Ergens halverwege de 90-er jaren vroeg Laura me om met Pieter naar Droomland te gaan, of een gelijkaardige winkel, een magazijn vol speelgoed. Hij kan toen 11 of zo geweest zijn, bijna-groot of al-groot. Zo voelde hij zich. Hij zou daar op verkenning gaan voor zijn moeder en dan verslag uitbrengen wat de Sint zoal kon brengen voor de drie jongsten. En voor hemzelf.
Het verkennen kon hij alleen, maar hij had vervoer nodig en dat vervoer was ik. 'k Vroeg of hij met de auto wou gaan of met de bus. Hij koos de bus. Zij wonen in een zeer landelijke streek. Afgelegen eigenlijk. Vanuit een bus naar ons stadsverkeer en naar het straatgedoe kunnen kijken was voor Pieter een kleine gebeurtenis.
In de winkel liep hij rond zoals Laura voorspeld had. Niet wild enthousiast maar wel heel gedreven. We moesten alle rekken langs. Alle. En hij nam elke cataloog en folder mee. Elke. Pas wanneer hij alles gezien en bekeken had konden we naar huis. Voor zo'n jong kind vond ik dat hij tamelijk methodisch te werk ging. Maar dat was enkel zo wanneer hij een duidelijke opdracht had, hoorde ik achteraf van Laura. Uit zichzelf had hij een voorkeur voor de prettige chaos, vandaar regelmatig een opdracht zoals toen het verkennen van een winkel. Die opdrachten vervulde hij meestal plichtsbewust, een opdracht gaf hem een vorm van focus en rust.
Na het verkennen konden we de winkel uit. Toen de bushalte in zicht kwam, zagen we de bus wegrijden. Dat betekende een halfuur wachten. Owee, dacht ik, een halfuur niks doen kan lang zijn voor een jongetje. En voor mij ook. Zitten wachten aan een bushalte bij een stoplicht, draaiende motoren, uitlaatgassen …
'k Stelde voor een warme choco te gaan drinken in het café. Hij had geen kou. 'k Vertelde iets om de tijd te korten, hij luisterde maar half. Hij zat met wiebelende beentjes te kijken naar het verkeer. Zoveel auto's zo traag zien langskomen was voor hem een verzetje. Hij zat te genieten van wat het moment te bieden had. Dat heb ik die dag van hem geleerd. Zitten wachten hoeft geen loos moment te zijn. Men kan ook rondkijken en zien wat de omgeving biedt aan droom- of denkwerk. Misschien loopt er wel een kolonne mieren die men kan bekijken.
Daar heb ik later heel veel keren nut van gehad, van hoe Pieter toen zat rond te kijken, content met het moment. Vreemd genoeg vaak ook tijdens wachten op vervoer, zoals toen. In havengebieden. Alles moet er snel gaan behalve blijkbaar personenvervoer.
En daar waar de omgeving werkelijk níks te bieden heeft, ben ik alleen met mijn gedachten. Die rust is dan mogelijk een luxe.
m – HiH-10/2016, bijgewerkt
|