SAIT, radio Oostende
“Mijn zus had al op heel jonge leeftijd (ze leerden mekaar kennen toen ze 14 was, hij was 5 jaar ouder) verkering met een zeeman. Als hij in een haven was, hadden ze wel eens radiocontact. Mijn verliefde zus die hem dan via de radio aansprak met zijn koosnaampje en hem overtuigde van haar liefde en trouw besefte niet dat er andere oren meeluisterden. We moeten er nu soms nog om lachen.
Later is ze met hem getrouwd en toen de eerste baby zich aankondigde besloot hij zijn zeemansleven op te geven. Hij wou geen afwezige vader zijn. Hij is wel altijd in de haven blijven werken tussen al die oceaanreuzen waarop hij avonturen beleefd had.
Zijn zeemansleven speelde zich af in de jaren zestig. Een tijd waarin je als zeeman blijkbaar ook nog wat van de wereld zag. Nu moet alles zo vlug gaan dat de romantiek van het varen ver te zoeken is. Hij vertelde verhalen over mij toen nog onbekende oorden. Ik ben 8 jaar jonger dan mijn zus en die verhalen maakten dus wel flink indruk op het kleine meisje dat ik nog was. Als ik meeluisterde dikte hij zijn verhalen dan ook flink aan. Zo zeer soms dat ik droomde over die huizenhoge golven tijdens de verschrikkelijk stormen en over de reuzenoctopussen met gigantische lange armen met zuignappen die je overboord trachtten te sleuren. Of over de reusachtige spinnen die in de tropische wouden leefden. Maar we hingen wel aan zijn lippen.
En één waargebeurd verhaal is me wel bijgebleven. Ik dacht er aan toen je die psychische stoornissen vermeldde. SCHEEPSKOLDER, tekst 641 ik herinner me niet meer waar het gebeurde maar blijkbaar waren er inderdaad zeemannen die de wekenlange eenzaamheid en eentonigheid op zee niet aankonden en die overboord sprongen. Dat vond ik verschrikkelijk.
Wat die afwezige vaders betreft, ik vraag me af of zeemannen wel geschikt zijn als vader. Mijn schoonbroer die besloot zijn zeemansleven op te geven voor zijn gezin, was een heel bijzonder man maar de rusteloosheid die wellicht de roep van de zee bij hem teweegbracht heeft hem altijd achtervolgd. Hij was een goede vader. van VLD
------
'… verliefde zus die hem dan via de radio aansprak met zijn koosnaampje en hem overtuigde van haar liefde en trouw …'
Radioverbinding met het schip … SAIT = Société Anonyme Internationale de Télégraphie sans fil, gesticht in 1913. En ongeveer de helft van de Belgische koopvaardijvloot luisterde mee ! Zo Anonyme was het dus niet. Er waren toen nog marconisten aan boord, de schepen waren nog niet uitgerust met de satellietcommunicatiesystemen. Die kwamen er pas vanaf '99, als ik het juist heb.
Oudere marconisten maakten daar zo geen spel over. Beroepsgeheim. Marconisten waren samen met de kaptein de enige beëdigde officieren aan boord. Maar de jonge snorren gingen ook buiten hun wachturen luisteren naar die berichten. In de loop van de week verspraken ze zich dan aan tafel, vertelden ze over mensen die niet eens aan boord van het schip waren. Ik moest zwijgen, maar ik vond wel een manier om hen te laten weten dat ik hen door had. Dat leverde dan plezierige momentjes op. Plezierig voor mij, bedoel ik.
Een marconist aan boord van de H heeft in '82 eens ongeveer heel de bovenstructuur (monkeybridge, waar de antennes staan) verknald door de apparatuur aan te zetten tijdens een onweer. Er kwam een enorm droog gekraak, een soort blikseminslag. Er was bijna weeral brand. Met dat manneke aan boord heeft het schip kosten gehad. Een snul eersteklas, over heel de lijn. Lastig in de omgang. 23j. En het ego ook eersteklas natuurlijk.
Marconisten waren wel een soort apart. Ze werkten alleen, er waren geen collega's om de specifieke zorgen mee te delen of te bespreken, hoogstens eens een stagiaire, maar zeer zelden. Ze werkten in zeer nauw verband met de brug en de kaptein. Als die samenwerking niet klikte waren zij meestal de pineut. En met hun specifieke problemen stonden zij dan alleen. Nee, marconist was volgens mij niet de fijnste job aan boord.
m - HiH-08/2016, herwerkt - https://www.omroepmuseum.be/index.php/geschiedenis-radio-tv/radio
|