ze ging de koude nacht in wanneer nodig
Ze was verhuisd naar het appartement bij het marktplein. Daar was meer volk. Het was een idee van haar dochter. In haar huis tussen het groen zat ze te verkommeren. Spelende kinderen waren er niet meer en de rust die ze daar ooit zo op prijs gesteld had was een loden stilte geworden.
Met winkels in de buurt was daar op het plein meer geloop om naar te kijken. En elke week was er markt natuurlijk, telkens beweging en bedrijvigheid. En in december was er een kerststal op mensengrootte, met echte dieren. Daar konden kindertjes zich aan te vergapen, aan de echte dieren. Vroeger zou ze die verwondering, de ronde oogjes en de open mondjes gefotografeerd hebben. Nu stond ze ’s nachts op om het ezeltje te gaan troosten.
“bij ons op de grote markt staat elk jaar een mooie kerststal er staan levende dieren bij, dat vind ik niet nodig want 's nachts staat dat ezeltje te balken, uit eenzaamheid of van de kou, dan sta ik op om hem te gaan troosten en dan wrijft hij tegen mijn hand van blijdschap”
Dat vond ik een klein en stil decemberverhaal. Een seniora++ die elk jaar in de tweede helft van december elke avond warme kledij gereed legde om 's nachts in de kou het ezeltje te gaan troosten. De levende dieren zijn ondertussen vervangen door beelden enhoe het met de dame is kan ik niet achterhalen. Maar het opstaan 's nachts om buiten in de kou een ezeltje te gaan troosten vond ik toen zeer pakkend.
Nu nog.
m - EZW-02/2013, HiH-12/2016 - met dank aan FA
|