Foefelarij op hoog niveau ~ door Rocor, 03/2011
"Waar gebeurd : Een visput waar het op de ene plek beter vissen was dan 20 meter verder. De vissers die op de visput wilden vissen moesten eerst een bijdrage betalen. De genummerde plaats uit een dertigtal, werd u aangewezen. Na een tijd viel het op dat vrienden van het bestuur altijd de beste plaatsen kregen. Misnoegdheid alom!
Als ge op een van de goede plaatsen zat was het een lust, ge ving de één na de andere vis. Wat verder ving ge kleine visjes die je uit medelijden teruggooide. Hoe kwam dat toch? Had het te maken met de zon, de begroeiing onder water, de diepte? Het kon veel redenen hebben. Werd er gefoefeld? Men ging er wat aan doen, niet met een geschreven compromis, maar op een eerlijke manier, kortom een beetje op z’n Belgisch.
Wat hadden ze er op gevonden? Het bestuurslid had 30 potjes. De potjes waar vroeger de filmrolletjes inzaten. Daarin stak hij de nummers van de visplaatsen en hij, als verantwoordelijke, grabbelde in de zak en gaf u een potje. Eerlijker kon toch niet, en toch…
Wonder boven wonder zijn vrienden kregen opnieuw de beste plaatsen! Wat had die man bedacht? Hij stak de potjes met de goede visplaatsen in de diepvries, die waren ijs maar dan ook ijskoud. Hij grabbelde in de zak en gaf zijn goede vriend het koude potje en een toevallige visser een warmer potje! Dat houdt men toch niet voor mogelijk, hoe vindingrijk wij Belgen kunnen zijn!"
Volgens mij waren de 'goede' vrienden degenen die bovenop de vastgestelde bijdrage de bestuurder nog een extra centje toestaken. 'k Vraag me vooral af hoe de foefelarij aan het licht gekomen is. Ik stel me voor dat bij het begin van de dag de dertig hengelaars aanwezig en present zijn. Ieder krijgt een potje met een nummer in. De bestuurder gaat al grabbelend in de zak de kring rond en geeft de 'goede' vrienden een koud potje. Daarop zal hij een tweede ronde doen om met de zak de lege potjes op te halen.
Een van de hengelaars draait met de glimlach zijn potje open, wetende dat hij een goede plaats zal krijgen, en heel onnadenkend duwt hij zijn zoontje het leeg potje in handen: - Steek gij dat maar terug in de zak, manneke. - Amai Pa, da potteke is koud, zegt het argeloos jung. - Geef maar hier manneke, zegt de hengelaar naast hen, want die is niet van gisteren.
Het argeloos jung doet dat, hij legt het koud potteke in de hand van de man. De man sluit zijn hand, voelt hoé koud het ding is en slaakt een alarmkreet. Eigenlijk was het gebrul. En hij vloekte de hemel naar beneden.
- Dees potteke komt gvd uit den diepvries! GVD! De goei komen uit den diepvries! De nummers voor zijn matekes komen uit den diepvries zeg ik u!
En toen hadden de anderen het begrepen. De bestuurder heeft die dag geluk gehad dat hij niet bij zijn vissen beland is. Of de club nog lang bestaan heeft weet ik niet.
door Rocor, 03/2011 - http://blog.seniorennet.be/rocor/archief.php?startdatum=1298934000&stopdatum=1301608800
|