Tijdens het snuisteren in archiefmappen, kwam ik een tekst tegen waarin volgens mij een heel interessante gedachte zit :
zonder woorden
zowel vriendschap als vijandschap laten af en toe ook littekens na alleen is het ene mooier dan het ander ik zie ze als ik voor de spiegel sta die littekens kunnen veranderen als gij ook soms gaat veranderen worden ze mooier of slechter slechts zichtbaar door anderen
ge moet geen schrik hebben vriend om die littekens eens te tonen aan wie ge ze ook gaat laten zien aan vreemden of aan die bij u wonen
TBI, 28-09-2011
'k Bracht het onderwerp aan tafel ter sprake: vriendschap maakt & draagt littekens. Niet, zei iemand. Dat kan niet, dan is het geen vriendschap. Volgens mij wel, zei ik. Vriendschap maakt en draagt wél littekens. Evenzeer als liefde. Het kan bijna niet anders, als vriendschap onvoorwaardelijk en 'ondanks alles' is. Een vriendschap die met de jaren dingen meegemaakt heeft, draagt daar toch onvermijdelijk sporen van?
Ja. Vriendschappen kunnen littekens dragen en verdragen. En meedragen, de stille tekens van dingen die men samen te boven gekomen is. Veterane vriendschappen hebben blutsen, deuken, littekens. En toch blijven het vriendschappen. Of misschien mee daardoor.
Vanmorgen heb ik nog eens een ochtendfoto ontvangen en daar moeten we dan iets bij verzinnen. Liefst iets zinnigs. En juist vandaag heb ik geen zin in zinnigheden. Maar het gaat over voedsel, dan doet een mens een efforke :
Kinderen eten graag spaghetti. Dat is een van de zekerheden in deze wereld, dat is ongeveer een natuurwet. Hier volgt een grappig recept. Niet omwille van de ingrediënten maar het oogt een beetje raadselachtig in het bord. Als de men de (klein)kinderen of den huisgenoot eens wil verbazen met een andere bereiding, dan gaat men zo te werk:
- Snij frankfurterworsten / weense worsten in stukjes van +/- 3cm. - Haal er droge capellini door, zo te zien zes stuks per blokje worst. Misschien meer. Capellini zijn de allerdunste spaghetti. Eventueel de worstjes voorboren met een prikker want capellini breken bij het minste.
tidbits 2012 spaghetti hot dog
- 'k Zou geen zout in het kookwater doen, er zit al zout genoeg in de stukjes worst en die gaan mee het water in. - Gebruik een grote pot met ruim water + eventueel een geut olijfolie, waarom weet ik zelf niet.
'k Ga dit proberen met de volkoren capellini van Soubry, want die vragen maar 4minuten gaartijd om al dente te zijn. De gewone 'bleke' capellini van Carrefour vragen 6 minuten gaartijd. Nu mag het voor LM & mij iets malser, dus wordt het denkelijk toch 6 minuten. MAAR : voor de stukjes worst mag het water absoluut niet koken of de stukjes worst barsten. En dat willen we niet. Absoluut niet!, want dan is de hele presentatie, het hele idee naar de bom.
Men houdt het water tegen het koken aan, zonder te zieden. Dus wordt het waarschijnlijk 8 minuten om de capellini te garen, maar dat weet men nog niet, dat wordt beslist aan het fornuis, op het moment zelf.
- Afgieten moet zeer voorzichtig gebeuren om de stukjes worst niet te scheuren of te bruskeren. Eerst het meeste water weggieten en dan met de spaghetti-tang elk blokje worst-met-slierten uit de pot hijsen en in een vergiet leggen. Oef. Er is geen enkel stukje worst gescheurd.
Het eindresultaat komt dan op het bord, zoals op onderstaande foto. Het jong grut (en Opa) vragen zich af hoe die 'spaggestis' uit de sossiskes kunnen groeien.
spaghetti hot dog
"Kan Oma toveren?" vraagt Opa. "Nee, Oma doet gewoon eens gek." antwoordt zij. "Wáá-róóm?"vraagt de Kleine. "Omdat het misschien gaat regenen." denkt Opa. "Ja, omdat het misschien gaat regenen." zegt Oma.
Dat is een geldige reden voor de kleine. Het antwoord is goedgekeurd, de schotel ook goedgekeurd, en het bordje wordt leeggegeten.
'k Zou het serveren met een zacht kaassausje met fijne kruiden in, bieslook-dragon-kervel-peterselie, maar drie van deze vier vind ik al oké. Daarbij komt een tomatensla. Want bij pasta hoort tomaat, volgens mij. Misschien niet altijd in de saus of op hetzelfde bord, maar dan toch vlakbij, in een kommetje ernaast.
tomatensalade smulweb
'k Zou dit gerecht graag eens serveren aan een paar foodies, en ook aan de ploeg van Pee Klak in Strombeek-Bever, om te zien of die mensen er kunnen mee lachen. Dan wel met een meer volwassen sausje.
En als het gerecht lukt met de stukjes worst-uit-potten probeer ik het ook eens met kruidige balletjes gehakt. In gedachten ben ik ze al aan het blancheren, laten koelen, de capellini erdoor halen en … nu ga ik naar de keuken, vooraf oefenen. LM mag niet in de keuken of de mop is er af. Over het resultaat laat ik ooit nog wel iets weten.
"Alexander Badyaev, fotograaf, deed zijn dagelijkse wandeling in Blackfoot Valley, Western Montana, USA. Hij zag een reuzenstuifzwam. Eekhoorns en muizen waren ze al komen verkennen. Het oppervlak toonde kleine sporen van hun passages. Daardoor leek de bolle stuifzwam een beetje op de maan. En waarschijnlijk daarom wou Badyaev de maan bij op de foto. Een volle maan natuurlijk, ze moest even rond zijn als de stuifzwam bol was. Het werd geduld oefenen en plannen.
Bij de eerstkomende volle maan, lag Badyaev met zijn apparatuur in positie, te kijken en te wachten. Tientallen kleine dieren kwamen de stuifzwam bezoeken, verkennen en inspecteren. Meestal hertmuisjes die ronddartelden en dan plots stilhielden om te luisteren naar de omgeving. Om de dieren niet te storen, en om de sfeer van de plek weer te geven, gebruikte Badyaev de maan als tegenlicht. Om de ronding van de stuifzwam weer te geven en het klein leven er op en er rond, betrouwde hij op een lange sluitertijd en een mild flitslicht. Toen een hertmuisje zich eventjes stilhield om een vasthoudende mug te bekijken was de scene zoals hij wou en deze foto is het resultaat." wildlife photography %%%FOTO1%%% winnaar 2014
http://www.nhm.ac.uk/visit/wpy/gallery/2014/images/mammals/4829/the-mouse-the-moon-and-the-mosquito.html voor wie meer wil weten, een kort artikel : http://nl.wikipedia.org/wiki/Reuzenbovist , 80cm, ook groter - http://nl.wikipedia.org/wiki/Hertmuis , 110 tot 225 mm, 10 tot 30 gram. Ik was weg van die foto. ’k Heb er twee dagen zitten op kijken omdat ik niet wist wat ik erover kon schrijven. Te zeer onder de indruk van die compositie. Al wat ik schreef was schamel tegenover dat beeld. Dan heb ik maar vertaald wat er onder stond, een stukje uitleg over de fotograaf en de foto. Op het formaat dat ik heb doorgekregen, -en ik hóóp dat het bij iedereen ook zo is toegekomen- is de muis ongeveer 2cm. Dat is ongeveer op ware grootte. De mug zou dan ook ware grootte zijn. Die twee op en bij een stuifzwam, het is op dat ogenblik hun universum. En dan laat de fotograaf ons verder kijken, hij brengt de maan mee in beeld. Wij zien een tweede universum, het onze. In één beeld van de miniwereld bij de stuifzwam naar de wereld van de mastodonten en de giganten, het uitspansel. Persoonlijk zou ik die foto op een blok plakken, zonder randen, zoals in de jaren ’60 en ’70 gedaan werd. Omdat het zicht verder moet kunnen lopen dan de foto, het geestesoog wil ook wat. Daarom zou ik deze compositie zeker niet begrenzen met vier latten. Aub niet inkaderen! Dat zou dit werk van Badyaev absoluut geen eer aandoen.
'k Stond wat te frutselen en te doen in de keuken en ineens hoorde ik straatgeluiden en LM die heel luid iets zei over 'vallen'. 'k Ging kijken in de woonkamer, LM was de balkondeur aan het sluiten. "Is er iets gevallen?" vroeg ik. Hijzelf blijkbaar niet.
Hij keek beduusd en wees naar de overkant van de straat : "Ik dacht dat die gast zijn autosleutels had laten vallen." "Waarom raapt hij ze dan niet op?" "Dat zijn geen autosleutels, het is een leeg sigarettenpakske" zei LM en hij sloot de balkondeur. "Hoe weet ge dat dan?" vroeg ik. "Hij heeft het gezegd toen ik riep dat hij zijn sleutels had laten vallen" zei LM, "en hij deed zó " LM maakte een wegwuifgebaar.
'k Bekeek die gast, hij stapte naar de broodjeszaak : een modieuze dertigplusser, dus geen snotneus meer en qua kledij zeker geen marginale. 'k Bekeek de auto : een blinkend crèmekleurig gestroomlijnd model, helemaal geen krotkar.
Ik haalde de verrekijker erbij -die lag nog achteraan, om naar de bomen te kijken- en vooraan zag ik dan, juist ja, een gekreukt sigarettenpakje.
"Wat een triestige vent." zei LM. "Ja, een frisse mentaliteit." zei ik. En ik vroeg me af of die man kinderen op te voeden heeft.
“ Een maat van mij zei eens: ik doe niet graag mee aan examens. Niet omdat ik niets ken maar omdat men niet zou zeggen ‘het is hij weer, die de eerste van de klas is’ ” TBI
Dat moet erg geweest zijn voor die jongen. Heel erg. Groepsdruk kan verschrikkelijk zijn. Toen al.
'k Heb zo een kozijn gehad. In een gelijkaardige situatie. Hij deed het goed op school maar de geuzen van de klas vonden dat 'flauw'. Goede cijfers was voor onnozelaars, voor febbekes, voor janetten … Hun eigen aantal onvoldoendes zagen zij als een trofee.
Kozijn is pas opengebloeid toen hij op de hogeschool en verder kwam, weg van die bavianen uit het middelbaar.
Later had hij twee van hen onder zijn werknemers. "Ze kunnen zelfs geen tandarts betalen, zei hij bedrukt, want ze zitten aan de grond." Dat vond hij erg, zelfs na alles wat ze hem aangedaan hadden. Zo een brave mens was die verstandige en schrandere kozijn.
over stuurman Knorrepot ~ zomer 1979, Long Beach, Ca.
Nu noem ik hem wel stuurman Knorrepot, maar hij was een zeer sociaalvoelend mens hoor. Niet sociabel in de omgang misschien, geen strijkages, maar wel iemand met een zeer fijn gevoel voor wat mag en kan, voor wat billijk en recht is.
Zo had hij gedaan gekregen dat de kaptein hem met de lifeboat een veerdienstje liet doen naar de wal. We lagen voor twee weken op anker bij Long Beach (Californië), ongeveer anderhalve mijl uit de kust. Nu is zoiets totaal ondenkbaar, dat een schip op anker een eigen sloep gebruikt om bemanning naar de wal te varen, maar in '79 of '80 kon dat soort dingen nog. Mits toestemming van de kaptein natuurlijk, vermits het ging over een sloep van het schip.
De stuurman voer op aanvraag om 13h, na het middageten, naar de wal. Met de lifeboat. En met als vast bemanningslid de 4de mecanicien, want volgens de voorschriften moest er een werktuigkundige aan boord van de sloep zijn. Of die jongen met evenveel enthousiasme als de 1ste stuur meedeed weet ik niet meer. Waarschijnlijk wel, in een Californische zon tijdens de werkuren zo wat heen en weer tuffen en er nog voor betaald worden ook … altijd beter dan in 't Machien staan sleutelen.
Vanaf dag 1 stonden Nooke en ik gereed om mee te gaan. Niet om aan de wal te blijven, daarvoor hadden we onze twee uren middagrust te zeer nodig, maar om te mogen meetuffen met de sloep. Zomaar, gewoon voor de verandering. Soms met onze schort nog aan stonden we al te wachten bij de gangway want het water vanuit de sloep gezien is veel meer 'water' dan van daar boven aan boord.
Soms dook er al eens een zeehondje met mooie ogen op, het kwam piepen en verdween weer. Dat boottochtje was voor ons de belevenis van de dag. Na de heen en terug van ongeveer een half uur konden we met zout op onze huid elk aan onze siëste beginnen.
Op een keer -'k ging na de middagservice het vuilnisbakje van de pantry naar het achterdek brengen- zag ik in de verte dat de sloep aan het terugkomen was. Hoe? Was de stuurman al voor 12h vertrokken? Daarom hadden we hem en de 4de mec niet aan tafel gehad! Gelukkig stond er voldoende te eten in de frigo van de pantry.
Ja, die keer was hij vroeger vertrokken, hij had de helft van zijn matrozen een namiddag vrij gegeven. Die mannen stonden te springen en na de douche waren ze vertrokken.
Nu was het 13h en de sloep met stuurman en 4de mec lag daar in de verte te dobberen. De sloep was nog het open model, in hout, met ook mast en zeil aan boord, in geval. En dit was een geval.
Ik zag de 1ste stuur en de 4de mecanicien staan sukkelen met die mast en met de lappen oranje zeil. De mast was toen nog in hout. Zwaar spul dus, geen vlot hanteerbare kunststof. En het zeil was nog in zeildoek. Ook zwaar spul, geen synthetisch lichtgewicht. Stuur en 4de probeerden de mast recht te zetten. Toen die met veel comedy-achtige toestanden eindelijk bleef staan, moest het zeil nog gemonteerd worden én gehesen.
"Zie ze doen, zie ze doen …" dacht ik en ik ging met het leeg vuilnisbakje terug naar binnen. Nooke vroeg waar ik zo lang gebleven was. "De stuur probeert te zeilen, zei ik, hij denkt dat die houten lifeboat zijn jacht is."
Wat bleek achteraf : de 4de mecanicien, de junior van de machine-officieren, had sinds dagen het dieselreservoir niet bijgevuld en bij het terugkeren naar boord was de sloep zonder brandstof gevallen. En de stuurman, die zichzelf een zeiler noemde want hij had thuis een zeilboot, stond niet alleen te vechten met het zware zeilmateriaal van de lifeboat, hij kon er ook niet mee zeilen. Rond 15h pas waren ze terug aan boord. Uitgehongerd, verdorst, serieus verbrand door de zon en in een rothumeur voor twee volle dagen. Zo, dacht ik, dat weten we dan ook weeral. ALTIJD drinkwater meenemen.
Van MVH ging iets uit dat iedereen meezoog. Met iedereen bedoel ik ongeveer vier of zes meisjes. Het zal '66 geweest zijn, we waren 14, sommigen al 15, nog altijd een ontvankelijke leeftijd als het gaat over empathie. MVH was gewoon een klasgenoot, er was dus geen hiërarchie meer gemoeid. Of toch geen officiële. Onze klas was mee toegelaten in de rozentuin, we mochten daar wandelen. Dat was al veel damesachtiger dan spelen op de speelplaats, een plein waarmee de jongere klassen genoegen moesten mee nemen.
In de rozentuin mochten we niet op het gras lopen. We mochten enkel op de paden wandelen of op de banken gaan zitten. Wij hielden ons daaraan. Wij hielden op met spelen en rennen, wij oefenden in gezapig wandelen, zelfs arm in arm, we werden mini-matrones. Van het gras in het Vondelpark hadden we nog niet gehoord. Dat kwam pas later.
Telkens wanneer MVH misnoegd of treurig was over 't een of 't ander -en iedereen weet dat men vlot melancholisch kon doen op poëzieboekskesleeftijd- zoog ze daar het gezelschap in mee. Die melancholische buien werkten danig op het gemoed van de anderen, waaronder ik. Het gebeurde te vaak en de buien duurden te lang Weken melancholie in de tuin. Op die bank. Elke dag, drie pauzes lang. En zo een heel schooljaar?
Er was voor mij maar één uitweg, terug naar de speelplaats. Dat heb ik gedaan, van de ene minuut op de andere. In de klas kon ik met MVH fantastisch samenwerken, é-norm! Maar buiten de lesuren zoog ze mijn energie weg. Ik heb toen in stilte maar wel zeer plots een punt gezet achter die vriendschap. Het was een soort mentale overlevingsdrang, 'redde wie zich redden kan'. Ik keerde terug naar de speelplaats. Voor mij geen rozentuin meer. De geuren waren er zoet en afwisselend genoeg, maar de sfeer rond MVH was één en al doem.
Toen ik nog in Ganshoren woonde was er een postbode die met zijn ego ruimschoots compenseerde wat Moeder Natuur hem in de bovenkamer vergeten mee te geven was.
’k Schrijf nu wel postbode, maar in die tijd, en dan zeker in de Brusselse rand, heetten die mannen facteur. Marcel de Facteur. Factrices waren er nog niet en ze zouden er nooit komen volgens Marcel, omdat … gewoon omdat facteur een mannenjob was, tiens ! Als onderbouwing van een argument kon dat tellen.
Het was de tijd dat dat facteurs nog in grijs PTT uniform liepen, een leren tas op de buik droegen en een kepie op het hoofd hadden. En een cape in de winter ? Dat weet ik niet meer, het was ergens tussen '74 en '89. Droegen ze toen 's winters nog een cape ?
Op een middag kwam hij ostentatief zuchtend het café binnen. Hij veegde imaginair zweet van het voorhoofd. (dorst, wou dat zeggen)
- Allez Marcel, zei de bazin, zo warm is het vandaag toch niet. - Dat komt van al die boeken van de suizen, die wegen een pak zenne. - … boeken van suizen ? - Ja, de boeken van de drie suizen. Voor u is er ook ene. Hier zie, nen boek voor madame !
En hij plofte de cataloog van 3 Suisses op de toog. 900 bladzijdes dik. Het gewicht hebben we nooit geweten.
Destructieve relaties, Dr. Phil dankt er een deel van zijn broodwinning aan. In vriendschapsrelaties bestaat het ook. Destructieve vriendschappen. 'Slechte vrienden' werden zo'n situaties ooit genoemd. "Hij was in handen gevallen van slechte vrienden".
Mijn grootvader aan vaders kant had na zijn pensioen 'slechte vrienden' volgens mijn grootmoeder. Hij ging twee keer per week kaarten in 't Gildehuis, rechtover de parochiekerk. Nu heet het café Onder Den Toren. Dan kwam hij in de late namiddag naar huis gefietst, laverend vanwege drie glazen Palm. Hij had de korte afstand thuis-Gildehuis en terug best te voet kunnen doen, maar om een of andere reden wou hij met de fiets. Als zelfstandig huisschilder is hij tamelijk laat met pensioen gegaan, misschien wou hij aan de buurt laten zien dat de Fred er nog altijd was, ook al had hij zijn grote ladder aan zijn zoon doorgegeven.
Eén van de slechte vrienden was de onderpastoor. Die kaartte ook en die dronk ook Palm. Dan hadden ze op de parochie toch al andere onderpastoors gehad zulle ! Ene was zelfs Deken geworden. Maar deze zou het nooit zover brengen, wist mijn grootmoeder. Zo jong al kaarten en Palm …, dat manneke wordt ommers vanzelevens geen Deken.
- Oma? Kan een mens ook ín de zon lopen? - Ín de zon lopen … ? - Ja, ín de zon lopen. - Als de zon opkomt? Naar de zon lopen? - Ja. - En als de zon ondergaat, ook naar de zon lopen? - Ja. Tot ín de zon. - Ik weet hoe we dat kunnen doen, naar de ondergaande zon. Mag het met de auto? - Ja.
Het mocht met de auto. En hij mocht vooraan zitten. Oma had het juiste uur berekend want die Oma kon dat, ze had daar een boekje met tabellen voor, over zonsondergangen en zonsopgangen.
Ze vertrokken 's avond op de KeizerKarellaan in Ganshoren en ze bleven west rijden, de ondergaande zon achterna, tot de zon bijna helemaal onder was. Toen waren ze in Oostende. Hier kunnen we niet verder, zei de Oma, op een toon alsof ze opnieuw op het strand van de Pacific stond en zojuist Route 66 voleindigd had. De kleine knikte dat hij het snapte, hier zakt de zon in de zee.
- En morgen rijden we terug naar de zon, naar de opkomende zon. - Morgen? Zijn oogjes werden rond. - Ja we blijven hier slapen. - Hiér? - In een hotel, zotteke. - Maar, mijn pyjama en zo, deed hij molenwiekend. - Uw mama heeft een tas meegegeven, manneke.
Opluchting. Hij draaide een halve slag van contentement en lachte blij. Daar dienen Oma's voor dacht ze. De Mama's en de Papa’s doen de opvoeding, de Opa's verkopen wijsheden en de Oma zorgt voor de extra-lichtpuntjes.
's Anderendaags vertrokken ze op het uur van de tabellen in het boekje van Oma.
Het was heel vroeg en voor ontbijt haalde Oma koude pannenkoeken tevoorschijn. Een flesje chocolademelk met twee pannenkoeken uit het vuistje, opgegeten in de frisse ochtendlucht, onder de voorzichtige kleuren van het ochtendgloren. In de open lucht smaakt alles eens zo goed.
- Ginder gaat de zon op, wees ze. En toen reden ze oostwaarts. De opkomende zon tegemoet. En ze was blij dat de kleine Jaak heette. Een beetje gelijk Kerouac.
Dit alles is lang geleden hoor. De E40 was toen nog geen racebaan vol haastige vracht-dragonders en zat nog niet dicht gestropt met woon-werkverkeer. Zo lang is het geleden. Er is ondertussen zoveel veranderd. Maar de Oma's, zij zorgen nog altijd voor de kleine extra-lichtpuntjes.
Op een avond rond 14/09 werd Dirty Dancing met Patrick Swayze nog eens uitgezonden. 'k Ben vergeten op welke zender dat toen was. Die keer zou ik kijken. Zeker weten. Want Swayze had ooit deel uitgemaakt van mijn leven en ik had hem nog niet aan het werk gezien, toch niet in zijn beroemdste mambo.
In '87 woonde ik tijdelijk (2j) bij iemand die een flatgenote kon gebruiken. En ik ook.
Zij was 28, freel van gestalte en was zeer plots weduwe geworden. Dat plotse heeft haar vier jaar therapie gekost. Ik was 35 en op de dool tussen een relatie en de job (koopvaardij). De relatie kon duidelijk de job niet aan. En daar zaten we dan, twee verloren zielen, yuppies - jawel, maar emotioneel aan stukken.
Zij heeft me opnieuw geleerd huiselijkheid te waarderen. Ik heb haar opnieuw bijgebracht dat de buitenwereld óók iets te bieden heeft. We vulden mekaar tamelijk goed aan. Behalve die keer dat de ... en de keer dat de foon...
Tamelijk goed dus, misschien beter dan in andere huishoudens, omdat we eigenlijk niet emotioneel afhankelijk waren van mekaar. Het was een rationele samenwoning. Zó rationeel dat we het vanzelfsprekend vonden dat zij meekwam naar het huwelijk van mijn zus Laura. Gewoon omdat we, beiden single zijnde, mekaar de meest aangewezen persoon vonden.
Daar hebben we dan gemerkt dat het begrip 'flatgenoten' nog niet doorgedrongen was tot in de uithoeken van het land. Men vroeg haar wie zij was : ik ben de vriendin van de zus van de bruid. Owee, we waren geklasseerd. Het hielp ook niet dat ik haar MiekeMuis noemde en zij mij Zoetje. Dat 'zoetje' omdat ik juist niet van zoetigheid hou en het 'miekemuis' omdat ze enorm kattig kon doen. Die naampjes waren voer voor psychologen.
We gingen al eens naar de cinema, waar ik mijn claustrofobie verbeet. Of trachtte te verbijten. En bij de slotscène van Dangerous Liaisons had ik ietofwat heftig gereageerd, dus zou ze me nooit nog meenemen naar de film. Wat ik opgelucht begreep. Op een dag kwam ze thuis na Dirty Dancing. Vanaf toen waren we met drie : MiekeMuis, Patrick Swayze en ik. Posters, videotape en muziekcassette. Heel het kot was Swayze. En danslessen. En thuis oefenen.
Nu had ik op mijn kamer wel een platenhoes van Freddy Mercury liggen, maar die zanger was veilig onbereikbaar door zijn geaardheid. Het ging me om zijn stemkwaliteiten. Wat MiekeMuis in Swayze gezien had was van een gans andere orde.
Vanaf toen werd elke weekendvriend getoetst op zijn danskwaliteiten. Terwijl de man in kwestie waarschijnlijk een heel ander soort fysieke arbeid voor ogen had, kon hij helpen de tafel en de stoelen opzij schuiven, dansvloer! Het Swayze-examen.
"Zoetje kom eens kijken!" riep ze dan in volle afwachting. De weekend-heer schrok zich een hoedje : er was ook nog een Zoetje? En het Zoetje in kwestie was van vrouwelijke kunne. En ze had het voor Freddy Mercury, als geruststelling kon dat tellen.
Kortom, Swayze was niet meer weg te denken. Máán-den heeft dat geduurd. Swayze behoedde MiekeMuis voor muizenissen.
In '89 ben ik verhuisd. Nog een jaar later is Muissie bevallen van haar eerste kind. De vader is een jeugdvriend van haar overleden man.
We belden mekaar nog wel, maar dat verwaterde. Zij leerde nieuwe mensen kennen, ik ook : we vertelden over onbekenden. Op de duur maakten we geen deel meer uit van mekaars leven. Maar Swayze heeft wel deel uitgemaakt van ons gezamelijk leven, van de living tot de badkamer : Swayze posters & mambomuziek. Haar zoon zal nu 30+ zijn. Kan hij dansen? Misschien moeten zonen niet kunnen dansen.
Ik was in die tijd ook in hetzelfde bedje ziek als jouw MiekeMuis! niet moeilijk als je Dirty Dancing gezien hebt ... RSL
klank aanzetten voor de slotdans https://www.youtube.com/watch?v=WpmILPAcRQo 04min28 Zijt gij toen ook danslessen gaan volgen, RSL? Want MiekeMuis had het toen serieus te pakken hoor. En ik was blij³, want die mambo-Swayze dingen hielden haar bezig. Ze had eindelijk terug een focus. Ook denk ik dat die danslessen meer voor haar gedaan hebben en sneller gewerkt hebben dan de therapie die maar bleef duren en waar ze zich elke week naartoe sleepte. Met de danslessen had ze eindelijk iets waar ze zich in kon 'gooien'. Ze was er verwoed mee bezig.
Die avond na de film bedacht ik dat ik Muissie misschien eens terug kon contacteren. Maar dan toch weer niet. Misschien wil ze niet herinnerd worden aan die pijnlijke periode. Want dat was het. Een heel donkere periode.
Haar man, AP, was op zijn werk zeer plots overleden. Vermits zij en AP niet getrouwd waren had MiekeMuis niet de zeggenschap van een echtgenote en zijn ouders hebben hun klauw gelegd op het stoffelijk overschot én op de organisatie van de begrafenis.
MiekeMuis kon zelfs niet gaan groeten, dat was voorbehouden : 'enkel familie'.
Er kwam een kerkelijke dienst. Dat was tegen AP zijn overtuiging en dat wísten zijn ouders. Er kwam een begrafenis, terwijl AP wou gecremeerd worden, en dan wísten zijn ouders. Het enige wat ze mogen doen heeft was een van zijn etsen afstaan voor de rouwprent. Want al zijn grafisch materiaal lag bij haar, niet bij zijn ouders.
Dat er door die mensen (vooral door de moeder) op geen enkel moment met de wensen van AP rekening gehouden is, heeft volgens mij bij Muissie even lang doorgewerkt als het overlijden van haar man. Want hij was haar man, niet zomaar haar vriend. Alleen was hij nog niet haar echtgenoot. Een kwestie van papier. Maar het ontbreken van dat papier gaf de doorslag bij de moeder.
Bij de begroeting aan de kerkdeur stond Muissie ook niet bij zijn familie. De familie stond netjes uitgelijnd tegen het rechter deurpaneel van de kerk. In een triomfantelijk zonlicht. Muissie en haar zus stonden wat meer naar binnen, tegen het linker deurpaneel. In de stille schaduw.
Er was heel wat volk om de dienst bij te wonen. Wij van de vriendenkring hadden zo wat achterop het pleintje verzameld, om beter te kunnen kijken en af te wachten wat ons te doen stond. De officiële mensen, de bazen van het werk, de collega’s, de mensen van de academie, de studenten, we lieten ze allemaal voorgaan. En we zagen dat er weinig begroeting was voor Muissie.
Toen zetten wij ons traagjes in gang, de informele kring, misschien 75 of 100 mensen gingen de trappen op. De moeder zag ons komen en trok opnieuw haar smartelijk piëta-gezicht, want zij was toch degene die een zoon verloren had.
Maar kijk. De voorsten van onze stoet stapten naar het linker deurpaneel, stapten op de kleine Muissie af en zij en haar zus werden daar begroet met warme handdrukken, zachte omarmingen en ook een paar kussen. En wij volgden. Als vanzelf. We kwamen voor een afscheid, niet voor burgerlijk vertoon. En zo bleef dat maar doorgaan.
Voor de familie aan het rechter deurpaneel waren er een paar knikjes. Naar de broer van AP heb ik ook geknikt. Want die kon er niet aan doen dat zijn ouders zo waren.
Waar Muissie tijdens de dienst heeft kunnen plaatsnemen weet ik niet, en ik heb het haar later ook nooit gevraagd.
Door heel die 'vieze begrafenis' was er iets dat maakte dat het acuut rouwproces bij haar vier volle jaren geduurd heeft. Vandaar die therapie. Die maar niet werkte. Vandaar dat ik zo blij was met de danslessen en de mambomuziek. En de film natuurlijk, die was het keerpunt. Hij heeft Muissie er uit getild.
Die periode is -hoop ik voor haar- een afgesloten hoofdstuk. Daarom heb ik haar niet gebeld. 'k Wou geen herinneringen oprakelen aan toen.
Hij zou komen eten bij haar thuis. Voor de eerste keer. Ze vond de kurkentrekker niet direct en daardoor werd ze nog zenuwachtiger dan ze al was. Galant zei hij : "Laat mij maar doen, 't kan ook gewoon efkes met een mes hoor." Hij nam zijn steakmes van tafel, nam de fles en het mes mee naar de keuken, zette zich schrap en hij kreeg de fles open! Eh ... gered ? Want er was een nieuw probleem: ze had maar twee steakmessen.
'k Ga reizen, zei de Oma Jo, naar Frankrijk en naar Thailand en ook naar iets met zand. Naar een woestijn of zo. De Rub Al Khali lijkt wel wat. Ze wees naar 't scherm vol beelden, wat een kleuren, wat een weelde, veel zon & zand en helemaal niet nat.
Haar man sprak : Ach Jolande, het is daar vlam en gloed. We hebben het toch goed? Wat zoekt gij in die landen?
Jolande sprak met held're stem, ze had het duid'lijk tegen hem : 't Wordt tijd dat ik mijn horizon verleg. Ik ga mijn IK verrijken. Leer maar zelf een hemdje strijken, want ik, ik ben hier weg.
Door de feestelijkheden voor 10 jaar onafhankelijkheid werkten de administratieve diensten van de universiteit van Kinshasa helemaal niet. Zeker niet omdat het koningspaar naar ‘la colline inspirée’ kwam. Het personeel kwam niet ter plaatse, want de bussen die hen normaal naar de campus brachten, moesten gebruikt worden om hen met vlaggetjes in de hand langs het parcours van de koninklijke stoet af te zetten.
Daardoor kregen wij pas op 31 juni de bewuste telegram in handen. F.L. kwam onverwacht naar huis met de boodschap: "ons vader is dood" Bam, bang! Als je voor een jaar vertrekt en je familie achterlaat, weet je dat er iets kan gebeuren. Maar nu toch niet. En wanneer het dan toch waar is, is dat zo onwezenlijk. Een rollercoaster begint te draaien
Ga je met die kleine naar huis? Wat moet er in orde gemaakt worden.
F.L. moest naar de stad om een uitreisvisum te regelen bij een ambtenaar die zijn krant belangrijker vond dan onze aanvraag. Hij moest mij de toelating geven om terug te keren en de kleine stond ook nog niet in mijn paspoort. Dus eerst naar de ambassade en dan terug naar de overijverige nog steeds krantenlezende ambtenaar of was het ambetantenaar. Madame moest zich ook presenteren. Dat madame (21) haar valies aan het pakken was kon hem niet vermurwen. Dan heeft F.L. tegen zijn principes zijn portefeuille maar bovengehaald. En toen … was de klus in vijf minuten geregeld.
Een ticket voor mij en de baby was wat anders. Normaal mocht toen een kind onder de zes weken niet vliegen. Na veel palaveren kwam er een vertegenwoordiger van Sabena en alles kwam in orde voor 1 juli. De dag van de begrafenis.
Dat lijkt een reis met hindernissen, MML. Met serieuze hindernissen. Om te beginnen de plaatselijke gebruiken al. 'k Krijg de kripse als ik het lees. Ge zult er maar staan in een droeve situatie met een boeleke op de arm. Ge zult gvd in zo'n soort land staan op een ogenblik dat het dringend is, omgeven door dat soort mentaliteit.
Als het niet te moeilijk is zou ik heel graag het vervolg lezen. En andere mensen misschien ook. Door de leeftijd hebben we een aantal dingen gemeenschappelijk. Maar ooit zagen onze levens er zeer anders uit. 45 jaar geleden bvb, in de zomer van 1970.
Vanmiddag aan tafel hebben LM en ik eens zitten denken wat we eind juni 1970 aan het doen waren terwijl gij en FL probeerden naar België te geraken, met een baby van vier weken. LM en ik waren toen allebei 18. Die zomer zag er voor ons gans anders uit.
LM begon onzelfzeker aan een werkleven aan boord, tussen de volwassenen. Montalto (CMB), Escaut (Deppe). Hij was een dappere jongen, moest wel. Ik lag heel zelfzeker in de knoei met de nonnen, met België en met de wereld in het algemeen. 'k Was een gedecideerde snotneus.
Buiten de kalender is er geen vergelijk tussen ulle zomer, die van LM, of die van mij, in 1970. Daarom lees ik met belangstelling over het leven van andere mensen. Niet de beroemdheden, gewoon de ándere mensen.
Weet iedereen voor zichzelve nog hoe het leven er uit zag in de zomer van 1970 ? Er kan misschien een interessant schrijfsel van komen … gewoon een paar woorden.
de vlucht Congo-Zaventem
We hadden alle paperassen in Congo in orde gemaakt.
Na een slapeloze nacht met veel emoties was het zover. Een kleine koffer en een mozesmandje met onze eersteling in waren mijn bagage. Oh ja, ook nog een overvolle accordeonhandtas (1970) en heel veel onzekerheid (21) en niet de meest avontuurlijke op deze planeet.
Ik zat naast een stel zakenmensen, industriëlen, ik weet het niet. Maar zoals later zou blijken waren zij empathische vaders. De baby werd in een soort hangmatje van ondoordringbaar materiaal boven mijn hoofd gehangen na het opstijgen. Daar lag hij heerlijk gewiegd te slapen, tot hij een vuile luier maakte en zijn keel opzette. Ik met de kleine naar het toilet. In die tijd waren er nog geen verluiertafels in vliegtuigen, toch niet in dat van ons. Ik heb hem verschoond op het toiletdeksel. Helemaal hoteldebotel kwamen we terug op onze plaats. De twee vaders? Zij stelden voor om indien nodig zij bij de volgende verluiering even de benen zouden gaan strekken, zodat ik meer ruimte zou hebben. De lieverds.
In België aangekomen moesten we te voet van het vliegtuig naar de terminal. Mijn accordeonhandtas viel op de grond, alles overal verspreid, mijn parfum "Vent Vert" kapot. Ik vergeet nooit die geur. Droog, groen, zerp gecombineerd met vliegtuigbrandstof en luchthavenlucht.
Bij de douane vroegen ze waarom ik naar België kwam. Voor de begrafenis van mijn vader. Er moesten toen nogal wat paperassen ingevuld worden. Oef, ik mocht doorlopen. Begint zoonlief toch van zich te laten horen. “Wat zit er in dat mandje? Een baby? Ah ja, dan moeten we andere papieren invullen.” En de klok, die tikte. “Hoe lang blijft u in België met de kleine? Veertien dagen? Dan hadden we die papieren niet moeten opmaken.”
Ik heb de longen uit mijn lijf gerend om uit de luchthaven te zijn waar mijn broer en schoonfamilie mij stond op te wachten. Mijn broer heeft geracet om op tijd in de kerk te zijn. Het kind werd toevertrouwd aan een tante die nog nooit een baby een flesje gegeven had, maar wel heel veel liefde en rust in zich had. De kist en ik kwamen samen aan in de kerk.
In de namiddag zijn we met de baby naar de kinderarts moeten gaan en een week later zag ik mijn vader overal in het straatbeeld opduiken. Ik heb nog nooit zoveel gerend. Zeker niet achter een hersenspinsel.
“Er is van u geschilderd of geschreven, geen lichtdrukmaal, geen beeld van u gebleven … ” (Gezelle). MML
Jawadde MML. Daarmee vergeleken is mijn zomer van '70 een verhaaltje voor de vaak. 'k Moet uw relaas nog een paar keer herlezen hoor. Zo'n verhaal pakt en houdt iemand vast. Allee, mij toch.
In een school bij Lyon werd de directrice geconfronteerd met een zeer specifiek probleem : een lippenstift-trend. Waarschijnlijk mochten de meisjes van hun ouders geen lippenstift dragen want de make up werd pas op school aangebracht. Elke ochtend. Tot daaraantoe.
Maar na het aanbrengen zetten de meisjes een afdruk van hun lippen op de spiegels boven de wastafels. Daar stonden 's morgens, nog vóór het eerste lesuur, dozijnen zoenafdrukjes aan de randen.
Elke avond poetste de conciërge de spiegels en elke morgen zoenden de meisjes opnieuw de spiegels boven de wastafels. Vol. Want het probleem werd met de dag groter natuurlijk, zo gaat dat met trends. De spiegels raakten vol. De situatie vroeg daadkracht.
De directrice liet de meisjes samen komen in en bij de toilettenruimte. Ze legde uit dat de afdrukken van de lippenstiften elke avond tijdrovend extra-werk veroorzaakte voor de conciërge.
Geroezemoes en lacherig gedoe. En dat de conciërge daar toch voor betaald werd! Dat laatste kwam uit de hoek van de nufjes onder de jufjes.
Om aan te tonen hoe moeilijk lippenstift van glas te verwijderen is, vroeg de directrice de conciërge om een demonstratie. Deze legde een spons op de rand van de wastafel, deed de rubberhandschoenen aan, nam de spons, en stapte dan naar de dichtstbijzijnde WC-pot. Daar doopte hij de spons in het water en kwam terug om de eerste spiegel te wrijven.
Stilte. Op slag was er stilte. 's Anderendaags stond geen enkele zoenafdruk nog op de spiegels. En dat is zo gebleven.
Opdat kleine vogels zich niet zouden te pletter vliegen tegen het vensterglas, plakken mensen die in de vliegroute wonen donkere silhouetten van roofvogels op hun ramen.
Het heeft iets te maken met de weerkaatsing van de lucht in de ruit. Onderbreek die weerkaatsing met een donker silhouet van een roofvogel en de andere vogels leven nog lang en gelukkig. Een loffelijk initiatief, die zwarte schaduwen. Allemaal mensen met in hun lijf een pitje gevoel voor de pittevogelkes.
Als die roofvogels 's avonds door de straatverlichting uitvergroot worden en op het behang van de kinderkamer geprojecteerd staan, dan moeten er dringend gordijnen komen. Geen monsters op de muur van een kinderslaapkamer. Er zijn al monsters genoeg in een kinderleven.
En dan is er Yaara Derkel. Zij heeft ook iets met schaduw gemaakt.
Onderstaande is wat men koopt, een stoel met elegante uitgesneden motieven. A la Thonet. Een gekende stijl. Te vertrouwd bijna. Tja, het zoveelste ding à la Thonet, alleen is dit een ontwerp van Yaara Derkel en de stoel heeft twee gestileerde blaadjes in de rugleuning, fijn en elegant als de ogen van een Venetiaans masker:
Onderstaande is wat men te zien krijgt bij een andere lichtinval, wat de bedoeling was van het ontwerp. Die ogenschijnlijk elegante stoel is eigenlijk een sinister meubel.
Een duivels schaduwbeeld. Misschien des te griezeliger omdat de schaduw geen klever is zoals de roofvogel op het vensterraam, het is een schaduwbeeld, niet tastbaar als een klever, niet afneembaar. De Schaduw komt telkens weer, bij elke lichtinval telkens anders.
Dit ontwerp kan men als curiosum in huis hebben, ergens in een bureau. Of op zolder. In een ruimte met kinderen, niet.
Als kind vond ik de donkere gapende leeuwenkopjes van een Mechelse kast al een verschrikking.
Op de middagpositie ofte 'noon position' -het papiertje dat toen nog elke middag uitgehangen werd bij de deur van de mess- had ik gelezen dat we die dag het kruispunt van de nulmeridiaan met de evenaar zouden passeren. De absolute nulpositie van breedtegraad met lengtegraad, 00°-000°, zero zero – zero zero zero. Dat punt ligt in de oksel van Afrika, ter hoogte van Gabon. Natuurlijk zijn er posities die verder van land liggen, maar die heten niet 5 x nul.
Er is het kruispunt van de evenaar met de tegenmeridiaan, de geografische datumlijn, daar waar de volgende datum begint en dus daar waar elk jaar op Nieuwjaar het nieuwe jaar begint. Dat kruispunt valt pal in de Stille Oceaan en heet 00°-180°, dat is veel minder nul dan de 5 x nul.
Die dag zouden we dus de absolute nulpositie doorgaan. Of er toch heel dicht in de buurt komen. Daar drijft natuurlijk geen boei met het opschrift 'HIER, 't is HIÉR!', maar we waren er toch niet ver vandaan, van de 00° breedtegraad en de 000° lengtegraad, op een zondag.
Wanneer het zondag is hebben de mensen een halve dag vrij, behalve natuurlijk degenen die wacht lopen. Aspirant-officieren lopen nog geen wacht, zij zijn 'dagmannen', zij werken enkel overdag, tenzij in geval van nood.
De twee liggen in het zwembad, het plonsbadje dat voor verkoeling en leute moet zorgen. Het werd elke dag gepoetst en gevuld met vers zeewater, door de vrijwilligster van dienst. De jongen in de zwarte short is de junior machine-officier. De jongen in de gele short is de junior deck-officier.
De zwarte short is een Canadees, Québécois en de gele short is een Belg, Vlaming. België en Canada hebben Frans als gemeenschappelijke taal, dus die gesprekken zullen vlotten, denkt men. Vergeet het. De Vlaming sprak moeizaam Frans. De Québécois sprak met moeite Engels. Daardoor kwam er al eens gebarentaal aan te pas. Hij vroeg of we dat kruispunt al voorbij waren. Lag het nog voor ons ? Lag het al achter ons ?
Kruispunt, kruising, met zijn armen geeft de junior engineer aan wat hij bedoelde. Wat ík bedoelde, want tijdens het foto-klikken was ik mee aan 't babbelen natuurlijk.
Wel, het kruispunt van de evenaar met de nulmeridiaan ligt ergens tussen de reling van het schip en de horizon. Gezien? Ik ook niet.
Het gebeuren speelt zich af in de vroege jaren ’70 en de zij in het verhaal was duidelijk in blijde verwachting. Dat bleek uiteindelijk een argument (?).
Hier een situatie die we in Kinshasa hebben meegemaakt: Een agent hield ons staande, want we hadden zogezegd een overtreding begaan. We zouden door het rode licht gereden zijn. Alleen, er stonden geen verkeerslichten op dat kruispunt. Enkel die agent.
Hij vroeg ons: de quelle couleur est-ce-que je suis? Wij durfden niet antwoorden, helemaal niet, want het was nogal in het oog springend dat zijn couleur zeer donkerbruin was.
Hij zei, en nu moet ik het heel precies verwoorden :
“Quand je suis comme ça, (beide armen horizontaal gespreid), je suis vert. Quand je fais comme ça, (één arm verticaal, één arm horizontaal), je suis rouge. Je dois faire un proces verbal, ça va vous couter beaucoup d'argent, mais on peut en discuter.”
Het proces verbaal was dus bespreekbaar want over het bedrag kon gediscuteerd worden. Wij wilden wel met hem meegaan naar le commissariat om daar over de boete te praten. Commissariat … Commissariat! Plots was er niets gebeurd, want madame was enceinte en patati en patata. Vier flesjes bier voor hem, om de vriendschap te vieren, zei hij, en het was oké.
m - met dank aan MML, 04/2016 – HiH09/2016, bijgewerkt – matabiche = smeergeld
Elke woensdagnamiddag heeft de buurvrouw van de broodjeszaak bezoek van haar nichtje. 'k Schat haar veertien jaar oud en ze doet me denken aan een gazelle : een fijn gezichtje met een en al ogen, ranke ledematen en een behoedzame tred. Het soort meisje dat maakt dat ik me afvraag waarom ik niet kan schilderen. Vorige week zag ik haar van uit het raam met een sjaal op het hoofd, heel kunstig geknoopt.
Vanmorgen zei ik tegen Hanna :
- Dat was knap, wat uw nichtje vorige woensdag op haar hoofd droeg. Hoe komt ze erbij, zo ineens ? - Ha! Dat was van moeten, schamperde Hanna. - ? - Ze heeft aan een geurkaars geroken. - ? - Terwijl die brandde!
Kijk, dat zou een gazelle dus nooit doen he.
m – EZW-02/2011, HiH-09/2014, 09/2016, bijgewerkt -
"Geluk ligt veelal in een klein hoekje, zodat we er vaak echt niet bij stilstaan dat we op een of andere manier altijd wel wat gelukkig zijn. Wat noem ik geluk, wel meestal heel simpele dingen die voor vele normaal zijn, maar voor mij dan weer heel bijzonder. In 99 had ik nog 5% kans om te overleven en in 99 werd mijn ventje geopereerd van kanker.
Wel elke morgen als ik wakker word, ben ik gelukkig, gewoon om er nog te zijn, er nog te zijn met ons twee. Dat is wel met de nodige beperkingen op gezondheidsgebied, maar we zijn er nog en dat is voor mij telkens een moment van gelukkig zijn over de nieuwe dag.
Destijds in ons huis, aan mijne vijver kunnen zitten en naar mijn viskes kijken, ook dat gewone normale ding in het leven, maakte mij intens gelukkig. De wandeling met onze hond, gewoon langs de Nete hier in Lier, dat maakte mij ook de gelukkigste mens op aarde. En dan weer zo iets heel normaals en doodgewoon, in mijn hofke wat werken volgens mijn mogelijkheden, dat is voor mij ook gelukkig zijn. In feite ben ik gelukkig door de normaalste eenvoudige dingen in het leven." P2
Er zijn zo van die dagen dat niks meezit. En wanneer bijna alle energie weggesapt is door domme tegenspoed en men ongeveer leeggezogen ergens lafenis zoekt komt er ineens een Gouden Momentje.
In de voormiddag had ik al genoeg van mijn eigen geknoei achter de rug om mijn gemoedsrust, mijn humeur, mijn dag en bij uitbreiding mijn hele bestaan te vergallen toen ik in de keuken LM braaf en geduldig zag staan prutsen met een gebruikt filterzakje.
Heeft hij nu echt niks beters te doen? En ik trok de koelkast open op zoek naar hartversterking.
LM schudde het filterzakje uit boven de afvoer van de linker spoelbak. Dat lukte niet zo goed want het koffiegruis was nog nat. Maar hij bleef geduldig staan schudden met kleine schokjes. Het zouden adequate schokjes zijn als het koffiegruis droog was.
Maar het was niet droog dus een iet of wat zinnig mens zou … enfin, ik was gereed om te ontploffen in verband met iets waar LM ocharme part noch deel aan had.
En ineens viel mijn cent wat hij stond te doen. Weken tevoren had ik op SenNet een artikel gelezen over het onderhoud van de afvoerleidingen en de afvoerputjes. Iemand vertelde toen dat koffiegruis door de leidingen jagen afvoerproblemen helpt voorkomen.
'k Heb daar toen efkes over nagedacht en kermille, ja, wij deden dat vroeger ook. Waarom is dat hier in huis in onbruik geraakt? 'k Heb het terug ingevoerd, koffiegruis moest weer door de leidingen.
De korrel van koffiegruis is groot én licht én hoekig. Ideaal om -geholpen door het impact van een waterstraal- de wanden van de afvoer en de sifon schoon te houden. Geen chemische rommel meer in de leidingen! Ideaal systeem, mits regelmatig toegepast. En dat regelmatig toepassen werd direct luidop verordonneerd : de inhoud van elke gebruikte koffiefilter gaat door de afvoer, met ingang vanaf nu. Op termijn is het kostenbesparend.
Dat 'kostenbesparend' moet indruk gemaakt hebben. Op eigen gezag had ik LM nooit zo meegaand gekregen. Deze voormiddag zag ik hoe hij dat in de praktijk bracht. Geduldig en volhardend. Niet omdat hij het zo graag doet, dat staan prutsen, maar omdat ik iets beslist heb, staat hij daaraan te prutsen. Zijn handen zijn te groot voor dat soort gedoe.
Ik smolt helemaal. - Schat, mag ik dat efkes tonen? 'k Moet dat voorzichtig vragen hoor, want sommige dingen in het huishouden wil hij helemaal 'zellef doen'. Ik mocht het efkes tonen.
'k Nam het filterzakje terug bij de bovenranden, trok zachtjes de naad open en alle gruis plofte uit dat waaiertje op het afvoerputje. Het opengevouwen filtertje (nu dat waaiertje) nog efkes spoelen & uitknijpen en het kon de vuilbak in.
- Gewoon het naadje opentrekken? - Ja. En hij glimlachte opgelucht en blij.
Kijk, dat begreep ik eerst niet. LM was in zijn beroepsleven verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in een machinepark van vijf verdiepingen en hij was inventief & creatief om daar oplossingen uit te werken. Maar met een filterzakje van een paar grammekes blijft hij weken prutsen? Nu begrijp ik het wel.
En toen ik hem deze voormiddag zo zag staan prutsen, heel klungelachtig maar toch zo plichtsbewust en gewetensvol ...
Was het vertedering, ontroering, verliefdigheid, ik weet het niet maar ik smolt helemaal weg bij zijn oprecht opgeluchte blije glimlach. Het was een Gouden Momentje.
P2 , m - EZW-08/2011, HiH-10/2014, 05/2016, bijgewerkt