de man van Tinneke
Toen LM en ik hier pas kwamen wonen, 02/98, hielden we ons gedurende een paar weken bezig met de buurt verkennen. Te voet. De rust-stop na een uur wandelen was een café aan de kerk. Dat werd toen opengehouden door Tinneke en haar man. Zij waren bijna 70, of 70+. Zij met haar vlotte babbel was onze hoedster voor alle mogelijke malheuren die ons zouden kunnen gebeuren in de jungle van het dorpsleven. Een geboren caféhoudster.
Toen we na zes maanden terug kwamen van een contract aan boord was het café overgenomen. We snapten wel dat Tinneke en haar man het genoeg vonden na zoveel jaren maar voor mezelf vond ik het enorm jammer. Alsof ik een wijze tante kwijt was. Niet dat LM & ik zo vaak in dat café kwamen, maar áls we kwamen, was er het zonnig gelaat van Tinneke en was er haar babbel om ons en andere aanwezigen wegwijs te maken in de Ekerse geplogenheden en op de kronkelige paden van het Leven in Het Algemeen.
En er was de rustige aanwezigheid van haar man. Hoe hij heette weet ik niet meer. Eigenlijk weet ik niet of ik het ooit geweten heb. 'k Herinner me hem als 'de man van Tinneke'. Een stille schaduwfiguur, bezig met leeggoed en bakken drank en glazen spoelen. Tinneke was de ster in de straat rond de kerk. Hij gedijde in de rand van haar glorie.
---
Woensdagmiddag (30/09) was het zomers warm aan de bushalte bij Palfijn. Palfijn Merksem. Want er is een Palfijn Gent ook. In de krant vergissen ze zich al eens van foto. Als er iets te melden valt over het ene ziekenhuis plakken ze gegarandeerd de foto van het andere. Jan Palfijn was een BV avant la lettre hé.
Er zat een vriendelijk meneerke op de zitjes in het bushokje. 'k Ging zitten op het andere uiteinde van het bankje, of hoe die drie metalen zitjes heten. We knikten eens.
Plots klonk er een harde tik. Ik had hen zien aankomen en ik had hét zien aankomen. Vier jonge testosteron-wezens die van school kwamen en het nodig vonden om ons met een harde tik op het glas te doen schrikken. Zelf schrok ik niet maar het meneerke wel. Geldingsdrang. Storend gedrag heet zoiets nu. 'k Keek eens naar de andere jongens die stonden te wachten. Zij waren in het blauw gekleed. Een andere school. Ze keken vóór zich en zij hadden duidelijk geen zaken met het gedragsgedoe en de oergeluiden van de alfa-schepsels die zojuist langsgekomen waren.
Het meneerke reageerde niet. Misschien had hij buiten die tik niks meer gehoord. Misschien was hij hardhorig. 't Zou kunnen.
In de bus zat hij recht over mij en ik had het gevoel dat ik hem moest kennen van ergens. Maar van waar?
Toen we uitstapten, allebei aan de eindhalte in Ekeren, ging hij traag, met de handen op de rug, dezelfde kant uit als ik. Ik stap voorlopig nog iets minder traag en ik ging hem voorbij. Toen ik onze voordeur bereikt had was ik het meneerke al helemaal vergeten, want er moest soep gemaakt worden.
Vanmorgen werd ik wakker met de gedachte 'de man van Tinneke'. Ik wist ineens van waar ik die blauwe ogen kende en die betrouwbare wangen, het meneerke was de man van Tinneke.
Wat zat hij alleen te doen in dat bushokje in Merksem? Wat liep hij alleen te doen aan de eindhalte in Ekeren? Ik had hem nog nooit alleen gezien. Met de handen op de rug, had ik hem zien stappen, niet met Tinneke aan zijn arm.
Ik vrees dat Tinneke naar Le Grand Café is, en hij wacht nu tot hij bij haar de glazen mag gaan spoelen.
m – HiH-10/2015- Jan Palfijn was https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_Palfijn , misschien daarom zijn er twéé klinieken naar hem vernoemd.
|