de minpunten van de plussituatie
“Tja, de postmodernistische leefwerelden, nietwaar! Mijn schoonzoon was amper zes toen hij aan de reeks plus-papa’s begon. De term ‘nieuw samengesteld gezin’ zat zelfs nog niet in embryonale fase bij de dikke Van Dale. Achtendertig jaar geleden heette het dat zij of hij zich met een andere had opgestoken. Na een viertal ‘opstekingen’ gevolgd door ‘afvallingen’ kreeg hij er pas na 10 jaar een definitieve plus-papa bij.
Neen, ik heb me niet de bemoeien met andermans leven. Geen haar op mijn hoofd dat aan zoiets denkt, maar … het steekt wel. Waarom? Omdat mijn lieve schoonzoon er nog steeds onder lijdt, nog steeds zijn woorden moet wikken en wegen en zolang zijn ouders leven op eieren zal blijven lopen. Materieel heeft hij niets moeten ontberen. Integendeel, veel te veel zo maar gekregen, luxueuze pleisters om het gebrek aan ouderlijke inzet en samenhorigheid te verdoezelen. Het ergste van al vind ik, uit liefde voor haar man loopt mijn dochter mee op die eieren. Wie zijn daar de grootste dupe van? Hun twee kuikens, mijn twee bloedjes van kleinkinderen. Aan Brabantse kant zijn er negen kleinkinderen aan de kustkant liefst veertien. Dat vergt nogal een bezoekplanning, getelefoneer en ge-email à volonté.
Wij zijn een soort van bumpergezin al jaren. Dat zo’n situaties stresskippen kweken, ligt voor de hand en soms stresst mijn dochter daardoor mee. Heeft ze haar maandelijkse driedaagse zeur- en huilbuiperiode, dan moeten haar man en ik dat uitzweten. Moet kleinzoon agendagewijs zijn trimestriële verplichtingen nakomen, toegegeven hoofdzakelijk omdat er “iets voor hem aan vasthangt” dan is het hier zuchten en mekkeren geblazen en daar krijgt mijn oude schat een punthoofd van. Hoe afzijdig ik me ook van de situatie van zijn beide ouders al jaren houd, ergens zit ik er mee . Verdorie, ik ben weer aan het doordrammen, en ik wou enkel een van de vele facetten van zo’n plus-situatie tekenen.” TP
De vele facetten van de plus-situatie met de plus-partners en de plus-grootouders … Een plussituatie brengt niet gegarandeerd een plus in de bestaanskwaliteit zo te zien. Was het maar zo, was het nieuwgekozen bestaan maar een simpel optelsommetje van pluspunten.
In mijn beperkt voorstellingsvermogen versmachten de plus-agenda’s de gewone gang van zaken, de flow, zoals dat nu mag genoemd worden.
Zullen we morgen eens naar die speeltuin gaan, daar kunnen we brunchen terwijl de kinderen … ow nee, wachtwa, die van u moeten om twee uur al weg en de mijne zijn pas om vier uur terug.
De nieuwe relatie kan die dag van 14h tot 16h zelf beslissen over het eigen tijdsgebruik. In een speeltuin. Zeg nu zelf …
Dat het 'op eieren lopen' doorwerkt tot in de derde generatie, tot bij de kleinkinderen, daar had ik begot nog niet bij stilgestaan. Maar het is wel zo, het zal wel zo zijn, anders zoudt ge er niet over schrijven.
Als daar nog geen studies aan gewijd zijn, dan moet dat dringend gebeuren want duren studies lossen de boel op newaar.
m – HiH-02/2016, bijgewerkt – bovenstaande tekst werd geplaatst met de toestemming van TiTiPoes
|