Heerlijk! Het doet me prompt in slaap vallen!
Om zeven uur moeten we ophoepelen. Het strand sluit. Althans de zaak met de ligbedden. En nu hoop ik maar dat mijn zussen niet beledigd zijn omdat ik hen bij de middelbare leeftijd catalogeer. Ze ogen nog jong. Ik ben namelijk de oudste .
En dat herinnert me aan een uitje waarbij men niet kon geloven dat we zussen waren. Want wie was dan de oudste? En dat ze me er toen niet uitgehaald hebben, daar geniet ik nu nog van! Tja, dat moest ik even kwijt!
In de badkamer wordt er gegorgeld en
geproest en even later komt hij mij de hand schudden: Zeer vereerd: Dr
Zack Hij kijkt me glimlachend aan en verduidelijkt: Dr Claude Zack Bandiet, denk ik als mijn frank valt en hij
verdwijnt naar het toilet.
Daar heeft hij blijkbaar nog iets kunnen
brouwen want ik krijg hetzelfde scenario met deze tekst: Pleased to meet you.
Doctor Whole En omdat ik raar kijk: Doctor Ash Whole
Met dank aan allen die me hielpen mijn vakantie in gang te sjotten:
ergens halverwege de nacht tussen woensdag en donderdag is het zover! Het
vrijetijdsgevoel slaat toe Het moet ook wel, want geen zinnig werkend mens is
op dit uur actief
Rond negen uur s avonds krijg ik een telefoontje. Of het goed is dat ze
afkomen tegen halftien, de zussen Geen probleem natuurlijk. Mooi. Leuk
vooruitzicht. Tijdens de reclameboodschappen op Vijf TV zwabber ik het stof weg
van piano en kasten, geïnspireerd door de reeks Perfect Housewives. Helaas mis ik steeds het begin van het
programma mijn frank valt altijd te laat - zodat ik nog niet zo veel heb
bijgeleerd. Nochtans zou ik er heel wat baat bij hebben want veel talent heb ik
op huishoudelijk vlak niet
In mijn tienerjaren riep mijn mama me ooit eens uit het zwembad terug
omdat mijn slaapkamer niet volgens haar normen was opgeruimd. De boodschap
galmde gelukkig niet als dusdanig door de luidsprekers, het was al penibel
genoeg om met een droog badpak terug de kleedhokjes in te duiken onder de
alziende ogen van de toezichthoudende en naar ik vreesde nieuwsgierige jonge
redder. Als een Vliegende Hollander fietste ik naar huis in de bange verwachting
dat er iets compleet fout was met mijn grootmoeder die bij ons inwoonde. Het
gezicht van de zus die de deur opende voorspelde weinig goeds. Hiervan las ik
geen rouw af, maar misprijzen en leedvermaak. Bobonne verkeerde dus godzijdank
in gezegende gezondheid maar ikke, snoodaard, diende mijn kamer stante pede
ordentelijk op te ruimen Ik was in alle staten. De anticlimax na de paniek.
Had ik dààrvoor mijn leven geriskeerd?
Ondertussen zet ik buiten rode wijn en glazen klaar. En daar is Koekske
al met een kartonneke, ik had immers laten weten dat ik slechts één
fles witte wijn rijk ben Ook met mijn knabbelvoorraad is het triestig gesteld. Zoonlief
heeft alles wat eetbaar is naar binnen gespeeld. Ik bezit nog 2 paprikas, een
blikje olijven en een potje light smeerkaas
De zussen komen, zo blijkt, niet voor mij, maar voor de Berlingo
Met een wijds gebaar show ik de wagen voor de deur.
Daar staat nog steeds mijn oude kar!
s Middags ging ik, zoals afgesproken, mijn nieuwe auto halen. Er kwamen
twee potentiële klanten binnen en hup, ik werd in wachtmode geplaatst. De
minuten vergleden tot uren maar eindelijk kwam er schot in de zaak. Ik leerde
van alles over de waarborg en het onderhoud en vernam dat alle
instructieboekjes uitgeput waren. Moe van het veelvuldig over de toonbank gaan.
Na veel lezen, ijsberen, knarsetanden en ettelijke rimpels en grijze
haren later moest ik onverrichtzake naar huis keren, er klopte iets niet met de
luidsprekers. Die waren te klein gekocht. En het magazijn was ondertussen
dicht. Daar ging mijn kostbare vakantietijd! In mij borrelde iets dat naar
ontploffing neigde.
In mineur stresste ik dan naar de muziekacademie voor het oudercontact.
Dochterlief wou naast viool ook graag pianolessen maar ik kreeg nul op het rekest.
In mijn jonge jaren kon je volgen wat je wou! Maar heden ten dage worden enkel
theorie plus één instrument per leerling gesubsidieerd, vandaar Jammer!
Koekske heeft zich nog maar net op het terras geïnstalleerd als Bietje
aanbelt. En samen met Steentje en Benny arriveert mijn dochter met twee vriendinnen
en een moeder. Ze is mooi bijgekleurd na drie dagen zee. Ik troon Trees de mama
mee naar het terras voor een glas. Zo te horen werkt ze in dezelfde sector
als ik en hebben we gemeenschappelijke kennissen. Bovendien was ze ook nog lid
van dezelfde basketbalclub als mijn jongste zussen en woonde ze in dezelfde
straat als de papa van mijn kinderen. Wat is België klein!
Verassing! Nicht Sofie maakt het gezelschap kompleet. Er wordt veel heen
en weer geplaagd, gelachen en bijgepraat. Noewi komt tot leven en stuift door
mijn bloemen. Hij is allesbehalve een salonkat! Ik zie het met lede ogen aan.
Het weinige eetbare dat ik kon aanbieden is verorberd, ook Sofies Grieks
slaatje werd zusterlijk gedeeld, dus snort zij blijgezind naar de nachtwinkel
en trakteert ons op kaas, chips en worstjes.
Wanneer iedereen vele tellen later afscheid neemt, kan ik het zien: het
goud in de mond van de ochtendstond.
Ik
besef het nog niet, maar vanavond is mijn vakantie ingezet. Negen volledige
dagen vrij! Ik sta nog in overdrive want de laatste uren waren echt wel
hectisch, en daardoor liep mijn laatdienst wat uit. Een koffer kan je
volproppen tot iets meer dan zijn maximale inhoud, maar een uur is niet
rekbaar, dat ondervind ik telkens weer
Ze springt
plots op en spurt naar de gang. Mam, waar is je handtas? Zij is de enige die
het melodietje van mijn GSM uit de achtergrondgeluiden distileert, ik ben
blijkbaar oostindisch doof. De tune mag er nochtans best wezen, vind ik, romantisch klassiek: Nocturne. Ergens
halverwege, net op het ogenblik dat ik een aha-erlebnis krijg, stopt het ding
en schiet de voice-mail aan. Op dit moment is het niet anders. Dochterlief
vist het toestelletje op en prompt valt het stil! Wie weet hoeveel interessante
gesprekjes op die manier aan mijn neus voorbij zijn gegaan. Alhoewel, aan mijn
oor, is hier meer op zijn plaats
Maar wie mij
liefheeft onderneemt natuurlijk verdere actie en ja, daar rinkelt reeds de
vaste telefoon. Met je jongste broer! krijg ik te horen. Tarara, mijn oudste
dus, want ik heb er maar één, en dat moet ik toch eventjes melden! Of ik geen
zin heb om een hapje te gaan eten. Jaaaaaaaaaaa natuurlijk, maar er is een
klein probleempje, we hebben net ons avondmaal genuttigd!
Hoe zo?
Om halfzes hoor
ik allerlei deuren open- en dichtklappen. De koelkast, registreren mijn oren.
Mijn zoon is weer op strooptocht! Hij rammelt van de honger, maar daarbij is
hij ook kieskeurig. Zoet en koud moet het bij voorkeur zijn. En de doos Dame
Blanche heeft hij reeds op twee dagen manmoedig leeg gelepeld.
Dus ik ga aan de
slag en we eten iets vroeger. Maar wie ontbreekt er op het appèl? Zoonlief
hangt ondertussen aan de lijn met een of andere schone en hiermee is weer
bewezen dat je van de liefde kan leven
Edoch mijn humeur
is ook om zeep want de lijn is niet vast maar mobiel en dat kost natuurlijk
stukken van mensen. Ook als ik de kosten op hem verhaal, het deert hem
niet, en dat was nu juist wel de bedoeling!
Ik kan er dus
niet over zwijgen, hij mocht het misschien niet gehoord hebben! En ik krijg lik
op stuk. Als ik de sfeer bij de maaltijden zoooo belangrijk vind, dan moet ik
nu niet zaaaaaagen. t Is sterker dan mezelf. Ik wil duidelijk overkomen en dan
herhaal ik mezelf .
Blind zijn. Je kan het je niet voorstellen.
Ik zou het verschrikkelijk vinden. Geen boeken meer kunnen lezen. Toch niet op
de manier waarop ik het nu doe. Op mijn peecee werken, schrijven, opzoeken,
zoals nu, vergeet het. Van oneindige kleurschakeringen genieten Oogcontact maken Een glimlach, een
vluchtige oogopslag, een grimas, een traan het ontgaat je. De kleurenpracht
van de tuin in je opnemen, een zonsondergang, een vergezicht Zien hoe de poes
zich opmaakt om een insect te bespringen of hoe de baby zijn eerste wankele
passen zet
Je mist heel wat
En gelijk ik het schrijf begint mijn neus
te prikken en voel ik het gemis van papa en mama schrijnend en lijfelijk. Na
zevenendertig jaar is het nog steeds daar
Wij zijn ermee opgegroeid en ervaren dit
als heel normaal. Ik heb niet het gevoel dat ik iets mis. Maar langzaamaan
begint het te dagen. Mama weet niet precies of mijn rok en blouse bij elkaar
passen wanneer ik ernaar vraag. Dat groen en blauw niet samengaan wist ze me
vroeger al te vertellen. Maar nu mis ik de finesses. Ik vind het jammer. Ze
ziet niet of iets me staat. Of ik op haar lijk. Of op papa. Hoe mooi mijn
tekening wel is en hoe ik mijn best doe om net te schrijven. Dat verneemt ze
uit tweede hand. Hoe ik veranderd ben. Hoe ik groei. Dat ik een behaa nodig
heb. Een klasgenootje in de vijfdes attendeert me erop; zij zou het niet kunnen
verdragen, zo zonder soutien.
Thuis kies en pas ik uit de afdankertjes
van Arlette en Christiane, mijn oudere nichtjes. Tante Elza heeft de gewoonte
om mij daar niet slecht bedoeld op te wijzen met een Oh, dàt heeft ons
Christiane zó graag gedragen Ik haat die uitspraak, en daardoor die afgedragen kledij.
Mama leert me hoe ik een bustehouder
handig kan aantrekken. Vooraan sluiten, draaien en hup over mijn schouders Ik
voel haar blijheid met zon opgroeiende dochter. Lang vóór ik ze nodig heb
kopen we samen maandverbandjes. En ik krijg twintig frank wanneer ik ze voor
het eerst moet gebruiken, zelfs nadat ik, o grote zonde, op bobonnes kamer
ongeweten en ongevraagd in bompa zaligers postzegelcollectie snuister en enkele dubbele postzegels verdonkeremaan.
Kijken doet mama met haar handen. Daar heb
ik lang vrede mee. Tot ik me plots afvraag of de details haar niet ontgaan. Ze
neemt het ons niet kwalijk als we onze tong naar haar uitsteken. Andere kinderen doen dit
immers ook en dit achter de rug. Aan de andere kant is ze heel streng en geeft
zelfs papa haar het laatste woord.
Papa heeft het er veel moeilijker mee als
we nonchalant zeggen dat we iets niet vinden, bijvoorbeeld de schotelvod. Wij
met onze ziende ogen vinden dikwijls niet wat hij wèl vindt! Ziende blind,
noemt hij dit dan.
Papa overstijgt zijn beperkingen. Ik heb
dikwijls echt niet het gevoel dat hij blind is. Hij klust thuis en heeft
briljante ideeën voor verbouwingen.
Als elfjarige ga ik met hem per trein op
reis naar Duitsland. Naar mijn vriendinnetje van Jeugd zonder Land dat twee
maal bij ons de zomer doorbracht. Hij leidt me, niet andersom. Hij is mijn steun en
toeverlaat. Geen ogenblik voel ik me verantwoordelijk, zelfs al rekent hij
op mij omdat ik zijn ogen ben, niet méér. Het wordt een schitterende vakantie
ook al mis ik het thuisfront verschrikkelijk. Ik vind wel dat papa met geld
strooit door het kwistig aan de Duitse familie uit te delen. Ik heb schrik, houden
wij nog wel genoeg over? Weet ik veel, zij hebben het ook niet breed en we krijgen daar immers
kost en inwoon
Kan ik fietsen? Tuurlijk! Maar op weg naar
het zwembad kom ik zwaar ten val. Vriendin Annemarie is heel boos Maar wat
ken ik nu van bergen en torpedoremmen?
Plots valt mijn oog erop. De petunias en surfinias die daarstraks nog in volle pracht en glorie mijn muren sierden vertonen dorre bloemen. Hoe is dit aan mijn aandacht kunnen ontsnappen? Normaal gezien knip ik contentieus bij, om te vermijden dat ze besluiten dat de taak volbracht is. Het doel in de natuur is vrucht dragen, denk ik zo, maar ik wil een hele zomer bloemenweelde
Het is een tijdrovend en kleverig karwei Ook mijn tuingeranium is aan een opknapbeurt toe. Waarom loopt onze Noewi er niet onderdoor in plaats van er bovenop? Ik moet hem dringend inwijden in het hoveniersvak.
Tja, hij is en blijft een jager, dus rest me niets anders dan zelf in actie te schieten
Een vriendin heeft me toch over de streep gekregen ik zal deelnemen aan een kookdemonstratie. Een grote inspanning wordt er van mij niet verwacht, belooft ze mij, een ajuintje snijden misschien. Er eens uit zijn, wat gezellig keuvelen, plezier maken, het lijkt me wel wat.
Maar voor ik kan vertrekken wil ik kokkerellen voor mijn kroost en een bordje soep consumeren voor de gezelligheid. Zo samen aan de dis, daar hou ik van. Ideeën uitwisselen, belevenissen van de dag aanhoren, EIKES . Excuseer dat ik even onderbreek, maar er zit een dikke slak zich te goed doen aan mijn stukje tuin. Hoe komt die toch zo dik? Die zit hier waarschijnlijk al een hele tijd! Ik heb echt een gloeiende hekel aan slakken. Bovendien is ze naakt. En bleek. Ik neem tenminste aan dat het een ze is, al heb ik daar geen enkele aanwijzing voor. Ze is heel anders dan de kroostrijke familie die bij valavond slijmend tevoorschijn schuifelde op het koertje van mijn oud huizeke. Die waren donkerbruinzwart.
Sedert de renovatie van datzelfde oud huizeke krijg ik echter een andere doch welgestelde soort over de vloer. Ze bezitten namelijk allen een eigen woning, ja ook de kindertjes. Maar voor de kost zijn ook zij aangewezen op wat mijn tuin biedt. En daar wringt nu precies het schoentje: woest word ik bij de aanblik van mijn geliefde klimhortensia, een delicatesse voor hen blijkbaar. Hun strooptocht voert hen van blad naar blad, een spoor van halfopgegeten groen achterlatend.
Ik heb ze al proberen te verschalken met bier. Van zoet naar straf. Noppes. Korrels strooi ik niet meer, met het oog op Noewi, onze onvoorspelbare kat. Stel dat hij dit lekker vindt? En zon bloot exemplaar aanraken, dat is pure horror. Dus ga ik aan de slag met het zoutvaatje, al lijkt het barbaars, slakken hebben geen zenuwen, enfin dat hoop ik toch?
Maar terug naar het leven vóór de slak. We zitten dus genoegzaam te babbelen aan tafel als mijn frank valt dat ik me alsnog moet reppen om tijdig op de cursus te zijn. De klusjes afhaspelen, de laatste richtlijnen meegeven en mijn stalen ros van stal halen. Zucht. Eerst nog twee fietsen verplaatsen, vóór ik aan de mijne kan. Trapje van de kelder op. Voorzichtig voor de muren. Oei, er moet ook nog een schort, keukenhanddoek, aardappelmesje en plankje mee. Lap, de bagagerekker is verdwenen. Dju, deze is te groot. En die andere ook. Dan maar zonder. Dus zakje aan het stuur. Hopelijk slaat dat niet in mijn wiel. Buurman Robert kwam zo lelijk ten val en brak zijn schouder.
Pffft bergop. Ik ben al buiten adem. Ik zal een mooie entrée maken met mijn rooie kop. Ik moet echt wat aan mijn conditie doen, neem ik me voor.
Mieke staat me op te wachten, een leuk welkom.
Het menu wordt toegelicht, er is ambiance in mijn groepje, zo ontgaat me heel wat uitleg. Maar geen nood. De praktijk komt er zo aan! Schortje aan en we reppen ons naar de keuken. Wij krijgen het hoofdgerecht toebedeeld. Maar we zijn met velen, zo blijft mijn inbreng beperkt tot het snijden van de zongerijpte tomaten.
In die keuken wordt ik aangesproken door een deelneemster. Verrassing! Ze is de beste vriendin van mijn zus Koekske, althans tijdens haar lagere schooljaren!
Voor we het weten mogen we onze bereiding degusteren. Een echte maaltijd is het niet, gezien de piepkleine portie, maar lekker! Benieuwd hoeveel Zuiderse Varkenshaasjes dit weekend op tafel verschijnen! Op de mijne alvast, al vrees ik dat ik weinig bijval zal krijgen van mijn duo. Gelukkig zal het dessert citroenmousse veel goed maken!
Ondertussen druppelen de leden van het koor binnen. En daar is Meester Peter, indertijd nog directeur van de Lagere School. En dat meisje daar, die lijkt zo op Ik word terug gekatapulteerd naar de tijd dat ik zelf in het koor zong. De wekelijkse repetities. De concerten. Het uniform. De partituren. De koorleden. De dirigent. Hij is niet meer
Mieke, Vera, Anita en ik. Wij zijn plakkers. Vier jaar geleden zaten onze kinderen in de zesde klas. Ze gingen elk huns weegs. Er is dus veel bij te praten. Zelfs wanneer we weggaan snijden we een nieuw onderwerp aan. Ondertussen is het stikdonker. Op de tast zoek ik het fietsslot. Dat valt niet mee. Anita schijnt me bij met haar achterlicht. Giechelen want de lichtwinst is minimaal
De volgende dag op het etentje van de turners: Hey, was jij niet op die kookactiviteit? Ja dus! Bovendien is haar vriendin een vriendin van de moeder van de vrouw van de broer van mijn allereerste lief. Ingewikkeld, maar toch!
En Martine, de inval-lesgeefster, is afkomstig uit hetzelfde Kempisch dorp als mijn schoonbroer. Die dan weer woont in hetzelfde dorp als mijn tante. Zij zat bovendien op kot, een straat verder dan mijn schoonbroer. Wisselden later de provincie Antwerpen voor Oost-Vlaanderen.
t Is drie maand geleden, tijd voor het
kortwieken van mijn haardos. Tja, ik hoor dus duidelijk niet tot het ras dat
zich wekelijks onder handen laat nemen. Ik ben, zoals ik al zei, een beetje een
doe-het-zelver, dus tussendoor bewerk ik mijn eigen hoofd zelf met een
kleuring.
Excellence.
Ik weet niet hoe jullie het doen, maar ik knijp de flacon
op mijn hoofd beetje bij beetje uit en wrijf het dan in als een shampoo, en
hopelijk heb ik dan geen plekje vergeten. Vervolgens laat ik het inwerken
terwijl ik een of ander klusje doe. Als het goed zit ben ik ondertussen nergens
met mijn geverfde kop tegenaan gelopen. Soms loopt het goedje kriebelend over
mijn nek of voorhoofd Na een half uur hang ik over mijn bad om de smurrie
eruit te spoelen, wel eerst een beetje laten schuimen. Liters later krijgt het
spoelwater toch terug wat transparantie. Crème erop, nog eens spoelen en voilà,
klaar is kees.
Of zo zou het toch moeten zijn. Maar
ondertussen zijn spatten die daarnet onzichtbaar waren pijnlijk duidelijk
aanwezig. Zucht. Kuisen dus maar.
Maar kom, vandaag is het de dag dat ik een
afspraak heb voor een professionele behandeling. Om half negen bij Paula. Een
vlugge telsom en ik weet dat ik de
veertiende klant ben. Twee voetballen in de etalage onderstrepen de
actualiteit, maar aangezien de Rode Duivels toch niet van de partij zijn, voel
ik me niet zo betrokken. Zestien jaar geleden was dat wel even anders Toen
konden we de openingsmatch Argentinië-Kameroen in de studio van VRT meemaken.
Ambiance troef, er werd heel wat afgelachen et cétait écrit dans la bible que
les Lions Indomptables gingen winnen,
en dat deden ze. Maanden later zond ik
een kaartje dat er een klein onoverwinnelijk leeuwtje was geboren. Net thuis
van de kraamkliniek en wie stond op zekere avond met een gele leeuw voor de
deur? Ik herkende hem niet meteen maar hij kwam zo vertrouwd over dat ik hem
binnenliet: Marc Uytterhoeven. Dat heeft ongelooflijk veel plezier gedaan
Ondertussen ben ik toch wel weer van mijn
onderwerp afgeweken en besef ik dat ik mijn krant ben vergeten. Geen nood, hier
valt altijd wel wat te beleven. Na één uur is de enige wijziging in mijn
situatie: verhuis van krukje naar stoel en getooid met zwarte cape en dito
handdoek. Ik wordt aangestaard door een dame die meent mij te herkennen. Zou
mijn blog zo aanslaan? Haha, grapje! Ik vecht trouwens tegen de slaap, gevolg
van het vergeefs zoeken was het werkelijk reeds nacht? -via Google en
allerlei fora, hoe ik audio-fragmenten kan uploaden en hosten zodat ik ze in
mijn blog, dus bij mijn tekst, kan voegen.
Het volgende uur word ik voorzien van een
boekje, naar ik dacht, om kleur en coupe te kiezen. Halverwege sla ik het
open, en in plaats van de gebruikelijke fotos, zie ik een hele uitleg over
moeilijke haartypes. Tiens, denk ik, heb ik gemixte haren die droog, moeilijk
te ontwarren, enzovoort zijn??? Even
later valt mijn frank, dit is voor mijn dochter bedoeld, die hier reeds drie maal
haar kapsel liet ontkroezen
De mevrouw die me meende te herkennen wordt
intussen onder handen genomen. Haar haar dus hé. Scheidinkje in haar.
Papiertje. Plooien. Roller. Haar opdraaien. Roller sluiten. Volgende. Het gaat
razend snel Rond haar hoofd wordt een wattenzone aangelegd. Daarna worden er
chemicaliën op het haar gedruppeld. Vele minuten later. Het prikt. Nieuwe
watten worden aangebracht.
De telefoon staat niet stil. Nieuwe
afspraken worden gemaakt. Iedereen is bedrijvig. Hum, iedereen? Ik zit hier te
niksen Normaal gezien ben ik verdiept in een boek. Dat heeft zo zijn nadelen,
want dan hoor ik de instructies niet, dat ik moet verhuizen, of onder de
droogkap, of zo
Er rest me niets anders dan toekijken. Hoe
met een soort stofzuiger met bajonet (nee een luchtblazer dus) de haren worden
gedroogd. Hoe Annie naar buiten snelt, er is blijkbaar iemand tegen haar auto
gebotst.
Dan komt Paula, met de groene potjes. Ik
heb mijn bril afgezet. Het salon is een beetje wazig. Dat is niet erg
Ze overhandigt me een stapeltje
aluminiumfolievelletjes. Stuk per stuk moet ik die aangeven. (ja zoals een echte
doe-het-zelver betaamt)
Met een borsteltje wordt de nieuwe kleur
aangebracht.
Dan verhuis ik weer naar de kant. Om elf
uur mag ik naar de wasbak. Daarna krijg ik weer een plaatsje voor de spiegel en
wordt mijn haar geknipt. Graag héél kort! Beetje crème. Brushen. En dan is het
karwei geklaard. Het is bijna half twaalf
Onvermijdelijk denk ik aan mijn vroegere
kapper. Bellen. Komen. Wassen. Knippen. Drogen. Betalen. En dit alles in
nauwelijks een half uur. Het is nochtans een kunstenaar. Zijn etalage is zeer
artistiek. Hij maakt beelden en schilderijen. Ik kwam er graag. Ook al was ik
soms getuige van vinnige franse ruzietjes met zijn echtgenote. Het gaf me een
fin de siècle gevoel. Er was een antiek schommelpaard. De kinderen mochten dit
ooit berijden. Maar op het laatst waren mijn oren in gevaar .
En dan is er nog Franske, de kapper uit
mijn jeugd. Meestal creëerde hij een coupe casserolle, maar soms overtrof hij
zichzelf en was het best te doen Ach, hij kwam aan huis en ik draag hem een
warm hart toe.
Terug naar het heden! Collega Serge zal
zeker geen halt houden voor mij met de mededeling: ho, ik dacht dat ik voor t
rood stond
Nog twee weken wachten en dan staat dit voor de deur
Normaal gezien kan ik niet zo gemakkelijk afscheid nemen. Maar in dit geval zal het alleen maar een verbetering zijn
Momenteel rijd ik met een bronskleurige Opel Omega. Echt een wagen met allure, groot, comfortabel, kortom, ene waaraan je niet kan voorbij kijken. En ik kan er echt van meespreken. Er is een verschil. In het verleden reed ik bijvoorbeeld met een Citroën. Maar veel aanzien verwierf ik daar niet mee. Het was een geit, een helblauwe. In Holland een Eend genaamd, het klinkt toch een beetje sympathieker. Nu, in die tijd lag ik helemaal niet wakker van de status die ik eventueel verwierf bij het bezit en het voorrijden van een bepaald type wagen. Avontuurlijk mocht het zijn en bovenal weinig kosten!
Mijn geit alhoewel spiksplinternieuw had vanaf het begin kuren. Ofwel wou ze niet starten ofwel wou ze niet stoppen. Toch twee belangrijke items, mijn gedacht!
Maar in de zomer was het heerlijk toeren met het dak ofwel opengeflapt ofwel opgerold. Ik kon ook het zijraampje openklappen en dan mijn elleboog nonchalant in de opening laten rusten.
Nog een pluspunt vond ik de variabele kofferruimte. Met de achterbank eruit heb ik heel wat verhuisd: van wasmachine tot kleerkast, zelfs een lading vriendinnen. Neen, dat laatste is niet waar, maar het hàd gekund!
Met een volle jerrycan benzine, een tent en kampeergerei vertrokken we zonder al te veel voorbereiding richting zon. In het Franse Centraal Massief raakten we met veel moeite de bergen op, mijn geit moest niet onder doen voor een camion, en waar het kon, namen we het uiterst rechtse baanvak. Uit hoffelijkheid of was het schaamte? Bergaf was er geen probleem, of toch wel! Daar weigerden de remmen namelijk dienst! Hoe ik dan toch veilig in het volgende dorp ben geraakt, is me een raadsel, met veel chance en de handrem Overnachten in een hotel routier rechtover de Citroën-garage. Nog een geluk dus dat een geit een Franse auto is Ik herinner me dat het daar, zo hoog in de bergen, zeer koud was, maar dat kon onze pret niet bederven. Jong zijn en in autopech geen probleem zien, ik wou dat ik t nog kon
Op de Spaanse camping werd mijn rijtuig gedeeltelijk gedemonteerd. Ik zie hem daar nog staan, zonder de zijvleugeltjes Waarom dat nodig was, hij wou enkel niet starten en een paar Duitse doe-het-zelf-toeristen sleutelden eraan. Eens mijn wagentje rijklaar, vond ik dat hij aan een wasbeurt toe was. De weg naar de camping was erg stoffig vandaar. Om die reden zag mijn reisvriendin het nut er niet van in, logisch en praktisch als ze was. Maar ik was koppig, dus waste ik mijn kant, terwijl haar kant vuil bleef, en ik kon op zijn minst proper instappen.
Op een andere vakantie met dezelfde vriendin zouden onze wegen halverwege scheiden. Ik was van plan op mijn eentje naar de Provence verder te rijden en kostenbesparend in mijn geitje te slapen. Gordijntjes gemaakt dus, want nachtelijke inkijk, dat wou ik toch vermijden. Toen puntje bij paaltje kwam, durfde ik me toch niet voor de nacht te installeren in volle centrum. Het viel zo op, vond ik. Het was alsof ik met een lichtreclame rondreed!
Ten einde raad parkeerde ik op een parking op de autosnelweg, waar ik niet de enige overnachter was Op de terugweg pikte ik dan maar een lifter op, die ik, om het vakantiegevoel te verlengen, maar een sightseeing gaf in mijn geboortestad
Nog even en ik heb weer een spiksplinternieuwe auto. Gedaan met de zorgen of hij de keuring haalt. Voorbij de zoektocht naar een andere tweedehandswagen waarbij ik me zo verschrikkelijk ondeskundig voel.
Ik krijg warempel weer dat avontuurlijke geitjes-gevoel!
Heerlijk, met mijn laptop op het terras. Iedereen slaapt. Of toch bijna iedereen. Op de achtergrond het geraas van de autosnelweg. De wind zit dus niet goed. De zwoele lucht heeft plaats geruimd voor de nachtelijke koelte. In mijn hoofd zingt het Als nachtbraker ben ik gebo-o-o-ren Zelfs in het schemerdonker staat mijn klimhortensia er prachtig bij. Dit is puur genieten. Elk jaar weer.
Maar wat ruist er in het struikgewas ? De bamboe ritselt heftig en plots springt onze Noewi te voorschijn. Hij denkt nog lang niet aan soezen, dat heeft hij bij vlagen overdag gedaan. Het is een erg speciale kat. Helemaal anders dan de poezen die mijn leven deelden voor mijn zoon werd geboren. Ze hadden heel gewone namen. Dikkie en Kleintjie. Dikkie had grijs halflang haar en Kleintjie was zwart. De een n Lamme Goedzak, de ander erg pienter. En plots overvalt het me, ik mis ze
Onze Noewi destijds nog naamloos stond half oktober voor onze deur, in de armen van een studente die asiel zocht voor dit vondelingetje. Er moest niet lang gesoebat worden, zeker niet met een popelende dochter op de achtergrond.
Wat was hij klein! Een echte snotneus. Die stonk bovendien. Een weekend wachten voor we naar de dierenarts konden! Hij - het poesje uiteraard - bleek de kattenniesziekte onder de leden te hebben! Dat betekende antibiotica en wachten met de verplichte inentingen.
Hij werd in de watten gelegd en hij herstelde voorspoedig. Ondertussen bestudeerden we zijn karakter om een passende naam te vinden. Er passeerde heel wat de revue. Tot we tot de slotsom kwamen: Noewi, van Nuit, naar zijn nachtelijke bedrijvigheid en de kleur van zijn vacht. Bovendien kon hij zelf zijn naam uitspreken, dat gaf de doorslag.
Nu denk ik dat onze kat behept is met het Borderline syndroom. Wie weet wat hij allemaal heeft meegemaakt in zijn eerste dagen. Niet dat hij een hechtingsprobleem heeft, hij is aanhankelijk genoeg. Maar plots kan hij grauwen naar een liefhebbende hand. Zit je net op je gemak, en bespringt hij je.
Ook, vrees ik, lijdt hij aan ADHD. Hij is hyperactief. En gelijk ik het schrijf springt hij uit het niets te voorschijn, grommend, als een Don Quichote de windmolens bestrijdend. Het zijn hoogtijdagen met al die pollen in de lucht.
De droge aarde stuift in het rond, de mat schuift weg Is zijn aandacht gevangen door de capriolen van een insect, dan verliest hij die weer bij een onverwacht geluid. Ook mijn arme kamerplanten waar ik zo van hield moesten eraan geloven, zeer tot mijn verdriet. Zijn aandachtsterrein is momenteel verlegd naar mijn tuintje. Och Here ochgottekes, bepaalde bloemen zien er niet meer uit, wanneer Noewi daarin op jacht is geweest of er zich te ruste heeft gelegd. Ook mijn mooiste vaas moest eraan geloven nadat hij zich ervan vergewiste dat dit water beter was dan dat uit zijn drinkbak.
Als hij zoek is vinden we hem gemakkelijk terug. Hij verraadt zichzelf door te knorren. Dit is waarschijnlijk een gevolg van de kattenniesziekte. Veel muizen zal hij allicht niet vangen door zijn amechtige ademhaling! Alhoewel! Soms is hij muisstil!
Maar boven alles wordt hij vurig bemind door mijn dochter die hem vertroetelt als een poppenkind. Hij aanhoort al haar geheimen, troost haar wanneer ze verdrietig is, maakt haar aan het lachen wanneer ze vrolijk is. Hij is haar beste vriend!
Gangmaker in deze is dikwijls ons Koekske, die
zoals ik reeds schreef, haar feesten gepaard laat gaan door hilarische
opdrachten. Zo moesten we allen een ode aan haar schrijven. (Daar teert ze nog
op!) De beste won een prijs. Dus wij ons best doen, hé!
Of ze stuurt ons op pad. Eens moesten we zoveel mogelijk verschillende eieren verzamelen. Niet zo maar overdag, met een aangenaam zonnetje, in haar eigen tuin, met Pasen bijvoorbeeld. Neen, bij een temperatuur van zoveel graden onder nul, donker want laat, langs velden en landwegen in een mij totaal onbekende buurt, bij totaal onbekende mensen.
Een andere keer worden we verzocht nieuwjaarswensen te formuleren, aan onszelf gericht zogezegd. Het geheel mag opgefleurd worden met toepasselijke tekeningen. We
laten ons nogal gaan natuurlijk, want wie weet gaan die wensen ook in
vervulling Maar Koekske heeft iets anders voor ons in gedachten. We gaan op weg en waar we halt houden moeten we een quizvraag beantwoorden. Nu zijn dat geen gewone vragen, zoals bij Trivial Persuit, waar elk verstandig mens
waarschijnlijk toch geregeld kan scoren, maar vragen uit Koekskes persoonlijke
levenssfeer. Zoals, hoeveel kookwekkers ze bezit. Een fout antwoord
levert echter als troostprijs toch een glaasje vruchtenjenever op. De
inwendige mens alzo versterkt wordt er een willekeurig huis aangeduid alwaar de
verliezer zijn nieuwjaarswens mag (nee moet) voordragen.
Op gewone avonden
spelen we yahtzee en wie verliest heeft een opdracht aan zijn broek. En onze
fantasie kent geen grenzen! Gieren van het lachen, dat doen we! Ooit flansten we spontaan een radioprogramma à la Irene Houben in elkaar. Met zwoele stem kraamden we onzin uit. Andere keren verzinnen we ter plekke ballades met zang en piano. En geen nood, de
tapes liggen hier nog ergens te wachten op digitale omzetting
De nieuwste trend
is echter e-mail, een lekker spontaan en direct medium.
Naar aanleiding
van dit: Want nu ben ik dus wreed nieuwsgierig, hé! hekelt Koekske
middels een ellenlange aaneenrijging van diverse spreekwoorden mijn
nieuwsgierigheid. Zo, en als jij erin slaagt een nog langere zin te
maken, dan win je de wedstrijd van vandaag!! soeur vapeur
(of neen, dat geldt voor u zeker? ))))
Die uitdaging ga
ik uiteraard aan, wat dacht je! Ik brei dus nog een beetje verder En
voilà, met een beetje plagiaat alsnog gewonnen!
Dit levert
volgende reactie op:
"Ma soeur (niet
te verwarren met masseur, dat is een andere categorie, alhoewel ook niet te
versmaden!), Allicht ben ik
een nieuwsgierig aagje (is dat een beest eigenlijk??), vandaar ook dat ik die
eigenschap zo goed, grondig en uitgebreid kon beschrijven nietwaar....
En wat "onze" wedstrijd betreft... Ik moet je zwaar teleurstellen want de (ongeschreven doch normaal gezien door elk weldenkend mens gekénde!)
regels laten allicht géén plagiaat toe (het zou nogal gemakkelijk zijn anders
hé). Vermits er slechts één deelname per persoon per dag toegewezen werd, wordt
Koekske bij deze uitgeroepen tot winnares van deze ludieke wedstrijd (wat te
verwachten was natuurlijk). De prijs (een fles champagne van het duurste merk)
zal haar ten gepaste tijde persoonlijk overhandigd worden door de enige andere
deelneemster aan deze wedstrijd, zijnde Diefje (waarvoor bij voorbaat
hartelijk dank trouwens) Schol hé (ik geniet nu al in gedachten,
vandaar) ;-)
"Soeur coeur
qui pleure (omdat ge nu zoveel geld moet uitgeven aan champagne terwijl het nog
niet eens voor uzelf is!)
Uiteraard laat ik
het niet hierbij. Ik schrijf dus:
"Soeur buveur,
Klopt gij maar rustig op uw kin
in champagne kopen heb 'k geen zin
Blanc de Blancs is u te min
en wodka, jenever, rum of gin
koop ik voor jou al evenmin
'k verroer dus geen vin
aan mijn gat krabben met een pin
zit er momenteel niet in....
En nu ga ik slaapkes doen, want morgen, ttz straks moet ik
gaan werken (en dan nog wel tot 17 uur!)
Doei, 't was mij aangenaam
soeur gagneur"
"Soeur malheur,
Dit is een slag in mijn gezicht
ook al heeft het de vorm van een gedicht
Jij verzaakt dus gewoon jouw plicht
en zoiets vergeet ik niet licht
Ik dacht "ik heb eerlijk gewonnen"
want 'k had de langste zin verzonnen
Door jouw reactie is, bij alle nonnen,
nu een "voor-en-tegen"-strijd begonnen
Sommigen geven je gelijk, die zijn zot
en hebben het in mijn ogen voorgoed verbrod
Anderen zeggen "Tine, je werd bedot!"
en riepen de hulp in van God...
En dus, met de Almachtige aan mijn kant
plan ik nu een trip door 't hele land
'k Wil mijn verhaal vertellen (ik moet het kwijt)
over wat voor soort zuster gij zijt
En dan word jij degene die lijdt
aan een overweldigend gevoel van SPIJT!!
Soeur Provoceur"
"Soeur voyageur, mitrailleur,
Heb ik dat goed gehoord
zijt gij misschien wat gestoord
een queeste houden in 't hele land
om gelijk te halen aan uw kant
dat is als dansen op het slappe koord
ge zoudt beter zwijgen als vermoord
het is een teken aan de wand
zijt gij verloren uw verstand?
Iedereen in 't land vertelt het voort
dat ons relatie is ontspoord
oog om oog tand om tand
zijt gij nu niet vreselijk astrant?
met een megafoon werd het luid verwoord
in het Citadelpark aan de Heuvelpoort
alle mensen had ik daar op mijn hand
ik werd verheven in de Adelstand!
lange zinnen
van dat soort
hadden niemand
ooit zo bekoord
ik kreeg een
diploma met een gouden rand
tja, dat maakt
je misschien ambetant
dus erover
maar, ... dat zand!
Soeur
travailleur, reposeur"
"Soeur pretendeur,
Zo hoog blazen van uw toren
't zijt dus gij die uw verstand hebt verloren
Duizenden hebt gij in 't park kunnen bekoren?
't Zal mijn gewetensrust niet verstoren...
Ik besef, het doet u pijn
niet de beste te mogen (kunnen) zijn
maar spoel dit dan weg met een glaasje wijn
en spui niet zomaar in 't rond, dat venijn!
Onze relatie is inderdaad om zeep gebracht
maar dan wel door u, met brute kracht
Staan roepen in 't park, gulzig grijpend naar macht,
een wonder dat gij niet werd verkracht!
In plaats van dat diploma aan uw muur te hangen
en u door valse trots te laten bevangen,
denk misschien eerst aan andermans belangen
want die champagne..., ik blijf ernaar verlangen!
Dus neen, gooi dat zand maar ergens anders over!
Ik vond uw (plagiaat)-zinnen echt heel pover
Laat voor eenmaal toe dat ik u betover
en op die manier uw hart verover...
Soeur meilleure"
En omdat ik niet stante pede antwoord:
"Soeur pas-répondeur,
Kon mijn dichtkunst u niet bekoren?
Of ging mijn mail gewoon verloren?
Wenst u zich niet te laten storen
en wilt u daarom niets meer van mij horen?
Overweegt u om (zonder mij) een club te stichten,
een poëzie-vereniging op te richten?
Of bent u het beu om te rijmen en te dichten?
En denkt u "dit zal mijn leven niet verlichten"?
Zovele vragen die door mijn hoofd gaan...
Mijn reputatie van be(s)t-weter naar de maan!
Is onze "dicht"relatie nu definitief gedaan?
Of verkeer ik daaromtrent in een verwarrende waan?
Slechts u kan mij verlossen uit dit hevige lijden
en mij terugbrengen naar betere tijden
toen we alle twee, dus wij beiden
elkaar met de edele dichtkunst konden verblijden!
Ik wacht dus bang op een wederwoord,
(hoop dat ik uw rust niet weer heb verstoord)
biddend tot die man aan de Hemelpoort
dat mijn smeekbêe wordt verhoord...
Soeur Peur"
"Pauvre
Soeur Peur,
Pourquoi tu pleures?
je mail ging niet verloren
jouw dichtkunst kon me wèl bekoren
t ontbrak me eenvoudigweg aan tijd
krijg ik van jou nog wat respijt?
k Wil je terugbrengen naar betere tijden
en je verlossen uit je hevige lijden,
maar aanhoor dan mijn verhaal
de reden waarom ik met schrijven draal
je weet, ik hou heel veel van planten
ze stonden hier in alle hoeken en kanten
t is waar, ik spreek in de verleden tijd
nu ben ik er een aantal kwijt
hier in de nacht waart rond een beest
en mijn groene vrienden gaven de geest
elke ochtend moest ik vegen en stoffen
ik kon er zowaar wel bij ontploffen
dat het beest gewoon mijn kat bleek te zijn
vervulde me met smart en pijn
k had hem nochtans met veel liefde geadopteerd
verzorgd, gevoed, ja zelfs gecastreerd
een Don Quichot wordt hij als d avond valt
alle krachten tegen een vermeende vijand gebald
hij rent en springt, valt aan en vecht
terwijl wij ons te rusten hebben gelegd
als hij dan tegen de morgen is uitgeraasd
heeft onze boosheid hem zeer verbaasd
hij dacht, t was toch voor de goede zaak
die zware, nachtelijke taak!
nog voordat het slagveld is opgeruimd
sluipt meneer stiekem doch goed geluimd
naar een zachte warme plek in huis
hij spint en soest, ik zucht en kuis
zo vond ik geen tijd om te rijmen en dichten
en op die manier je leven te verlichten
dit is een deel van het verhaal
een andere keer vertel ik je t helemaal!
Soeur Labeur
Zo en hiermee is meteen onze kat voorgesteld waarover ik een volgende keer zal vertellen!
Ik heb altijd nogal graag gebricoleerd wat
geenszins betekent dat ik een handige Harry zou zijn. In mijn jonge jaren ging
me dat beter af, de flower power, je weet wel, dat hoorde er enigszins bij. Ik
huurde toen een klein huisje met dito tuintje. De mogelijkheden om te
knutselen waren dus legio. Het begon alvast met het installeren van een
gasconvector. Er was een schouw en een schoorsteen op het dak èn een
gasleiding. Meer moest dat niet zijn. Eerlijkshalve dien ik hier te vermelden
dat ik werd bijgestaan door een andere, meer gevorderde doe-het-zelver. Toen
ons karwei was geklaard mocht de EGW de gas aansluiten. Zij deden dat, maar
sloten het onmiddellijk weer af. Er was ergens een lek. Neen, ik zie je al
meewarig glimlachen, niet aan ons werk, maar aan de binnenhuisleiding
Onder de trap, in een nis,was door de vorige huurder kundig een
boekenrek verwerkt. Extra ruimte ambiërend verwijderde ik dit. Ik vond er een
kolenstoof Lang, lang geleden hadden we er thuis ook een, en dat bracht toch
een hoop rompslomp mee. De kolen werden in een kolenhok gestort. Met de
kolenkit kieperde papa dagelijks een portie kolen in de stoof. Elke ochtend
maakte hij ze aan met papier en wij leegden de aslade in de ijzeren vuilbak.
Zon kolenhok was ook een ideale
sanctieplaats. In de kleine lagere school heb ik daar toch eens een straf
moeten uitzitten. Plezant vond ik het niet maar schrikwekkend evenmin,
waarschijnlijk omdat er een ruitje in de deur zat, waardoor het hok toch niet
van de wereld was afgesloten.
En nu ik het toch over straffen heb wij
moesten toeren lopen op de koer wanneer we iets mispeuterd hadden. Een methode
die heden ten dage gretig navolging vindt in de lagere school hier in de buurt.
Vooral mijn zoon heeft daar wat afgewandeld!
Hoeveel plaatsvervangend verdriet heb ik niet gevoeld en tranen met tuiten gehuild wanneer Seske haar verplichte rondjes moest lopen, zelfs lang nadat ze terug in de klas was!
Ezelsoren en dergelijke heb ik niet meegemaakt, maar wel dat je voor de hele schoolgemeenschap te kijk werd gezet met bijvoorbeeld een gevlekt schrift Ach ons leven hing aaneen met verboden en geboden, de norm was toen belangrijk. Persoonlijke groei moest toen nog uitgevonden worden
t Was al een
poos geleden maar vanavond trokken we er met ons drieën met de fiets op uit.
Beelden uit lang vervlogen dagen kwamen spontaan bij me op Met vijftienjarige
broer naar zee en op de terugweg verloren rijden in Brugge. De pijlen naar Gent
leidden ons slechts naar de autostrade. Dus staken we ons licht op in een café.
Daar werd onze vraag op ongeloof onthaald. Op mijn eentje naar de
Ijzerbedevaart, ruim 80 km ver, om eens ter plaatse, rechtsomkeert te maken,
wegens te druk en te weinig voeling met de manifestatie. Lekke band verholpen
door een pater op familiebezoek. Met zus Seske en vriendin Karin bij tante Lie
op paardenvakantie. Met de trein tot in Mechelen en dan per fiets naar
Herenthout. Ter plaatse alle jumpings met onze tweewielers bezocht. En ook alle
dansfeesten. Ik was zeventien. Heerlijke leeftijd. Van de Kempen helemaal terug
naar onze geboortestad fietsen. Bijna thuis in een hondenweer belanden.
Aartslastige bruggen! Nadien Seske doodziek. Allergie voor penicilline. Papa
vreselijk bezorgd
Gevallen in onze
straat en in een onmogelijke knoop geraakt. Jas gescheurd. Wedstrijdje koersen
om indruk te maken op broer van Karin resulteert in valpartij. Zus is
bewusteloos en kreunt. Ikke: Allé Seske doe niet onnozel, sta recht! Seske met ambulance
naar ziekenhuis alwaar oor aan elkaar wordt genaaid. Mama gaan halen en met
politiewagen naar het ziekenhuis. Neen, ze is niet aangereden door een auto.
Angstig wachten tot de operatie achter de rug is. Liefdevol de jas ontvlekken
van gehospitaliseerde zus. Ingedeukte knoop aan jas is trieste getuige. Samen
met mama en voor vol aanzien worden, een heerlijk gevoel. Papa ligt ondertussen
ook in het ziekenhuis met een fistel, ondertussen zonder, maar met een wiek.
Dat doet zeer. Veel zeer.
Later dan: de
ritjes met een dommelend kind vooraan en een actief kind achterop mijn rijwiel
en deze langs de Schelde met twee zelfstandige kindertjes (op sommige stukken
met samengeknepen knieën. Die van mij). Dochter aan het duurlopen, ikke ter
ondersteuning ernaast, op twee wielen. Ikke sportief per fiets naar het werk
(eenmalig)
En vanavond:
Mama, ge rijdt gelijk een bomma! en zoonlief demonstreert hoe hij dagelijks
naar school fietst. Goed dat ik dit niet dagelijks zie! Dochter vertrekt elke
ochtend gelaarsd en gespoord met helm dus en in donkere dagen met fluovest
zeer tot ongenoegen van haar broer die dit maar belachelijk vindt.
Vandaag is het
dus zo ver gekomen dat mijn kinderen mij begeleiden in plaats van andersom,
allé zo voelde het toch aan!
Dit alles flitste
dus door me heen toen we naar zus Steentje reden, op een boogscheut van bij
ons.
In de weidse tuin
je weet wel keek ik naar de rij populieren die de grens aangaf van onze
ouderlijke tuin. Een scheefgegroeide eik vertelt ons hoe hij moest wedijveren
met een populier voor een streepje zon. Er is het brugje over de gracht naar
het stukje wild, getemd en beteugeld, ontdaan van distels en geciviliseerd met
een schommel.
Kijkend naar de
verbouwde achtergevel mijmer ik over vroeger. Wie sliep waar? Ik ben meermaals
van kamer veranderd. Op de eerste verdieping werd de slaapkamer (waar ik ooit
met Annemarie uit Duitsland sliep) in tweeën gesplitst. Vage herinneringen aan
bompa op bezoek, rustend in het eerste kamertje. Later werd het weer één kamer,
toen bobonne bij ons kwam wonen. Het werd toen een heuse studio. Niemand kon
toen ooit vermoeden dat mama eerst zou sterven.
Een rondleiding
door het recentelijk heringericht huis, voert me naar de eerste verdieping waar
haleluja! nog een stuk van de oorspronkelijke muurbekleding zichtbaar is.
Een mooie verftechniek.
Op naar de tweede verdieping, naar de
tienerliving. Schitterend! Knus! Ze is met Nele Zotje trek aan het
spelen, de nichtjes kijken televisie. Hier hebben we ooit geslapen. Hielden
modeshows. Slopen naar beneden om een snee brood uit de berging te
pikken. Kletsten met elkaar gezeten bovenaan de trap. Renden stiekem naar onze kamer toen de livingdeur beneden openging. Wachttend met ingehouden adem tot papa of mama naar boven kwam, een diepe slaap simulerend
Ik ben Lieve
Ik ben een vrouw en woon in Gent () en mijn beroep is woonbegeleider bij volwassenen met een mentale handicap.
Ik ben geboren op 18/04/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, computeren, muziek....
Ik ben een laatbloeier wat maakt dat ik me nog jong voel! Mijn kinderen (17 en 15) zijn mijn lust en mijn leven, maar toch werd het tijd dat ik
iets helemaal voor mezelf deed. Mijn zoon vond dat ik mijn droom moest
waarmaken, dat gaf hem namelijk hoop voor ZIJN droom. Dus waarom zou ik
de draad uit mijn tienerjaren niet weer opnemen en een blogje schrijven
hé!