Die 14de was het tamelijk zacht weer en niet te vochtig. Ik wilde die dag opruimen in de garage, een paar dingen herschikken en de rekken een poetsbeurt geven, een vroege lenteschoonmaak dus.
"Moet dat vandaag?" vroeg LM een beetje verbaasd. "Ja dat moet vandaag, omdat het zacht en droog weer is, vandaag kan ik de poort wagenwijd open laten staan."
Hij kon me niet helpen in de garage, die dag had hij veel te doen. "Dat geeft toch niet, dat kan ik best alleen! Behalve misschien het kastje verplaatsen, maar dan kom ik u wel halen."
Het zachte weer had nog bewoners naar hun garage gelokt en het was best gezellig op het pleintje tussen de boxen. 's Middags aan tafel had ik een hoop nieuwtjes te vertellen aan LM. "O ja, en de lift doet eigenaardig".
Na het eten vroeg ik LM of hij even mee naar beneden kon komen om het kastje te verplaatsen. "Nu niet," zei hij, "ik wacht op een mail." "Die mail loopt toch niet weg?" "Ik heb die cijfers direct nodig", zei hij, "zonder die cijfers kan ik niet verder." "Als ge toch moet wachten, help dan gauw efkes met dat kastje", stelde ik voor. "Nee, ik blijf boven. Ik wacht op die mail." "Het is toch maar voor een paar minuten", probeerde ik, "als die mail voor het eten toegekomen is staat hij daar al een half uur, dus zo'n haast zal het..." "Nee", zuchtte LM, "hij is er nog niet, ik heb juist gekeken."
Nu zat ik strop met mijn werk beneden. Als dat kastje niet verplaatst werd, bleef een deel van de garage ongedaan en moest ik wachten op weer eens zacht droog weer om te kunnen verder werken en wie weet wanneer dat zou zijn. Tenzij ik het kastje leegmaakte, het leeg verplaatste, het leeg terugplaatste en opnieuw inlaadde. Waar bleef ik ondertussen met alle spullen? Op de rekken is geen plaats. Op de behangplank dan? Dus moest ik eerst nog de schragen en de zware plank van de muur halen en opstellen ook? Dat alles omdat meneer ...
Inwendig begon mijn temperatuur te stijgen. (Ik ga niet neerschrijven wat ik toen allemaal over hem dacht, want mooi was het niet.) Dat hij dan maar wacht op 'zijn' mail, ik ga in de garage kijken hoe het nu verder moet ... Eerst nog even die twee plankjes uit de kelder halen, die moeten ook nog naar de garage.
De lift vertrekt, hapert ergens tussen de eerste verdiepingen en het gelijkvloers, maar zakt dan toch naar de kelder. Ik neem de plankjes en stap terug in de lift om mijn telefoon te gaan halen, die was ik boven vergeten door zijn gedoe over zijn mail.
Tussen kelder en het gelijkvloers blokkeert de lift. En deze keer is het menens. Ik probeer voorzichtig alle knopjes, geen reactie. Wat nu? Op de alarmknop duwen? Ik weet niet welk geluid dat alarm maakt. Stel u voor dat het zo'n loeiende sirene is. Nee, liever niet doen. De meeste buren zijn nu aan hun middagslaapje bezig.
Eerst en vooral gaan zitten. Ziezo. Er was daglicht, er was luchtverversing, dus er was niet direct reden tot paniek, zei mijn hoofd. Maar mijn lijf trilde wel. Hoe kon ik LM bereiken? Telefoon had ik niet bij me. Sleutels had ik wel bij. Dus tikken op de deur van de lift dan maar. Ritmisch tikken, anders denken de buren dat er gewoon ergens getimmerd wordt. Hoe doen ze het in de film, 3 x lang en 3 x kort, of omgekeerd? Van geen belang, als het maar niet klinkt als getimmer. Het spijt me voor hun middagdutje. Tikken. Minuten. Hoeveel minuten weet ik niet. Ik had geen horloge om.
Toen hoorde ik boven een deur opengaan en tikte wat luider. Iemand kwam de trap af. Nam direct de trap. Dus iemand vermoedt dat iets met de lift niet in orde is? Gered.
"m, zijt gij dat?" "Ja jong. Ik zit vast." "Dat dacht ik al." "Hoe wist gij dat ik hier was? Had ge me horen tikken?" "Nee, dat hoorde ik pas toen ik boven de deur open deed." "Maar? Hoe wist ge dan dat ge eens moest komen kijken?" "Omdat ik u niet had zien langsgaan."
Daar werd ik stil van. Hij had dus niet alleen die terloopse opmerking over de lift onthouden, hij had ook al die minuten op de uitkijk gestaan om te weten of ik veilig beneden geraakt was? Ondanks die 'allerbelangrijkste' mail.
"m? Gaat het?" "Ik zie u graag" slikte ik. "Wat zegt ge? Ik versta u niet. Geef dat noodnummer eens..." Telefoonnummer gegeven. "Uw stem klinkt zo raar", zei hij, "niet bang zijn hé."
Het duurde twintig minuten eer de technieker er was. Die twintig minuten heeft LM me beneden gezelschap gehouden. We hebben wat gepraat, elk langs een kant van de liftdeur.
"Is die mail al toegekomen?" "Geen idee." zei hij. "Ga eens kijken." stelde ik voor. "Straks." antwoordde hij. Nu smolt ik helemaal.
Nog eens twintig minuten later ging de liftdeur open. Daar stond Mijn Man. Ik legde mijn hoofd in zijn arm. "Ik was niet bang, ik zie u graag", fluisterde ik in zijn mouw.
"Kom, we gaan dat kastje verzetten", zei hij. "Maar die mail?" "Eerst het kastje." zei hij.
Later op de dag ben ik naar Doe-het-Zelf geweest en ik heb vier zwenkwieltjes gekocht. Die monteerde ik onder het kastje. Dat kon ik wel alleen. Gewoon kastje uitladen en platleggen. De spullen lagen zolang op krantenpapier.
m - EZW-02/2004, HiH-02/2015, bijgewerkt -
|