Ze waren slechts zijdelingse schade, 14-18 ~ van FIV
"Op 4 september 1914 trokken de Duitse troepen een spoor van vernieling door Dendermonde, een paar dagen later trokken ze verder. Op 1 oktober kwamen ze terug. Soldaten van het Belgisch leger hebben geprobeerd ze tegen te houden, er werden over en weer schoten gelost, het Belgisch leger trok zich terug.
De Duitsers stapten de verwoeste stad weer binnen, namen onderweg enige burgers als levend schild mee, en om hun woede te koelen en een voorbeeld te stellen werden die burgers ervan beschuldigd op de Duitsers geschoten te hebben.
Ze werden met hun rug binnen tegen de muur van de kerk Sint-Gillis gezet en nog terwijl de aanklacht en het vonnis voorgelezen werden, werden en alle personen die het ongeluk hadden op de straat of in de omgeving te zijn, bijeengedreven om getuige te zijn van de executie. Waaronder mijn nonkels Victor en Rémi. Nonkel Victor was 18 jaar, nonkel Rémi zal iets van 9 jaar geweest zijn.
Na de executie werden de mannelijke getuigen gevangen genomen en weggevoerd.
Heeft nonkel Rémi geprobeerd bij zijn grote broer te blijven, of juist weg te lopen? Heeft hij in zijn kinderlijke woede de Duitsers uitgemaakt voor al wat lelijk is? Klopten de Duitsers op een kleine jongen omdat ze het graag deden? -een strategie van Bismarck was om de burgerbevolking zoveel mogelijk schrik aan te jagen door onmenselijke daden te stellen- mensen hebben een bloederig gebroken kind, dat nog ademde, op een deur gelegd en hem zo naar huis gedragen. Hij heeft het overleefd. Zijn gebroken beenderen zijn schots en scheef weer aaneengegroeid, nonkel Rémi is altijd kreupel gebleven.
De martelgang van Nonkel Victor (Toor)
Hij werd samen met de andere 'getuigen', zonder eten of drinken en te voet naar een onbekende bestemming gedreven. Onderweg werden zij geslagen en geschopt. Ze kwamen toe in Scheldewindeke, waar ze hun graf moesten graven en dan, zonder enige uitleg werden ze na 4 dagen vrijgelaten.
Nonkel Toor is daar nooit van bekomen, hij was getraumatiseerd tot het uiterste. Hij kromp ineen bij elk geluid, was bleek en hij beefde zonder ophouden. Overdag zat hij in een hoekje bij de stoof ’s nachts sliep hij in de schuilkelder. Een jaar later, is hij overleden. 18 december 1915. Hij was 19 jaar.
Zijn naam staat niet op het monument van het Heldenplein. Hij was collateral damage ofte nevenschade.
Later, in de jaren zestig of zeventig, toen de jeugd volop aan het emanciperen was, hoorde ik soms ouders, mensen die WO II meegemaakt hadden, zich opwinden over de jeugd-van-tegenwoordig 'Ze zouden begot eens terug ne goeien oorlog moeten meemaken'. Dat waren de Verontruste Ouders van toen." FIV
“eens terug een echte oorlog moeten meemaken!”
Mijn pa riep zo'n dingen, hij was zo iemand. Wanneer hij een gedachtewisseling met een van de drie dochters niet meer aankon brulde hij : ge zoudt eens allemaal terug een oorlog moeten meemaken!
Dat verbaal geweld moest dan doorgaan voor opvoeding en begeleiding naar volwassenheid. Vermits hij ons niet onder de knoet kon houden moest een buitenlandse mogendheid dat maar komen doen. Ik durf niet bedenken wat hij daarbij voor ogen had.
m – HiH-11/2016, toen met FIV – volledig herwerkt
|