Juich en jubel want mijn tweekoppig kroost heeft unaniem een A gescoord. Mijn oudste zegt het middelbare schoolleven definitief vaarwel en rondt een nieuwe kaap in zijn leven. Welke richting hij uitwil is nog niet helemaal duidelijk, psychologie en criminologie zijn geschrapt, rechten of pol en soc, daar wil hij nog over nadenken... Maar wie weet komt er nog iets heel anders uit de bus...
Mijn jongste staat dan weer pal in het midden van datzelfde schoolse bestaan, halverwege de tweede graad dus. Geen nieuwe keuzes te maken dit keer, toch niet op dit vlak.
En ik kijk aan tegen een slinkende beroepsloopbaan en ben van plan te genieten van de resterende actieve jaren, levenslang leren en keuzes maken incluis...
Ik had nooit gedacht dat ik ooit met argusogen de lucht zou afspeuren en blij zou wezen met een flinke wind. Een lekker zonnetje, weliswaar af en toe verstoppertje spelend met de wolken, en dan die wind. Zzzzoeff ffww ffww. Hoe meer beweging er in de lucht zit, hoe minder kreukels, vermoed ik. Mijn parasol kleppert, deuren slaan toe. Maar dat neem ik erbij. Jammer dat ik mijn wasspelden kwijt ben, om mijn wasgoed in te tomen. Af en toe slaan de lichtgewichten, de gedrogeerden, tijdens het droogproces op de vlucht, om in de goot te belanden. Dan dien ik het zuiveringsproces te hernemen en moet ik het wellicht stellen zonder winderige zon.
Het was de technieker die het doodvonnis tekende. Ik had hem in huis gehaald om mijn droogkast weer beter te maken. Deze draaide nog steeds gezwind zijn toeren, doch produceerde enkel koele lucht. Elf jaren oud, en van het soort dat een leven lang mee zou gaan, en reeds ten dode opgeschreven? De prijs voor de herstelling oversteeg deze van een nieuwe aankoop. Je ziet van hier dat ik nog transplantaten ging bestellen!
Ik tastte eens diep in mijn buidel en bespeurde enkel rosse centen. Niet één rooie! Ik keek in mijn gereedschapskoffer. Geen nagel om ... je weet wel... Ik zou me tevreden moeten stellen met een droogrek. Ik gaf me over aan ingewikkelde berekeningen van drooglengte versus aankoopprijs in verhouding tot de beschikbare oppervlakte. Ik woon namelijk klein.
Hoe ik het vroeger, in het prérenovatietijdperk, klaar speelde is me een raadsel. Ik experimenteerde met uittrekbare lijnen, die na verloop van ultrakorte - tijd immens uitrekten. Ik koos daarna voor oerdegelijke, zij het ontiegelijk lelijke, waslijnen die ik van de ene naar de andere muur spande, boven de gasconvector. In de onverwarmde logeerkamer duurde het drie keer langer eer ik de strijkbout mocht hanteren om de plooien glad te strijken. Wanneer de weergoden me gunstig gestemd waren kon ik uitwijken naar buiten, naar mijn ommuurd minituintje, alwaar ik tussen de klimrozen en de klimop oogvijzen had gedreven, trekpleister voor mijn nieuwe wasdraden. In de beslotenheid van mijn patio weigerde mijn was te wapperen en werd ik alzo verstoken van de alomprezen frisheid van het openluchtdrogen.
Ik was dan ook de koning te rijk toen mijn familie me een droogkast cadeau deed, ter gelegenheid van de op handen zijnde geboorte van mijn eerste troonopvolger. Gat geboord, rooster en buis geplaatst, klaar was Kees. Mijn broers eigenlijk, schoon plus echt. Zeven jaar geneugte. Daarna vond ik dat ik het waard was. Voor het betere merk.
Na de verbouwingen was ik multiple gelukkig dat ik èn wasmachine èn droogkast èn oven èn kookfornuis èn stofzuiger èn dampkap èn strijkijzer èn diepvries èn koelkast èn ventilator èn haardroger èn zovele andere apparaten gelijktijdig kon bezigen zonder dat de zekering smolt. Voordien moest ik me behelpen met porseleinen plombs , ik had een hele voorraad aangelegd, want ze waren moeilijk verkrijgbaar. In een antieke elektro-winkel in het centrum vond ik echter nog vervangstukken. De aan/uit-knop bestond uit een soort ijzeren vork die ik omhoog of omlaag moest duwen, waaruit dan vonken sprongen.
Momenteel bevind ik me dus weer in een ecologische periode waarbij ik gebruik maak van natuurlijke hulpbronnen. Ik kan hier echter, naast de positieve, ook enige negatieve aspecten aanvoeren. Binnenshuis verandert mijn was tijdens een moeizaam droogproces in stijve kartonnen borden. De vochtigheid blijft hangen wat niet bevorderlijk is voor de gezondheid van lijf, leden en huiselijk onderkomen. Onze poes wandelt onder het droogrek door en is in volle zomerruif. Een bijzonder onkies idee. Wat anders in de pluizenzeef belandt, blijft aan de kledij hangen. Dat drogen in huis is een slordige boel!
Nog even besparen op kilowatt-uren, maar straks, dan wil ik toch weer zon energievretende droogmachine!
Het komt aan als een donderslag bij heldere hemel. Ik sta perplex, hoor de woorden maar kan ze niet vatten. Maar het moet wel waar zijn, anders hadden ze me niet gebeld.
Krak, doet het in mijn hoofd. Een levensdraad gebroken. Hoe fragiel is een mensenleven.
Enkele fracties van seconden, en de weg naar de toekomst is afgesneden.
Er gaat veel door mijn hoofd op dit moment.
Hij was gestopt met roken, de zoveelste poging, maar nu leek het te lukken. Hij was gemotiveerd want hij wilde zijn kleinkinderen zien opgroeien. Voorlopig was er nog enkel Marthe, nog geen vier maanden oud, en hij genoot met volle teugen, van haar kleine en grote vorderingen, van het babysitten, de dagdagelijkse praatjes met zijn dochter.
Zijn oudste zoon in Frankrijk, net getrouwd, koesterde ook een kinderwens, dus waarom niet samen de sigaretten afzweren?
Het zette hem aan t dromen en hij begon te plannen. In gedachten richtte hij een bijgebouwtje in als gastenverblijf. Een ideale bestemming voor de meubeltjes van zijn moeder.
Knip, doet het in mijn hoofd. En het licht gaat uit.
Zeventwintig juni zou de tweede zoon trouwen. Het zou de mooiste dag van diens leven worden. Wat nu?
Ik denk aan de vele berekeningen en de veelvuldige uiteenzettingen die ik en ik niet alleen! - keer op keer moest aanhoren. Hij wou landen en deeltijds werken. Immers, hij mocht het niet gedroomd hebben dat het wel eens kon gedaan zijn als je net op pensioen was. Net op het moment dat je van het leven kon genieten! Zoveel ging hij uitsparen door niet meer te roken, zoveel zou hij winnen door konijnen te kweken en zijn zelfgemaakte wijn te verkopen.
Aai, doet het in mijn hoofd, precies of hij het voorvoeld heeft.
Zaterdag zou hij zesenvijftig worden. Zijn foto hangt op het bord. We grapten laatst nog dat er bij de aanwervingen rekening moest gehouden worden met de verjaardagen zodat ze wat beter gespreid zouden zijn. Vorige maand werd er bijna meer gesnoept dan vergaderd!
Mijn collega, waarmee ik zoveel jaren lief en leed heb gedeeld, is verongelukt. Een aantal jaren bestond ons team slechts uit drie. De peter van mijn zoon, hij en ik. We waren toen meer dan collegas. Voor mijn geestesoog danst het beeld van de kleurrijke taarten die hij bakte voor Jorams doopfeest. Onder andere een Afrikaanse hutten-koek. De ruiten van de vergaderruimte versierd in de kleuren van Kameroen.
Ik zie ons weer vertrekken op sneeuwvakantie, met de hele leefgroep. Een hele week haar papa missen, het leek de ene dochter, toen nog klein, ondraaglijk en prompt begon ze te huilen. Van de weersomstuit moest ook de jongste schreien!
Zo veel gaat er door mijn hoofd. Maar tranen laat ik niet. Nog niet.
Overdag wisselen emoties elkaar af, boosheid, onmacht, verdriet...
Wanneer ik slapen ga, en het licht uit is, vullen beelden mijn hoofd. Maar een traan laat ik niet. Nog niet.
Na zes dagen is er de begrafenis.
Midden in de week.
De zon schijnt. Een zee van volk.
Hij zou content geweest zijn.
Hij was zo graag onder de mensen.
Het wordt een serene, mooie dienst, gedragen door zijn kinderen, alle vier. Hij liet zo dikwijls uitschijnen hoe fier hij op hen was. Terecht!
Rouwen mag en tranen komen. Een scala aan emoties en gedachten passeert de revue. Te snel gereden wellicht, efkes niet opgelet misschien, verdorie toch. De hond! De volgende ochtend kwam hij thuis. Mocht hij kunnen spreken!
Zal je ... Je zal er niet meer zijn op momenten dat we het zo vanzelfsprekend vonden. Je kastje, je plaats aan de vergadertafel, je zelfgemaakte kaarsen (met de mottige kleuren die ik nu wel schoon zal vinden), je... Domme toch...
Met collegas en bewoners hebben we nadien nog een stil moment in het bos op ons domein. Een stille ruimte in het bos we vonden het niet meteen, zo stil afgeschut, een herinneringsplaats voor hen die ons hier ontvielen. Het is er zalig. Binnen de pallissade een boom, gelidtekend door de jaren, majestueus naar de hemel reikend. Naamplaatjes aan de omheining. Rust.
Samen aan de koffietafel, bewoners en begeleiding. Daarna is het ons tweewekelijkse vergadermoment.
We krijgen ruimte om herinneringen op te halen.
Hoe hij samen met een collega zat te huilen in een Oostenrijks bos: Help, help! Veel te vroeg, we waren nog lang niet op de afgesproken plaats! Tussen ons een diep dal, duisternis, sneeuw en bossen en één van onze discipelen die niet te houden was en ter hulp wou snellen!
Een ander moment, aan de toog met enkele prominenten. Waar het toilet was? Zoooo ver, dat haalde hij niet. Dus tapte hij discreet, en opgelucht, bekertjes en placeerde deze op de toog.
Hoe hij zijn baard verloor in de nacht en zelfs de barbier de volgende ochtend van niets wist.
Hoe hij de douchekop vulde met inkt en je vergastte op een kleurrijke douche...
We zullen onze grappenmaker missen!
En ondertussen weet ik,
Ondervind ik nog maar eens,
In welk een schitterende groep ik werk.
Met ruimte
Voor het leven
Zoals het is.
Hoe zou jij je voelen als jij je droomprinses zou verliezen? schrijft ze hem.
Ze laat er geen twijfel over bestaan dat hij haar droomprins is.
En of hij wel wist wat Aisha allemaal over hem vertelt?
Hij rangschikt het onder vrouwelijke jaloezie.
Het leven gaat niet altijd over rozen, zelfs al ben je tien.
Zijn zesjarige zus zet dan weer de werkelijkheid naar haar hand.
In haar poëzie mogen de vriendjes, evenals de vriendinnetjes, een lijstje wetenswaardigheden over zichzelf neerpennen.
Op wie ben je verliefd? is één van de vragen.
Schrijft haar vlam van het moment toch wel Ava zeker!
Prompt wordt die naam geschrapt en vervangen door Sara.
Met veel plezier degusteer ik de verhalen over het papa-weekend
Mijn stoute schoenen stonden al een poosje klaar. Maar vóór ik daar in zou stappen, had ik nog het een en t ander te overwinnen. Mijn angst om achter het stuur in slaap te vallen, bijvoorbeeld. Zeker als de zon schijnt vraagt het soms het uiterste van mijn concentratie om mijn blik alert op de weg vóór mij gericht te houden. Maar ook regen schrikt mij af. Als het bij bakken uit de hemel valt, verandert een autoweg alras in een glijbaan en verdrinken de witte bakens die me op het rechte pad moeten houden in de plassen. Kramp in de tenen of een slapend been kan behoorlijk enerverend zijn. En dan zwijg ik nog over de camions, die grote mastodonten die o zo dikwijls als het hen uitkomt zonder verpinken naar links uitwijken. Ik heb ogen te kort, ik heb er namelijk maar twee.
Ik roep mezelf tot de orde, ik lijk wel een neurotische tachtigjarige, en verstrek mezelf de nodige inwendige peptalk. Ik negeer mijn GPS die me steevast naar een andere oprit stuurt. Met een half oog anderhalf hou ik op de baan bestudeer ik de afgeprinte route en merk tot mijn groot ongenoegen dat ik al enkele flitspalen aan ruim honderd per uur gepasseerd ben. Als daar maar geen vodden van komen!
De aanwijzingen beginnen maar te tellen vanaf het grote groene dak van het Sportpaleis, dat is dus nog vijftig kilometer te vroeg. Aan de windmolens ter hoogte van Kruibeke krijg ik het gevoel toch al aardig te zijn opgeschoten. Na de tunnel hou ik links aan op de ring, naar het Noorden, dat is ver weg van de aangekondigde onweders in het oosten, hoop ik. De geschreven richtlijnen blijken veel accurater dan de gesprokene van de navigatormadame. Vooral het rechts voorsorteren maar toch rechtdoor langs de treurwilg rijden, heeft me behoed voor vele kilometers omweg. Door een bos, over een eenzame verkeersdrempel, de derde zijstraat in, bereik ik mijn bestemming. Dat denk ik toch, aan de geparkeerde autos te zien is hier toch een feestje aan de gang. Wat is het hier rustig en groen! Maar ik sta blijkbaar bij de buren...
Wanneer ik de lange overschaduwde oprit opwandel krijg ik kriebels. In mijn buik zowaar! Ik sta op het punt mijn entrée te maken bij mij totaal onbekende mensen, althans van gezicht. Een blonde nimf met springerige, ondeugende lokken met aan haar zijde een warmogige Moose, heten me hartelijk welkom.
Eén van mijn ondeugden is te laat komen en dat is nu niet anders. Ik tel nog dertien gasten. Het duizelt me bij alle nick-, voor- en blognamen, die haal ik straks vast door elkaar, temeer daar we nog lang niet voltallig zijn.
We konden de dagen voordien de voorbereidselen bijna in real-time volgen. Alle beschikbare mannen, groot en klein, waren indertijd ingezet om de hardnekkige grootbladige bamboe een kopje kleiner te maken. De beloofde zandbak waarvoor ik mijn ponderkes meebracht, is niet meer. Er ligt nu een gestroomlijnd terras van grote houten tegels, zestien vierkante meter ruim. Niet te geloven, hoe kan je dat in den donker zo kaarsrecht leggen! Bovendien is het zo groot als mijn voormalige living in mijn arbeidershuisje! Daarop troont een tot buffet omgeturnde pingpongtafel met een keure aan lekkernijen. Een lumineus idee voor mijn toekomstige feestjes zo komt het er misschien ooit van - om iedereen zijn proviand te laten meenemen... dat is méér en béter dan ik zelf kan bekokstoven! Chips, nootjes, groenten, dipsausjes, heerlijke kazen, zelfs Pata Grega mmm, pasta-, tarwe-, couscous- en Waldorfslaatjes, vlees op stokjes, sandwiches, warme pasta, brood, taarten in alle soorten en maten, het stond allemaal feestelijk uitgestald. Moose en Zap zorgden voor een waaier aan drankjes, van wijn, water en softdrinks tot een groen, wellicht verraderlijk, in elkaar geknutseld tongstrelend goedje, dat ik eerst voor muntsiroop hield. Het doet me nu nog watertanden en verdorie waarom heb ik me toch onthouden van de zoete lekkernijen!
Ik had me neergevlijd in een solide teakhouten tuinzetel, een ander was met zijn klapstoel gekapseisd, naar ik dacht om het gazon aan een nader onderzoek te onderwerpen. Of was het om stekedingen te verjagen? Die waren er namelijk in groten getale, we werden ervoor gewaarschuwd en mijn inderhaast aangeschafte stick waarmee ik mijn ledematen had ingewreven hield hen helaas niet op afstand. Nochtans flakkerden de citroenkaarsjes dat het een lieve lust was maar ook de wijfjesmuggen fladderden wellustig rond mijn aangezicht. Pas de volgende dag zou ik me onnozel krabben.
Ongemerkt was de zon ondergegaan en liet de kilte zich voelen. Er werd me een deken geoffreerd, helemaal alleen voor mij! Heerlijk! Maar het werd wel wat ingewikkelder om van mijn glas te nippen.
Ik was gemakkelijk te overhalen om de boekenschat te monsteren, neen... ik diende deze niet alfabetisch te rangschikken! Opmerkelijk, heel wat titels staan ook in mijn kasten en een aantal onbekende noteerde ik voor een volgend bezoek aan de bib.
Er werd wat afgekletst die dag en wat me opviel was dat ieder was zoals hij schreef. Ik genoot met volle teugen, op mijn manier, kijkend en luisterend.
Ik mocht zelfs blijven slapen, maar ik moest de volgende dag spinazie maken voor dochterlief, grapte ik. Met een licht gemoed en zonder schriftelijke handleiding keerde ik gezwind via onbekende wegeltjes huiswaarts. Gelukkig was de madam van de GPS nog wakker en werd mijn avontuur in goede banen geleid.
Zap en Moose, bedankt voor deze heerlijke, honderd procent geslaagde dag.
Ik wil het graag nog eens overdoen!
Na ettelijke weken loop ik haar vandaag bij de slager tegen het lijf. We wisselen wat ditjes en datjes en ik vervolg mijn weg naar de automatische deur.Tot morgen, hé! voegt ze er ten afscheid toe.
Mijn geheugen werkt op volle toeren. Tot morgen? ??? Eink? Euh?
Het was me compleet ontschoten dat we ik weet niet hoe lang geleden - in kwartet toneelplannen smeedden. Ik verneem dat we afslankten naar een triootje. We hebben nog tijd zat om concreet af te spreken, een slordige vijfentwintg uur.
Het enthousiasme op het moment van de reservatie was groot. Een avondje cultuur met ons vieren, in het verleden bleek dit reeds een voltreffer. Maar op dit eigenste moment bekoort het me slechts matig.
Om alsnog in de sfeer te komen zoek ik info over het stuk, de videofragmentjes vijzelen mijn appetijt echter niet op. Ach, ik zie wel, misschien valt het wel mee.
We willen verkeersopstroppingen en parkeermoeilijkheden te vlug af zijn en arriveren alzo véél te vroeg. De poort staat gastvrij open maar er is nog geen kat te zien en dat zwengelt de giechelstemming maar aan. Lang hoeven we niet te wachten voor er iemand verschijnt en weer verdwijnt om kassa en tickets op te halen.
Noodgedwongen breken we onze geanimeerde conversatie af om het inwendige van de Kazematten te betreden. We kiezen een centrale plaats, onzeker of het hier te doen is. Centraal hangt een gigantische ronde tafel, wat verder een zaag- of boortuig. We bevinden ons in een voormalige schrijnwerkerij. Boven ons hoofd oefent een orkest, toetsen, viool, blazer, het klinkt wat jazzy en free maar we ontdooien in een culturele mood. Een wijntje kan de stemming alleen maar ten goede komen. We zitten immers in het voorgeborchte van de theaterzaal, de cafetaria.
Langzaamaan druppelen de andere gasten binnen. Wanneer enkelen de affiches aan de toegangsdeur al te lang en nadrukkelijk blijven bestuderen, beseffen we dat we mogelijk onze bevoorrechte positie van eerstkomers er zijn namelijk geen genummerde plaatsen - aan het verliezen zijn. Mijn kompanen besluiten de posters van nabij te bekijken en Vera ontdekt welke kant het eerst zal opendraaien... daar waar de anderen staan! Deze wetenschappelijke benadering loont echter niet, want wanneer uiteindelijk de rechterkant opendraait, stroomt de alerte linkerhelft de zaal in. Maar niet getreurd, we zitten toch nog op de eerste rij...
Van dan af is het degusteren. Theater van de bovenste plank. Figurentheater dan nog wel, een spel tussen mensen en poppen. Drie acteurs, drie bedrijven die eigenlijk drie volwaardige voorstellingen vormen. We volgen Gomaar in zijn kindertijd, adolescentie en volwassen leven. Tussendoor, dus tijdens de pauze, worden we vergast op een Breugheliaans buffet, een muzikaal intermezzo en een cocktail, rood of onbestemd groen.
Paletten, snelbouwstenen en houten rekken, opeenvolgend tekenen ze de achtergrond. Wat fantasie met dode materie kan doen, het grenst aan het ongelooflijke. De in een halve kring opgestelde witte blokken vallen na een tikje als dominostenen om, geven een naar mijn gevoel niet te evenaren visueel effect en verbeelden even later een trap. De Ikeakasten suggereren een boortoren of de zuilen in een kerk.
Ik vind dat er wat te veel gezeuld wordt met het decor, een extra fysieke belasting voor de spelers, maar dat is wat mij betreft de enige dissonante noot.
Niet onbelangrijk vind ik tevens de tijdsgeest waarin het stuk zich afspeelt, de zestiger en zeventiger jaren. Gomaar groeit op in een boerendorp, waar de zoon van de kruidenier trekjes vertoont van de slager en de boerendochter wat weg heeft van de timmerman, ik zeg maar wat. Alleen Gomaar en zijn moeder, zij zijn anders. Hij vindt vriendschap bij de knecht Gaspard die op elke vraag een antwoord weet of is het omgekeerd? Hij droomt zijn eigen wereld, ergens halfweg tussen hemel en aarde en ontdekt wie zijn echte vader is en dat is niet Godfried, de man waarmee zijn moeder getrouwd is.
Wanneer Gomaar het dorp inruilt voor de stad belandt hij in de flower-power-beweging, maakt kennis met de rebellie tegen de burgerij, tegen kapitalisme en materialisme, met jongeren- en dokwerkersbetogingen, maar... make love no war!
Vele jaren later keert hij met dochter Sara terug naar zijn plattelandsdorp en mijmert aan de doodskist van zijn moeder over wat voorbij is. Beetje bij beetje wordt zijn levensverhaal ontrafeld.
Opmerkelijk vind ik hoe de acteurs afstand nemen van hun personage door afwisselend in de rol van de figuur te kruipen en er nadien commentaar over te geven of het verhaal verder te vertellen en zich hiermee rechtstreeks tot het publiek wenden. Ze spelen elk ook verschillende karakters, dit is zelfs sekseoverschrijdend. Veel wordt overgelaten aan de verbeelding van de toeschouwer, die door de suggestie van decor, figuren en acteerspel, het verhaal compleet moet maken.
Wie na mijn relaas goesting heeft om zich in dit theaterspel onder te dompelen, reppe zich zaterdag aanstaande tijdens het Paletfestival naar Het Paleis in Antwerpen of de week daarop naar De Werft in Geel, tenminste als niet alles is uitverkocht...
Ik neem mijn hoedje af voor de vertolkers, de verzinners, de muzikanten, de vormgevers; dit was kunst met een grote K. Wij waren doodop na deze marathon, een middernachtdroom, zij puurden kracht uit een verdiende staande ovatie...
Tot mijn ontzetting ben ik weeral eens bezig te laat aan t komen. Ik had me nochtans goed voorbereid: de route uitgeprint, alles op voorhand klaar gelegd, tijdig uit de veren. Oponthoud in de badkamer door mijn jongste die ze te lang bezet houdt terwijl mijn oudste voor de deur staat te trappelen. Zijn aansporingen wekken niet op tot spoed, integendeel! Op zijn beurt baddert hij ook uitgebreid en vooral het onderhoud van zijn haardos is een tijdrovend karwei.
Aan het tankstation is het na herhaalde pogingen onmogelijk om mijn Visakaart in te lezen. Mijn gewone bankkaart wordt wel aanvaard maar de pomp weigert dienst. Nul komma nul liter diesel sijpelt er uit de slang, ik mag wriemelen wat ik wil. Snel naar een andere pomp, maar daar is iemand me te vlug af. Aanschuiven in een andere rij dan maar. Een dame getaxeerd op bijna klaar, het blijkt een foute inschatting. In achteruit en in volle vaart naar de volgende pomp.
Deze bevoorradingsprocedure kost me twintig minuten extra. Nog koester ik hoop het traject tijdig af te werken. Hoe ijdel! Terwijl ik de oprit naar de autostrade oprijd, bots ik op een file. Stilstaand, wel te verstaan. In grote haast verlaat ik dus de snelweg, deze naam momenteel niet waardig en probeer in mijn hoofd een alternatieve route te berekenen. Ruimtelijke oriëntatie is niet meteen mijn sterkste punt. Drongen ligt een stuk op weg naar de kust, redeneer ik, en daar besteed ik de volgende twintig minuten aan.
Het is er druk maar ik kan probleemloos invoegen. Volle snelheid haal ik echter niet. Bovendien stropt het verkeer bij elke mogelijke op- of afrit.
De radio meldt wateroverlast in Oostkamp, en dat kunnen we meteen aan den lijve ondervinden, we passeren daar net. Het uitspansel dreigt inktzwart. Met een ei in mijn broek en in het schriele licht van de koplampen zoek ik me een weg tussen opzwiepend nat en immense plassen die de wegmarkeringen maskeren. De loodzware lucht loost zijn ingehouden nattigheid. Mijn ruitenwissers vliegen driftig heen en weer. Ik vind de knop voor de achterruit niet meer. Proefondervindelijk lukt het uiteindelijk gelukkig wel.
Een half uur later dan vooropgesteld arriveren we in De Kinkhoorn. De maaltijd is al halverwege...
Het wordt een heel plezierige namiddag. Een feest in beperkte familie, zeventien personen, maar toch heel biezonder. Om te beginnen vier generaties, in vrouwelijke lijn. Leeftijden van twee tot plus negentig. Twee gescheiden koppels. Een weerzien met een uit het oog verloren familielid. Veelkleurig. En toch harmonie.
In de kelder van het complex is een kinderparadijs met fietsjes, pingpongtafels, minigolf en nog veel meer. Ik poog dit alles op de gevoelige plaat te leggen, geen sinecure met zon kwikzilvers. De zesjarige feestelinge staat wàt graag in de schijnwerpers en laat zich met plezier vereeuwigen in allerlei gewaagde poses, van tong uitsteken tot pure acrobatie.
Als de zon uiteindelijk doorbreekt zakken we af naar de dijk en leven de jongsten zich uit op de go-carts. Sara kan haar geluk niet op wanneer ze boven verwachting toch een elektrische step mag. Met duizelingwekkende snelheid zoeft ze heen en weer, in haar kielzog, grote broer Maarten. Ukkepuk Mateo krijgt gaandeweg het trappen onder de knie.
Kers op de taart is een rit op een vierwieler, met papa en Joram aan het stuur, Jolien en Maarten aan de pedalen en de jongsten als passagier.
Een ijsje, een drankje, ronden de dag mooi af en ongehaast en zonder file vatten we de terugreis aan. In een aureool van zacht avondlijk zonlicht...
Vandaag stond ik oog in oog met een tsunami.
Terwijl ik deze woorden intoets schiet de bliksem hels over mijn scherm, gevolgd door een ratelende donderslag en kletterende regenval, de prijs voor een weekendje zomerse temperatuur. Mijn roodgetinte huid de voorbode van mokkabruin, de twintigplusser in Celsiusgraden een belofte naar méér, naar véél meer...
Om de weergoden zand in de ogen te strooien had ik me een veelkleurig extra large regenscherm aangeschaft en dit grijpensklaar in mijn automobiel geborgen. Met afgunstige blik op de gigantische vissersuitrusting, zocht ik de afgelopen weken beschutting onder mijn aftands minuscuul exemplaar met geknakte baleinen, resultaat van het verloren duel met de wind. Door piepkleine gaatjes in de impermeabele stof sijpelde het hemelvocht onbarmhartig op mijn hoofd.
In het meervoud eigenlijk, want we deelden de paraplu, mijn jongste en ik...
Heden ben ik uitgerust met zonneglazen, gemonteerd op mijn bril. Meer zelfs, een witte zonneklep siert mijn hoofd. Potsierlijk, vermoed ik, maar zeer doeltreffend, want hoe zonminnend ik wel mag wezen, achter het stuur heb ik Laura niet graag in het vizier. Ze kan me immers danig vermoeien.
Aan de rand van het tartanovaal geniet ik van de prestaties van de Racingers. Ze lopen, springen, werpen dat het een lieve lust is. Acht kampioentitels op dag één en tien op dag twee, schitterend toch! Een veelbelovend aanloopje naar de nakende Bekers van Vlaanderen...
De tsunami van vandaag heeft echter geen uitstaans met dit sportief gebeuren.
Na mijn nachtdienst geniet ik van een heel aangename, rustige ochtend. Mijn pappenheimers zijn om het allerliefst. Sooi vertrekt welgemoed samen met mijn collega naar het station, Merci en haar compagnon worden tijdig opgehaald voor een familiefeest, Flup laadt zijn flessen wijn voor de verjaardag van zijn mama zonder brokken in de koffer van de chauffeur, Riebe en Abel vertrekken te vroeg naar de kerk en arriveren toch te laat, want het is Plechtige Communie en de mis duurt lang maar daarom niet getreurd want het is plezant.
Ik kan één van de kerkgangers moeiteloos warm maken voor een tripje per fiets naar de buurtwinkel. Ik heb sla noch tomaten in huis, en die staan op het menu. Ik maak een overheerlijke salade, met pijpajuin en rucola en kruidige dressing.
Ondertussen staat de soep te pruttelen.
Zou de soep moeten staan pruttelen.
De soep van gisteren.
Die vandaag nog rijker van aroma zou wezen.
Tiens, er broebelt niets. Echt niets.
Staat het vuur wel aan?
Ik roer.
Geen spoor van verhittingsactiviteit.
Ik roer nogmaals.
Plots spuit het hete groentenat wild in t rond.
Inderhaast verplaats ik de pot naar een ander kookvlak.
De inhoud bruist over de rand.
Ik verhuis naar een ander vlak.
Gulpen tomaat vliegen in het rond. Op het fornuis, de muur, de vloer...
Precies een vulkaanuitbarsting.
Ik blus met een geut koud water.
Er komt terug rust in de ketel.
Maar de soep met vermicelli van gisteren blijkt oneetbaar.
Aangebrand.
Het navenante liedje spookt door mijn hoofd....
En de troostprijs is: een dubbele portie saté plus dessert.
Het leed is geleden, de spetters weggeschrobd, de tsunami verleden tijd...
Ontbijt op bed, met croissantjes, dat zou me wel aanstaan...
Ik werp een heel klein balletje op, een klein suggestietje. Meteen voeg ik eraan toe: Ach, laat maar, ik moet vroeg werken morgen, t zal niet lukken...
... Veertien over zeven schiet ik wakker, die dekselse wekker... en ik merk dat ik deze een uur te laat afstelde. t Is vuilbakkendag zakken eigenlijk en ze staan dit keer nog niet klaar. Dat wordt stressen. Dochterlief zit heel ontspannen met een kom cornflakes voor de televisie. Ik ben een beetje gepikeerd, en verongelijkt, kon ze me niet wekken dan? In zeven haasten douchen, kattenbak uitkuisen, was bijeenzoeken, vuilbakjes verzamelen, lege flessen bij de PMD, zakken dichtknopen... mijn ochtendmaal schiet erbij in...
Op de parking waaien de felicitaties me vrolijk tegemoet. Ons Merci roept me van op de schommel toe of ik haar kaartje reeds gelezen heb. Ruim twee weken geleden deponeerde ze het in mijn correspondentiebakje met de waarschuwing het niet te openen. Ze houdt het allemaal nauwgezet bij, in haar hoofd, de planning van de dagbesteding, de dienstroosters, de regels en afspraken (en o wee diegene die zich daar niet aan houdt), de evenementen, wat iemand ooit gezegd of gedaan heeft, hoe ze het doet is me een raadsel. Ze is dan ook héél prikkelbaar als iets niet loopt zoals gepland. Maar een verjaardag, dat is een honderd procent vaststaand gegeven.
Op zon dag kan ik echt niet incognito blijven, het gonst door de gangen, jarig, jarig, jarig... Mijn collegas heffen een Happy Birthday aan en aan de middagdis krijg ik zalm in plaats van kabeljauw. Ze kennen hier wat van graag zien!
Via sms stuurt mijn zoon een gelukswens in één adem met de verzuchting dat hij al veel geld kwijt is. Donderdag vertrok hij met alle zesdejaars voor drie dagen naar Parijs. Ook die dag prees ik mijn gelukkig gesternte. Mijn wekker weigerde dienst, en mijn oudste sliep doodgemoedereerd door de zijne heen, maar gelukkig werd ik bijtijds om twintig over vijf wakker, zodat de bus niet zonder hem vertrok...
Van Koekske lees ik het volgende: Alleluja! Twee 5-jes netjes naast elkaar... Vijf en vijftig... Deze verjaardag komt volgens mij volledig tegemoet aan zowel je (al dan niet nog verborgen) talenten (zoals je gevoel voor symmetrie en orde) als aan je (al dan niet reeds gekende) eigenschappen (zoals jeugdige speelsheid en waardige rijpheid)! Van ganser harte een toffe verjaardag toegewenst. X
Deze zus kent me van binnen en van buiten: mijn huishoudelijke gaven, mijn gestroomlijnd gevoel voor netheid, mijn opruimwoede, mijn huiver voor chaos, mijn totaal gebrek aan rimpels en mijn immense wijsheid.
Bieke heeft iets ingezongen op mijn voicemail en kondigt de volgende zussendag aan. Steentje zendt een berichtje, Sesje een digitaal, en Boontjes kaartje is onderweg.
Ik ben een rijk mens...
Tot dat besef kwam ook mijn zoon na zijn onvergetelijke driedaagse. New York moet even plaats ruimen voor Parijs. De nieuwe stad van zijn dromen. Met volle teugen genoot hij van brede boulevards, majestueuze monumenten, gezellig keuvelen met jongeren onder de bruggen aan de Seine, genoeglijke maaltijden samen, de metro, le stade de France (het gras is altijd groener aan de andere kant...), le quartier latin... Zere voeten, een kleine prijs voor al het beziens- en belevenswaardige. Bijna de helft van zijn budget spendeerde hij die eerste dag, maar zo leerde hij doseren voor de volgende. Onze provinciehoofdstad verzinkt in het niets bij zijn lofrede over het expansionisme van de lichtstad...
De eerste steen is ondertussen gelegd, van wat de grootste van ons land moet worden.
Maar vóór het tot de bevalling van die eersteling kwam, passeerden we nog eens het vertrouwde filiaal in Ternat. Een uitstapje, volgens mijn dochter, en ze wilde héél vroeg vertrekken om het uiterste uit de dag te halen. Gaandeweg ondervond ze dat de toonzaal niet zo immens was als gesaved in haar memorie. Het minutieus onderzoek van de uitgestalde koopwaar ten spijt, naast het nuttigen van een namiddagmaal van Zweedse balletjes met een saus die ze niet lustte voor haar en een pepersteak voor mij had ik maar de zalm gekozen waren we veel te rap rond naar haar goesting.
Het is gelukkig ook the place to be om wat bekend volk tegen het lijf te lopen. België is klein. En de instelling waar ik werkzaam ben is groot, getuige het aantal collegas dat ik daar trof. Van het toeval een deugd makend, hielp ik bij de keuze van glaasjes voor de kaarsengieterij. We werken namelijk samen met een middelbare school die onze producten verkoopt in een minionderneming, nota bene tot beste verkozen van de provincie. Aanstaande zaterdag nemen ze deel aan de Vlaamse finale.
Aangezien de sightseeing wat tegenviel in tijd trachtte ze het te compenseren met het forceren van een aankoop. Indien ik haar vrij spel zou geven stond onze living vol niet bij elkaar passende kasten! Eens terug thuis inspireerde het haar tot het maken van een plan. Binnenhuisarchitectuur. Ze zou zelf iets maken.
Ik wou haar niet direct ontmoedigen, gezien onze gebrekkige schrijnwerkeroutfit, dus opperde ik dat renovatie van het huidige meubilair ook creatief kon zijn. We konden de spiegelkast misschien afschuren en voorzien van kippengaas? Of het middenpaneel invullen met zwartwitfotos achter vensterglas? Een strandtafereel schilderen op de badkamerdeur?
Mijn dochter is erg daadkrachtig. En impulsief. Dus demonteerde ze meteen de kastdeur en ging ze in de weer met schuurpapier. Proefondervindelijk leerde ze dat ze om te beginnen beter iets met een grovere korrel hanteerde. Het bleef bij die ene deur, languit op de tuintafel. De rest nam de mama ikke dus onder handen. Ik ben er heel wat uren, en dàgen, zoet mee geweest. Vooral de versiering in halfreliëf was prutswerk. Maar het resultaat mocht er zijn, onze kast stond er blank te blinken.
Dus waagde ik me aan het uiteindelijke doel: het inwrijven met witte olie. Edoch! In plaats van bleker werd mijn meubelstuk donkerder, in feite hetzelfde als ervoor! Ik had het kunnen weten!
Ten overvloede had mijn zoon in de gauwigheid een en ander meegegraaid uit de laden, die ik in het kader van de werkzaamheden had geleegd en in zijn sporttas gemoffeld. Dat bespaarde hem namelijk een verre, vermoeiende verplaatsing naar de badkamer. Groot was de hilariteit bij zijn kameraden, toen hij zich na de basketbaltraining en een verkwikkende douche, diende af te drogen met een aantal slabbers. Van een flink formaat weliswaar, vervaardigd door onze bewoners, met een opgestikt motief, en zo oerdegelijk dat ik er geen afstand kon van doen. Voilà, zo kwamen ze nog eens van pas.
En ik hoop stilletjes dat bij het ochtendgloren mijn kast alsnog in een witte satijnglans mag oplichten...
Vorige week had ik het gemist. Het overgrote deel toch. Ik had weliswaar nog net gezien hoe de Nederlandse oogarts te voet door de onherbergzame Nepalese bergen trok, vergezeld van een lange stoet dragers, schijnbaar moeiteloos het zware medische materiaal torsend. In uiterst primitieve omstandigheden voerde ze jarenlang operaties uit, trekkend van het ene naar het andere oogkamp, tot haar leven in gevaar was en ze noodgedwongen naar Europa terugkeerde. Door haar opgeleide mensen namen haar werk over. Voor de plaatselijke bevolking leken het welhaast mirakels: blinden die terug konden zien!
Veertig jaar geleden onderging mijn moeder ook een aantal oogonderzoeken. Er was een sprankje hoop dat ze heel misschien het zicht terug kon krijgen. Alhoewel ik even verwachtingsvol was, knaagde het toch bij me dat mijn vader die mogelijkheid niet had. Ik probeerde me voor te stellen welke impact dit op ons leven zou hebben.
Het samenwonen met blinde ouders was voor ons heel gewoon. Pas véél later zou ik me afvragen hoe ze het in s hemelsnaam allemaal klaar gespeeld hadden. De verzorging van een baby, niet één, maar zes. Het huishouden. Koken. Een huis bouwen. Op uitstap gaan. Reizen. Les geven. Spelen en ravotten. Lessen opvragen, euhm de catechismus eigenlijk.
Ik herinner me mijn angst toen ik als veertienjarige moest brillen. Niet omdat ik dacht dat ik erfelijk belast was en bezig was blind te worden, maar omdat anderen dat eventueel misschien mogelijks wel eens zouden kunnen denken. In bepaalde lessen vertikte ik het mijn bril op te zetten, omdat ik meende dat de leerkracht me na een oudercontact raar bekeek. En mijn zussen maar jaloers zijn!
Het was een hele verademing toen ik na jàren contactlenzen liet aanmeten. Zalig zonder glas voor mijn ogen! Geen bewasemde entrée tijdens de winter, moeiteloos kijken in de regen, zelfs tijdens het zwemmen een klare blik. Helaas kon ik ze uiteindelijk niet meer verdragen...
Een citytrip naar Istanboel en ondertussen mijn ogen laten laseren, een droombeeld!
Maar ondertussen heb ik me vanavond tijdig voor de televisie geïnstalleerd voor de volgende aflevering van Ladies first, over de veertien koninginnen uit Swaziland. Afrika, altijd klaar om mij te boeien, al prefereer ik de onbevangenheid en open geest van interactieve reportages van Bruce Parry.
Koning Mswathi III hij wordt aanstaande zaterdag veertig - regeert reeds meer dan twintig jaar als een absoluut monarch, wat betekent dat rechterlijke, wetgevende en uitvoerende macht hem toebehoren. Politieke partijen zijn vooralsnog verboden. Swaziland heeft een parlement met enkel adviserende bevoegdheden. Er is een traditioneel kiesstelsel waarbij op een individu een loyaal aanhanger van de koning zijn is een must! - en niet op een partij gestemd wordt. De koning benoemt zelf een flink aantal senatoren en parlementsleden.
De reportage is gedraaid ten tijde van de Reed Dance, een jaarlijks ritueel waarbij duizenden maagden riet aanbrengen voor de palissade van de koning.
De eerste twee koninginnen werden uitgezocht door de adviseurs, dit zijn leden van de koninklijke familie, vertegenwoordigers van het leger, stamoudsten en traditionele genezers. De kinderen van deze vrouwen kunnen hem nooit opvolgen. De volgende vrouwen mag hij vrij kiezen. Dit gebeurt geregeld tijdens deze rietdans, er worden fotos genomen van de mooiste meisjes. Helaas kan je niet néé zeggen wanneer je uitverkoren wordt, al hebben twee echtgenotes hem toch verlaten. Bruid worden ze pas nadat ze een kind gebaard hebben, tot zolang zijn ze verloofd.
Jammer genoeg stelt de koning of juister zijn entourage zijn veto voor een interview met enkele koninginnen, sommige journalisten hebben zich niet aan de afspraken gehouden. Pas op het laatste nippertje wordt een gesprek met koningin LaMbikiza toegestaan. Ze vertelt hoe ze als schoolmeisje werd uitgekozen, haar secundair onderwijs mocht afmaken en via schriftelijk onderwijs rechten studeerde. Ze is voorzitster van het Aidsbestrijdingscomité.
De koninginnen leiden een luxueus leven, elk in haar paleis, maar volledig afgesloten van de wereld.
Het liet Annemie niet los, hoe zat het nu met die polygamie. Een duidelijk antwoord kreeg ze niet. Maar toen Dlamini naar voren bracht dat in Frankrijk het houden van een maîtresse officieel is, hoorde ik het toch in Keulen donderen. Doelde hij nu op president Sarkozy? Of verwees hij naar Madame De Pompadour???
Een bejaarde koninklijke raadgever stelde dat je zelf kiest of je mono- of polygaam bent, maar je moet de verantwoordelijkheid nemen voor je keuze. Of er geen gebrek aan meisjes was dan? Er waren er volgens hem veel te veel! Pure noodzaak dus, polygamie....
Wat zit ik me zorgen te maken over uit de pan swingende consumptieprijzen! Het leven is inderdaad duurder geworden. Mijn favoriete smeerboter kostte laatst twintig cent meer, een stijging van welhaast tien procent. In de oude Belgische valuta betekent dit een meerkost van acht frank.
Vorige week kreeg ik de afrekening voor elektriciteit en gas. Je gelooft het niet, maar er werd drieëntwintig euro terug gestort. Je zou verwachten dat de volgende afrekeningen lager zijn. Fout! Op jaarbasis zal ik ruim driehonderdvijftig euro meer neertellen, dat is bijna een kwart erbij... Ik wil me hierin nu niet verliezen, maar het is toch vermeldingswaard dat die factuur voor mij bijna chinees is. Vorig jaar werd een forfait aangerekend voor twee maanden verbruik na de meteropname, en nu... ik moet het nog uitzoeken. De vrije markt heeft het leven voor de doodgewone burger alvast niet simpeler, en zeker niet goedkoper, gemaakt.
Ik moet niet zeuren, ik heb het nog goed. Vandaag hoorde ik op de radio dat onder andere Filippinos, Haïtianen, Indonesiërs en veel Afrikanen het een pak slechter stellen. Doordat de prijs voor rijst verdubbeld is, eten zij genoodzaakt minder. Zij zijn immers afhankelijk van import. Rijst is voor de helft van de wereldbevolking het basisvoedsel. Er moeten al mirakels gebeuren om deze situatie recht te trekken. Enerzijds zou het te maken hebben met een toename van de vleesconsumptie, door de groter wordende middenklasse in Indië en China bijvoorbeeld. Vee heeft nood aan voedergewassen. En dit gaat ten koste van de teelt van andere graangewassen.
Anderzijds moet men veld ruimen voor de opkomst van de bio-energie. Investeerders zien groot geld in het telen van biogewassen. Uiteraard is het zinvol te zoeken naar alternatieven voor olie maar dit mag, volgens mij, nooit ten koste gaan van de productie en betaalbaarheid van primaire voedselgewassen.
Wat kan ik zelf verhelpen? Niet zoveel, denk ik. Voor de fiets kiezen, waar mogelijk, in plaats van de auto bijvoorbeeld. Ik constateer dat ik een beetje lui ben. Voor streekproducten kiezen, dat scheelt een hoop op de exportkosten. Maar we houden van ananas. Ik ben niet zo groen als ik zou willen...
Belg kiest te snel voor dieselwagen, lees ik in de nieuwsbrief van Knack. Lap, denk ik, koop ik eens een nieuwe auto en t is weer niet goed. Hoog op mijn verlanglijstje stond het verbruik, dat moest van eigens laag zijn. Mijn vorige slee was een zuipschuit en naarmate hij verouderde nam ook zijn dorst toe. Volgens het boekje zou mijn Berlingootje in stedelijke omstandigheden slechts zeven liter consumeren, anderhalf keer minder dus... Bovendien is de CO-uitstoot lager dan bij benzine en milieuvriendelijker dus, maar niet laag genoeg voor een extra korting van de promotende overheid. Over vervuiling door roetdeeltjes en stikstofoxides wordt geen reclame gemaakt.
Deze uiterst ongezonde stoffen zijn helaas rijkelijk in mijn woonomgeving aanwezig en met de huidige ellenlange files door wegenwerken vrees ik het ergste voor mijn luchtkwaliteit. Lucht, zwanger van kwalijke dampen, ik krijg het er benauwd van...
Het volgende item lijkt ook aan mij gericht: Beugel dragen niet altijd nodig. Ik moet zelfs niet diep in mijn hart graven om dit te beamen. Desalniettemin onderging ook mijn kroost een orthodontische behandeling, voor mij een serieuze financiële aderlating. De een had te weinig, de ander te veel plaats in de mond, en de laatste werd door de eerste geplaagd, want je kon een fiets parkeren tussen die twee voortanden. Nochtans geldt zon spleetje in Afrika als één van de zoveel schoonheden.
Gezondheidszorg wordt onbetaalbaar, vind ik wat verder. Meer dan een kwart van de geneeskundige lasten dient de patiënt persoonlijk op te hoesten. Doordat de ziekenhuiskosten zo hoog oplopen blijven veel facturen onbetaald. Erelonen hebben de tendens de pan uit te swingen wanneer het voor rekening van de hospitalisatieverzekering is, wat een boomerang-effect geeft: de polissen worden duurder. Ik hou mijn hart vast want ik heb er nog altijd geen. Ik durf er niet aan te beginnen ook, dan is het precies of ik ongelukken verwacht!
Dat de opwarming van de aarde het risico op cataract verhoogt, herinnert me eraan dat ik dringend naar de oogarts moet. Het is al ik weet niet hoe lang geleden. Tegenwoordig kan ik zelfs beter lezen zonder bril. Maar wat me zou moeten aansporen is: de oogdruk. Ik heb geen ingebouwd alarmbelletje dat me verwittigt wanneer die te hoog oploopt. Niets dat me waarschuwt dat glaucoom op de loer staat.
Ik hoop dat mijn nonchalante t is niet acuut immers - op-de-lange-baan-schuiverij me niet vroeg of laat zuur opbreekt.
De koe bij de horens vatten, het ijzer smeden wanneer het heet is en er geen gras laten over groeien... Alleen, zo midden in de nacht, t is niet het moment om een afspraak te maken!
Ik heb zin in iets tropisch. Kwestie van een beetje te declimatiseren van een avondje lokaal filmplezier. Ik heb het gecheckt, het woord bestaat niet. Ik bedoel enkel dat ik wat tegenwicht nodig heb voor een aanrijding in Moscou, zo dicht bij mijn deur.
Een exotische bar dus. Eigenlijk wil ik naar The Mix, waar de Togolese uitbater heerlijke cocktails mengt, maar mijn gezelschap is dat een beetje ontgroeid. In de Mosquito Coast ziet het zwart van het volk, bij wijze van spreken dan, want nauwelijks een kleurling te bespeuren. We vinden een tafeltje aan de deur. Naast ons is een groep met bloemen omkranste meisjes neergestreken. Ik zit halverwege mijn Singapore-drankje ik heb de mojito kunnen weerstaan wanneer ik opmerk dat we in de kijker lopen. Er wordt vagelijk naar ons gewezen en uiteindelijk benadert een meisje ons met de vraag niet op haar te letten want ze gaat rare dingen doen. Met die jongen daar. Dat kadert in een aantal opdrachten. Of ze ging trouwen misschien? Ja! Binnen drie weken. Nu pas valt mijn oog op haar outfit. Een sportbroekje boven een legging. Een T-shirt met getekende munten.
Mijn gedachten vlieden naar mijn collega en de wilde verhalen over zijn vrijgezellenfeest. Hij moest onder andere stukjes van zijn kledij verkopen en hiermee zijn consumpties bekostigen. Om zo erg sjofel naar huis keren...
Er zijn al wat rondjes uitgeknipt zie ik nu. Andere mannen worden aangesproken om te poseren voor een erotisch standje, eentje van de velen op het blad. Cameras flitsen.
Even later wordt ons gevraagd in een vreemde taal een liefdesverklaring te noteren. In het zilver. Zwijgen is goud, spreken is... je weet wel.
Het ligt me niet vlot meer op de tong. Ik moet een poosje in mijn geheugen wroeten.
Mengwès wè ngandag, alo-em!
Ik hou veel van jou, mijn echtgenoot! In het Bassa, één van de talen uit Kameroen. En of ik daarmee scoor! Het wekt ook nieuwsgierigheid en ik moet bekennen dat de man gegaan, maar de herinneringen gebleven zijn. Dit laatste zeg ik natuurlijk niet luidop.
Voor haar doet het er niet toe.
En voor mij ook niet. Wat is, is. Daar kan ik niets aan veranderen.
De balans valt nog altijd positief uit, mijn keuzes hebben tot nog toe steeds tot een verrijking van mijn leven geleid...
Shame on you, Obama! had ze gezegd, en het zinderde nog na in mijn hoofd. Niet dat de Amerikaanse verkiezingsstrijd me zo na aan het hart ligt, maar zo af en toe vang ik toch wat op. Bij de democraten staan beide kandidaten voor vernieuwing: een vrouw of een zwarte, geen evidente keuze.
Barack Obama heeft bij mij een streepje voor, en bij mijn huisgenoten zelfs méér dan dat.
Ik herinner me Martin Luther King en zijn onvergetelijke woorden: "I have a dream..." Een wereld waarin iedereen gelijkwaardig is, ongeacht afkomst, kleur, ras of sexe... Het lijkt zo simpel, toch sluipen (voor-)oordelen zo gemakkelijk ons denken binnen...
Toen ik zo oud was als mijn dochter nu, had ik, geschokt door de moord op Robert Kennedy, een condoleance-bericht naar het Witte Huis geschreven. Twee maanden later ontving ik een bedankbriefje. De wereld, slechts een voorschoot groot!
Shame on you!, het spookte door mijn hoofd. Alleen, het was mijn naam die oorverdovend voor mijn geestesoog geblokletterd stond.
Schaam je, Lieve!
Vorig weekend kreeg ik namelijk het fietsrelaas, met voor mij pijnlijke afloop, in het boekje van de Pluimplukkers onder ogen. Een verhaal, van mijn hand nog wel, over een door de badmintonclub georganiseerde fietstocht waarbij ik moest gerepatrieerd worden. In feite gerecitieerd - een neologisme - want ik moest uiteraard niet terug naar mijn land, maar naar mijn stad gevoerd worden. In plaats van de loftrompet over mijn koene redder in nood af te steken, repte ik er met nog geen half woord over. Nochtans had de mens in kwestie met spijt in het hart een rustig atletieknamiddagje met zijn jongste moeten afbreken om mij in the middle of nowhere te komen ophalen.
Bovendien deed hij dit diezelfde avond nog eens over voor het meer Bourgondische deel van de festiviteiten. Aangezien ik met een plaaster mijn auto niet kon besturen, werd ik aan huis afgehaald. En terug gebracht.
Bij deze probeer ik het hier en nu goed te maken: bedankt lieve schone broer.
Medemenselijkheid en "brotherhood" is iets om in te kaderen, vind ik.
Zoetje, kijk je even naar het kraantje, het lekt.
En schattebout, terwijl je toch bezig bent, wil je dan ook eens het toilet controleren, dat blijft ook maar lopen
Ach, en voor ik het vergeet, sjoeke, er zijn weer eens drie halogeen spotjes stuk in de keuken
Zou het leven niet eenvoudiger zijn met een handige Harry aan mijn zijde?
Hulpvaardig, aantrekkelijk, rechtschapen, rijk en yang
Er is een minuscule uitsparing waarin ik mijn schroevendraaier kan wurmen en met enige moeite wrik ik het blauwe dopje eruit. Ik speur naar een vijs die ik kan losdraaien. Helaas, de tijd staat niet stil, en de techniek dus ook niet. Ik heb een getand gat blootgelegd met een buisje in schroefdraad. Ik keur mijn assortiment bitsleutels zonder iets naar mijn gading te vinden. Eens proberen wat ik zonder hulpgerei kan, een ferme ruk en daar sta ik met het ding in mijn handen. Nog steeds geen spoor van het te vervangen leertje. Mijn steeksleutels zijn te klein, dus ga ik de bout te lijf met een flexibel exemplaar, dat ik naar believen wijder kan zetten. Het enige dat bougeert is de kraan zelf, en dat is niet de bedoeling. Ik raak er op den duur zelf het noorden bij kwijt, is naar links nu dicht, of is het net andersom?
Ik zoek mijn heil op internet en mijn zoektermen leveren een waaier aan bruikbare stap voor stap handleidingen op. En hupsakee, voor ik het zelf besef, werkt mijn sanitair druiploos. Hoe heb ik dit in hemelsnaam voor elkaar gekregen?
Vele dagen later hoor ik op zussenavond een simulair verhaal. Ook Koekske trok zich uit de slag met schroevendraaiers en aanverwant alaam. Zes uren spendeerde ze aan het ontbloten èn weer aankleden van de dampkap. Ze plukte de vruchten van haar volgehouden arbeid toen het apparaat eindelijk zacht zoemend zijn taak volbracht. Het gaf een ongelooflijk goed gevoel. Helaas, een drietal dagen later gaf hij reutelend de geest en diende ze alsnog een nieuw exemplaar te monteren.
Vroeger had ik binnen onze familie en wijde omstreken - het feminieme monopolie op het fiksen van dergelijke karweitjes. Ik was indertijd een lichtend voorbeeld bij het aanleggen van elektrische bekabeling, timmerwerk en loodgieterij. Niet dat ik een vakvrouw was, maar dergelijke karweitjes schrokken me niet af. Tegenwoordig zorgt de daling van de koopkracht voor een grotere handvaardige creativiteit bij wie het niet breed heeft
Ons kleinste kamertje is een ideale plek voor creatieve processen. Van oudsher worden daar boeken verslonden, niet enkel om de tijd aangenaam te passeren maar ook om het verteringsverloop een handje te helpen. Een zachte dwang met andere woorden om lang genoeg aan de pot gekluisterd te blijven.
In een ver verleden, met name tijdens mijn rijsttapijt-periode, was dit geen evidentie echter. Die pot bevond zich toen namelijk buitenshuis, en putje winter was het allesbehalve een pretje met de billen bloot te gaan. Maar aan een goede ventilatie had ik in elk geval geen gebrek.
Het kon trouwens nog erger, had ik reeds ondervonden. In het citéetje een paar straten verder moest je de plee met de buren delen. Bij mijn grootouders in de Kempen was ik benauwd dat er ofwel ongedierte aan mijn achterwerk zou knabbelen, of dat ik door het plankengat zou vallen, want ik kon met mijn voeten niet aan de grond. Op scoutskamp moest ik op een boomstam plaatsnemen, zo'n halve meter horizontaal boven een gat in de grond, in de HUDO, acroniem voor houdt uw darmen open. En hoe de Fransen zichzelf op hun hurktoilet proper en droog hielden, is me steeds een raadsel gebleven. Die twee uitstulpingen voor je voeten stonden naar mijn idee veel te dicht bijeen. Ook staat me de sanitaire voorziening in de Senegalese Fouta Toro nog levendig voor de geest. Mijn vraag naar het toilet werd met een weids armgebaar beantwoord: de hele brousse stond ter mijner beschikking! Daar was helaas ons Westers WC-papier allesbehalve handig. Die tijden ben ik gelukkig dus wel heelhuids doorgekomen.
Ik ben hopeloos afgedwaald van mijn onderwerp, de scheppende mogelijkheden tijdens het excretieproces.
Deze week werd onze artistieke potentie aangescherpt. Zoonlief beet de spits af en zette een cartoon op papier. Ook mijn dochter liet zich niet onbetuigd en zelfs ik kon niet aan die pen weerstaan.
Wanneer het blad vol is, valt me weer eens op hoe expressief Jorams tekeningen zijn, ze spetteren van leven.
Ik heb ze nog ergens liggen, zijn creaties van weleer. Met een beetje weemoed denk ik terug aan de tijd dat hij er hele verhalen bij verzon. Een tijd dat ik bij hem nog in de bovenste schuif lag, denk ik grinnikend, wanneer ik een van zijn Valentijnstekeningen onder ogen krijg. Ooo zooo slordig, maar met oog voor detail, en hij wijst me op de rem aan de skeeler en de sigaar in de mond. En moeke, dat was om me te plezieren.
Ten tijde van mijn kersverse moederschap hadden we gekozen voor de aanspreektitel papa en mama. Moeke klonk me toen veel te rond en oud in doren. Wist ik veel dat ik me mettertijd als een echt moeke zou voelen, zon knuffel-, troetelmoeke!
Nu nog siert een hele serie tekeningen van Jolien de muur boven mijn bed, stuk voor stuk me zeggend hoe gaarne ze me ziet
Spijtig, hij kon haar niet helpen, er was geen kruid tegen gewassen. Of het ongelegen kwam? Ach, wat een vraag, bedacht hij zich, het komt immers nooit goed uit. Tot het eind van de week, daar moest ze toch op rekenen. Dat was een minimum, gezien de symptomen. Was het alleen maar wat gesnotter, dan was het rapper voorbij
Het verdict luidde : griep!
Op zon moment schakel ik over op de zorgzame modus. Moederen. Troetelen. Geen last is me te veel.
Gelukkig genieten mijn telgen van een ijzersterke gezondheid en zijn ze uiterst zelden ziek. Ik hou niet van flauwe kul en al helemaal niet van het simuleren van gezondheidsproblemen om iets onaangenaams te ontlopen. Dat betekent geenszins dat ik geen begrip heb dat je soms geen goesting in iets hebt, schrik om te falen, angst voor het nieuwe
Toen ze die avond thuis kwam barstte ze in tranen uit, het was zo lastig fietsen, ze had geen adem. Bovendien deed haar keel zon zeer. De thermometer registreerde 38°70C dus arrangeerde ik een rendez-vous met de huisarts. Het kon gelukkig tussen de andere afspraken in, want eigenlijk was hij volzet.
Die nacht stuurde ze me een sms-berichtje.
05.21 Kheb pyn. En om 20 na vyf adk 38.66. Kb helemaal nie goed gslapen. Wa moek doen? Uit mn bed kome? X Jolien. Zeer aan shoudrs.
Och Heere. Mijn mobielje zat in mijn handtas. Ik heb de oproep dus niet gehoord. Maar ze heeft de nacht toch overleefd. En hoe!
De volgende dag voelde ze zich kiplekker en was de koorts flink gedaald.
En ondanks de pronostiek was ze na twee dagen capabel om terug naar school te gaan
Die avond echter kwam mijn oudste thuis van de fitnesstraining. Niet in tranen, want dat is beneden zijn waardigheid. Maar duidelijk niet in conditie, wat resulteerde in een voortijdig opzoeken van de bedstede. Een duidelijk signaal, vrijwillig om acht uur, in de avond, gaan slapen, dat had ik nog nooit meegemaakt. Hij wou fit zijn voor de basketwedstrijd, en fris op het appèl verschijnen de volgende ochtend om 7.30u.
Helaas, na het ontwaken noteerde ik bij hem een lichaamstemperatuur van bijna 39°C. Ik stuurde zijn coach dus prompt een berichtje voice en sms dat zoonlief niet van de partij kon zijn zeer tegen zijn zin. Die ochtend joeg zijn gsm hem meermaals uit zijn bed. Blijkbaar was de boodschap niet overgekomen.
In de loop van de dag liep zijn koorts nog op tot tegen de veertig, mij hiermee de stuipen op het lijf jagend.
Hij genoot van het troetelen, werd een modelkind, bracht bijvoorbeeld zijn PMD zonder aansporen naar beneden
Hoe dan ook, zelfs de volgende dag wou de temperatuur nauwelijks dalen. Gelukkig voelt hij zich niet vreselijk ziek.
Gelukkig ook had Jolien het doktersbriefje vandaag niet nodig en kon ze deelnemen aan het Vlaams Kampioenschap Indoor Atletiek. En haalde ze dit jaar haar titel binnen
Een halve eeuw
Ons Koekske rijdt vanaf vandaag mee met mijn tram. De vijf.
Tram vijf verbond ons indertijd met de buitenwereld. Hij bracht ons bijvoorbeeld naar de hoogmis. De enige herinnering die me voor de geest springt is eigenlijk een zondag dat hij niet reed. Ik was op dat ogenblik nog niet kerkplichtig aangezien mijn eerste communie nog in het verschiet lag.
Het was ver stappen naar de halte onder het viaduct, althans voor mijn vierjarige kinderbeentjes. Rijen mensen stonden dwars over de straat en vrij snel werd ons duidelijk dat wachten op de tram vergeefs zou zijn. Ik was erg ongerust dat mijn moeder nu een doodzonde beging nu ze haar zondagsplicht verzaakte. Maar ze tilde er blijkbaar niet zwaar aan. Merkwaardig, vond ik.
Mijn ongemakkelijk gevoel verdween als sneeuw voor de zon toen een mij wildvreemde man me op zijn schouders zwierde en me hierdoor zicht verleende op de praalstoet. Ik genoot met volle teugen
Mettertijd verdwenen de sporen om plaats te maken voor de bus. De 52 en de 54 openden nieuwe wegen. Zij voerden ons naar het Rooigem Zwembad waar onze vader zijn conditie verstevigde. Turnen en zwemmen. Wij, kinderen, focusten ons vooral op de waterpret. Heerlijk om ondanks het fluitje van de toezichter in het water te kunnen blijven. We zijn van de ViGe, klonk het, al hadden we natuurlijk zelf geen visuele handicap.
Na het sportieve uitje kreunden we van de honger. Mama verwelkomde ons toen dikwijls met warme vanillepudding. Maar op zekere avond ontdekten we bij onze bakker de chocoladebol. Papa vond het heerlijk maar meende eerst nog dat de koek gevuld was met chocoladeslagroom. Hij ging louter af op de smaak zonder die extra informatie van het oog
Zo verdrong de chocoladebol ons zondags ontbijt van pistolets met bruine suiker
Vijftig jaar.
Een halve eeuw.
Het laat zijn sporen na.
Mijn hoofd wil niet mee met mijn lijf.
Vijftig jaar.
Gouden jubileum.
Onze mama werd slechts vijftig jaar.
Vijftig jaar.
Ons Koekske kan nog heel wat jaren zeuren!
Nee niet zagen!
Maar ze kan nog vele jaren loochenen, en ziet er minstens een decennium jonger uit
Radio. Ik kan daar echt van genieten. Alleen ben ik me er niet steeds van bewust dat het binnen handbereik ligt. Welhaast per ongeluk ben ik, telkens ik de contactsleutel omdraai verbonden met de ether en haal ik de wereld in huis, in casu mijn auto.
Vandaag beland ik midden in een dialoog met zo op het eerste gedacht kledij als onderwerp. Het moet tot op de voeten vallen, en niet tot juist onder de knie, wat een probleem is als je groot bent. Vervolgens hoort daar een singel op, een wit touw, bij voorkeur iets bij met flochen, kwastjes dus. Dan een stola Hola, een belletje begint te rinkelen, zit ik in een religieus programma? En om het geheel af te maken moet je een mantel om, met een kruis op de rug.
Handschoenen zijn ver-plicht. Een bril of een uurwerk is uit den boze. Pruik en baard moeten uit één stuk zijn Nu pas ben ik honderd procent zeker over wie het gaat!
Een gezagsvolle, waardige persoon wiens stem een octaaf of twee lager klinkt dan doorsnee, de ogen ietwat toegeknepen, nadenkend, traag zijn zinnen formulerend. Een heilig man die deez dagen menig kinderhart sneller doet slaan: Sinterklaas!
Ik krijg nog een paar tips voor het ontwijken van mogelijke valkuilen. Rijd niet op een paard als je het niet in het gareel kan houden. Parkeer je auto om de hoek om te voorkomen dat je afgaat als een gieter indien je je mijter verliest bij een aanvaring met de dakrand. Al deze richtlijnen vind je in het pas verschenen boekje over Hulpsinterklazen, bij leven geschreven door Jos Brink. In feite is deze handleiding niet voor mij bestemd. Ik ben immers een vrouw en de rol van Sinterklaas is me niet op het lijf geschreven
Zwarte Pieten integendeel kunnen gemakkelijker verdoezelen te behoren tot de vrouwelijke kunne.
Hij roept heel wat herinneringen op, deze heilige man met zijn knecht.
Mijn kleutertijd bijvoorbeeld waarbij ik steevast angstige klasgenootjes buiten naar het toilet mocht begeleiden. Zelf was ik even bang, al werd ik in het geheim ingewijd. Nerveuze rillingen over mijn rug bij het afspeuren van muren en daken. De echte Sinterklaas was reeds ettelijke jaren dood, de plaatsvervangers echter waren springlevend, en je wist maar nooit of ze over magische krachten beschikten! Gedachten lezen bijvoorbeeld. Grote mensen konden dit naar mijn gevoel so wie so. Die waren almachtig en alwetend. Mijn medeweten heeft me naar mijn gevoel weinig voordeel geleverd!
Ik denk aan Pieter, één van mijn discipelen uit een ver verleden. Die met zijn baba-bobo aangaf dat de valiezen op zolder stonden omdat de vakantie voorbij was. Hij was ook verzot op Sinterklaas. Zo moesten we in onze conversaties deze benaming weren. We vervingen dit door heilige man, de sint, 6 december, enzovoort. Het duurde niet lang of hij had ook dit door. Pienter was hij, ondanks zijn verstandelijke beperking! Echte bisschoppen daarentegen brachten maar verwarring, die leken zo op zijn idool! Hij zag ze altijd en overal, die talloze symbolen, een kruis, een kerktoren, een driehoek, de paus... Waar hij kon tekende hij mijters en kruisen, op de aangeslagen ruiten, in het zand, op papier, met zijn vinger op onze rug. Zo leerde hij een aantal woordjes schrijven: PIET, SINT, ZAK, BOOT en werd zijn favoriete thema uitgediept. Steeds was hij op zoek naar een luisterend oor om in onbeholpen klanken, halve woorden en gebaren zijn interesse te delen. Ik ben hem een beetje uit het oog verloren, maar ik denk dat het deze week nog steeds hoogtijdagen zijn voor hem...
Vanavond wordt mijn collega van de nacht geacht clandestien knechtenwerk te leveren, namelijk het vullen van een twintigtal zakjes met snoepgoed. Morgen zal een andere collega ongezien de schoenen voorzien van deze lekkernijen. Wis en zeker staat er dan een keur aan schoeisel aan de deur. Met een klontje voor de ezel, eventueel.
Ik ben Lieve
Ik ben een vrouw en woon in Gent () en mijn beroep is woonbegeleider bij volwassenen met een mentale handicap.
Ik ben geboren op 18/04/1953 en ben nu dus 71 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: lezen, computeren, muziek....
Ik ben een laatbloeier wat maakt dat ik me nog jong voel! Mijn kinderen (17 en 15) zijn mijn lust en mijn leven, maar toch werd het tijd dat ik
iets helemaal voor mezelf deed. Mijn zoon vond dat ik mijn droom moest
waarmaken, dat gaf hem namelijk hoop voor ZIJN droom. Dus waarom zou ik
de draad uit mijn tienerjaren niet weer opnemen en een blogje schrijven
hé!