de tranen in het uitstalraam
Onderstaande heb ik van horen vertellen, want ik was toen te klein om het me te herinneren. Het verhaal komt van mijn Moeder, de woorden zijn van mij.
In '55 had ik plots een zusje en dat larf heette Tina. Veel zusje was er niet aan. Ze kon niet in het zand spelen, ze mocht niet bij mij in bad en als ze weende kon ik nog vertalen ook.
Toch was er iets goed aan, want mijn ma kwam me 's middags uit de kleuterschool halen (toen mocht dat nog) en dan gingen we naar het Elisabethpark. Dat zijn de twee stroken groen tussen het Simonisplein en de basiliek van Koekelberg. Tina lag in een wit-blauwe stoef-landauer en ik liep er naast alsof het park van mij was.
We wandelden in de noordelijke helft, de kant van de Landsroemlaan, omdat daar in de namiddag zon was. En daar zaten alle moeders op bankjes te kijken hoe hun oudsten zich misdroegen in de zandbak, terwijl de jongste gewiegd werd en her en der al een derde op komst was. Het was '55. De woorden geboorteregeling / gezinsplanning / anticonceptie moesten nog uitgevonden worden en kinderopvang was onbestaande.
Tegen het einde van de namiddag trokken de moeders en de kroost huiswaarts. Het werd ongeveer tijd om aan het avondmaal te beginnen. Een aantal moeders stapten richting west, Koekelberg/Jette/Ganshoren. Een aantal moeders stapte richting oost, Molenbeek, toen nog een gemeente als alle andere.
Richting Molenbeek moet men over het Simonisplein, toen nog een rustig plein met middenstandwinkels. Een van die winkels verkocht kaders en schilderijen. In dat uitstalraam stond op kleuterhoogte een schilderij met een kindje dat weende.
The Crying Boy, 1950's Giovanni Bragolin
Iemand van de kinderen had dat ooit gemerkt en het jongetje in kwestie wou in het naar huis gaan elke dag kijken of het schilderij in de vitrine nog weende. Het weende nog altijd. Dag na dag weende dat kindje van het schilderij.
De stoep was er niet echt breed genoeg voor het konvooi kinderwagens dat er langs moest en ongeveer alle kleuters stonden met handen en neusjes tegen het glas. Om naar iets te kijken dat er eigenlijk niet was.
De uitbaatster kreeg het luidruchtig op haar heupen van die vuile vingertjes tegen haar uitstalraam. En toen wist ik waarom het kindje op het schilderij weende : in dat huis woonde een héks!
m – HiH-03/2016, bijgewerkt - https://en.wikipedia.org/wiki/The_Crying_Boy , https://en.wikipedia.org/wiki/Giovanni_Bragolin
|