Wat is schrijven voor mij? Schrijven is leven het is ademen en op adem komen en ook communiceren met mezelf.
Schrijven is vormen, inkerven, boetseren en ongekende werkelijkheden scheppen Schrijven is herinneren en bijkleuren en jezelf leren kennen.
Schrijven is woorden sprokkelen hier en daar stijlen ontdekken.
Schrijven is vrijen en vrijer worden.
VKJ?
Schrijven is vrijen?
Vrijen met de taal veronderstel ik dan. Corrigeer me als ik me vergis, VKJ. Zelf zie ik schrijven eerder als een tapijtje weven met woorden.
Maar om in hetzelfde beeld te blijven als gij, zie ik schrijven dan als de lezer zoetjes verleiden om mee te wandelen tot de laatste lijn van het schrijfsel. Zeker niet de lezer bij het handje te nemen!, want dat wringt en dan wringt zij/hij zich los.
Dat is bij een verhaal zo en dat is bij een relaas zo en bij beschouwelijk proza is dat zeer zeker zo, want anders zou gedachtewisseling zo goed als onmogelijk worden.
'k Kan het natuurlijk enkel over proza hebben, want over poëzie durf ik niet meespreken. In poëzie heeft taal een habitat dat voor mij ongekend terrein is, dat totaal verschilt van proza-hapjes.
De lezer over dat tapijtje zoetekes doen meewandelen tot aan de laatste lijn. En dan zal ik misschien eens wuiven. En zelf verder wandelen. Dat is het dan, schrijven.
“Mijn zus had al op heel jonge leeftijd (ze leerden mekaar kennen toen ze 14 was, hij was 5 jaar ouder) verkering met een zeeman. Als hij in een haven was, hadden ze wel eens radiocontact. Mijn verliefde zus die hem dan via de radio aansprak met zijn koosnaampje en hem overtuigde van haar liefde en trouw besefte niet dat er andere oren meeluisterden. We moeten er nu soms nog om lachen.
Later is ze met hem getrouwd en toen de eerste baby zich aankondigde besloot hij zijn zeemansleven op te geven. Hij wou geen afwezige vader zijn. Hij is wel altijd in de haven blijven werken tussen al die oceaanreuzen waarop hij avonturen beleefd had.
Zijn zeemansleven speelde zich af in de jaren zestig. Een tijd waarin je als zeeman blijkbaar ook nog wat van de wereld zag. Nu moet alles zo vlug gaan dat de romantiek van het varen ver te zoeken is. Hij vertelde verhalen over mij toen nog onbekende oorden. Ik ben 8 jaar jonger dan mijn zus en die verhalen maakten dus wel flink indruk op het kleine meisje dat ik nog was. Als ik meeluisterde dikte hij zijn verhalen dan ook flink aan. Zo zeer soms dat ik droomde over die huizenhoge golven tijdens de verschrikkelijk stormen en over de reuzenoctopussen met gigantische lange armen met zuignappen die je overboord trachtten te sleuren. Of over de reusachtige spinnen die in de tropische wouden leefden. Maar we hingen wel aan zijn lippen.
En één waargebeurd verhaal is me wel bijgebleven. Ik dacht er aan toen je die psychische stoornissen vermeldde. SCHEEPSKOLDER, tekst 641 ik herinner me niet meer waar het gebeurde maar blijkbaar waren er inderdaad zeemannen die de wekenlange eenzaamheid en eentonigheid op zee niet aankonden en die overboord sprongen. Dat vond ik verschrikkelijk.
Wat die afwezige vaders betreft, ik vraag me af of zeemannen wel geschikt zijn als vader. Mijn schoonbroer die besloot zijn zeemansleven op te geven voor zijn gezin, was een heel bijzonder man maar de rusteloosheid die wellicht de roep van de zee bij hem teweegbracht heeft hem altijd achtervolgd. Hij was een goede vader. van VLD
------
'… verliefde zus die hem dan via de radio aansprak met zijn koosnaampje en hem overtuigde van haar liefde en trouw …'
Radioverbinding met het schip … SAIT = Société Anonyme Internationale de Télégraphie sans fil, gesticht in 1913. En ongeveer de helft van de Belgische koopvaardijvloot luisterde mee ! Zo Anonyme was het dus niet. Er waren toen nog marconisten aan boord, de schepen waren nog niet uitgerust met de satellietcommunicatiesystemen. Die kwamen er pas vanaf '99, als ik het juist heb.
Oudere marconisten maakten daar zo geen spel over. Beroepsgeheim. Marconisten waren samen met de kaptein de enige beëdigde officieren aan boord. Maar de jonge snorren gingen ook buiten hun wachturen luisteren naar die berichten. In de loop van de week verspraken ze zich dan aan tafel, vertelden ze over mensen die niet eens aan boord van het schip waren. Ik moest zwijgen, maar ik vond wel een manier om hen te laten weten dat ik hen door had. Dat leverde dan plezierige momentjes op. Plezierig voor mij, bedoel ik.
Een marconist aan boord van de H heeft in '82 eens ongeveer heel de bovenstructuur (monkeybridge, waar de antennes staan) verknald door de apparatuur aan te zetten tijdens een onweer. Er kwam een enorm droog gekraak, een soort blikseminslag. Er was bijna weeral brand. Met dat manneke aan boord heeft het schip kosten gehad. Een snul eersteklas, over heel de lijn. Lastig in de omgang. 23j. En het ego ook eersteklas natuurlijk.
Marconisten waren wel een soort apart. Ze werkten alleen, er waren geen collega's om de specifieke zorgen mee te delen of te bespreken, hoogstens eens een stagiaire, maar zeer zelden. Ze werkten in zeer nauw verband met de brug en de kaptein. Als die samenwerking niet klikte waren zij meestal de pineut. En met hun specifieke problemen stonden zij dan alleen. Nee, marconist was volgens mij niet de fijnste job aan boord.
Het 4de gebod bevreemdend in beeld gebracht door ene Marija Tiurina - UK.
Mij doet het denken aan onvoorwaardelijke liefde van de ouders. Maar daar heeft het kind nog geen weet van. Het gaat er gewoon van uit, het zit nog opgesloten in het egocentrisme van een bepaalde levensfase.
Heel het Internet zegt dat niksen en lummelen gezond is. En er is ook dromen. Ook gezond. Volgens een kameraad die neurofysiodinges gestudeerd heeft en dat ook geworden is, dromen we elke nacht. Wanneer een persoon meent niet gedroomd te hebben is dat omdat die persoon het zich niet herinnert. Want we dromen allemaal. Elke keer. Zegt hij. Met 'we' bedoelt hij niet enkel de tafelgenoten, hij heeft het over de hele mensheid. Gewoon lef hé, de Héle Mensheid. En ik geloof hem, al was het maar omdat gedurende zeven jaar zijn studies mee van onze belastinggelden bekostigd werden.
Volgens hem dienen onze dromen om onze mentale fichebak te herschikken & uit te ruimen. Hij loopt wat achter in zijn beeldspraak, 'k weet het, hij bedoelt waarschijnlijk ons RAM-geheugen. Tijdens het dromen ruimen we op wat weg mag en stockeren we wat bewaard moet blijven. Dat zou bij actief niksen en bewust lummelen ook zo zijn. In dat stockeren zou een rangorde bestaan. Van dringende zaken naar hangende zaken.
'k Volg hem niet helemaal hoor, want van dringende zaken lig ik toch wakker. Niks dromen. Ivm hangende zaken geloof ik hem dan weer wel. En er een nachtje over slapen, het bestaat. Zelf meegemaakt. We zaten met een probleem en midden in de nacht werd ik wakker met de oplossing. Glashelder. Klaarwakker. LM moest toen onmiddellijk deelgenoot gemaakt worden van de oplossing die de nacht gebracht had. Sindsdien schrijf ik het gewoon op. Met een potlood, want het geklik van een bic ...
Buiten de fysiologische activiteiten van ons slapend brein, zou dromen ook voor iets anders een indicatie kunnen zijn? Kweeni.
"Een vriendin van mij, met wie ik nu nog regelmatig contact heb, we komen nog 1 of 2 keer per jaar samen met degenen van ons klas die nog overblijven, haar vader was kapitein ter lange omvaart. Hij was haar tweede vader en haar eerste vader was ook kapitein (overleden toen ze nog heel klein was). Als die vader thuis ging komen zagen wij dat aan haar manier van doen en praten want 'onze pa is vanaf volgende week thuis' en dan was het gedaan met 2 x per week met haar mama naar de cinema gaan, en alle dagen crème glace gaan eten, en vriendinnetjes uitnodigen en rumoerige muziek opzetten en door het huis dansen etcetera etcetera...
En wij waren dan allemaal erg geïnteresseerd in haar verhalen over hoe zij en haar jonger broertje, van wie hij wel de vader was, zich moesten gedragen om zijn humeur niet te verstoren!
Elke dag had ze verhalen over hoe het was gegaan de vorige dag en ik moet toegeven, de verhalen waren echt interessant al waren wij nog pubers toen, wij wilden het echt horen, niet dat hij een slecht karakter had, en van mishandelen of zo was geen sprake maar die man was zo gewend om Kapitein te zijn dat hij thuis ook de Kapitein was ...
Ik moet zeggen dat wij zelfs een beetje jaloers op haar waren want wie van ons allemaal droeg er de eerste jeans broek? Zij natuurlijk, want hij bracht die mee van Amerika, en ook speciale kleedjes kreeg ze, al vonden wij die mode ietwat ouderwetser dan hier, ik weet niet waarom maar het zal dan wel zo geweest zijn, of was het zijn goede smaak misschien ?" RSL
-----
RSL, 'k ben blij dat iemand het verschijnsel van de afwezige vaders kent, want soms denk ik dat ik verhaaltjes over Mars vertel, ipv over het leven aan boord.
Een tijdje geleden ben ik begonnen met mijn archiefje brieven naar de thuiswacht na te lezen. Die mappen zijn meegekomen toen het huis van mijn ouders ontruimd werd. Veel van die relazen zijn niet bruikbaar, de brieven zijn met periodes zelfs monotoon, maar er zitten ook dingen tussen waarvan ik denk : dit gelooft toch geen kat ! En dan gaat het niet over spectaculaire stormen of zeemonsters maar gewoon over menselijke interacties aan boord. Die dan toch niet zo gewoon blijken te zijn.
Zoals bij kolonialen soms de tropenkolder kon toeslaan, en in de het hoge noorden de blokhutkolder wel, scheepskolder bestaat ook. Alleen vind ik daar geen documentatie over op 't Net. Zelfs geen definitie.
Voor tropenkolder staat er : psychische stoornissen die kunnen ontstaan door eenzaamheid en eentonigheid, bij mensen die in de tropen verblijven.
Voor scheepskolder staat er : niks.
Dankzij het mailverkeer aan boord is er voor de zeevarenden nu regelmatig nieuws van thuis, iets om de bovenkamer te bemeubelen, iets dat gespreksonderwerpen oplevert en scheepskolder zou zo voorkomen worden.
Maar de snelle mailcorrespondentie, het dagelijks contact met thuis levert dan weer een ander soort problemen op. En zo is 't altijd iets hé.
Vergeten kan net zo belangrijk zijn als onthouden.van P2
Al goed dat we dingen vergeten, het zou op termijn onhoudbaar worden. Daar ben ik de laatste tijd veel mee bezig P2 , met vergeten & onthouden. Hoe zou het komen dat men onthoudt dat men iets vergeten is?
Daarmee bedoel ik niet het plotse besef van "owee …!" en dan volgt een ramp (ik heb de soep laten opstaan, bvb). Dat gebeurt in andere levensfasen ook, dat is niet eigen aan de seniorenleeftijd.
Maar eerder de kleine momenten van elke dag : men komt in een ruimte van de woonst en … wat kwam ik hier nu weer doen? Of in een gesprek : ik wou iets zeggen maar ik ben het kwijt. En erger, aan het klavier : ik wou iets typen maar het is weg.
Alsof de gedachten schrikkige mussen zijn die bij de minste beweging of het minste geluid wegstuiven. Meestal komt de gedachte wel terug na een paar tellen. Soms ook niet en dan moet men wachten. Of kunstgrepen toepassen. Hoe zou het komen dat men onthoudt dat er iets weg is.
Wát er weg is, weet men niet meer, dat is men vergeten. Dát het weg is, weet men nog wel, dat heeft men onthouden. Gek hé. Hoe zou dat komen?
de afwezige vaderen~ II / III ~ ineens zijn ze daar
Af en toe kwam uit gesprekken aan boord naar boven dat zeemannen, de afwezige vaders, zich thuis ook soms overtollige vaders voelen. Moeders beredderen de zaak prima, zij bestieren in hun eentje de hele huishouding. Zowel de kleine als de grote kinderen hebben hun gewoontes en ineens … staat de papa daar weer.
Na een paar dagen ebt het feestgevoel weg en niet elke zeeman stapt weer soepel in de routine van het gezin. Hij vraagt zich al eens luidop af waarom hij als laatste over de badkamer kan beschikken. (omdat hij de enige is die de deur niet uit moet) Of hij weet nog niet dat de jongste niet tegen bepaalde geluiden kan. (dat is al weken zo) Ontheemd in eigen huis.
Dat vertelden die mannen niet aan tafel, dat vertelden ze me tussendoor, quasi terloops. Waarschijnlijk had ik er het juiste profiel voor, voor dat soort confidenties. Klein, qua graad onschadelijk en aanspreekbaar want altijd aanwezig in de bewoning.
LL, toen 1ste stuur, een beer van een vent, vertelde ooit dat hij 's avonds meestal in de garage bezig was, en dan keek hij soms naar de rij rubberlaarzen die daar stond. De grote van hem, de kleine van zijn vrouw en dan de laarsjes van de twee dochtertjes. Dan kreeg hij een krop in de keel. Dan zie ik ze toch zo graag, zei hij. In de garage ? Bij de laarsjes ? Man, dacht ik, wat brengt ge uw avonden in de garage door, ga binnen en zég tegen de kinderen dat ge hen graag ziet ! Hij wil hen niet bruskeren, was het antwoord. Hij voelde zich soms teveel in hun leventje. Een zeer schuchter vaderschap dus. En toch had hij ooit kinderen gewild.
Op een ander schip, een andere vader, die met zijn trapeziumbaard, vertelde met een diepe zucht dat zijn schoonouders er 'altijd' waren. "Dat mijn vrouw hulp kan gebruiken snap ik wel, zei hij, maar ze zijn er altijd. Echt altijd." Haar ouders waren op de leeftijd gekomen dat ze steun en oppas zochten. En dat deden ze bij de dochter die het dichtste bij woonde, wier man 'toch alsmaar op zee zat'. Dat was wel praktisch zo, een afwezige schoonzoon. Dat hij ook echtgenoot was en vader, werd terzijde geschoven, volkomen onbelangrijk in hun ogen.
De derde vader, ook een Chef mecanicien, met drie dochters. Hij had eens de jongste een uitbrander gegeven en het meisje ging uithuilen bij de oudste zus. Hij hoorde de oudste antwoorden : "niet wenen, binnenkort is hij toch weer naar 't schip." De verloren blik in zijn ogen toen hij dat vertelde … hij werd tijdelijk geduld?
Kortom, zeemannen hebben het soms niet gemakkelijk met het vaderschap.
Dictatoriale vaders hebben geen last van dat ontheemd gevoel in eigen huis. Bij hen zijn het de kinderen die op de tippen van hun tenen lopen wanneer vader thuis is.
In '88 hoorde ik een kaptein aan tafel iets vertellen waarbij ik zijn zoon van 19 zag ineen krimpen. Hopelijk niet van angst maar van plaatsvervangende schaamte. De zoon was op bezoek aan boord. Het gesprek aan tafel ging over kerstversiering. Blijkbaar hadden ze daar thuis een naaldboom in de voortuin staan. Die naaldboom mocht enkel met lichtjes versierd worden wanneer de heer des huizes in België was. Wanneer hij op zee was, geen lichtjes. Waarom? dat vroeg ik me niet af, bij dat heerschap vroeg ik me al lang niks meer af.
"Én, vervolgde hij zijn monoloog, tegen mijn uitdrukkelijk bevel, tégen mijn uitdrúkkelijk bevel (2x) hadden ze dat jaar toch licht gehangen in de boom. En het nog aangestoken ook." oÔo, dat klonk als majesteitschennis. De voortuin moest droef en donker blijven omdat meneer er niet was en op een keer werd er toch licht ontstoken ! Dat had de oudste zoon gedaan om de jongsten te plezieren. Ocharm-ochere, dacht ik, wat een egotripperij, enkel licht wanneer hij in België is … In een gezin geeft men geen orders en bevelen. Of toch niet van die banale.
Hebben sommige zeemannen het moeilijk met afwezig vaderschap, dan hebben sommige kinderen het moeilijk met hun aanwezige vader.
Zodra het scenario het voorschrijft : ze tranen. Wanneer de regisseur het vraagt : ze tranen. De soap deint van de ene tragedie naar de andere, per seizoen zijn er liters tranen nodig.
Er kan veel met een mengsel van water en glycerine. Het product is ook via internet te koop. Daarmee maken de mensen van de grime zweetdruppels en vooral de vele tranen.
Maar échte tranen op bestelling. Hoe doen de dames actrices dat? Marleen Merckx is daarin zo bedreven dat het haar al een imitatie door Ella Leyers opleverde.
Een beiaard … Ik zal het geen getingel noemen. Dat is voor een klokkenspel. Dit waren volwassen bronzen klokken. Veel. En bij momenten : veel tegelijk. Daar zat ik dan. Drie maanden onder de toren van de kathedraal.
Ergens in de jaren '70 logeerde ik tijdens de zomermaanden in Antwerpen. In de Reyndersstraat. Op een scheutje van de kathedraal. Toen nog Brusselaarster zijnde wist ik niet dat er tijdens de zomermaanden, in het toeristenseizoen, beiaardconcerten gegeven werden.
Wegens restauratiewerken aan de toren (2019-2020) speelt de beiaard niet meer sinds april dit jaar.
In mijn herinnering was hij er elke dag, drie maal per dag. 's Morgens, 's middags en 's avonds. Of het werkelijk zo was weet ik niet meer, maar zo leek het toen.
'k Zat op een derde verdieping en had het kot ter beschikking tot einde augustus om een project af te werken. Op een afstand van de toren en op drie hoog tussen de achtergevels galmde de beiaard erger dan beneden op de Handschoenmarkt of op de Groenplaats. En het repertoire! Ik heb daar toen de Toccata & Fuga van Bach horen vermassacreren. Om van te schreien. En klokken blijven nagalmen.
Voor wie de moed heeft, klank niet te luid zetten : http://www.youtube.com/watch?v=syyXjQGZCpw 10min08 Laat ge weten of gij dit gedoe tot het einde hebt kunnen uithoren? Ik niet.
Begin deze lente was ik in de stad en het was alsof ik die kakofonie opnieuw hoorde. Ondertussen woon ik al 20+ jaren in Antwerpen en gelukkig ken ik nu de juiste schuiloorden tegen die pollutie van het auditief decor.
Het was 2000 en we waren al een tijdje een oceaan aan het oversteken. Twee oceanen, de Indische en de Atlantische, we moesten met een lading uit de Perzische Golf naar LOOP (Louisiana Offshore Oil Port, USA) met een VLCC, very large crude carrier, dus te groot om door Suez te gaan. Daarom moesten we rond de Kaap.
Met mailverkeer met thuis stond nog niet op punt en veel ander nieuws was er niet. Na verloop van tijd komen dan de gekste gespreksonderwerpen aan bod. Dat verschijnsel heeft een naam, iets met incrowd, of zo.
Het was middag. Aan tafel éét LM, hij zit niet te converseren. Middaguur betekent voor hem : eten en mogelijk daarna nog 20 minuten gaan liggen. Krachten herstellen, want er moet nog een ganse namiddag gewerkt worden. Om 12h55 een mok koffie, een frisse overall en dan naar beneden, naar de machineruimte. Dat is de planning van 12h tot 13h : eten-rusten-koffie. 1-2-3. En geen gez*ik aan zijn hoofd. Dat is punt 4 ! Mijn taak was er op toe te zien dat het middagprogramma naar wens verliep.
Voor de mensen die een andere dagindeling hebben, de mensen die wacht lopen (08-12 / 12-04 / 04-08) ziet het middaguur er anders uit natuurlijk, 12-04 is al op de brug en de twee anderen zijn aan het uitbollen.
Voor zijn propere overall en de koffie kon ik garant staan, voor de rest helaas niet. Meestal viel het mee hoor. Aan de tafel van de officieren waren nog andere mensen dagman, daar at men 's middags in stilte.
Helaas kwam dit schip van een Chinese eigenaar en de inrichting van de mess was anders. Niet geschikt voor de Belgische hiërarchie-gebruiken aan boord. Er was ook geen gastentafel. Door die schikking en mee door de afmetingen van de tafels kwamen LM en ik aan de tafel van de kaptein te zitten.
Met die eerste kaptein hadden we niet echt geluk. Sommige dagen moest ik LM werkelijk afschermen opdat hij rustig zou kunnen eten. Zelf hield hij zich Oost-Indisch doof. De sociale geplogenheden van het middagwereldje rondom hem liet hij aan mij over. Al doende bracht ik mijn assortiment beleefde glimlachjes opnieuw in praktijk.
Op een keer ging het over opvoeding van kinderen. Oja, dacht ik, wat zijn wij daar allemaal goed in, ver van huis in het midden van een oceaan … LM dacht niks, hij hoorde zelfs niet waarover het ging.
Het gesprek viel stil. De Chef of de Kaptein, iemand vroeg wat ik er van dacht, van een of ander opvoedkundig principe. Tja, als men mij rechtstreeks aanspreekt zal ik een antwoord moeten produceren zeker?
Waarom vraagt u dat aan mij, wij hebben geen kinderen, zei ik in een poging om me op de vlakte te houden. Gij zijt een vrouw, was het antwoord. Dat antwoord vond ik zo dwaas dat ik hem ook dwaas vond en de twee anderen er bij. Iemand met eierstokken heeft automatisch een kijk op opvoedkunde ? En mensen met testikels hebben die kijk … niét ?
Ik produceerde een lachje en zei dat wij met ons vijven toch niet echt het gezelschap waren voor gesprekken over opvoedkunde, LM en ik, een koppel zonder kinderen, plus drie afwezige vaders ! Want dat zijn zeemannen, afwezige vaders. Zes maanden op de twaalf afwezig. Begaan met hun kroost en de centen liggen er elke maand, maar wel afwezig.
Aan de stilte te horen was ik misschien wat ver gegaan, maar goed, theoriekes zitten verkondigen alsof het doordachte meningen waren, dat ging míj efkes te ver.
En zo konden we intijds van tafel, LM kon 20 minuten gaan liggen en daarna was er koffie.
m – HiH-08/2016 - het leven aan boord heeft zo mijn momentjes
'k Stelde mijn Ma (toen 84) voor om in het centrum van het dorp iets te gaan drinken of een coupe ijs eten. Ze vroeg of het ver was.
"Wel, met de auto moeten we door die en die straten want de kortste weg is eigenlijk een enkelrichtingsstraat." Ik zag haar bedenkelijk kijken. 'k Gooide er snel achter: "Te voet is het gewoon rechtdoor en dan de hoek om." Ze bleef bedenkelijk kijken.
'k Deed een laatste poging: "In vogelvlucht is het maar 200 meter hoor…" "Awel, zó zullen we het dan doen" zei ze. Haar manier om te zeggen dat ze geen zin had in ijs. m – EZ-07/2012, HiH-05/2017, bijgewerkt -
Tina en ik stonden in Ekeren te wachten op iemand die ons met de wagen zou oppikken. We stonden op de stoep bij een hoekhuis aan de rand van de dorpskern. Mijn zus woonde toen nog in het centrum van Brussel.
- Dat vind ik hier zo tof, zei Tina, dat zoveel huizen tuinen hebben. Ze staan in levendige straten en toch hebben ze voldoende tuin. Neem nu dit huis … - Die tuin heeft ze nodig ook, zei ik, er zijn drie kinderen. - Kent gij de mensen die hier wonen?
Nee, maar ik had er al wel een verhaal bij verzonnen. Omdat ik er vier keer per week langs liep en ik had het koppel de voorbije jaren zien evolueren. Het verhaal was nog niet geschreven, maar het zat al wel gereed. Tina wou het horen, dat kortte het wachten op ons vervoer.
Een jaar of zes, zeven tevoren was daar een jong koppel komen wonen. Er kwam een kind. En een tweede. En een derde. Na het tweede werd ze voltijds thuis-moeder. Misschien vandaar het derde, een mens is dan tóch thuis …
Terwijl zij open bloeide en rozig en voller werd, werd hij spichtig, hij ging gebogen lopen en zag lichtjes grauw. Als iemand die te weinig daglicht krijgt. In de tuin moest hij niet meer werken, dat deed zijn schoonvader nu. Andere taken ook, ook schoonvader. Zijn schoonmoeder kwam helpen in de huishouding en na een dag poetsen of strijken en wieden en spitten bleven ze natuurlijk eten ook. Had zijn gezin hem eigenlijk nog nodig? Behalve als kostwinner dan. Zijn vrouw had haar kinderen, zijn schoonouders hadden hun kleinkinderen. Iedereen was tevreden.
Ik denk …, ik denk dat haar kinderwens hun huwelijk overwoekerd heeft, zei ik. Zij woont met haar nestdrang op een roos wolkje, en ik kan me voorstellen hij zijn rust bij iemand anders zoekt. En vindt.
Dat was het verhaal dat ik verzonnen had en vertelde om het wachten te korten.
En toen zag ik hoe het raampje van het toilet langzaam dicht ging en hoe het zeer zachtjes in het slot geklikt werd door een vrouwenhand.
Wat had ik weer aangericht, met mijn gefantaseer …
verwarring tussen de woorden neuken ensneuken (W-VL) = snoepen, smullen, smikkelen, sneukelen
woensdag is pannekoekendag ~ van CC
‘k Weet niet of dit al eens vertelde, maar dat verhaal van kinderen die grote-mensen-moppen doorvertellen, deed mij denken aan die dag dat ik door de grond zakte van schaamte.
De grootmoeder van mijn man lag in het ziekenhuis met een zware hersenschudding. Uiterlijk leek er niks aan de hand, maar ze ratelde maar heel de dag door : zo vaak en zo ‘om het even wat’, dat de verpleegsters gewoonlijk lachend haar kamer uit kwamen.
Zo ook die woensdag, toen ik haar met mijn jongste (5 jaar oud) ging bezoeken. Ze vertelde weer een mop :
De vader van Jantje had de gewoonte op woensdagavond de bloementjes buiten te zetten. Zijn vrouw was dat beu, en stuurde hun zoontje mee . Vader stond daar dan, samen met een toogvriend én zijn zoontje, in het glazen straatje. Hij zei tegen zijn maat : “Kom, we gaan neuken en we laten de kleine buiten staan.” Ze konden het kind niet mee naar binnen nemen, daarom vertelden ze hem dat ze iets te regelen hadden, en dat hij buiten moest wachten tot ze terug waren.
Een hoertje van de bar rechtover zag dat kind alleen in die straat, en had compassie, want het werd fris buiten. Ze vroeg het ventje of hij binnen wou wachten op zijn papa. Ze waren net pannekoeken aan het eten en hij mocht er zoveel eten als hij wou. Toen de vader zijn zoontje zag buitenkomen vroeg hij wat hij daarbinnen gedaan had! “Ik ben ook gaan neuken: de eerste vijf waren goed warm, maar de zesde was te heet.” Tot daar de mop die mijne kleine in de kliniek hoorde vertellen door zijn overgrootmoeder. We gaan naar huis, en gewoonlijk is het druk in de hoofdstraat. Iedere woensdagavond was het bij ons pannekoekendag . Zegt mijn kleine plots : “Mama, het is woensdag hé” ... Ja .... “ We gaan straks neuken hé !” Een half dozijn mensen draaide zich om. Plezant hoor.
Vele jaren later vertelde ik over die woordverwarring aan onze jongste, toen zelf al vader, en zijn reactie was “Oei !” Hij vroeg zich af welke woordengoochels van zíjn kinderen hem te wachten stonden.
Mijn nieuwe passer past niet in mijn passerdoos omdat ik een passer koos die te groot was voor mijn oude passerdoos
Nu ligt er al dagenlang een passende vraag op mijn pas geopereerde maag koop ik een andere passer die past in mijn oude passerdoos of had je liever dat ik koos voor een passende passerdoos.
Majumau
Wat wasser ? Plots zo heel passioneel over een passer en over een doos ... Wat wasserloos ?
het duo Ruth en Eve Oosterman, Canada ~ een samenwerking tussen moeder en dochter (toen 2j)
van 't Net
Ruth's devies is : deel uw passies met de volgende generatie. En Eve doet daar graag aan mee. Eve begint en daarop bouwt Ruth verder.
Bovenstaand werk heet de Droom van de Boekenwurm. Op het einde wordt duidelijk waarom. In de droom worden geen bomen meer omgehakt om boeken te drukken want de boeken groeien rechtstreeks uit de boom. klank zacht houden https://www.youtube.com/watch?v=N253Hph2xNA 01min08
Nu de omgekeerde werkwijze : eerst Ruth, dan pas Eve. En Ruth werkt verder af.
De uitleg van kleine Eve : "Mr Giraffe heeft blauwbessen gegeten en dan ging hij zeepbellen blazen en de zeepbellen waren blauw."
Maar dat hadden wij al begrepen hé. Ter info : na een schildersessie moet Eve in bad en na het eten van blauwe bessen eigenlijk ook.
Shakespeare ~ Laurence Olivier ~ Peter Sellers ~ The Beatles (in die volgorde)
Eén van de voordelen van slecht slapen is dat men 's nachts interessante documentaires tegenkomt op TV. Afgelopen week zag ik een carrièreoverzicht van George Martin, de vijfde Beatle, de producer van al hun platen, -1.
In 1955, zomaar een gewone dag, wat liept ge dan te doen. In welke fase van uw leven waart ge dan?
Zelf werd ik toen drie. De eerste helft van het jaar '55 was er een zusje op komst, vanaf de tweede helft van het jaar was ik grote zus en slopen de taken mijn leven binnen. Van The Beatles was nog geen sprake, John en Ringo waren 15j en George en Paul liepen waarschijnlijk nog in korte broek.
De buitenwereld beperkte zich tot de kleuterschool, het park en de weg heen- en terug. Van veel interessante dingen had ik toen geen notie. Zo wist ik niet dat Laurence Olivier dat jaar schitterde als Richard III in een film waarvan hij de regisseur, én de producer én de hoofdacteur was. Een ambitieuze onderneming. De rol zou hem een Oscarnominatie opleveren. En ook : 'de film heeft waarschijnlijk meer gedaan om Shakespeare terug tot bij het publiek te brengen dan enig ander project'. Sir Laurence Olivier foto van 't Net
Laurence Olivier 1955: Richard III, "Now Is the Winter of Our Discontent", de openingsscène. Ge moet niet het hele fragment uitkijken hoor, 'k zet het hier enkel om de setting te tonen en de intonatie & interpretatie van Laurence Olivier. https://www.youtube.com/watch?v=jmWtynh2Xwc 04min30
Of die stijl van vertolken vandaag nog zou kunnen, daar heb ik geen idee van. In elk geval, toen in 1955 waren misschien al een aantal jonge wolven rond de interpretatie aan het cirkelen, om er iets mee te 'doen'. Peter Sellers was toen 30. (Yep, dié Peter Sellers)
In 1965, waren we met drie. Laura 6j, Tina 10j en ik 13j. We staken alle drie boven de tafel uit, de wereld was al wat ruimer. En er waren de Beatles. klank aanzetten, https://www.youtube.com/watch?v=zx2TFk0vh1I 02min34
John & Ringo waren 25j en de twee anderen gedroegen zich navenant. Peter Sellers was toen 40j en had iets beet dat bruikbaar was. Hij zou een liedjestekst brengen als monoloog. Moet kunnen, denkt men dan, van het podium naar de scène, van gezongen naar voorgedragen. Omgekeerd bestaat toch ook!
En de dag na de documentaire over George Martin heb ik dat curiosum van Sellers opgezocht. En hoe meer ik erover te weten kwam, hoe meer ik onder de indruk raakte. Dit was niet zomaar een speriebonen-grapje, dit was ernstig humoristisch werk.
Van Lennon & McCartney, de stukken tekst die Sellers gebruikt heeft :
It has been a hard day's night, and I have been working like a dog It's been a hard day's night, I should be sleeping like a log But when I get home to you, I find the things that you do Will make me feel alright
You know I work all day to get you money to buy you things And it's worth it just to hear you say you'll to give me everything That's why I love to come home, ‘cause when I get you alone You know I feel OK
When I'm home everything seems to be right When I'm home feeling you holding me tight, tight
It's been a hard day's night, and I been working like a dog It's been a hard day's night, I should be sleeping like a log But when I get home to you, I find the things that you do Will make me feel alright
En dan volgt nu A Hard Day's Night, gebracht door Peter Sellers, op de wijze van Laurence Olivier. Dezelfde toonhoogte, hetzelfde accent, dezelfde stembuigingen … de imitatie is zo raak, dat ze een eerbetoon aan Sir Laurence wordt.
Let op hoe Sellers telkens het laatste woord van de strofe neerlegt. Het gaat niet meer over de hardwerkende jongeman die thuis opgelucht zijn das uittrekt en een flesje bier opentrekt. Sellers geeft een gans andere betekenis aan het thuiskomen. Hij doet dat zonder één onvertogen woord te gebruiken, hij houdt zich aan de tekst. Hoe vaker ik het filmpje bekijk, hoe meer ik onder de indruk raak van zijn kunnen. Zelfs het feit dat hij op het einde van de tweede strofe gaat verzitten heeft in deze vertolking een betekenis.
Met deze voordracht heeft Sellers de Engelse hitparade gehaald, zegt Wikipedia. En ik heb dat toen allemaal gemist. Nuja, in '65 zou ik toch te jong geweest zijn om het te snappen, Zoveel jaar later vind ik het driedubbel amusant, door de gelaagdheid van de vertolking. Het lijkt wel bladerdeeg. Het lijkt luchtig maar het zit vol met … oei, mijn vergelijking loopt vast. Laat maar.
Dat is een voordeel van slecht slapen, er zijn 's nachts vaak interessanter dingen op TV dan overdag. Van Shakespeare vertolkt door Olivier naar Sellers in een vertolking van een Beatles-nummer, wat een knap stukje kruisbestuiving.
09/2014 – Een speciaal moment in Odense (Denemarken) tijdens de Muziekwedstrijd Carl Nielsen.
De Japanse fluitiste Youkie Ota kreeg tijdens haar proef, gelijk een echt Disney-prinses, bezoek van een vlinder. Op haar voorhoofd. Het diertje leek de Sonatine voor fluit en Piano van Sancan wel mooi te vinden. Mevr Ota liet zich niet van de wijs brengen door het gekriebel. Sterke zenuwen!
'k Heb nog een verhaaltje over goud. Bij de eerste lessen scheikunde werden we ingewijd in het systeem van Mendeljev. Het zal het schooljaar '67-'68 geweest zijn. De tabel hing al jaren tegen de wand, we waren vertrouwd met de schikking, een mozaïek met veel lege plekken. En met lettercombinaties. Thuis ging ik al eens enkele opzoeken in de Elsevier.
In ongeveer elk lokaal hing een tabel van Mendeljev. Dat zal niet zo geweest zijn, maar zo herinner ik het mij : er hing overal een kruisbeeld boven het bord (om de leerkracht te behoeden voor vergissingen), er was de kaart van België en af en toe ergens een kaart van Europa, naargelang het lokaal, en er was Mendeljev. Dat waren de rolplaten waarmee we vertrouwd moesten raken.
In lokalen waar de ramen te hoog stonden om naar buiten te zitten dagdromen en waar geen kaart van Europa hing om te zitten wegdromen keek ik dan maar naar Mendeljev zijn universum. Veel van de elementen van toen ken ik nog steeds ratsklats uit het hoofd. Heel handig bij quizvragen op TV, dan doe ik luidop mee.
In het begin van ons eerste jaar scheikunde hadden we een les over de groep van de edelmetalen. De lerares had ons verteld dat hoe zuiverder het goud, hoe makkelijker het vervormd raakt. Als verduidelijking bij haar uitleg : ringen die een edelsteen moeten bevatten zullen eerder 14 kt zijn, zo zal een dure steen niet wegspringen, ringen zonder steen kunnen hoger dan 18 karaat gaan. Gesteld dat men lichtjes op de rand zou bijten, zou men voelen dat goud een zacht metaal is.
Wikipedia formuleert het als volgt : 'Van alle bekende metalen die bij kamertemperatuur vast zijn, is goud, na lood, het makkelijkst te buigen en te vervormen'.
Lucia, de kleinste van de klas, een vinnig springeding met grote bruine ogen en een paardenstaart die op en neer wipte terwijl ze sprak, kwam in de loop van die week met een verhaal de klas in. Ze had de uitleg over goud thuis aan tafel herhaald -wat hebt ge vandaag op school geleerd, zeg het eens flinke meid. Wat zij dan deed. Haar broertje van tien luisterde met grote oren want hij had zoals zijn zus wetenschappelijke belangstelling.
In een rustig moment toog hij naar het nachtkastje van zijn Ma, nam daar de trouwring van haar grootmoeder, van zijn overgrootmoeder. Hij beet er in, de ring vouwde dicht. Ja hoor! Puur goud! Opgetogen ging hij dat beneden vertellen.
In de commotie volgde een pak rammel voor de jonge onderzoeker en vermits la Mama temperament had deelde Lucia in de klappen. Dat was haar welkom in de wereld van de wetenschappen.