'k Was op zoek naar het verschil tussen huis en kamer, maar ik heb geen bevestiging gevonden van wat ik dacht. Het gaat over een streektaal en ik kan me niet herinneren welke.
Met huis bedoelde men de ruimte die verbinding heeft met de buitenwereld. Alle andere delen van de woonst heten kamer.
Die betekenissen zijn in de loop der tijd en tijden verschoven en dan wordt met 'in huis' specifiek 'in de woonkamer' bedoeld, bvb men zet de fiets in de gang en de boekentas zet men in huis.
Evengoed werd met 'in huis' de ganse woonst, het ganse gebouw bedoeld : bvb in huis draagt men pantoffels. De ganse woonst, dat kon verwarrend zijn als iets 'in huis' ligt. Ligt hetgeen men zoekt in de woonkamer of ergens in het huis, ergens in het gebouw ? bvb mijn pantoffels liggen ergens in huis.
Een kamer was een ruimte zonder rechtstreekse verbinding met buiten, een ruimte die men kan afsluiten. Om buiten te raken moet men eerst door andere ruimtes. Dat snap ik. Maar over die betekenis huis = woonkamer, daar ben ik nog altijd niet aan uit.
Wat ik wél gevonden heb over huis is een lijstje gezegdes, waaronder twee die ik nog niet kende. Die twee * vind ik vandaag de mooiste.
----- Wie in een glazen huis woont, moet niet met stenen gooien: wie een hoge positie heeft, moet voorzichtig zijn.
In het huis van een gehangene spreekt men niet over de strop: je moet vermijden over onaangename onderwerpen te spreken.
Een zuinige huisvrouw bouwt huizen als kastelen * : met een zuinige huisvrouw houdt het gezin zoveel geld over dat er een kasteel mee gebouwd kan worden.
Je moet het huisje wel bij het schuurtje laten * : je moet niets buitensporigs doen, oftewel de dingen in de juiste proportie houden, dit dan vooral op financieel gebied (min of meer hetzelfde als "de tering naar de nering zetten"). -----
Maar er bestaat natuurlijk meer, mooier, ook grappiger en vooral interessanter: http://www.woorden.org/spreekwoord.php?woord=huis&page=0
m – HiH-11/2016, bijgewerkt
|