Vandaag bonzen er harten aan de bushaltes. Aan de bushaltes rond de kerk. Er zijn drie haltes. Voor en na schooltijd krioelt het er van blauw geklede scholieren van beider kunne.
Bij de kerk is een bloemenwinkel. Bloemencenter, noemt het zich met aplomb en met veel uitstalramen die allemaal het thema Valentijn dragen. De twee gevels zijn een symfonie in rosso amoroso. En rechtover staan na schooltijd dan al die pubers ongeïnteresseerd te doen met hun foon, terwijl hun hart al weken tintelt voor die andere, die natuurlijk ook de bloemengevels negeert. Want Valentijn is flauwekul. En zo. Of wa? Quasi terloops zien ze hoe stoere durvers van 25 tot 65++ daar binnenlopen en buitenkomen met een bloem of een boeket. Mannen.
Zo ver is hij nog niet. Bij dat bushokje staat hij maar wat te frommelen met zijn foon, eigenlijk weet hij zelf niet wat hij staat te doen. Hij durft haar nog geen tekstje sturen. Hij wou dat hij wat meer dierf en die gedachte maakt het nog moeilijker, omdat hij dan durven moét.
Straks misschien. Een tekstje. Of volgend jaar misschien. Misschien dan een échte bloem. Misschien ziet ze hem dan staan. We staan hier toch allebei elke dag …
Ik wens hem wat meer gevoel voor realiteit toe. Dringend. Elke dag tegelijk in groep aan de bushalte staan is niet er sámen staan.
Puber-tijd …'t is echt geen gemakkelijke tijd hé.
m – HiH-02/2017, herwerkt -
|